CS, sson.l BINNENLAND flf k 36ste Jaargang. No. 7226. Wl 1O FEUILLETON. Zaterdag 20 Maart 1897. lelier E2E. 16 ■I <1 1EN, wden. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. te mi 'inzveen. By koninklijk besluit ia benoemd M L-<1 a tl >V'> n AM AAA ;i, i graaf.* 103. onzer De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k niet uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. Gouda. Voorstal, By koninklyk besluit ia benoemd: tot ont vanger der directe belastingen en acc. te Boe- geopend. ïum-por- met 2 en f 150 AALS, Tiendeweg. echt, oskoop. SLGIE. de aller- nde Su et Cts. en abriek in ECo. «9», Bfbusjes 0.35 Neder- ichte samen in den m des urdigd ireldbe- Stoll- -78. van koloniën ia ontvan- 18 dezer gedagteekende slotte en de vrouw verwyderde tick aeggende >dat ze dau Zondag wel zou terugkomen, maar ze l nu beelemaal niet terug, en zoo zal ten de politie zich over het schaap moeten Ier men. Aangenomen hei beroep by de Gereformeerde kerk te Capelle aan den TJsel door den heer W. Hoogland, cand. te Amsterdam. „Het doen." «Du ,Wi 1.1)1 IN HE COURANT yVï’ewws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. De »Stct< (No. 66) bevat volgens de wei van 22 April 1855, »Stbl.« No. 32 de sta tutes van de vBoskoopsche Zangvereeniging« te Boskoop. jen toen scheen hebben, het voor dat zy zeide, het te vondeling te zullen leggen. De winkel juffrouw wilde toen Jiet meisje niet ternggeven a. J. D. Boer ma, ontvanger der directe en accjjnsen fc ADVERTENTIEN worden geplaatst va» 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. 32) Fulbert die op/de kanapc half lag, half zat, glim lachte veelbeteekenend. Zijne zuster zag dit. «Waarom lacht gij vroeg zij. „Wilt ge 't weten Ik zal het u zeggen. Het verwondert me te zien, dat een vroom geweten zoo veel ruimer is dat een wereldsclu Ik sta verbaasd over den onverbiddelijken haat waarmede gij zelfs de schaduw vervolgt van hen, die gij uwe vijanden •cht.” „Uwe bewondering en verbazing zijn wezenlijk merkwaardig,” antwoordde Elisabeth met een blik van minachting. „Maar wat gaat mij dit aan Zijt gij in staat om mij te begrijpen Gelooft gy dan, dat het fortuin van den markies Treanna het eeniga doel is, dat ik mij voorstel te bereiken Dan zijt gij in dwaling. In myn bezit zou dat fortuin slechts een middel zijn om ons beiden eene positie te geven, zoo als er misschien geene tweede in Frankryk is. Luister, Fulbert. Hoe lichtzinnig en dwaas gij we zen Boogt, als de omstandigheden het eischen, hoop ik toch dat gij moed, geestkracht en ijver zult be zitten. Welnu, er zal een tijd komen, en de dag is na op handen, waarop die moed, geestkracht en y ver zich openbaren zullen. Ik heb u altyd nog slechts onbestemd gesproken over die zaken, omdat ik bang waa, dat gij m in uwe onbezonnenheid verraden koop c. belastingen, invoerrechten Ossendrecht c. a. gékookt oor da leis van 0) Als al van kruiken.' a 71. toepassing van bet beginsel der gemeentelijke autonomie, met inachtneming van de alge» meene eiser.en betiekkelyk volkswelvaart. Deze hangen samen met de verkeersvryheid, ■oor afschaffing der accynsen verkregen, en waarop niet mag worden teruggekamen, doch welke voor de gemeenten derving van ont vangsten veroorzaken, waarvoor zy vergoeding moeten erlangen. De extra vergoeding aan burgemeesters en secretarissen is eene billijke tegemoetkoming wegens hunne meerdere werkzaamheden voor rijksaangelegenheden. Hierop volgden nog eenige replieken. De correspondent ta Batavia van het »N. v. d. D.