ost
mram»
b J
Donderdag 22 April 1897.
No. 7253.
r
Zn
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
BINNENLAND
■•Wl
f ÜU1LLETO Ar.
e. 5
ierdam.
VIM
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
de Kon. Ver. Het Nederl.
r resp.
ational
Ion ae
enz.
ft
der,
8(
Ijjfden by
j het aan-
)o»t-lndii.
n mandant
irnizoens-
doos.
ze voor-
De
a derdag
spreken,
vaa
ricatie
er van
I.OIINIIE UIIRIXT
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is f 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
ide en go
to kiespijn
De H. IJ. 8. M. heeft in de richting Rot
terdamAmsterdam en terug op de beide
Paaschdagen 26 extra treinen laten loopen.
De R.-K. bisschop nit Haarlem vergezeld
van zyu secretaris, den heer Juffermans, naar
Rome vertrokken.
was een soo algemeen be-
geliefde tooneelapeelster, dat men
loeielyk iets oieaw ren haar ken zeggen. Er
ADVERTE^TIEN worden geplaatst
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
chadelyk
-vet,
teid, klier,
hts en an-
roven en
id enfete-
zweringen,
n voeten,
vorm, enx.
i onrein
in en on
Aan den tocht door Haarlem’s omstreken
door de leden van verschillende rywielclubs
buiten Haarlem, werd op tweede Paaechdag
door tweehonderd dames en heeren deelgenomen.
Ook gisteren stroomden drommen vreem
den, meest op rjjwielen, naar Haarlem's dre
ven, ter bezichtiging tan de byacinthenvelden.
De Nederlandscbe Opera denkt Dinsdag a.s.
te Amsterdam de Tempeliers te geven, de opera
van Bonman, die te Gouda indertijd in concert-
vorm is uitgevoerd.
Men meldt nit Oirschot
De heer Mouljjn, predikant alhier, is Zondag
het slachtoffer geworden van een noodlottig
ongeluk.
Nadat hy zich tot laat in den 4vond had
beziggehouden met de voorbereiding voor de
godsdienstoefening van Maandag, heeft hy
omstreeks 12} uur zyn woning verlaten, wat
hij meermalen deed na drukke bezigheden, om
zich nog wat te verfrisschen.
Waarschynlyk door de duisternis of door
de afgetrokkenheid, waaraan hy in hooge mate
leed, misleid, is by in een vjjter geraakt, die te
midden van een dennenbosch is gelegen, en
daar verdronken.
Men schrijft uit Nieuwerkerk »/d IJsel:
Jl. Donderdag 15 dezer bemerkte een schip
per, onder onze gemeente door den IJsel va
rende, dat twee personen, met een hondenkar
van Gonda komende, bezig waren met een geit
te ontvreemden, welke toebekoorde aan J. H.
De daders, die waarschynlyk zagen, dat hun
handel wyze gezien was, keerden terug, bepaald
met het doel langs een anderen weg onze ge-
58)
„Welnu,” sprak zy, «ik luister.”
„Mevrouw Treanna,” zeide hij, opzettelijk zyne
woorden rekkende, »is alleen in de hut aan de kust.”
Die weinige woorden maakten een onbeschrijfely-
ken iudruk op de freule. Een oogenblik peinsde
zijteen sprak zij 1 aastig„Laat twee paarden
zadelen. Wij gaan naar de hut.”
„En als de zwerveling terug is?”
„Wij zullen onze voorzorgen nemen. Maar bij zal
niet terug zijn.”
„En dan?” vroeg Brice met spottende onbe
schaamd heid.
„Dan ik heb u beloofd uw fortuin te zullen
maken,” antwoordde de freule met een glimlai h.
„Welnu ik zal u het dubbel geven fan hetgeen ik
u had toegedacht en dat binnen weinige dagen.
Maar sta my dan ook trouw ter zijde.”
„De freule kan op mijn trouw rekenen,” ant
woordde d. jonge man met moeite zijne kalmte be
warende. Hy verwijderde zich daarop; maar de
freule riep hem terug:
„Ik ga naar Malo,” zeide zy. „Waarschijnlijk zal
ik u schellen en u het een of ander bevel geven,
maar volg dat niet op.”
Toen zij alleen was bezag zy het fleschje, dat zij
uit hare secretaire had genomen, tegen het liohb
meente te pastoeren. J. H., gewaarschuwd,
stelde de politie er terstond mede in kennis.
