Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken
BINNENLAND
35ste Jaargang
Zaterdag 30 Januari 180*7.
ADVERTENTIES worden geplaatst ra*
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
t Ll lLLl i eil
£«o oogetrblik evenwel slechta danrde da
verbijstering, die bjjna nllen bad aangegrepen.
De brandslang van hei etodmaehip was aldra
in werking en toen nu ook de politieehef te
Oud-Charlois, de heer D. A. Catpers, het stoom
bootje Havendienst II* had gereqnireerd en
dit bootje sieh door bet stoomschip omringende
ysachotsen bad beengewerkt, werden '0 korten
tjjd groote massa's water in de piek geworpen,
te laat echter om bst leven der mensohen, die
zich daarin nog moesten berieden, te redden.
En terwjjl uien 'aldns met de blusecbiog van
den brand bezig was onder de leiding van den
opperbrandmeester, den beer Rijkee, werd de
hoofdzakelijk aan het onderlyf deerljjk ver
brande en smartelijke pjjuen lijdende Van
Gameren door de politie per braoeard naarhet
Ziekenhui» gebracht, waar by te omstreeks
uren, in ievensgeraarlyken toestand verkeerende,
aankwam en ter verpleging werd opgeoomee.
Zjjn beide kameraden, Van der Oaarden en
Van Noord, eerstgenoemde met brandwonden
aan den rug en een der beenen en laatstge
noemde met brandwonden aan den rechterpols
en een been, werden naar de ontjerlyke
woningen gebracht.
Eiudelyk was men ar in geslaagd den brand
te blusacnen. Het waa toen omstreeks 8 uren
in den avond en nn ging men van baken en
dreggen voorzien aan het werk om de ver
misten te zoeken.
Men verkeerde in een hevige spanning, altyd
nog in de hoop levende senig teeken van
leren te znllea vindendoch helaas, geen
kwartier later waren aan dek gebraobt de
lyken van den 18jarigen J. de Wit, wonende
in den Znidhoek, geheel met brandwonden
overdekt, en van den 22jarige'n J. van 't Hof,
wonende Gouwstraat, aau wiens lichaam geen
oiterlyke kwetsuren te bespeuren waren en die
ongetwijfeld in de rookwolken is gestikt.
Het was een vreeaeljjk gezicht, beide jonge
mannen 'in de kracht van hon leven te zien
liggen aan dek van de sTeotonias, vanwaar
men bnnne lyken naar bet logies van de be
manning overbracht, omdat het van board
brengen er van te midden vaa de duisternis
die bet sohip omringde, met levensgevaar ge
paard zon gegaan zijn.
Inmiddels bleef men nog steeds naar den
derden vermisten werkman, den 24jarigen L.
van Persie, wonende in den Smeetshoek, zoe
ken. De pogingen daartoe aengeweud bleven
gernimen tjjd «rechteloos. Men liet nn de
piek die niet ledig gepompt werd door een
scbroelgat ledigloopen, ten einde met meer
sneers het onderzoek voort te zetten. En ein.
dnljjk, ongeveer II nren gistereoavood,' vond
men ook bet ljjk van dezen vermiste in een
GOD DA, 29 Januari 1897.
Daar men onder een vreemde lenze de
bovenzaal van bet café «Vredefeest» tegen
aanstaanden Zondag gehnurd had en no blykt
dat die niet alleen voor het Algem. Nederl.
Werkliedenverbond is, maar ook voor de Soe.
Arbeiderspartij, beeft de eigenaar gemeend,
naar hjj ons mededeelt, zijn zaal daarvoor niet
beschikbaar te moeten stellen.
Naar men ons mededeelt, zal Maandag a. s.
op de Markt de eerste markt voor kalveren
plaats hebben.
Bedankt voor bet beroep by de Ned. Ilerv.
Kerk te Zevenhuizen (Gron.) door ds. J. War-
tena te Ylenten.
De redvrykerskamer «Borger» te Oudewater
gaf aldaar voor hare kunstlievende leden eene
tooneelvoorstelling, die uitstekend slaagde.
Opgevoerd werd «De Speler,» tooneelspel iu
vyf bedryven naar hot Duitscb vau W. A.
Iffland.
Uitslag van de aanbesteding van het onder
houd van den straatweg Rotterdam—Gouda,
van 1 Januari 1897 tot 81 December 1899,
gebonden te Moordrecht den 27 Jsnnari 1897.
P. J. de Wilt, te Moordrecht f 25148.—
F. P. v. d. Dossen, te Rotterd. 25000
P. van Linsshoten, te Rotterdam. 25000.
B. Mujjs, te Rotterdam 24997.
Ph. Klejjn, te Dordrecht 24944.
W. A. Yerbrnggen, te Waddinxv. 24444.—
0. Zanen Hz., te Ammerstol 24200.—
D. Yarkevisser, te Zoeterwoode. 28979.
P. J. Dubbeldam, te Dordrecht. 23940.
W. V arkevisser, te Rotterdam 23333.33
Woensdagavond bad te Krimpen a/d IJsel
eene buitengewone vergadering plaats van de
kiesvereeniging «Burgerplicht» van Krimpen
a/d Lek en omstreken, toegankelyk voor meer
derjarig* personen van Lekkerkerk, Krimpen
a/d Lek, Ouderkerk en Krimpen a/d IJsel.
