iosI
r
Maandag 1 Maart 1897.
No. 7209.
35ste Jaargang
BINNENLAND
Zu.
s
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
I
1
isL.
HLILLE1(L\.
s
5
5
X
ÖB WO WOW.
I,
f 150
ten (10
I
58.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
w.
Gouda voor
L
er reep.
national;
tion ae
enz.
iricatie
ker vani
K
k
w-
ar
o«
m
Wil DMIIE COURANT
Jjp Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers V U F CENTEN.
afgedrukt op blz. 616
werk, o. t
j’avais était
Uit Stolwyk schryft men
Onze rederijkerskamer Excelsiorzal bin
nenkort bare tweede uitvoering in dezen winter
3o.
een
van
otn
aan Gouda te brengen, en Haar eerbiedig
te verzoeken het Koninklijk bezoek van lan
goren duur te doen zyn
I.
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
t erwten
billende I
anders
Door den kantonrechter te Harlingen isean
zaak bealist, die al langen tijd hangende was.
Een bakker te Franeker had aan een boer in
de uabjjheid van die atad een ppard vei kocht,
onder voorwaarde dat hij het zon terugnemen
as bet niet beviel. In hot gebruik nu viel bet
beest tegen, en de boer bracht bet dua terug,
doch de verkoopt r weigerde het weder te ont
vangen. De boer liet het nu achter by een
kastelein, waar het byna 8 maanden met
onverklaarbare onverschilligheid zyn kost ge
noot op kosten van ongelyk. Eischer was de
verkooper E. Boersma, doch hem werd zyu
eisch ontzegd, zoodat hy het paard moest te
rugnemen.
Gisterenavond bed in de Sociëteit >Ons
Genoegen* eene openbare vergadering plaats
van allen, die belang stelden in bet tot stand
Gisterenmiddag is te Amsterdam een'jeugdig
oplichter die zich by den juwelier R. Citr en
uitgift ^óor den phTfeflïêr vftn eene bekende
Amsterdamscbe familie en, gewapend met een
valseh briefje, een aantal gouden ringen trachtte
meester te worden, door de waakzaamheid van
den heer Citrqen op heeterdaad betrapt. De
jongen wist eerst nog aan de ontboden politie-^
agenten te ontsnappen, maar werd op de
Oudezyds Voorburgwal gegrepen.
Men schryft uit Waddingsveen dd. 22 Febr.
-Tengevolge VBU- de herige rukwinden he-
zweken gisteren van een schuur, beboorende
tot de hoeve van den landbouwer A. Jonkheid,
in Bloemendaal, de muren. Ongelukkigerwijs
was juist de bewaker Rosbergen (doordat in
den stal van genoemden landbouwer het mond
en klauwzeer is uitgebroken moet de hoeve
bewaakt worden) in de nabybeid van bet on-
geval, met het treurig gevolg, dat hij ter aarde
werd geworden en een been brak. Hulpvaardig
werd hy op een brik naar huis gebracht.
moeten worden begrepen) met 55 tegen 18
aangenomen.
De heer Kuyper bad zyn amendementen op
art. 3 ingetrokken.
Aldas gewyzigd werd artikel 3 van het
wetsontwerp goedgekeurd, evenals artikel 4.
//Hij
hij is boos
voor. Hy zag dood kalm den markies aau en ver
volgde op laugziimen, duidelyken toon
//Herinner u wat gij gedaan hebt, toen gij mij in
uw bosoh zaagt. Gy hebt mij toegeroppm dat ik
terstond mij moest verwijderen. Toen ik niet ging,
omdat ik zag dat gij naar mij toekwaamt, zoodat ik
mij kon rechtvaardigen, hebt gij op mij aangelegd
en
„En mijn geweer is afgegaan tegen mijne bedoe
ling,” viel de markies hem in de rede.
„Uw schot beeft my niet getroffen. Ik mocht van
geluk spreken, want ik weet dat gy oen goed sehnt-
ter zyt-"
„Als ik gewild had, had ik u dood geschoten/*
zeido de markies met imkeren trots.
„Ik ben u zeer verplicht, dat gij u de moeite niet
gegeven hebt om te willen,” antwoordde de zwerve
ling met eene spottende uitdrukking. „Hoe dit zij,
mijnheer de markies, was dat edelmoedig van u om
te schieten op een armen drommel, die u niets deed
en die niet eens wilde vluchten?”
„Ongeduld, drift.”
„Dat zijn slechte raadslieden. Die moet gy geen
gehoor geven.”
„Genoeg als men de kans niet wil loopen om
doodgeschoten te worden, moet men ook maar niet
den muur van eens andermans goed overkiimmen."
