1. 13 36ste Jaargang Zaterdag 17 April 1897. No. 7250. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. BINNENLAND JR, »ng de dam. DA. SSZWSBVSLIN®. FEUILLETON. I I 1 liOIINIIE (»lR1\T Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. Hasselaar, da Vries 1 p den ,->g" ir. I 1 IONEN ■I acht te I De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. an den bezoek plaats porden Kaarden, is orergeplaatst bjj bet 4e inf. te Leiden. (PRIL 168, en igeven. ^plaats gereed r* dfr nationale tentoonstelling te W/oesloten dat schoolkinderen van Iers, mits onder geleide hunner in de «DAG uur. - 8.2 ivanhag- extra. MBS <3 iuz. it 1.45 - 1.90 - 2.60 Do kapt. P. W. Bosboom, van hot 7a rog. inf. ie J' reg. Hasselaar, de Vries en het koor Cantos et Organum,® dir. de beer Jos. Ver lieyen. Te Kortrgk is iemand van opgewondenheid gestorven, toen hij by de ontregeling van de nalatenschap van een zjjner verwanten bemerkte dat zjjn erfdeel 200.000 fres. meeviel. In de vestibules van verschillende der voor» naamste stations langs de lynen der Maat- schappy tot exploitatie van staatsspoorwegen zullen lessenaartjes worden gemaakt, voor het invullen vanA^io meter boekjes. Voor de vrederechters te Spalding, in Enge land, verscheen dezer dagen een arbeider, onder bescnuldiging een vronw aangerand te hebben. Zij hadden elkaar een paar jaren van naby f Pat Goldin jsnydei er, die >feet) n met tlood- ADVERTENTIEN worden geplaatst va» 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. De christelijke bakkersgezellen-vereenjging >Ons Beginsel®, vakafdeeling van Patrimonium, te Amsterdam, richt per stroobiljet tot allo huismoeders het verzoek om zich op Paasch- Zaterdag avond van brood te voorzien voor de beide Paaschdagen, zoodat de bakkersge zellen op den eersten Paaschdag niet behoeven te werken. Men beweert, zegt het biljet, dat de vrouw een macht heeft. Wilt gy dat nu eens toonen ten bate van honderden bakkers gezellen in Amsterdam Het best Dordrecht daar en onderwijzer», tot de tentoonstelling zullen worden toegelaten tegen een entrée van 5 cents per hoofd. Het vondel van O ad-Dordrecht heeft eene uitnoodigïng aangenomen van den burgemeester van Hanau, in Hessen, tot bezoeken dier stad en het uitroeren van verschillende exercitiën voor den Duitscben Keizer by gelegenheid van diens komst aldaar. Zaterdag middag had te Waddingsveen een treffend ongeluk plaats. De landbouwer O. was bezig het weiland te rollen. Deze bewerking geschiedt met een rol van graniet of yter, wegende pl. m. 600 a 700 kilo. By de een voudige bewerking was het 6-jarige kind van den heer O. tegenwoordig. Het hoe?laat zich moeielyk verklaren, doch by het opnieuw opryden van het stuk land geraakte de kleine onder de rol, met het gevolg, dat beide voetjes verpletterd werden. De plaatseljjke geneesheer te hu lp geroepen, constateerde aan beide lichaams- deelen beenbreuk. waarover ook door het swygen bewaard wordt, ver- t in bet duister. (»Hbl.«) bericht luidt Als het geweest, onze troep zal geven, had men moeilijk iets doel- Bedaokt voor het beroep by de Ned. Herv. Kerk te Vinkeveen door ds. H. G. van End, te Woerden. Van het »Nederlandsche Dagblad, orgaan tot verspreiding van de Christeljjk-historisohe beginselen,® verschynt Maandag 3 Mei hot eerste nummer. vervallen voof geven GOUDA, 16 April 1897. De le Uit. W. Petter, van het 4e reg. inf. alhier, wordt van 23 Juli tot 1 October gede tacheerd by het korps genietroepen te Utrecht, om de oefeningen van dit korps by te wonen. De deteebeering van den 2n luitenant G. J. IJssel de Schepper, van het 2e reg. huzaren, by de Ryschool te Amersfoort wordt 1 J«ni> met 2 jaar verlengd. Naar men verneemt, zyn H.H. M.M. de Koninginnen voornemens in Juni weder op het Loo te komen en aldaar de zomermaanden te verblijven. In het »Dbl. v. Z. H.