f r, DE MH 1 i I I Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Dinsdag 24 November 1896. No. 7129. 35ste Jaargang. 11e J BINNENLAND. FEUILLETON. December. Mark I ■j van k. stom beefde. had rijKcu, bluk- openlijken siinksohe De Uitgave dezer dburant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. istrokkiug dezer urborgde Geld- spaald, plaats te beer plaats, de dagbla hoogerhand st geval biedt de ig, die door de arg goedgekeurd lilHIN 11E Illi II1VI classicaal bestuur vao Gouda minstens daarin moeten berusten en niet, zooals het gedaan heeft, weer tegen bet optreden van Ds. H. moeten opkomen. Aan bet eind zijner rede stelde hij de vragen; Welke sullen de gevol gen zgn voor Ds. Hoevers, voor het classicaal bestoor en voor de vryzinnige leden der Ned. Herv. Kerk in 't algemeen. De Voorzitter, Ds. van der Meer van Kuffeler, bedankte ten slotte in warme bewoordingen de geachte hooggeleerde spreker voor zyne boeiende en leerrjjke rede. ADVERTENTIEN worden geplaatst 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. De directeur der Ryks-postspaarbank, de heer Armand Sassen, beeft weder een belang rijk hulpmiddel ann de band gedaan om het sparen op de scholen te bevorderen. Onderscheidene hoofden van scholen hadden bjj hem op eene ruimere verkrygbaarstplling van spaarbankzegels aaugedrongen. En wel omdat thans bet kantoor der Posterijen de éénige gelegenheid aanbiedt, om zich van dergelyke zegels te voorzien en vele leerlingen, wier woning, of school vér van dat kantoor verwijderd is, zich van het sparen znllen laten afschrikken. Daar komt nog by, dat de po»t- ambtenare.i het in den regel volbandig hebben, De minister van baitenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de Fransche regeering, op grond van het aan treffen van mond- en klauwzeer by uit Neder land ingevoerd vee, bij besluit van 19 Nov. j.l., den in- en doorvoer heeft verboden van runderen, geiten, schapen en varkens, afkomstig uit Nederland. (St.-Ct.) Spreek geen kwaad van de Rotterdamse!)e brandweerbet is de gevoeligste snaar dia men in een rechtgeaard Rotterdammer kan doen trillen. Of ze daarom volmaakt is? Het volgend verbaal is ontleend aan het >Rotter- damsch Nieuwsblad van het nieuwe r loop van slechts igen van 111,000 ide tark komendaaron- rentueel 600,000 sr rijzen a M. 10,000 rijzen a M. 5,000 rijzen M. 3,000 •rijzen a M. 2,000 •rjjzen a M. 1,000 •ryzen a M. 400 prijz. aM. 155 pr. aM. 300,200, 84, 104, 100, 73, Het Centrum en de »Tijd< bevatten in een hoofdartikel het Katholieke program, zooals het door alle 25 Katholieke leden der Tweede Kamer is geteekend. De directeur-generaal der Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen beeft eene aanschrijving gericht tot het ambteuaarsperso- neel op alle stations der maatschappy, waarby bet aan die ambtenaren verboden wordt be richten, den dienst betreffende, aan den mede te deelen, tenzy dit van gewenscht wordt, en zulks met het oog op het feit, dat meerma'en dergehjke mededeelingen, zonder voorkennis van de directie, in de bladen worden aangetroffen. 31) Toen ben ik op reis gegaan, want ik kan wel «eggen, oom,” voegde Robert er met ongeveinsde hartelijkheid bij, «dat wat ik van u had gehoord, nadat ik tante Meerau heb loeren kennen, mij on weerstaanbaar tot u drong. Ik heb, voorzichtiger dan vroeger, niemand iets van mijne reis gezegd en beo door het gebergte gekomenik had den weg hier heen toch vroeger ook wel gevonden. Maar,” voegde hy er lachende bij, „wie weet waar ik beland zou zyn als ik u niet tegengekomen was.” De baron was den jonkman niet moer in de rede gevallen, en zelfs had de donkere uitdrukking van zijn gelaat slechts een oogenblik yoor een lachje plaats gemaakt, waarmede hij de laatste hartelijke woorden van Robert had aangehoord. Dat lachen dunrdo echter slechts één oogenblik en hij liep ge- ruimen tyd zwijgend voert, totdat hij eindelijk op een toon van zwaarmoedige gelatenheid zeide: «Het was heel hartelijk van u en goed gemeend hadd’ ik het vier weken geleden geweten.” «Maar bet is, hoop ik, nu nog niet te laat?” viel Robert hem levendig in de rede. «Het is