„Daar ben ik nu ten volle van overtuigd, eu ik
hoop de les niet te vergeten.*
„Daar zult gij wel aan doen
„Met u verlof, dat is niet hst eenige wat ik u
te zeggen heb. Ik heb h« t geluk gehad mevrouw
Treanna uit het gevaar te redden.
komen nazien, mynheer de zwerveling.”
By die woorden, welke achter hem werden uitge
sproken, keerde Tiburce zich om. Hy zag den mar
kies, met zyn stok in de hand op een der bemoste
zomen van dèn weg langzaïm voortgaande. Treanna
keerde van het kasteel van freule de Pratenros terug.
„Hoe gaat het, mynheer Tiburce,” vervolgde de
markies op minzamen toon. „Zyt ge al bekomen
van den schrik van gisteren. Gij moet hot niet
prettig gehad hebben in dien waterval.”
Het gelaat van den markies, minder rood dan
gewoonlyk, had eene uitdrukking van buitengewone
welwillendheid. Tiburce, wiens gelaat eerst eenigs-
zins betrok, hervatte zyne gewone kalmte en ernst.
„Dus gelooft gij nog altijd, mijnheer dat ik in
uw park ben dóórgedrongen om er te stroopen?”
„Wat zal ik er van zeggen I"
„Ik verzoek u,” hernam de zwerveling ernstig,
„dit zoo ik verkeerd gedaan heb over een half ver
nielden ■♦nuur in uw bosch te komen, dit alleen was
om een stuk wild te halen, dat ik in het vrije veld
had getroffen, maar dat in uw park was gevlucht.
Ik geef u mijn woord van eer daarop.”
„Kom, kom,” seide de markies vroolyk spottend.
„Het eerewoord van een man als ik,” zeide Ti
burce mot waardigheid, „beteekent evenvoel als dat
van een groot heer zooals gij.”
Treanna maakte eeno driftige beweging. Zyn aris
tocratische trots was gekrenkt. Hij had het rocht
aan ieder ander alles te zeggen wat hij wilde, maar
niet alles van een ieder aan te hooren. Zijn gelaat
veranderde geheel van uitdrukking. Hij fronste het
voorhoofdzyne wenkbrauwen trokken samenzijne
oogen flikkerden, maar Tiburce bleef er ongevoelig
Wy maakten melding van het voorstel,'door
het Dbl. Z.-H.< aan de hand gedaan om
evenals Duitschland het eeuwfeest der ge
boorte van keizer Wilhelm I feestelijk zal
vieren ook den lOOeten geboortedag van
wylen prins Frederik der Nederlanden te her
denken, vooral wegens het roemrijk aandeel
door dezen genomen in de veldslagen by
QnateaeBm* .«k WMfrloo. De
vraagt of deze laatste bewering wel juist 1«,
en het blad meent stellig van niet.
Volgens kolonel De Bas, den biograaf van
den PriuBr-wiens werk door het Dbl. v. Z. H.
zelf wordt aangehaald, was het joint de grootste
fout van Wellington, dat hij by Waterloo
eenvoudig vergeten heeft, dat 15 kilometer
van het slagveld 18.000 man onder prins
Frederik stonden. (Prins Frederik, Ille deel
blz. 615). Deze troepon hebben den geheelen
dag werkloos doorgebracht, onbewust van den
grooten stryd.
De Prins heeft zelf in een brief zyn vader,
en 617 van genoemd
i. geschreven: »La position qne
assez bonne, et j’y aurais bieu pu
retenir l’onnemi quolque temps mais il ne
nous a pas fait l’honneur de nous attaquer, et
s’est tout porté contre la grande arméeco
qui est bien remarquable, c’est que nous
n’avons rien entendu de la bataille.c
En bet slot van dien brief luidt: >Vous
devez concevoir, très-cher pure, mon déses-
poir, et ma fureur de ne pss avoir en part u
la bataille et pas seulement avoir tiré un
seulcoup
Het blykt dus inderdaad, dat de lofrede van
zeker dat zij bij velen steun en hulp zullen vinden.
Toen Tiburce zich gereed maakte om hoen te gaan,
kwam Pauvrotte binnen, hare handen gevuld met
eene menigte bloemen van allerlei kleur. Zij zag er
allerliefst uit met haar licht blauw jurkje, haar blo
zend gelaat, hare golvende blonde haren, die langs
hare schouders vielen, welke, ondanks de zonnestralen,
zoo blank waren als sneeuw.
„Dat is voor u,” zeide het kind, hem al hare
bloemen gevende.
