monster zonder wnard* nan het adres onzer
redactieKeizersgracht 291, Amsterdam, met
eec papiertje, waarop de naam en woonplaat*
ran den afzender en *an winkelier of fabrikant,
voldoende). De afzender ontvangt dan van
one een verklaring, of de zeep al dan «.Iet
vervalscht ie, en kan daarna op grond van het
onderzoek zuivere groene zeep eiechen. Al is
deze ieta duurder, men ondervindt spoedig
genoeg, dat men er veel minder van noodig
beeft, en dn* goedkooper uit ie dan bg bet
gebroik van de vervalaebte. Door dezen maat
regel zalleo de winkelier* gedwongen worden,
zoivere zeep aan te vragen bg de fabrikanten
en do degelyken onder ben znllen zich baasten,
hieraan te voldoen en aldn* een indmtrie, die
eteed* een belangrijk middel van beitaac was
in ons land, een verdiende reputatie van
eerlijkheid geven. Aan de bnrgerg znllen
daardoor duizenden golden* nutteloos wegge
worpen geld bespaard worden.*
Een aangrjjpend voorval bad Maandag in
bet spoorwegstation te St. Albans plaats. Br
stond een trein voor vertrek gereed, toen de
conduetears een anderen trein bemerkten die
in volle vaart op den eersten kwam aanrydeo.
Ook de passagiers bemerkten den tweeden
trein. In een eogenblik waren de waggons
ontruimd. De stationschef gaf dea machinist
bevel met volle kracht voerwaarts te stoomen.
Zoo geschiedde bet en toen de tweede trein
tot staan waa gebracht, was bg nog twee voet
verwyderd van den eereten. In den tweeden
trein enten ean tachtigtal passagier*, die niete
vermoedende in welk gevaar tjj hadden ver
keerd, vreemd opzagen van de opschudding
in het station. Ho* deae treio op de Ijjn
kwam van den vertrekkenden, ia niet bekend.
doet me werkelijk genoegen met een beid te
mogen spreken als gy, dia zooal* ik aaa «w
lintje aie, onder Napoleon gediend beeft,
De invalide. Dat is al lang geleden.
De voorbijganger. Een echte ijzervreter,
een soldaat uit den heldentjjd, die Murat ea
Ne en Cambronne gekend beeft. Deze ont
moeting doet mjjn hart sneller kloppan.
De invalide. Zoodt ge even nijjo aakdoek
uit mjjn zak willen balen? De oppasèer is
een borreltje gaan drinken.
De voorbjjganger (haastig en met zekere
zelfvoldoening.) Natoorljjk
(Hjj baalt iuit ds kapotjes van den invalide
ven grooten vailen geelgergiten zakdoek, maar
het is immers ds zakdoek van een dapperen
veteraan, die soldaat is geweest onder bet eer
ste keizerrijk
De invalide. Dank n. Wilt ge, na ga
toch bier zjjt, mij even helpen mijn nens te
snuiten*?
De vaorbjjganger. Ik wilde n juist om die
eer verzoeken. Wat wekt bet zien van een
dapperen, onden krjjger als gy toch een her
innering op! Stondt gy by de garde?
De invalide. Neea, niet by de garde.
De voorbijganger. Maar de andere troepen
namen een goed voorbeeld aan de brompotten
van de garde. Napoleon was gewoon te zeg
gen »De eer en moed zitten mjjn jonge
•oldaten in bet bloed En ik zie in n een
dier joDge krijgers. Ge hebt zeker den veld
tocht naar Roeland meegemaakt. Het is bier
beter dan aan de Bereeina, hé? Wat ean
moed, wat een volharding....
De invalide. Neen, den tocht naar Ras-
land heb ik niet medegemaakt.
De voorbygaDger. 0, dan waart gy zeker
bjj het leger, dat Napoleon in Duitsebland ont
moette. Bij Liltxeo, bjj Bautzeo, daar zal
het warm zjjn toegegaan.
De invalide. Dat galoof ik wel, maar ik
ben er niet bjj geweest.
De voorbjjganger. Hebt gy dan misschien
deel uitgemaakt van de regimenten, die zoo
onversaagd by Leipaig, in den Volkereaslag*
hebben meegestreden Gy bebt zeker die
reusachtige bres in de vyandelyke legers hel
pen maken, waarbjj de kanonnen over een
laag menscheavleeach rolden en geiieu, hoe
Poniatowski te paard in den El*ter sprong.