nog geen acht dagen geleden dat tante Meerau die woorden gesproken heeft.” «Komedieviel de oude man hem met een woesten blik in dn redt. «Daar in huis ligt dt De Kunstkring alhier zal aan zyne leden en andere stadgenooten op Maandag 30 dezer in de zaal Nut en Vermaak, Oosthaven, eene tentoonstelling van reclame-platen aanbieden, waarby de heer H. P. Berlage, architect te Amsterdam eene voordracht zal houden. Tegenwoordig ia elke handelaar en fabrikant wel verplicht door reclame de aandacht op zyne artikelen te vestigen daarom is boven genoemde tentoonstelling zeker leerrijk voor allen, die belang bobben by handel en nijverheid. oude werklieden en dat werden opgericht van Arbeid en dat ook het leerling werd aangenomen, on om dat doel te bereiken, en dit kon ook, indien al de tim merlieden van ons land zich vereenigden en dat kon zeer goed, daar het vak noch liberaal, noch Katholiek of Anti*revolutionair is. Van de gelegenheid tot debat werd geen gebruik gemaakt, waarop de Voorzitter den spreker harfelyk dank zeide voor het gespro kene en hoopte dat die nog niet als lid waren toegetreden zich alsnog zoude i opgeven. «Dat zijn vreeselijke beschuldigingen,” zei Robert zoo ontsteld dat zijne stom beefde. «Dn is nicht Dora buiten gevaar?” „*_"_t van ja. En wat die beschuldigingen ik zal u bewijzen leveren," antweordde de ,Maar daar zyn wij er. Christoffel, -van mynheer aan. En nu, tree welkom. Ik heb dat helaas nooit Te Moordrecht trad verleden week Vrijdag avond voor de afdeeling Moordrecht en om streken van den Ned. Prot. Bond op Prof, van Maanen uit Leiden. Tot onderwerp had hy gekozenDe doop in *t algemeen en voor namelijk de doop in de Ned. Herv. Kerk als eene kerkelyke of godsdienstige handeling of plechtigheid. Hy sprak over den oorsprong van de instelling des doops, zyne beteekenis en bediening en kwam zoo als van zelf tot de bespreking van de schorsing van Ds. Hoevers te Stolwyk door het classicaal bestuur van Gouda. Met de reglementen der Ned. Herv. Kerk in de band bewees hy, dat Ds. H. zich niet vergrepen had aan het voorschrift: >Te doopen op de meest indrukwekkende wyze. Onomwonden liet hy zich dan ook uit als eene onverantwoordelijke wyze van handelen van bet classicaal bestuur van Gouda tegenover Ds. H. niet alleen, maar ook tegenover de Synode en verder alle protestanten. Waar dp Synode De. H. had vrijgesproken, had het «Het schynt betreft, 11 grysaard. „Y neem het paard binnen en wees tot iemand behalve tot Steinheim kunnen zeggen. Eén ding moet ik u evenwel zeggen, neef: zoolang gij by mij zyt, moet uw verblijf een geheim zyn voor lederen vreemde die toevallig dezen weg moch< uitkomen, houd u daarom in huisen ten tweede moogt gij, als gij weer in de buitenwereld komt, geen woord spreken van uw bezoek bij mij en nog minder van.... die moordgeschiedenis. Daarmee moet ik zelf voor den dag komen.” Robert drukte zijn oom de hand en trad toen het huis binnen dat bij voorheen op zulk eene zonder linge wijze doorgeloopeji, had. Op de vestibule volg den de huiskamer en de keuken en eindelyk dat vertrek met dien ouden leuningstoel bij het venster, waar hij de slaapster gevonden had. Hoe helder stond die zonnige dag hem nog voor den geest; ook thans heersohte overal weder dezelfde stilte, nadat het geluid der voetstappen van den ouden baron op den trap was weggestorven. Wederom dacht hy aan het oude tooversprookje dat hier toenmaals wer kelijkheid geworden scheen te zijn, en waarvoor eene booze toovermacht in de plaats scheen te zyn ge treden. De mededeeling des ouden mans bad hem niet slechts ontsteld maar ook met diepe droefheid vervuld. De gedachte dat het frissche en jonge leven door de booce hand eene uensohen kon worden aetief geplaatst, maar wy worden ontslagen en daarom vooral is het ons recht te vorde ren, dat wy voor onzen arbeid een mensch- waardig bestaan hebben, wy moeten begrijpen dat onze positie verbeterd moet wordeu en dat bet beling van den een, ook het belang van den ander is en dat vereeniging ons aller doel moet zyn, terwyl ik de laatste zal zyn om een werkstaking aan te bevelen. Spr. geloofde dat het noodig