Tiburce drukte haar aan de bont. Hij zag haar
aan, liefkoosde haar en wilde haar kussen maar
plotseling zette hij Pauvrette op den grond, drukte
moeder Kerguisec de hand en ging voort.
„Stoute Tiburce,” zuchtte het kind. „Hij heeft
niet eens mijn bloemen/aangeuomen en
weggeloopen.”
Pauvrette had oen traan zien blinken in de oogen
van Tiburee.
Tiburce dwaalde over velden en heiden, nu en dau
op het *ild schietende, dat hij onder schot kreeg
en dat hij zelden miste. Die bezigheid, die zeer
vermoeiend was daar hij geen hond had hij had
den zijnen in eene bui van drift doodgeschoten
gaf hem afluiding van de gedachten die hem door
het hoofd zweefde. Zyn tocht voorlzettonde, zonder
te weten waarheen, zag hij op eens de torens van
het kasteel Treanna voor zich. Plotseling bleef hy
thans staan op den weg, die van bet kasteel naar
de hoofdplaats van het kanton leidde.
„Wat duivel ben ik hier komen doen I” riep hij
uit, na een oogonblik gedachteloos rondgezien te
hebben.
„Waarschijnlijk het wild vau mijne bosschen eens
Men schrijft uit Utrecht:
Het lyk van het sedert half December ver
miste 21-jarig meisje, waaromtrent de politie
door aanplakking en aanbieding van belooning
langdurige vergeefsche nasporingen deed, is
gisterochtend in den Leidscben Rijn nabij de
zink- en loodfabriek van de heeren Hamburger
drjjvopde gevonden.
Staten-Ooneraal. 2e Kamir. Zitting van
Vrydag 26 Februari.
De Tweede Kamer heeft het ontwerp tot
wyzjging der gemeentewet bij eindstemming
aaugenomen met 59 tegen 24 stemmen.
Nadat de beraadslaging over bet ontwerp
tot instelling van Kamers van arbeid was
vaortgezet, werd het amendement van de
heeren Goeman Rorgesius en Pyuappel op art.
3 (uitsluiting van onderbazen enz.) met 48
tegen 24 atemmeu verworpen het amendement
van de commissie van rapporteurs (by het kon.
besluit van instelling eener Kamer te beslissen
wie in zeker bedrjjf patroons zyn) met 47
tegen 25 stemmen aangenomen en het amen
dement van de heeren Kerdyk en Drucker
(verklaring bij bet kou. besl. van art. 4 in
fl0ever iuaschen personen onder werklieden
De bode Gr. te Haastrecht bad Donderdag
in de stad zyn hit verwisseld met eea anderen.
Toen bij hem voor zyn wagen spande, begon
hy zoodanig te steigeren, dat de wagen gevaar
liep. In de straat was bet dier nog al rustig,
doch op den IJseldyk komende, werd bet zoo
lastig, dat bet by den landbouwer B. neerviel
en het rytnig zoodanig beschadigde, dat de
tocht gestaakt moest worden. Met een ander
paard werden de bestelde gcederen dorpwaarts
gebracht.
komen eener vryzinnige kiesvereeniging voor
den Gemeenteraad.
Een honderdtal personen bad van deze uit*
noodigiug gebruik gemaakt.
Allereerst waren aan de orde bet vaststellen
van de statuten en het huishoudelijk reglement.
Met eene kleine wyzigin# werden beide vast
gesteld. De contributie zal slechts bedragen
10 cent.
Nadat 92 personen zich als lid hadden op
gegeven en een zestal de vergadering had ver
laten, werd overgegaan tot het kiezen van 9
bestuursleden. Gekozen werden de hb. Mr.
M. M. Schim van der Lovff met 82, J. M.
Noothoven van Goor met 81, Dr H. IJssel
de Schepper met 79, F. Herman Fz. met 76,
P. J. Bellaart met 72 en J. N. de Groot met
55 stemmen. Voorts bekwamen de bh. O. A.
van der Want 29, M. Mallon 26, J. A. de
Peer 23, J. Zwart Pz. 23, A. Steensma 22,
J. van Tellingen 22, J. W. Vorster 17, An
dries van Dantzig 15, N. van Krimpen 12,
A. van Drooge 10, J. N. Both 8, D. Ruyter
7 en vele andere 5, 4, 3, 2 en 1 stem.
In de eerstvolgende vergadering zal de her
stemming hierover plaats hebben, aangezien
het late uur Zoodra het bestuur voltallig is,
zal de Koninklijke goedkeuring op de statuten
worden aangevraagd.
GOUDA, 27 Februari 1897.
