BINNENLAND- ister he Aïeuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. HLILLETOA buiten. it. :gen”. 11897, GING fOONEEL. Nacht. BUIS. is I No. 7198. Dinsdag 16 Februari 1897. 36ste Jaargang Inzending van Advertentiën tot 1 uur de» midd. Art. 9. Bestuur. drank* en opiam- f. Krimpen 1. DE VlJKGH. kioawet en van het program der Liberale Unie. de eene voornemens F. F. J. van de Plassche te 156. cent. Inj. 8 uur. gun. Men meldt nit Haarlem In zake den moord op den R^ameinuel, die Twee Rheit- Iers. A. Bbltjens. niek. aén Bedrjjf. Jc- rer- 1«* ka nde JUS niet rrde van aan on- sijn 0 X Heel met ede aad el- n één Bedrijf. we niet zoo De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. Beroepen Capello aan Beroepen bij de Ned. Hervormde Kerk te Brninisse de. F. F. J. van de Plassche te Gouderak. bij de Gereformeerde Kerk te de heer H. Thomas, cand. te Door de politie ie Vrjjdag in Den Haag in zjjne woning aangehouden een man, die voor een te Rotterdam wonenden huiseigenaar pan den in Den Haag in opzicht had en verdacht wordt sedert 1895 verschillende bedragen, ongeveer f 600, te hebben verduisterd ten na- deele van zyn principaal. De aangehoudene werd, nadat proces-ver baal was opgeitiaakt, op vrye voeten gelaten. Heeling Good*. VOERING iari 1897. uur, Jr Sociëteit r. eniging Kunst medewerking Jregorias*, m Ned. R. K. Gouda*, nie-Orkest van VANT. erkrygbaar bij igandaclubhet ineel- en Zang- Kleiweg en by g 238, a f 0.50 f geen lid van r 21 Februari, en avond der ir zoover nog Beroepen Haastrecht Steenwyk. Het water in de Lek is zoo hoog gestegen, dat alle uiterwaarden blank water vertoonen en reeds een paar schotbalken in de poort te Schoonhoven moesten worden aaugebracht. De overtocht wordt er natuurlek door be moeilijkt. ADVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; jpdere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. ant den Hofrad n Het stoomschip «Gdderland* is Zaterdag met het middaggetyde op de twee n its taan de ankers met 4} duim stalen trossen ruim een scheepslengte meer zeewaarts gebracht en ligt thans mst den kop om de Noord. De sVep- booten «Wodan*, «Rotterdam* en de Vlaar- dingen* waren by de strandingaplaats, doch hebben niet getrokken. Wanneer zee en wind gunstig bly ven, bestaat er veel kans dat de Gelderland* met het nachtgetyde vlot komt. De inspecteur van het loodswezen was met de Zeemeeuw* op de strandingsplaats. in Februari 1892 plaste had, is door jhr. inr. A. J. Rethaan Macaré, officier vau justitie, persoonlijk weder een ondersoek ingesteld te Halfweg, waar een ingezetene zich zeer dubbel zinnig omtrent dien moord bad uitgelaten. Verschillende personen werden geboord. Zyn wy goed ingelicht, dan is reeds vroeger in dezelfde richting als nu geschiedde een onderzoek ingesteld, doch zonder resultaat. bij de Gereformeerde Kerk te den IJsel de heer W. Hoogland, cand. te Amsterdam. Het water op de Waal is zóóveel gevallen, dat het ondor verbodsmerk staat en aldus de stoomvaart hervat mag worden. De redactie van de Nieuwe Haariemscke Courant» deelt het een en ander mede over de werkstaking io de drukkery van haar blad, waarover ook wij een bericht ontvingen. Dat verbetering van materiaal zou geeiscbt zyn, noemt zy bespotfcelyk, daar de drukkery geheel en al naar de eischen des tyds is ingericht, Verder verklaart zy, dat de eiacben der werk stakers niet zijn ingewilligd. By de terugkomst van den heer Küppers, uitgever en hoofd redacteur der courant, werd de quaestie, die tydens zyn afwe igheid opgeworpen werd, doch waartoe niet de minste reden bestond, geschikt. De amazone en haar geleider reden nu in vollen galop de eenzame vallei door met hare bloeiende we gen en hare kleurige velden, hier en daar door een boachje afgewisseld, waarvan de gele bladeren door den storm waren voortgezweept. Beiden zwegen, terwijl zij