1 MUE VON HAGENBACH. BINNENLAND. n, toe, Wei- nieuwe» Ijk laan ans over No. 7131. ’ll" fe rl F rlilll ende 35ste Jaargang. HiLlLLElO f\. foort. itróle, Amsterdam. SOEP. or 2 van sder» ig eu Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. bjj d. 'ME.L atschaffing a id der reep. dératlon ae enz. enz. (JTordt vtrvolvd.] De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. y zoetge vielen en ng der naken, vorige e fabricatie bruiker van ps; nie national ■8 in den n zuivere roor deze et publiek inbevelen en wien aUpozitie sriaUgen. groot- n ver- e depöt- ttijfhtie temdi, idlngMB- 5 hunner i daartoe N, hoeft oorhoo», Len drie •loosheid, le willen hetwelk MB5 mana te isehlwv le huid rorkelijk ütriadar an ZIEKEN rt greet# mede appel Ijke afschrift d. dr. >re- ir aaa hot id. arte te I, kaetool or ioeaw> rand. da. 601INI IE I II I II IVI Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. nlaas van i wij het ibrikaten, uilen wij ct of niet Van wege hei Bestuur der Vereeniging Christ. Nat. Zendingsfeest* wordt ons ver zocht te berichten, dat het feest in Juli 1897 zal worden gehouden op het landgoed Mid- dachten by De Steeg, daartoe op nieuw door de eigenares, de HoogGeborcn Vrouwe Gravin Bentinck, bereidwillig afgestaan. In de laatste vergadering van den gemeente raad te Nieuwerkerk a/sl IJsel is besloten het traktement van de beide hoofden der openbare scholen met ingang van 1 Januari 1897 met 50 gulden te verhoogen en alzoo te brengen op 1000 gulden, welk besluit reeds door Ged. Staten is goedgekeurd. Men schryft uit Stolwyk dd. 23 Nov. Donderdagavond had voor de eerste maal in onze gemeente eene bijeenkomst van het Heils leger plaats. De zaal van den heer Zaidervliet was stampvol met nieuwsgierigenvelen moest de toegang door gebrek aan plaats geweigerd worden. En daar binnen had alles zijn gewone verloop zang en muziek, bidden en bekeerings- verbalen wisselden elkander gestadig af. De orde werd geen oogenblik verstoord. ADVERTENTIEN worden geplaatst 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Maandagnamiddag werd een 12-jarige knaap, te Ouderkerk a/d IJsel woonachtig, en zich bevindend op ’s-Gravenweg, nabij de grens van Cappello en Nieuwerkerk, aangehouden door twee landloopers, waarvan een hem vroeg, wgzende op het horloge van den jongenGeef Meteen greep by naar den ketting maakte hy zich meester van ’t uurwerk, beide kerels het hazenpad kozen inde De bestolen knaap, eerst i om hulp te roe- daar niemand kwam opdagen, moest - Eene waarschuwing om kin- deze gemeente te Kralingen Voor de arrond ssements-recbtbank te Rot terdam stonden gisteren terecht A. L., 31 j., werkman te Capelle a. d. IJsel, beklaagd van diefstal van tien eenden ten na- deele van de familie Van Vliet aldaar, werd vrygespioken. C. van den B., 63 j., stoelenmatter te Schoonhoven, wegens diefstal van een snoek, tot f 10 boete, subs. 5 dagen hechtenis. Door trein 6, komende van Rotterdam, is gisterenochtend te Halfweg een wegwerker overreden. Het hoofd werd hem van de romp gescheiden. de concessie bereids is verleend geworden. Wjj achten ons verplicht n hiervan in kennis te stellen en houden ons byzonder aanbevolen voor uwe zeer gewaardeerde medewerking. gehouddn eerst met ds. Hoovers, daarna met den kerkeraad en eindelyk met de vier personen, door wie ds. H. bij het classikaal bestuur van Gouda is aangeklaagd. Het resultaat dezer besprekingen kent men natourlyk niet, doch wel weet men en dat heeft velen getroffen dat men den volgenden dag reeds in a'leryl begonnen is met het verzamelen van hand- teekeningen op lysten, die ten nadeele van ds. H. aan het provinciaal kerk best, zullen worden opgezonden. Nu de tijd dringt misschièn Ook trekt het de aandacht, dat men thans heel goed schynt te weten, boe die lysten moeten zijn ingeriohtnu worden de namen van lidmaten en niet-lid maten (de laatsten moeten natuurlyk