In de hedenmiddag gehouden buitengewone
Vergadering van den Gemeenteraad, waarin
alle leden tegenwoordig waren, behalve de
beer Prince, zeide de Voorzitter bet volgende:
M. H. Ik heb den Raad eene gewichtige en
heugelijke mededeeling te doen, en wel dat
Hare Majesteiten de Koningin en de Koningin-
Regeutes voornemens zyn op een dag in bet
laatst van Maart of het begin van April tus-
schen het dejeuner en het diner een bezoek
aan Gouda te brengen. Ik ben er van over
tuigd dat de Raad die tijding met groote
vreugde verneemt en bereid zal worden be
vonden mede te werken om aan onze geliefde
Vorstinnen eene waardige ontvangst te bereiden;
als bewijs van de aanhankelijke eu getrouwe
gevoelens, welke ook de Raad en de ingeze
tenen van Gouda voor onze Koninginnen
koesteren.
geven. Doer de welwillendheid eener naburige
vereeniging daartoe in staat gesteld, heeft zy
het voorrechtte kunnen opvoeren het prachtige
en elders reeds tallooze malen opgevoerde drama
Zwarte Griet* van onzen grooten acteur en
tooneelschryver Rosier Faassen. Met jjfer
wordt er gewerkt, om de opvoering zoo onbe
rispelijk mogelyk te doen zyn. Natuurlyk, eene
vereeniging, die het devies Excelsior* voert,
is verplicht te streven naar het beste, wat ze
geven kan.
Gisteren namiddag is ten raadbuize te Rot
terdam door burgemeester en wethouders in
het openbaar aaubesteedbet bouwen van eeu
politiebureau enz. met drie bovenwoningen aan
de Etoflaan. Ingeschreven werd o. a. door
C. J. C. Hoogendyk, f 37,497 en
Bokhoven, f 36,890, beide alhier.
15)
Vrouw Kerguisec was tevreden over hetgeen zij
gehoord bad. Zij hield veel van Tiburce en van Ma
rianne en overtuigd dat die jongelieden elkaar be
minden, maar er niet voor uit durfden komen, had
zij zich verplicht geacht, ondanks hare liefde voor
haar zoon, eene vereeniging tot stand te brengen,
die baar in alle opzichten wenschelijk voorkwam.
Maar de wyze, waarop Tiburce het aanbod harer
goede diensten ontving, stelde haar geweten voor da
toekomst geheel gerust. Zij zotte zich gemakkelijk
over die weigering heen, die mettertijd nog ten voor
deel e van haar zoon kon zijn. De goede vrouw hoopte
altyd dat den een of anderen dag Malo nog tot
inkeer komen zou. Zij had hem eenige dagen fe
voren laten weten dat freule de Pratenros voor hem
moeite zou doen bij den minister van oorlog en
vrouw Kerguisec, die in hare Bretonscho eenvoudig
heid aan een onbepaalden invloed geloofde van hen,
die zy de heeren des lands noemde, twijfelde er niet
aan of die tusschenkomst zou met een goeden uitslag
worden bekroond. Zy oordeelde dan ook zoo streng
niet als Tiburce over het verzet van haar zoon. In
verscheidene provinciën van het westen, en vooral
in Bretagne, was en is nog de militie voor deplat-
telands-bevolkiug eene gehate instelling. Zy, die
den moed hebben om er zich aan te onttrekken, zyn
Namens Burgemeester en Wethouders heb
ik de eer den Raad voor te stollen
lo. aan Bil meester en Wethouders daartoe
een blanci zrediet te openen;
2o. de voorbereiding van de ontvangst der
Koninginnen op te dragen aan eene Com
missie, bestaande uit Burgemeester, de Wet-
horst en de Raadt
aan Hare Majesteit do Koningin-Regentes
adres te richten om de dankbaarheid
den Raad te betnigen voor haar besluit
met H. M. de Koningin ook een bezoek
Gouda te brengen, en
t Koninkly'
o”1 en den Raad in de
gelegenheid te stellen aan Hare Majesteiten
een dejeuner aan te bieden.
Waar de Raad op deze wyze is voorgegaan
om het bewys te levereu hoezeer hij de aan-
gekondigde Koninklyke gunst op prijs stelt,
twyfel ik er niet aan of ook de gansche bur
gerij van Gouda zal het bare doen en een
drachtig samen werken om de zoo geliefde
Koninginnen op schitterende wyze te ontvangen
en Hare Majesteiten het bewijs te leveren hoe
nauw ook in Gouda de band is die Volk en
Vorstenhuis verbindt.
Daar niets meer te behandelen was, werd
de vergadering gesloten.