was, dat van regeringswege werd ingevoerd het pensioneeren van c_‘ Kamers stelsel afgebroken, was hem ondragelyk. Hy zonk in den ouden leunstoel neder, leunde met zijn hoofd in de hand en gaf zich aan treurige gepeinzen over. De hond die hem aanstonds als een ouden bekende was gevolgd, stoorde hem niet, maar had stil den kop op zyne kni» gelegd en keek nu en d^n met zijne ernstige trouwe oogen naar hem op. Dat alles duurde evenwel niet lang; de baron kwam spoedig van zijn bezoek bij de zieke terug en bracht goede berichten van de patient mede, bij wie de koorts reeds lang geweken was en die door den slaap meer en meer hare oude krachten terug kreeg. Wanneer zijn jonge bloedverwant een paar dagen wilde blijven, zou hij haar wel zien, dacht de oude man Dora was niet weinig nieuwsgierig den man te zien die haren slaap bespied en haar doekje mede genomen had. «Hebt gij het kunt gy uwe identiteit bewijzen, neef I” vroeg de baron schertsend. Hy was bly’k- baar veel aangenamer gestemd en scheen zich het ernstige onderhoud dat hij met Robert in het bosch gehad had uit het hoofd te willen zotten. Robert lachte. «Spot maar, oomik moet zelf lachen als ik aan die allerliefste ontmoeting en aan mijn roof denk maar, gij moogt er van denken wat gij wilt ik moest het doekje mee nemen en lach nu nog maar meerl ik heb het werkeljjk bij mij.” Het vuur brandde vroolyk in den haardde lamp verspreidde een aangenaam licht, een krachtig maal deed den vermoeiden Robert goed. (JForrlt cervofyd.) opheldering van dat „krijgen”, zooals zij zich uit drukte.” «Ik begrijp u niet, oom,” sprak de jonkman, die juist het huis in het oog had en zich nu vragend tot den baron wendde. «Nu dan, dat „krygen” styat gelijk met den dood, en daar haar aan den mijnen niet veel gelegen is, heeft zij ditmaal iny'ne arme Dora bedacht.” „Heer baron I” borst Robert uit, terwyl zijn ge laat doodelijk bleek werd. „Gij bedoelt toch niet dat „Dat ik rny’ii arm kind want ik heb haar lief als een eigen kind niet zonder reden heb verbor gen gehouden. Zoodrn dat wmevrouw de gravin bedoel ik, hare schuilplaats leerde kennen, heeft zy haar getroffen, do r eene vreemde, of met eigen hand want ik weet niet of zy er zelve niet geweest isvoor die duivelin in mensohengedaante is niets oumogelyk, zoodra hare oude hartstochten boven komen I” z/Heer baron,” zeide de jonkman angstig, „ik be- gryp u niet, het is niet mogelyk dat zij de jonge dameuwe pupil en oom Arnold's dochter....” „Door een steek met een mes //gekregen" heeft, zooals zij de ouders van het kind vóór haar „gekre gen* heeft." Er was by die woorden iets vreeselyks in bet gelaat des ouden mans; maar weldra werd hij bedaarder en voegde er honend bij„Zij is oud geworden en kan het zoo goed niet moer als vroeger of begint God’s wreekende hand haar reeds te treffen Het mes is uitgegleden het kind zal weer genezen en danzullen wij een openlyken a*nvai beginnen. Ik heb my nooit met siinksohe wegen opgehouden, en walg er van.” 6 of f 3.50 3 1.75 l‘/s« —.90 g per postwissel •nmiddellyk met gevoerd, en ieder »t het wapen van le Loten zelf in t het vereischto leeling der pry- icn, als ook de ■emeu is, gratis onze Begunsti- rokking de offi- geschiedt steeds en Staat en kan naar verkiezing [rootore plaatsen worden. et geluk beguo- azienlijke pryzen officieele bewij- )rkregen en onze i. Mark 250,000 300 enz. y deze op den ie onderneming werkzame deel- erekend men ge reeds ophanden ten spoedigste SIMON, n HAMBURG. het vertrouwen i, en daar wij byj ting ter deelne- ij ook vuor bet r een stipte en mheid van onze rerven. waarvan het gevolg kan wezen, dat de leer lingen, die 1 of 2 spaar zege Is komen vragen, door 't overige publiek op ‘zyde worden ge drongen, en dientengevolge soms vrij lang moeten wachten, alvorens geholpen te worden hetgeen niet geschikt is, om het sparen aan te wakkeren. De vraag rees of niet de depólhonders van postzegels óók met de uitgifte van spaarbank- zegals zonden worden belast. By bet hoofdbestuur der Posteryen bleken echter overwegende bezwaren, zoo van comp tabelen als van anderen aard, te bestaan. Hoe nu, in het belang