< seinde gisteren: Gisteren deden de troepen Biloel. Te vergeefs trachtte men Lamtengah in handen te krygen. een to.’ht naar Toekoe Tjoet Ook in de Lange Groenen daal heeft zich een commissie gevormd, om tijdens het bezoek van H.H. M.M. de Koninginnen aan Gouda die straat op een waardige wjjze te doen deelna men aan de feesten van dien dag. De commissie bestaat uit de heeren W. K. Schuling, B. Hoogerwaard, P. van Hensbergen, N. Nieuwerkerk en P. Rond. Gisteren had alh'er een vergadering plaats van den christ. hist, bond, district Bodegraven. Het ongunstige weder in aanmerking genomen was er esn goede opkomst. Al spreker trad op: mr. Verkenteren van Amsterdam, die de beginselen van (Jen bond uiteenzette. Vooral deed spreker uitkomen, dat de bond geenszins vyandig tegen da R. C. wilde optreden, gelijk beweerd wordt, maar dat hy het Protestautsch karakter van ons volk wilde handhaven. Het reglement werd voor ’t gansche district vastgeateld. Een bestuur van 8 leden werd gekozen. GOUDA, 19 Maart 1897. Gisterenmiddag werd in eene vergadering, waartoe alle bewoners der Oost - en Westhaven waren opgeroepen, eene commissie gekozen, welke zieh belasten zal met bet inzamelen van bijdragen en de versiering der Haven by ge legenheid der komst onzer Vorstinnen. Donderdag 25 Maart 1897, des avonds le 8| uui, zal in de Zaal Kunstmin* der So ciëteit >Ons Genoegen* eene vergadering wor den gebonden der R. C. Volksbond, afd. Gouda. Punten van behandeling 1. Ingekomen stukken. 2. Verslag >Hulp in Nood«. Daarna zal als spreker optreden de Zeer- Eerwaarden Heer Pater H. Ermann, prof, aan het gymnasium te Katwyk aan den Rijn. Itaton-Goneraal. 2e Kambe. Zitting van iderdag 18 Maart. let debat over de ontwerpregeling der ge- int'.-financiën werd voortgezet. )e heer Bahlmann zijn rede vervolgende, betoogde dat de nienwe regeling van het pha'tselijk belastingstelsel hem slechts matig bevredigt. De hoofdfont is, dat het Rijk op aPes beslag heeft ge egd. Hij zou wenschen een verlaging van belasting op het Rijk en vermeerdering voor de Gemeenten. Hij vreesde dat de maatregel thans niet zal baten als de uilkeeriug niet grooter wordt. De heer Van Dedem is ook onbevredigd daar elke waarborg ontbreekt, dat de gemeenten op den duur allen zijn gebaat. Hij verlangde een hougere nitkeering. De heer Heemskerk achtte het stelsel van ■itkeering aan de Gemeenten door het Ryk het minst gelukkig. Hij zou wenschen te gaan in de richting van gemeentelijke autonomie. Door dit ontwerp wordt de oppositie tegen het nieuwe personeel gerechtvaardigd. Het baat slechts de helft van het aantal gemeenten. De heffing van inkomstenbelasting door de G/meenten dienda anders’te worden geregeld. 'De Minister van Financiën verdedigde het ontwerp. Men kan niet allen bevredigen, aan alle opgewekte verwachtingen voldoen. De taak der Regeenng was het beginsel der uitkeeringen van 1885 beter te regelen en een formule te vinden die beter dau de tegenwoordige aan de eischen voldoet. De minister betoogde dat de uitwerking volkomen goed is en wel degelyk op juiste beginselen bernst, al zijn die' niet tot de uiterste coocequentiën doörgevoerd, wat eer eeu voordeel is. Gemiddelden moest de Regee- ring bij rekeningen aannemen omdat zy geen juiste cyfers kende. Opheffing van de verdee- ling der Gemeenten in categorieën ia wel een stelsel maar geen verbetering van het regee- ringstelsel dat de billijkheid vooropstelt. Men klaagt' over vele gemeenten die niets zullen krygen, maar daaronder zyn vele die niet of zeer weinig plaatselyke belasting heffen. Het ontwerp moet rekening houden met de be staande toestanden en kan niet gebaseerd zyn op een onbekende toekomst. De minister van binnenlandsohe zaken be toogde dat het wetsontwerp een geheel uit maakt in zoover dat de uitkeeringen verband honden met de regeling der gemeentelyke be- Ifmtjngheffingdaarbij ia beoogd een nieuwere is, dan, ik weet hot zeker, zult gij niet eoa der laatsten zijn, die uw deel in den roem tracht te ver overen.” „Goed gezegd, zuster,” antwoordde Fulbert op een toon waarvan de kalmte op zonderlinge wijze afstak bij de koortsachtige overspanning der oude juffrouw. „Bij don hemel, men vindt niet eiken dag eon bur geroorlog om zich afleiding te bezorgen en ik neem dat middel van tijdverdrijf gaarne aan.” «Ik kan dus rekenen op u „Zoodra er een schot te doen of te krijgen is, beu ik op mijn post. Wat uwo plannen ten opzichte dor markiezin betreft „Ik neem aan die tot een goed eind te brengen. Wees daar niet bang voor." „Dus behoef ik niet meer verliefd, te zijn?