« wordt van de nieuw- model kepi-pet van zg. Oostenryksch model gezegd, dat zy >het meest afzichtelyke hoofd deksel is, dat men in Europa heeft kunnen opsporen." De klep noemt de steller van dat bericht een oogljjderslaifelen zyn slotsom Voor Falb, den weerprofeet, die naar men weet verlamd is en daardoor ia kom merlijke omstandigheden verkeert, is in ver schillende landen van Enropa ongeveer f 50.000 bijeengebracht. Men moet maar boffen. Hoevele honderden menschen zyn er niet, die zich werkelyk ver dienstelijk hebben gemaakt voor de samenleving, maar die nochtans in armoede sterven. Eu deze man, die vermnedelyk overtuigd was van de waarheid van zyn stelsel, maar dat door alle wetenschappelijke mannek op goede gronden voor onzin was verklaard, krijgt een kapitaal by een, om onbezorgd van te teven. erfenis door den heer Borst reeds was uitge- ke#rd, zoodat bet aantal slachtoffers niet zoo groot is als eerst vermoed werd. D« uitbetaling der resteerende gelden zou 13 April plaats hebben. Een dienstmeid vap de oude overleden dame, die het vruchtgebruik gerfoot van een legaat van f 15.000, ifljrr niet best aan toe. Gisteren troffen wy in Delfzyl vertcheidene personen aan uit versclfillende allen met hetzelfde licht te raden doél. De zaak is in handen van een Groning- seben advocaat. Het gezin van den hoer Borst bevond zich gisteren nog' te Delfzyl. bed. De oude Kerguisec slak hem hare hand toe, terwijl Pauvrette hem om den hals viel. «Hier ben ik mijnheer,” sprak hij ontroerd tot Fulbert, wiens voorhoofd reeds door de vleugelen des doods overschaduwd scheen. «Wat hebt gij mij te zeggen?” Fulbert zag met een smartvollen blik Pauvrette aan, die het gelaat van Tiburce met kussen overdekte. «Zy beeft u wel lief," sprak hy met een zucht. «Zooals zy u lief gehad zou hebben ah haar va der,” antwoordde Tiburce ernstig. Fulbert gaf mat een wenk te kennen dat de tegen woordigheid van vrouw Kerguisec en Marianne hem beletten te zeggen wat hij zeggen wilde. Deze ver wijderden zich daarop. «Ik heb nog slechts weinige oogen blik ken te le ven,” zeide de burggraaf toen zij alleen waren. «Tijd heb ik niet te verliezen. Daarom haast ik mij u te zeggen, dat ik in deze laatste ure verklaar op recht berouw te gevoelen over al het kwaad dat ik u berokkend heb ofschoon gy het mij wederkeerig hebt gedaan.” «Mijn gewéten verwyt mij niets, mynheer." «Mocht ik hetzelfde kunnen zeggen,” sprak Ful bert met een droevigen glimlach. «Ik heb menig kwaad goed te maken en daar ik niet gewoon ben, zoo ah mijne zuster Elisabeth, om vergiffenis te vragen in den biechtstoel, tracht ik mijn geweten op mijne wijze tot rust te brengen. Daarom verzoek ik u dau ook om, ah gy mevrouw Treanna ont moet, mijne voorspraak te wezen opdat zij mij ver giffenis schenke, zoo zij mij al niet betreuren kan. Zeg haar vooral dat zij op hare hoede zy voor mijne zuster." De jaarlyksche uitvoering der Ned. Orga- nisten-Vereeniging is bepaald op Maandag 26 April in de Evang. Luth. Kerk op het Spui te Amsterdam. Medewerking zal verleend worden door mej. Helwig, de hoeren Rogmans, Frowein, Petri, Patrimonium en bet bestuur vaa St. Eduardua berichten, dat de werkstaking voor den juwelier M. Visser van af heden is opgeheven. Noch in het schryven aan de juwelien, noch in het manifest wordt eenig voorbehoud gemaakt ia verband met de «aannemelijke voorstellenwaarvan door den Bondsvoorzitter gisteravond gesproken