van het sparen op schooi, de gelegenheid tot het verkrygen van zulke z^gel.i, op andere wyze, ruimer te maken By den directeur der Ryksspaarbank is nu de vraag gerezen, of het niet mogelyk zoude zyn, dat de hoofden van scholen, hetzy voor eigen rekening, hetzy voor rekening van het Gemeentebestuur, of der besturen van anderen aard, waaronder zy ressorteeren, zich een kleinen voorraad spaarbankzegels aanschaften, om die, desverlangd, aan de leerlingen tegen betaling uit te reiken. Het betreft toch, in deze, slechts het doen van een betrekkelyk gering geldelyk voorschot, met de zekerheid het voorgeschoten bedrag gaandeweg terug te bekomen. In een circulaire, aan de schoolhoofden zoo van openbare alg byzondete scholen gericht, heeft de directeur verzocht hem hun gevoelen te willen mededeelentevens, of het bestuur, waaronder de school ressorteert, bereid is de noodige medewerking ten deze te ver* leenen. De leden van het ryksschooltoezicht xijn met het zenden der circulaire in kennis ge steld en tot hen is tevens het verzoek gericht, hunnerzyds er toe te willen medewerken, dat de zaak, waarvan sprake is, zoo doelmatig mogelyk worde geregeld. flat is te hopen, dat deze pogingen mogen leiden tot bevordering van bet sparen op de lagere scholenhetwelk niet alleen in de toe komst belangryke sociale voordeeien kan af werpen, maar ook als een uitnemend opvoed kundig middel te beschouwen is. Het is tevens te wenschen dat, als gevolg dier pogingen, er een band zal gelegd worden tusschen al de schoolspaarbanken ten onzent en de centrale directie der Rykspostspaarbaok. GOD DA, 23 November 1896. Zaterdagavond had op de bovenzaal van den Hardyzer eene openbare vergadering uitgeschreven door de Timmerlieden- Vereeoiging Recht en plicht De Voorzitter der Vereeniging, de heer F. Jansen, opende deze bijeenkomst, heette de aanwezigen welkom en gaf daarna het woord aan den heer G. Wolfswinkel, voorzitter van bet Hoofdbestuur der Alg. Ned. Timmerlieden boud, Spreker behandelde het onderwerp Recht en Plicht*, die aan de_ vergadering te kennen gaf, dat zyc beroep niet was te spreken, doch dat hy een gewoon timmerman was, die zou trachten over dit onderwerp zyn gevoelen mede te deelen, terwyl hij na afloop gelegen heid zou geven om met ben in debat te tre den of vragen te doen, en zou gaarne willen bespreken wat gedaan moest werden om hunne positie ie verbeteren, het is to h niet te looche nen, dat er nog zeer veel is, wat ons ont breekt, wij kunnen niet evenals de patroons, op onzen ouden dag de zaken aan kant doen en stil gaan leven, neen, dan bergt men een timmermansknecht alleen op in een museum. Is dat recht? Ia het recht, dat een timmer man op zyn ouden dag de liefdadigheid moet inroepen, dit is' niet te beschouwen als een recht, maar slechte een gunst. Een patroon heeft het recht te vorderen, dat een knecht op zyi> tyd te werk komt en den arbeid aan vangt, maar indien hy een werk heeft aange nomen, dat niet te best is, loopt hij geregeld u op te jagen, dat het niet lijden kan, maar wanneer hy een beter werk heeft, krijgt gy dan b.v. een gratificatie van f 25.— om dat het is medegeloopen. Men heeft recht op een menschwaardig be staan en daarom is het ook noodig dat men zich vereenigt en wanneer een patroon goed- kooper werkkrachten kan krygen, dan worden degeen die het meest verdienen weggedaan en daarvoor anderen aangenomende groote ar beider staat geheel onbeschermd, die toestand mag niet langer zoo blyven en als men nn weet, dat de aannemer der sluizen te IJmui- den failleerde, gelooft gij toch wel, dat di« patroon, niet meer aan de schaafbank zal ko men, zooals hy behoorde; dit faillissement i» veroorzaakt door de groote concurrentiestrijd. Het belang van den patroon is om voor zoo min mogelyk ge d, veel werk te verkrygen en die toestand is onhoudbaar. Zoo er weinig werk aan den winkel is, worden wy niet, evenals officieren op non- De Koningin en de Koniogin-Regentes be zochten Zaterdag den koning en de koningin van Italië' te Monza en keerden des avonds naar Milaan terug.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1896 | | pagina 1