* „De burgeroorlog zal de zaak tot een beter einde brengen." „Veel geluk er mede. Dus is alles in orde?" «Alles Fulbert." Freule Elisabeth reikte haar broeder haar lange magere hand en (loze kuste die herhaaldelijk. Toen bood bij haar een arm aan en geleidde haar naar het hek van het park, waar zij haar rijtuig had laten wachten. Deuzelfden dag word Brice voorgesteld en aange nomen als knecht op het kasteel Treanna. Den volgenden morgen, juist toen Fulbert gereed was om met een postrijtuig te vertrékken, werd er eene draagbaar naar het kasteol gedragen Het was Tiburce, dien men er mede vervoerde. De burggraaf naderde hem en sprak op lossen toon «Ik hoop mynheer, dat uwe wond spoedig genozon zal en dat gy het niet op mij wreken zult, als wij elkandor weder mochten ontmoeten.* De Nederlandscho consul te Brest rapporteert dat vermengd met de wrakstukken van bet stoomschip Utrecht* afkomstig, ook wrakstuk ken van een zeilschip werden gevonden, waar door hy vermoedt dat beide schepen met elkander in aanvaring zyn geweest, tengevolge waarvan beide zyn verongelukt. Do marine prefect admiraal Barrera heeft order gegeven om hem onmiddellyk bericht te zenden zoodra er lyken op de knst worden gevonden. - Een oud-gezagvoerder der Rotterdamsche Lloyd, de heer Sprang van Lee, is te Brast aangekomen. Na eea onderhoud met den Nederlandschen consul, den heer De Kerros, is den heer Sprang van Lee naar Rosooff v»r- trokksn, vanwaar hy da plaats zal gaan be zoeken, waar vermoedelyk de ramp moet hebben plaats gehad. Daarna zal hy naar Brest te- rugkeeren, om de noodige maatregelen te nemen, voor *t geval er lyken op de kust geworpen worden. Bij het departement gen het volgende, van - telegram van den gonvernenr-generaal van Nederlandsch-Iudië, betreffende de krijgsverrich tingen in Atjeh Eergisteren uit Segli den vyand, aan ver laten benting Kotta Baroe werkende, verdreven. Kapitein S. A. Dryber niet gevaarlijk gewond. zoudt. Maar binnen weinige dagen zal het groote geheim door kanonschoten verkondigd worden van bet eene einde van Frankrijk tot het andere en mijn plicht is dus u deolgen&ot er van te maken. Fulbert, eena groote omwenteling is op het punt om uit te breken. Uwe plaats is in de eerste gelederen van den Bretonschen adel. Wees dus gereed om by het eerste signaal tot ons over te komeu. Gij zult met het staal, ik met het goud strijden. En als gij den degen getrokken hebt om den wettigen opvolger onzer koningen op den troon te herstellen, dan zal ook ik de heilige rol weten te vervullen, die ik in dezen oorlog op mij heb genomen. Gij zult den vyand bestrijden, ik zal het getal onzer aanhangers grooter maken en hun ijver en trouw weten te be- loonen. Voor dat doel wil ik mijn vermogen beste den, benevens al wat er van het uwe overgebleven ook dat van den markies Treanna, als ik Is dat baatzucht, broeder? En verdien ik is, en kan. z uw spot?” «Gij vergeet, zuster, dat gij na dien burgeroorlog en het herstel van een wettigen erfgenaam op den troon, voor ons eene positie voorzaagt zooals er geen tweede in Frankrijk is. Dat is het voornaamste. Daarvoor heb ik wat over. Ik zie my zelyen reeds als connctable van Frankryk. En wat gij Elisabeth „Wat doel het er toe, wat er van ons komt riep Elisabeth uit, ongeduldig dat haar