Als «preker trad op de heer P. van der
Hoog, lid van de Provinciale Staten, wonende
te Krimpen a/d Lek.
Na eerst doidelyk niteengezet te hebben,
wie volgens de nieuwe wet kiezers zjjn, of hoe
men kiezer kan worden, besloot de spreker met
de behandeling van het programma der Libe
rale Unie.
Het ktooms. «Gelderland» zit zoo hoog op
strand, dat de sleepbooten het schip niet kan
nen naderen, zonder zelf gevaar te loopen van
Na vraag je me'meer den ik beantwoorden
kan, senorita I Ik weet het nietmaar ale je me
de eer wilt aandoen, met mjj mee te gaan, dan ui
je het, denk ik, wel spoedig te weten komen. Don
Mnrcoa ie er de man niet naar om onberaden te
handelen.
Moeten wjj ver ryn, kapitein f
Een uur, hoogstens anderhalf uur ver. Ik
moet een bysenkomit met don Maroos heb'eo in
den chaparral by de punta (lj de Cabra; je zirt
dut, dat bet dicht bij ie. En ale je genoeg vertrou
wen in mjj stelt om mijn geleide aan te nemen, dsn
ben ik tot je dienst.
Dona Marcela dacht over de zaak na.
Het zy zoo I zei zeik verzoek je, eenige mi
nuten geduld te hebben, dan zal ik my klaar maken.
Doe dat, doe dat, eenoritaik heb den tjjd
wel. Maar hoor eens: heb je nist vta kapitiin
Ortega gesprokenP Welnu, 'tis waarachjjnljjk, dat
je dien ook zult ontmoeten.
liet meisje sloeg op hem een vragenden blik, meer
hij hield zich, elsof hij er niets van msrkts.
Welnu, eenoritazei hij, luitenant Hoarsot en
ik zullen ons ondertosschen nog maar eene een glas
inschenken.
Dona Marcela verliet de kamer diep ingedacht»
verzenken* De kapitein en de luitenant bleven
duchtige aanvallen doen op de iletithen, die voer
ben op de tafel stonden.
Binnen een kwartier wee dona Mareela al terog.
Zij was kant en klaar; dat kwartier hadden de beide
zeelieden zioh ten natte gemaakt: de flessohea wa
re» leeg.
Laat ons vertrekken, zei de kapitein,
Don Mareoa Wel, 't is op zjjn hoogst drie
uren geleden, dal ik van hom van daan gegaan ben
ik heb van morgen zelfs een bjjeeukomat met hem
gehad.
Zoo, zoi zij, heb je hem gezien?
Dat zon ik denken, hernam hij met een
sehalksch gezicht; wij hebbin zelfs heel leng met
elkaar gesproken.
En was hij alleen
Alleen? Wel, hy had een stuk of twaalf kloeke
kerels bij ziob,
Ik bedbet eigenlijk, of er srn vreemdeling bij
hem was.
Wat dat betreft, neenik heb geen vreemde
ling gekien.
Het meisje werd zoo wit als sen doek.
Hy heeft alleen, vervolgde de kapitein met
onverstoorbare kalmte, een zijner vrienden aan mjj
voorgesteld, een fermen kerel, die my wel zou be
vallen; hy beet don Albino, geloof ik.
Zoo, teide het meisje, terwjjl zjj een zucht
slaakte als viel baar een pak van bet hert, zoo
Was hjj dan toch bjj kern?
Natuurlijk, want hjj had hom immsri meege
nomen. Maar, senoritahet -vfordt tjjd, dat ik je
met de reden ven mjjn bezoek bekend maak ik kom
je halen.
Mjj halen, kapitein om wasr naar toe te gaan r
Je begrjjpt tooh wel, dat ik, zoo lang don Marcos
sr niet is, niet vau huis kan.
Daar zit het 'm juist, senorita't I» er een
voudig om te doen, naar hem toe to paan.
Naar hem toe te gagnl riep zjj op een ver
wonderden loon uit, en waarom
Je moest eigenlijk zeggen, kapitein! dat onze
koelen vol etof zitten, antwoordde de luitenant.
Dona Mareela maakte zich dadeljjk gereed om aan
de beide zeelieden al datgenq te geven, wit kon
strekken om hun dorst te leelohen. Toen zjj hen
goed en wel zag zilten, met volle glazen voor zich,
hervatte zjj bet gesprek.
Döor welk gelukkig toeval ben je hier nair
toe gekomen, kapitein? vroeg zjj hom.
't I» geen toeval, senoritaantwoordde hjj,
terwjjl hjj zjjn glas opnam, ik ben hier integendeel
opzetteljjk gekomen. Op je gezondheid, luitenant I
Op de jouwe, kapitein I
Drommels 1 zeids hij, terwjjl hjj zijn glas woder
neerzette, die pulque ie goed, maar wat «lapik zal
er een beetje wjjn door doen, dat zal er pit aan ge
ven, Jongens ja, er staan buiten de deur acht van
mjjn manschappen als je hun een hartsterking woudt
geven
Zjj hebben reeds al het noodige.
't Ia hier wearljjk een gaatvrjje woning I her
nam de kapitein. Wet zei je ook weer, aenorita
Wel, ik heb uieta gezegdje waart zelf aan
het woord.
Dat ia waar ook, nn herinner ik ket mjj al.
Heb je don Mareos ven nacht niet gezien,
bfstt kapitein?
(Wirü