de blikken lieten gaan over den omtrek en elk van hen bywijlen den ander aanzag, die naast hem voortgalopeerde. Die vorschende blikken van mevrouw Treanna waren zoo wel toe te schrijven aan nieuwsgierigheid als aan vrees. Al moest ook de onschatbare dienst, die de jager haar bewezen had, dat laatste gevoel bij haar geheel hebben uitgedoofd, toch kon zij die vrees niet geheel overwinnen, toen zy zich alleen bevond, te midden van deze verlaten streek, met een man, dien zij niet kende en wiens uiterlijk getuigde van eene verregaande wanorde en zonderlinge woestheid. Wat Tiburce betreft, deze scheen zijne nieuwsgierigheid te hebben bevredigd slechts nu en dan vestigde hij een blik op de mar kiezin. Als hij haar dan eenige oogenblikken had aangestaard, wendde hij het hoofd weder af en eene schaduw van weemoedige overpeinzing teekende zich op zijn gelaat en straalde ook uit zjjn groote blauwe oogen. Zoo bereikten zij den voet van een -heuvel, aiet var van den ingang van een steenachtig pad tuasohen twee hooger gelegen landen, waarvan do hoesten, lemings- >ewezen. warme evelens- zij hem beleedigd had en op zachlen toon sprak zij „Dan doet het mij leed mijnheer, dat ik u weder er aan hen heb herinnerd.” «Ook mij spijt het mevrouw, want meer dan gij zelve misschien vermoedt, hebt gij de herinnering in mij levendig gemaakt aan lang vervlogen dagen.” De stem van Tiburce beefde «enigszins en ook de markiezin was getroffen. «Ik ben u to veel verplicht, mijnbeer,” sprak zij op ontroerden toon, «om er geen berouw van te hebben, dat ik u onwillekeurig heb leed gadam. Ik hoop dat die indruk teer spoedig bij u zal zijn uitgewischt.” «Ik hoop er straks niet meer aan te denken.” Do beide ruiters hadden nu don lop van den heuvel bereikt, die zich boven eene diepe vallei verhief, welke door een lagen I trgketna was begrensd. Zij zagen thans duidelijk de torentjes ran hot kasteel Treanna, die zich scherp ufteekenden tegen het hel dere vei schiet. «Ik ken deze streek,” zeide mevrouw Treanna, «maar ik hoop dat gij wel zoo goed zult willen zyn, om mij naar mijn kasteel te vergezellen.” Althans tot de poort daar zult gij wol geen gevaar meer te vroexen hebben.” «Is er dan hier gevaar?” «Voor u misschien, mevrouw, zoo gy alleon waart.” «Denkt gij dan dat er dieven zijn.” Op die vraag die zij niet geheel uitsprak, zag Tiburce do markiezin aan met een trnstigen en be zorgden blik: «Zijt gij zoo zeker, dat die twee mannen roovsrs waren?” vroeg hij. (For* mth**) hellingen met wortels en struiken waren bedekt. Daar konden geen twee paarden naast elkander loopen. Tiburce hield het zijne ia om de markiezin vooruit te laten gaan. Die beleefdheid, die meer eene in stinctmatige beweging scheen dan een daad van hoffelijkheid, werd door de jon^e dame niet goed opgenomen. Ook zij hield plotseling haar paartt in en zag haar medgezel aan met een blik van onbestemd wantrou wen. De jager begreep terstond hoe beleedig^nd die aarzeling voor hem was. Hij haalde bijna onmerk baar de schouders op cn zette zyn paard aan ten einde voor te gaan. Maar mevrouw Treanfia kwam eensklaps tot inkeer en liet hem den tijd niet om aan dat plan gevolg te geven. Beschaamd eu blijk baar vol berouw over hare daad, deed zij haar paard een sprong nemen en, hem voorgaande, riep zij „De dames eerst, mijnheer.” Toen galopeerde zij voor Tiburce uit zonder eene enkele maal om te zien, beducht dat die beweging door hem zou worden toegeschreven aan onrust of vrees. Dit verwonderde Tiburce, maar het gaf hem toch innig genoegen. De minachtende trek, die om zy'ne lippen gespeeld had, verdween, en een glimlach verving de sombere uitdrukking, die plotseling op zijn gelaat te lezen was. Toen zij het midden van den weg bereikt hadden, hielden beiden hun paard in, want de helling werd te sterk en de grond glib berig. Tiburce bleef altijd achter tot een misstap van zyn paard de aandacht der markiezin op hem vestigde. «Pas op,” riep zij, „de weg is slecht.” «Ik dacht waarlyk dat ik een buiteling zou maken,” antwoordde hij; «dat komt er van als men naar de lucht kykt.” «De lucht isTprachtig,” hernam de markiezin die een praatje wilde 'maken m .t haar geleider, zoowel om haar vrees te verdrijven, die nog niet geheel geweken was.dals om te voldoen aan het gevoel van nieuwsgierigheid, die zy niet geheel kon onderdruk- kon.