De invalide (verwonderd over deze groote
welsprekendheid). Wat zegt gjj
De voorbijganger. Zjjt ge dan niet in
Duitsebland geweest?
Da invalide. Neen, neoit
De voorbijganger. Maar dan de veldtocht
in Frankrjjk, veertien veldslagen in dén maand
Waart ge daarbij Hè, wat een tjjd. Ik moet
n de band drukken. De medaille van St. Hele
na is een ordeteeken, dat ik sedert mjjn jeugd
niet heb gezien. Zoo over Napoleon tekaonen
spreken met één zjjoer soldaten. De keizer
was t* bewonderen; nietwaar? Hij kon alles,
maar hjj list jelni geen oogenblik met rast.
De invalide. Hjj scbynt niet van de gemak-
keljjkstan te zjjn geweest. Maar ik kan daar
niet over oordeelen.
De voomyganger. Zjjt ga dan niet te Brienne,
te Champaobert en te Monfmirail geweet?
De invalide. Wel neen 1 Maar woei dan zoo
goed mjj nog eens even te helpen mjjn nens
Ie snuitejj,
De voorbijganger. Maar gjj hebt Napoleou
toch wel eens gezien? Hoewaihjj? Vreeselyk,
nietwaar, en toch tegeljjkertjjd zachtzinnig
voor zjjn dappere toldaten
De invalide. Dat kan wel, maar ik hebbent
nooit gezien.
De voorbjjganger (verwonderd). Wat, hebt
gy Napoleon nooit gezien, en gjj draagt de me
daille, die aan da troepen is qitgeraikt?
De invalide. Ja, maar gy moet weten, dat
bjj nooit kwam, waar ik was.
De voorbjjganger (onréstig). Maar waar waart
gy dan?
De invalide. Ik ben in de magazjjnen geweest.
Ik W8s korporaal-kleermaker. (R. N.)
Acht jaren geledea werd op de Botterdam-
sche veemarkt door een landbouwer nit Kethei
tuin bakkerjj E. H.; C. C. Molhnjjsen, be-
ntnurelid »de Hoop,* voorzitter der commissie
van dageljjkich beheerP. L. Otten, admini
strateur bakkerjj E. H.; A. Schouten, penning
meester »de Volharding,* en mr. A. Sloteme-
ker, voorzitter bakkerij E. H. De ondertee
kenaren zeggen nn eenige voorafgaande mede-
deelingen
Tengevolge van een en ander, bebben wjj
ondergeteekendea, bandelende namens onze
respectieve bestaren, besloten om
1. Van af den eersten Juni 1897 geen
nachtarbeid in onse respectieve werkplaatsen
meer te dolden
2. U, bakkers in Nederland, te verzoeken
(geljjk wjj doen bij dezen brief) om eveneens
in nwa werkplaatsen, tegen dien tijd of vroeger
tot de afschaffing van den nachtarbeid over
to gaan; en
3. Ons bereid te verklaren, om aan elk uwer,
eventneel geweneebte inlichtingen te verschaffen,
omtrent de wjjze waarop naar onze bescheiden
meening, elke bakkerjj, groot of klein, zonder
overwegende bezwaren voor den verbruiker te
doen oatstaan, tot het invoeren van den maat
regel kan besluiten.
Wjj bebben dnnrom de eer u beleefd, doch
met den meseten ernst uit te noodigen om
zeodra mogeljjk nan een der ondergeteekenden
vonnis te willen geven ven nw voornemen,
om in deze aangelegen beid mede te werken,
opdat weldra met volle reebt mag worden
aangekondigd
v dat de naobtarbeid in alle bakkerjjen vau
geheel Nederland is afgeschaft,
en daarmede wederom aan eene grove maat
schappelijke onbillijkheid een einde ie gemaakt.
Ongatwjjfeld komt aan de bestoren der
genoemde coöperatieve vereenigingen balde toe,
dat ny voor bnnne bakkerijen bet besluit hebben
dnrven nemen tot da invoering van een maat
regel, die bet lot van den bakkersgezel zooveel
kan veraangenamen, en toegewenaebt mag ban
worden, dat ban voorbeeld bjj velen navolging
viade.