werd. Men mag dus hieruit opmaken, dat deze concessies niet van de gecombineerde werkgevers uitgegaan zyn, en zyn wy goed ingelicbt, dan heeft ook de heer Visser zelf, rechtstreeks noch door derden, voorstellen tot tegemoetkoming gedaan. Omtrent dit pont, bondsbestunr het zr”“ keeren wij dus nog 56) De stem van Marianne vroeg wie hy was en op het noemen van zijn naam, hoorde hij dien met blijd schap herhalen en werd de dear der hut terstond geopend. «Gij komt juist bij ty'ds, mynheer Tiburce," zeide Marianne. «Ik zou bij het aan breken van den dag op weg moeten gaan, om u op te zoeken.” «Dan zou het te laat geworden zijn,” sprak een zwakke stem. De zwerveling wendde het oog naar het bed van vrouw Kerguisec en ontdekte daar een man, wiens doodsbleek® kleur hem bijna onkenbaar maakte. Naast hem waren de oude vrouw en Marianne ge- zetei. In zijne handen hield hij de hand van Pau vrette geklemd, terwijl de boerin op eentonige wijze eei) “gebed voor hem opzegde. «Dat is de heer Fulbert de Pratenros,” sprak Marianne. «Hy is zeer zwaar gekwetst. Ik heb hem in eene der zalen van het kasteel Treanna gevonden, toen ik daar kwam te gelijk met de troepen uit do stad. Hy heeft verzocht dat ik hem hierheen zou laten brengen en ik heb aan dat verlangen voldaan. Thans wil hy mat u spreken, mijnheer Tiburce.” De zwerveling gaf Legoëllo, die juist bezig was zyne pijp aan een brandenden spaander aan te steken, oen wenk om buiten te gaan rooken en naderde het Amsterdam, 14 April 1897. Aan de gecombineerde werkgevers in de diamant-industrio, alhier. Myne heeren Namens de besturen der vyf vereenigingen van diamantbewerkers alhier, heb ik de eer a mede te deelen, dat ingevolge het besluit der algemeene vergadering van gisteravond de werkstaking voor den juwelier M. Visser op geheven is. Verdere inlichtingen daaromtrent geeft bijgaand manifest, dat heden op groote schaal verspreid wordt. Namens de besta ren voornoemd, Hoogachtend, Uw Dw. (w. g.) HENRI POLAK, Voorzitter. Het bedoelde manifest is van den volgenden inhoud «Het hoofdbestuur van den A. N. D. B., het bestuur van Betaalel, het bestuar der Diamantslypprs-Verewniging, bet bestnur van «Stel u gerust, mijnheer, één zal over haar waken." «Gij, zeker P* rik.* «Ik weet dat men u als vijand niet genoeg kan vreezen vooral wanneer gij mevrouw Treanna verdedigt.* De burggraaf gaf aan die woorden eene spottende uitdrukking. Tiburce bewaarde het stilzwijgen. «Laat ons thans over Pauvrette «preken,* ging Fulbert voort. «Ik heb dat vriendelyk kind nog eene laatste maal willen zien en hare toekomst wil len verzekeren. Voor het laatste doel kan ik mij tot niemand beter wenden dan tot u. Ik verzoek u dus de uitvoerder te zyn van mijn uitersten wil. Ik vermaak aan Pauvrette alles wat my overgebleven is van myn fortuin, dat ik grootendeels heb door gebracht. Daar is mijn testament; lees het.” Tiburce nam het papier en las «Ik ondergeteekonde, mijn dood voelende naderen, in het bezit van mijn vollen wil, geen andere erf genamen hebbende dan my'ne zuster Elisabeth de Pratenros, vermaak al wat ik bezit aan eene wees, Pauvrette genaamd, die het toeval my heeft doen ontmoeten. Het is eene goede daad, die ik hoop bij God in rekenschap te kunnen brengen en die mijne zuster, in hare verhaven liefde, zeker van gan- scher harte zal goedkeuren. «In de hut onder den vijgoboom. «Fulbert de Pratenros.” «Toen hy het papier gelezen had, gaf Tiburce het den burggraaf terug. «Gij hebt dat testament met eene goede bedoeling geschreven mynheer,* zeide hy, «maar niet op die wijze maakt gy het kwaad goed dat gy bedreven hebt. Ala Estelle thans nog kon spreken, zou zij u antwoorden: ««Ik neem voor mijn kind geene aalmoezen aan. Ik wil niet dat zij geld zal krijgen van hem, die weigert haaf zijn naam te geven.” «Zijt gij dan altijd even streng,* prevelde de burggraaf ongeduldig. «Gij weet niet wat het mij reeds gekost heeft om een testament te maken ten voordesle van Pauvrette. Het is een gril, waarom de wereld, waarin ik verkeerde, lachen zal.