ï'«Zie eens'hoe zachtblauw het uitspansel is en hoe liefelijk de avondster flikkert in de schemering.” „Inderdaad het is schoon ’t is als een treurig gestemd gemoed, waarin plotseling de hoop ontwaakt,” antwoordde Tiburce peinzend. „Dat ia eene z er goede en juiste rergelijking," sprak de jonge vrouw, terwyl zij haar paard nogmaals een weinig inhield, zoodat haar medgezel naast haar kon rijden waartoe de breedte van het pad thans gelegenheid gaf. „Mag ik van u weten wat gij eigenlijk uitvoert? Des winters jaagt ge?” „En des zomers visch ik. Ik heb die twee be zigheden gekozen in de hoop daarin de eenzaamheid en de afzondering te vinden, waaraan ik behoefte heb.” „Eenzaamheid en afzondering,” herhaalde de mar kiezin, die ondanks zich zelve aan eene opwelling van spot toegaf, «dat zijn ernstige woorden en die zouden doen gelooven, dat gij u te beklagen h«dt over de mensch in het algemeen en de vrouwen in het bijzonder.” „Misschien,antwoordde Tiburce onverschi lig. „Maar ik ben niet jong genoeg meer om mij om hen te bekommeren, om de mannen zoo min als om de vrouwen. Ik ben tevreden, wanneer ik hen zoo spoedig mogelijk vergeet. Dat is wel zoo gemakke- lijk dan hen te haten of te verachten.” Tiburce had dia woorden op eenigszias stroeren toon uitgesproken. De mukiesin was beducht, dat F Het >Oude Dordt*, dat op de tentoonstel ling van «Vak en Kunst* te Dordrecht ver- ryz.en zal, belooft, naar de teekeningen te oor*1 deelen, een aantrekkelijk plekje te worden. De aanleg omvat: een voorplein, dat zich linke en rechts uitbreidt als een bebouwde graobt, waarover twee bruggen naar het mime marktplein voeren. Het eigenaardige van de karakteristiek 17e eeuwacbo omgeving, wordt nog verhoogd door de omstandigheid, dat de architecten alleen gebouwen hebben gekozen, die werkelyk te Dordt beslaan hebben. Zeo vindt men er o.a. de Kloveniersdoelen, waar de Synode van 1618/19 gehouden werd bet huis Samson, waar Albert Cuyp eenigen tyd gewoond beeft; hethuiaDe Vygeboom, waarin Brabantiue Van Nassau, dochter van Prins Willem den Zwyger geboren is, en voorts tal van woonhuizen met histori sche namen of uitmuntend door seboone archi tectuur. Door het aanbrengon van torentjes insprin- wat haar vermogen betreft, eu in ’t byzooder tot het recht der gehuwde vrouw van baar arbeid den rechtstoestand Heden zal de >Bond van Nederlandscbe Suikerfabrikanten weder eene vergadering houden. In deze vergadering is de beetwortelpryzen vast te stel len voor de campagne 1897/98. De correspondent der »N. R. Ct.te Batavia seint onder dagteekening van 13 dezer Het mi'itaire gerechtshof veroordeelde luite nant Hooi boom ter zake van het artillerie- ongeluk, in April jl. in Atjeh voorgevallen, tot 3 mat nd en gevangenisstraf. Hst in dit telegram bedoelde ongeluk is wuarscbyrjljjk op 18 April by het intrekken van de militaire posten Anagaloeng, Lamharih, Lamsoi't en Seuelop gebeurd, toen by de Enropeesche compagn e vnn het I2de bataljon 6 fuselters gedood en 4 zwaar gewond werden dorr een ongelukkig granaatschot onzer eigene Seherper toezicht tegen de valsching van levensmiddelen. het Staatsbelang by, r van L GOD DA, 15 Februari 1897. Door de Kiesvereeniging »Ona Belang*, voortgekomen uit leden van de afd. Gouda van het Alg. Ned. Werkliedenverbond, is Donder dag j.l. het volgende programma vastgesteld PROGRAMMA. van het