broeder bare plannen meer afkeurde dan ondersteunde, en nog weinig bereid scheen om haar medeplichtige te wor den. «De zaak van het koningschap en der ware godsdienst is toch schoon genoeg, dat een recht schapen hart er zich onvoorwaardelijk aan wijden kan F Than» spot gij, maar al» het oogenblik daar Tot de voorstellen der algemeen» vergadering van den Bond van Nederlandscbe onderwijzers, die bij referendum werden aangenomen, be- hoorea de volgende la. Zal de Bond zich met de a.s. verkiezin gen voor de Tweede Kamer inlaten Uitgebracht 1375 et. Voor 1336 et. Tegen 34 st. Blanco 5 st. lb. Het hoofdbestuur steune by de e. v. al gemeens verkiezing de Staten-Generaal één of meer candidaten (by voorkeur Bondsleden) van wie verwacht mag worden, dat zy op krachtige wyze zullen werken voer a. vrybeid van den onderwyzer buiten de school b. eene betere maatschappelijke positie van den onderwyzer c. meerdere zelfstandigheid van den klasse- ouderwyzer d. kindervoeding en -kleeding voor zoover particulier initiatief te kort schiet; Vijand twee dooden.» Het grootste stoomschip (ladingboot) der wereld, de »Algyra« arriveerde voor den Waterweg te Rotterdam, stoomde om 1 uur binnen en was om 3 uur vóór de stad. Dit schip is lang 455 voet, breed 58 voet en bol 23 voet 4 inches, meet bruto 7575 ton, netto 4897 ton. Dit is tevens het grootste schip, dat ooit een Nederlandscbe haven binnenkwam. De lading bestaat uit circa 12,000 ton graan en stukgoed. Zaterdagochtend half 8 kwam een vronw met een meisje van ruim 2 jaar een kruide nierswinkel in de Tweede Weteringdwarsstraut te Amsterdam binnen, en vroeg aan de win keljuffrouw, of deze een paar uurtjes op de kleine meid wou passen, want zy moést uit werken. Maar de paar nurtjes duurden wat heel lang, want eerst ’s nachts om half 1 kwam ze het kind terughalen zy nog zóó weinig lust te 1 haar rekening te nemen, vondeling te zullen leggei Vermoüdelyk de laatste brief van den heer Beelaerts Was een bewys van diens nanwge- zetheid in *t behartigen van zijne taken. Zondag kreeg een hoofdonderwyzer op een dorp in Gelderland bericht van den heer B. dat bij hem Maandag kou komen spreken msar eukelefuren later ontving hij een tele gram, meldende dat de heer Beelaerts hem niet kon ontvangen, wegens hevig ongesteld heid Hy had dus op zyn sterfbed nog gedacht aan zyne werkzaamheden in betrekking tot anderen. «Gy vertrekt? Gy vertrekt zonder een enkel be zoek gebracht te hebben in de hut waarvan ik u heb gesprokou F" was mij onmogelyk. Ik had zooveel te doen." «Dut moet Pauvrette wee» blyven «Wat wilt ge? T Is nu eenmaal zoo.* «Dan zal ik haar vader zyn, mijnheer de burg graaf.* „Zoo als ge verkiest; tot weerziens.* Hij keerde zich om, nam nogmaals afscheid van zyu oom, en voor Laurence eene buiging makende, zeide hij half fluisterend «Nu hebt gij een nieuwen vriend om mij te vervangen, lieve tante. Eene vrouw schyut altyd een gunsteling te moeten hebben.* „Alt hij geen slecht mensch cq geen dwaae ie, zal hij het lang kunnen blijven." Fulbert voelde dat Laurence hem te sterk was. Hij had den moed niet haar te antwoorden. Op zyn gelaat bleef een glimlach spelen, maar haat en wrok kookten in' zijn hart. Hij steeg in het rytuig en gaf bevel om voort te rijden. Het geluid van bet rijtuig dat zich verwijderde, maakte op de markiezin een onbeschrijfelyken jndruk. Een pijnlijk gevoel maakte zich van baar meester; zij wankelde, maar bedwong zich. Het was de laatste herinnering aan de liefde, die haar verliet. XIII. Achter een eeuwenoud kastanjeboech, waar altyd schaduw en stilt» heerschten, was eene diep» grot in eene rote, welker toegang verborgen werd door dichte slingerplanten en hooge struiken. ^fFurdt oerctj'.gd.)

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1897 | | pagina 1