ook teekenen) netjes geschei den gehouden. Dat dit noodig is, schynt men tijdens de vorige schorsing niet geweten te hebben. (N. R. Ct.) Door het Centraal Bestuur van den Neder- landschen Brood, Koek en Banketbakkersbond en de commissie tot onderzoek voor afschaffing van nachtarbeid in de bakkery is een circulaire gericht aan heeren broodbakkers en directeuren van broodfabrieken. Daarin wordt antwoord verzocht op de drio volgende vragen Zijt gij voor afschaffing van nachtarbeid en verklaart ge u bereid met ons diarin mede te werken Hebt u bezwaren Zoo ja, welke Welke acht n de beste wyze em afschaffing van nachtarbeid te verkrijgen GOD DA, 25 November 1896. VERGADERING vandsn GEMEENTERAAD Vrydag den 27 November 1896, namid dags een nur. Aan de orde: i Da benoeming van eene Stads-Vroed vrouw. De benoeming van eene Onderwijzeres aan den gemeentelijken cursus tot opleiding van bewaarschoolhouderessen. Het voorstel tot nadere regeling der retributie voor bet gebruik van een stuk grond aan de Goudsche Sluis te Alphen. Het voorstel om aan de firma A. Brinkman en Zoon over 1896 eene extra-toelage voor de uitgave van het verslag der Handelingen van den Gemeenteraad te verleenen. Het voorstel van den heer J. van Galen tot vereeniging der beide Burgerscholen voor jon- gens. De ontwerp-verordening regelende het open baar lager onderwys. Men meldt ons uit Stolwyk Eenige dagen geleden is hier door eene commissie uit het prov. kerkbest. vaU Z.-H., dat binnenkort geroepen is uitspraak te doen in de bekende doopsquaestie, eene conferentie Door de concessionarissen voor de stoom tram Alfen Leiden is aan de gemeentebestu ren van Alfen en Hazerswoude volgend schryven verzonden »Na langdurig onderzoek betreffende het verzoek tot het aanleggen van een paardentram op de bermen langs deu Hoogen Rijndijk is bet ons gebleken, dat plan geheel vaarwel te moeien zeggen en ons te moeten bepalen tot den aanleg van een stoomtiam. waarvoor ons mij dat? en i waarna richting van Gouda, geheel ontdaan, begon daarna pen, maar by ’t opgeven. deren, die uit uoz« gemeente ie ivranugen schoolgaan en met den trein huiswaarts keer.en tot Cappelle, in plaats van den onveiligen ’s-Gravenw g den Ooderkerkschen dijk te laten loopen. Intusschen doet de politie te Gouda onderzoek. By de heden gehouden verkiezing voor leden van de Kamer van Koophandel en Fabrieken waren nitgebracht 38 stemmen. De aftredende leden, de bb. H. Jager, verkregen reep. 31 st., A. van Veen, 32 st., J. M. Noothoven van Goor, 32 st, en J. W. Schouten, 32 st. In de plaats van de vacature door het over- lyden van den heer Prince veroorzaakt, werd gekozen de beer A. C. C. Verzijl met 32 st. Voorts verkregen de hh. G. Prince 4, E. Kortenoever, C. van Eyk, A. Horneman, J. van Eyk, D. Samsom, W. Hoogendyk Ws., J. Zwart Pz., A. J. van der Sanden, B. W. van de Pavoordt, F. T. Jorink, J. A. Biezenaar, A. K. van der Garden en H. J. Nederborst, ieder 1 stem. S3) Men schold mij voor vagebond, deugniet, atheïst, Jacobijn, koningsmoord er, en wat niet al meer, en toen ik eindelyk, zooals van zelf sprak, de paar dui zend daalders opeischte die mij van de nalatenschap mijner moedor toekwamen, schreeuwden zij allen dat het den hemel geklaagd was, inzonderheid Eugenie Meerau, die al voor zich op dien post gerekend had en zich dien uit de handen zag glippen. rik kan nu spottenderwijs over die dingen spre ken," ging de oude man voort«ik ben weder ne gentien jaar ouder en koeler geworden. Maar toen maals bleef ik er niet koel bijna allerhevigste tooneelon zwoer ik dat ik niemand van don geheelen troep ooit weder wilde zien, en ik sal hun wel geen zegenwensch achterna geroepen hebben. Overigens wekten zy moer walging dan drift by mij op en met Eugenie Meerau had ik bijna medelijdenik wist weinig meer van haar dan dat hare naaste betrek kingen haar links lieten liggen en dat