kiesrecht, los hoi iisnn: coMT. De heer P. van der Hoog, van Krimpen a/d Lek, lid der Prov. Staten van Zuidholland, is Vrijdagavond te Schoonhoven opgetreden, op von-oek van het bestuur der liberale kiesver eeniging aldaar, ter behandeling van de nieuwe men dan eindolyk Door den minister van binnenland*che za ken is aan de commissarissen der koningin een schrijven gezonden, waarby hy, naar aan leiding van de talryke verzoeken om inlichting betreffende de uitvoering der kieswet, welke hij zyn departement inkomen, mededeelt, gaarne te zullen zien, dat de burgemeesters zich in deze niet rechtstreeks tot hem, doch tot do commissarissen der koningin wenden, zoodat alleen ingeval bij hen zalven twyfel rijst om trent de te volgen toepassing zyne tu’schcu» komst zal behoeven te worden in geroepen. Art. 1. Uitbreiding van eiken band, (belasting). Art. 2. Uitbreiding <an het onteigenings- recht. Art. 3. Minimum loon en maximum arbeids duur, benevens beperking van vrouwen en J kinderarbeid. Art. 4. Het Arbeid, ten einde a. ta voorkomen overmafigen of onvol doend betaalden loonarbeid. b. te verhinderen eiken arbeid van kinderen, welke scbadelyk is voor hunne gezondheid en ontwikkeling. c. te waken voor veiligheid in fabriek en werkplaatsen. d. te voorkomen dat arbeiders, wier arbeids kracht, door ouderdom, ziekte of ongeval is verminderd, of te loor gegaan, afbankelyk worden van openbare-, kerkelyke- of particuliere liefdadigheid. e. te zorgen dat de rechten der arbeiders niet minder dan die der werkgevers zyn ge waarborgd. Art 5. Verbetering van den rechtstoestand der vrouw, zqo wat haar vermogen als wat haar persoon waarborging van op de opbrengst verbetering van den rechtstoestand van natuurlyke* kinderen, in het bijzonder door .opheffing van het verbod van onderzoek naar het vaderschap. Art. 6. Bestryding van werkloosheid en instelling van arbeidsbeurzen door de overbeid. Art. 7. Beperking der armenzorg door verplichte verzekering tegen de gevolgen van ziekten, invaliditeit, ouderdom, werkloosheid, voor invaliditeit en ouderdom door den staat tevens verzekering van een wekelykschen rust dag, zoo noodig de Zondag. Art. 8. Concentratie van armenzorg. Zorg van de overheid voor voldcenden onderstand va» hulpbehoevenden zoo dikwyls die niet, of niet voldoende wordt verstrekt door kerielyke en particuliere liefdadigheid. Toezicht van overheidswege op instellingen ter verpleging van onderlooze en verwaarloosde kinderen. De Onderofficiers-Sociefeit Eensgezindheid* gaf Zaterdagavond tone uitvoering in de Z'ial «Kunstmin* der Sociëteit «Ons Genoegen.* Velen hadden va% de aangeboden introductie gebruik gemaakt, zoodat de zaal zeer vol was. Het programma werd flink afgewerkt. Vooral de voordracht van «Professor Muinpits* en het blijspel in drie bedryven >VVie ia werden flink en zeer goed vertolkt. Ook de overige nummers van bet aan afwisseling zoo rijke programma werden accuraat en net uit gevoerd. Een gezellig bal besloot het verdere van dezen avondwy gelooven te kunnen volstaan met de mededeeliug, dat allen zich kostelyk amuseerden. Opheffing van 1 krachtige bestrijding misbruik. Art. 10. Invoering van leerplicht tot 14 jaar en uitbreiding van kosteloos hooger onderwjjg. Kosteloos onderwijs voor onvermogenden. Invoering van een uitgebreid beurzenstelsel van Staatswege. Art. 11. Herziening der directe belastingen naar het beginsel van belasting naar draag kracht. Afschaffing der eccynsen op levensbehoeften. Art. 12. Afschaffing van de dienstvervan- ging en beperking der uitgaven voor leger en vloot. Art. 13. Eenvoudige en goedkoope rechts pleging, tevens schadeloosstelling voor onschul dig veroordeelden. Art. 14. Ongeschonden handhaving der vryheid van vereenigen en vergaderen. eprichten van Kamers van

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1897 | | pagina 1