* «Wat bekommert gy u in deze laatste oogenblikken nog om do wereld. Vrees veeleer dat uwe dochter lijden zal onder de vooroordeelen van die wereld, die haar met minaehting van zich zal stooten.* «Het vermogen dat ik haar nalaat zal haar in staat stellen om van die wereld onafhankelijk te zyn. Het zal haar beschermers genoeg doen vinden en ieder gunstig voor haar stemmen.* «Vergis u niet, mijnheer; juist uw vermogen zal Pauvrette in een maatsebappelijkea kring plaatsen, waar ieder haar rekenschap zal vragen van hare afkomst. De groote wereld, die geen ellende en ar moede kent, heeft minder medelijden en meer trots dan de arme, die by ervaring de maatschappelyke jammeren kent en ze met vergevingsgezindheid en deernis bejegent." «Misschien hebt gij gelijk, mijnheer; maar wat zal ik er aan doen? Ik heb alles gedaan wat ik kon en durfde. Nooit zal ik den moed hebben myn kind te erkennen.* «Ep ik, mynheer, zal getrouw den laatsten wil van haar, die thans niet meer isik neem PiuVrette de aalmoes niet aan, die gij haar Jaap Eden gaat met Gnirry, met wien by ook verleden jaar ons land bezocht, naar Tn- ryn, waar beiden heel gunstige contracten hebben afgesloten. Te Nieuw-Buinen hebben de veenarbeiders zich vereenigd en een bezoek aan de verveners gebracht met bet doel eene loonsverhooging te bekomen, en tevens mot werkstaking dreigende. Nadat de verhooging van 50 tot 75 cents per dagwerk was toegezegd, is het werk hervat. De heer C. L. te Steenbergen is Woensdag baast het slachtoffer geweest van eigen onvoor zichtigheid, doordien by tnsschen Rozendaal en Kruisland uit de in volle vaart zjjnde stoomtram sprong. Hij struikelde en viel met het hoofd op de steenen, waardoor hy zeer ernstig verwond werd en voor dood bij den heer Linders aan het Gastelscheveer is binnen gedragen. Hoewel men aanvankelyk het ergste vreesde, was zyn toestand gisterochtend geruststellend. tiet bestoor van den A. N. D. B. te Am sterdam beeft by bet volgend schryven aan de juweliers modedeeling gedaan van het besluit, in de vergadering van eergister avond ge nomen De schrijver der Haagsche Sprokkelingen in bet »U. D.« vestigt da aandacht op de handelingen van 's lands regeering, die een jaarlyksche bydrage »an f 1200 uitlooft voor bekwame jongelieden, die zich op het beeld houwen willen toeleggen, maar daaraan niet denkt voor de beoefenaars van wetenschappelijke vakken ofschoon ’t nog vry wat nuttiger voor de samenleving zou Zyn, als jaarlyks een veelbevolend medicus of natonrkandige, een jengdig ingenieur enz. uitzicht had op zulk een >prix de Rome?« In Amsterdam worden pogingen aangewend om een nieuw radicaal weekblad op te richten. Uit Appingedam wordt aan de»N. Gr. Ct.« gemeld: In zake bet faillissement van den heer J. Borst te Delfzyl valt nog te melden, dat, ofschoon de zaken reeds lang zwak stonden, de val voor het groote publiek zeer onverwacht kwam. Nader blykt my, dat een deel der Pastoor Kneipp l’gt ernstig ziek aan een longontsteking. (T®L) er opzettelijk om te doen ware infanterie iets te geven, dat zoo weinig mogelijk imponeerend uiterlyk aan den treffendere kunnen uitdenken.®

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1897 | | pagina 1