alles haar in de wereld was tegengeloopen. Dat ik na die erva ringen geen lust had om myne andere familie op te zoeken, spreekt van zelfzoo heb ik ook myn broe der Eugenius niet opgezocht, en wijl hy van ouds her kwalyknemend was, zal* die veronachtzaming, tvoegd by de geruchten die uit Hagen tot hem wajnen, hem voldoende grond tot eene verwijdering spoedig zelf de toongever gewordenhij had een vroolijk leven geleid en zich noch om het verledene, noch om de toekomst veel bekreund. «Dat hij bij zijne familie niet hoog stond aange schreven, zult gij wel begrypen, els gij bedenkt dat zij een afschuw had van iedere buitensporigheid, of liever van ieder bewijs van zelfstandigheid, en ome in den laatsten tyd veel te gierig geworden was om niet met vromen schrik het losbandige leven van een harer leden gade te slaan. Arnold deed echter nooit een beroep op hunne beurshij moet bijzonder gelukkig gespeeld hebben, wyl hij zijn vermogen oor vergrootte dan verminderde, maar dat wist niet ieder een in de familie en bovendien rekenden zij het hom reeds tot zonde aan dat hy zou kunnen verliezen. Eugenie Meerau, zyne zuster, kende zyne omstan digheden zeer wel, daar zy, om den wil van haar oudsten broeder met al hare andere broeders en zus ters van haar rechtmatig erfdeel beroofd, alle moge- lyke reden had om op de hoogte te blijven van den geldelijken toestand van ieder van wien zij misschien eenmaal zou erven. Zy droeg echter haren broeder geen goed hart toe, wyl zij, hetgeen hij verteerde of, zooals zij zich uitdrukte, doorbracht, als eene aan haar toegebrachto schade beschouwde. «Arnold was over de dertig jaren en niet ge trouwd; hy had meermalen gezegd dat hy niet dacht te trouwen en zijne arme zuster in zekeren zin op zijn vermogen doen hopen, en haar nu en dan zelfs broederlijk ondersteund. z/Wy hebben altyd een broeder en zuster in do familie gehad die byzonder aan elkander gehecht waren. Zoo waren myne zuster Marie en ik en Arnold met zyne zuster Leonore samen geweest. Zy geweest zijn. Zoo zat ik ginds in S. en overlegde bij mij zei- ven of ik in het land blijven, dan of ik weder zou heengaan. By myne tegenwoordige ievenswys kon ik nog een jaar of twaalf van de nalatenschap myner moeder leven, en dan was ik in de zeventig en volgens myne berekening aan myn dood toe. Toen meldde zich op zekeren dag een deftig heer aan en zeide zonder omslag zoodra hij mij zag n «Oom, ik ben Arnold Hagenbach, van wien men in Hagen misschien gesproken heeftik heb van uwe zaken met die lui daar gehoord en kom u mijn huis aanbieden om er zoolang te blijven als het er u bevalt." zzlk behoef u niet te zeggen dat die handelwys en die woorden mij als de eerste hartelijke wel komstgroet in mijn hart drongen en dat wij het, daar ik weinig lust meer had in myn zwervend leven, spoedig met elkander eens waren. Want in 8. beviel het mij in het geheel niet. Ik had er nauwelyks een enkelen bekende gevonden en de conversatietoon en de levenswijze waren er mij te nieuwerwetsch ik kon er mij niet meer in voegen. •Arnold Hagenbach was de broeder van de gravin Meerau en van het tegenwoordige hoofd van ons geslacht hij was ten naastenby een mensch zooals ik zelf geweest was en hy was nog sedert kort in Pruisische dienst geweest. Het scheen dat niemand zich meer aan de oude overleveringen der familie stoordein myn tijd zou het ongehoord geweest zijn, dat een zoon van ons geslacht bij een protestantschen vorst in dienst getreden ware; hy had het nu een maal gedaan en den onder zijne krijgsmakkers heer- achenden toon niet slechts geduld, maar hy wu Parys, 30 Novr. 1896. Mynheer de Redacteur I Naar aanleiding van een stuk geplaatst in aw Eerste Blad dd. 12 Mov. j.l., verzoek ik n het volgende in uw eerstverschynend blad te plaatsen. lo. Voor myn vertrek naar bet buitenland heb ik mij by booger hand vergewist, cf het dragen aldaar van myn uniform geoorloofd waa. 2o. Ik meldde mij te Parijs ter plaatse waar het behoort. Ontving ven k <»rt voorde Staton-öeneraal. 2e. Kameh. Zitting van Dinsdag 24 November. Het debat over de Indische begrooiing wordt voortgezet. Dr. Kuyper zijn rede vervolgende, betoogt dat de regeering veel te veel voor het Euro- peesch onderwys en veel te min voor het inlandsch onderwys betaalt. Verder wyst hy op de noodzakelijkheid van een universiteit in Indië, evenals in de andere koloniën, op de wenschelykheid om de medische zending te bevorderen, voor de gezondheid en de kerste ning der bevolking. Hij zou wenseben een hospitaal voor de missiën of subsidie aan deze voor de verpleging. Daarna bestrydt hy art. 152 van bet regeerings-regleiuent en de be palingen van bet Indische kerkreglement dat dwingt om protestant te blyven al is mea overgegaan tot het katholicisme. Verder dringt hy aan op de erkenning der inlandsche christen gemeenten en op het toestaan van recht aau de kerkgenootschappen die bet verL_^ Ten slotte wyst hy op bet nadeel der ehristen- iulanders ten aanzien van bet burgerlijk- en handels-recht, van bet privaat- en publiek recht en dringt er op aan dat geen lasten worden opgelegd aan den christen-inlanders atrydende met disnt geloof. Ten slotte vraagt by van den minister steun en sympathie. De kerste ning van Indië is het hoofdbeginsel van alle Indische hervormingen. Do beer Pytterson sluit zich aan by de erkenning van bet groote politieke nut der missie en het gewichtige werk der sendelingea doch acht een onbeperkte vrybeid voor de zending verkeerd, met bet oog op de moha- medaansehe zending. Ook meent by dat alleen Nederlandscbe zendelingen moeten worden toe gelaten. De heer Roessingh, boe ook waardeerende bet zendingswerk, acht ook onbeperkte toela ting van zendelingen politiek gevaarlyk en strydig met het btaatsbelaag. Hy wil steun eok voor buitenlandsche zendelingen, maar met behoud van art. 123 van het reglement, ook ziot hy geen reden tot wyzigiiig van art. 122. De liberale party heeft voor een goed bestuur der inlanders gestreden en sal dit blijven doen. De minister betoogde de noodzakelijkheid van handhaving van het regeeringsreglement, terwyl hy overigens de werkzaamheid der zending waardeerde. In de avondzitting is de begrooting uitgaven in Indië afgehandeld. De derde spoorstaaf voor de lyn Djocja-Solo is goedgekeurd de spoorlyn Tarik-Seerabaija uitgesteld. Heden voortzetting. De veelbesproken 'chutterijofficier beeft het volgende schryven aan de »N. R. Ct.« ge zonden was hem zelfs, wijl zij ongehuwd gebleven was, een jaar of wat te voren naar Berlyn gevolgd, tot nieuwe ergernis vau Eugenie Meerau, die ook dat veraaogeu reeds als hot hare beschouwde en het nu althans niet zag aangroeièn. Leonore was ziekelyk; zy was rijk wijl zij de eenig* erfgenaam van mijne zuster geweest was. «Niet lang vóór myne terugkomst werd Arnold door een oud gepensioneerd officier, wiens vertrouwen hij gewonnen bad, tot voogd over diens dochter benoemd. Arnold had dien post aanvaard en zich het meisje en hare belangen trouwhartig aangetrok ken. Daarbij gebeurde wat ik, die haar trouwens slechts als vrouw gekend heb, hoogst natuur'yk vind, hij verliefde op het jonge meisje en hy vond weldra geen ander geluk meer denkbaar dau door een hu welijk met zyn pupil. «Daar scheen echter niet aan gedacht te kunnen worden, wyl zij geen vermogen bezat en zyn inko men niet voldoende was om eene huishouding te onderhouden, totdat time zuster Leonore stierf en hem tot erfgenaam benoemde. Daardoor werd hij in staat gesteld het beminde meisje tot zijne vrouw te nemen. Hij kocht een fraai buitengoed, Merkenau genaamd en daar woonde hij nu sedert drie maanden volmaakt gelukkig ondanks de vyandsohap welke zyne familie hem sedert zyn huwelijk toedroeg.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1896 | | pagina 1