De ryksveldwachter, N. de Graaff, hield op
het dorp een oog in 't zeil, en al heel spoedig
kwamen twee personen met een hondenkar uit
den Znidplaspolder, en wilden over het dorp
zoo verder gaan. Opgehouden, waartoe zij
weinig Inst hadden, werd bon allereerst gewe
zen op 't feit, dat ze geen nummer op de kar
hadden, waarvoor zy geen voldoende ophelde
ring konden geven. Eindeljjk bemerkte de
veldwachter een geit in de kar liggen, op een
zonderlinge wyze gebonden eu met een zak
gedekt. Naar de herkomst gevraagd, werden
er zeer tegenstrijdige verklaringen gegeven. Ze
hadden hem eerlyk gekocht, eerst in Gouda,
later onder Moordrecht. Dat zy de geit ont
vreemd hadden, o neen, daarvan was geen
sprake. Echter werd J. H., welke die geit
als de zyne herkende, het dier terug gegeven,
en tegen de twee personen procesverbaal op
gemaakt.
Maandagmiddag te 2 uur is in de R. C.
Ziekenverpleging aan de Keizersgracht te
Amsterdam in den ouderdom van 68 jaren,
overleden mevrouw Christine Stoetz, de bekende
„Hebt gy niets noodig vervolgde zij tot den
gekwetste.
„Ik heb dorst.*
„Hebt gij dorst?* herhaalde zy, terwijl hare stem
licht beefde.
„Ja ik versmacht van dorst.*
„Ik zal u te dunken geven, Malo.* Elisabeth
vulde een kopje met den drank, die op tafel stond
cn schonk er snel en ongemerkt het fleschje in leeg,
dat zy in de hand ha^. Zij reikte het kopje Malo
toe, die in een teug den ganachen inhoud uildronk.
De freule zette toen rustig het kopje op tafel, zag
den gekwetste aan met een somberen blik en sprak
met zonderlingen nadruk „Bust thans Malowel
dra zal uw lijden uit zijn.*
De kon waarop zij die woorden sprak deed een
licht voor hem opgaan. Met plotselingen argwaan
vervuld, zag hij de freule aan. Die argwaan werd
verbazingdie verbazing schrikdie schrik afgry-
zen. Eensklaps, trots de vreeselijke smart, die het
hem veroorzaakte, rees hy half overeind en met vlam
mende blikken en het schuim op den mond, riep
hij met gillende stem
«Eeuwige schande over gij hebt mij vergift
gegeven.”
Ondanks sich zelve, deinsde Elisabeth eenige
schreden terug en het fleschje viel uit hare handen.
„Ik zweer u Malo begon zy.
«Gy zult de straf voor uw gedrochtelyk verraad
niet ontgaan,* riep Malo en wilde zich uit zijn bed
werpen, maar op hetzelfde oogenblik zonk hijchter-
over en bleef roerloos liggen.
Freule de Pratenros kwam langzaam naderby, boog
rich over haar slachtoffer hanen u prevelde t „Het
Doer het bestuur van de vereenigiug van
onderwijzers aan opleidiugsinrichtingen voor
onderwyzers en onderwijzeressen zyn benoemd
tot leden der commissie, die een catalogus
zullen samenstellen voor normaallessen, de
bh. R. J. Kortmulder te Rotterdam, R. Leopold
te Gouda, J. Tb. Schiphorst te Delft, J. J.
Tan Have te 's-Gra»enhage en J. V. Dissel-
koen te Sliedrecht.
werkt spoediger dan ik gedacht had.*
Toen verliet zij het vertrek, draaide hat slot af
met den sleutel, dien zij bij zich stak en eenige
oogeablikken later verliet zy, vergezeld van Brice,
het kasteel.
Nog geene halve mijl kon zij afgelegd hebban
toen Tiburce en Legoëllo met het geweer in de hand
het slotplein opreden. De portier maakte eenig be
zwaar om hen in te laten, by de afwezigheid der
freule, maar de toon van gezag, waarop Tiburce
sprak, duldde geen tegenstand. De portier was dan
ook al spoedig bereid om hen naar do kamer te
brengen, waar Malo lag.
Groot was hunne verbazing, toen zy, aan de deur
gekomen, deze gesloten vonden en den sleutel misten.
Op hetzelfde oogenblik klonk luid en aanhoudend
•ene schel „de schol van de kamer van Malo,*
zeide de portier.
„Zijt gij daar zeker van
„Volkomen zéker.*
„Dan moeten wij de door open stooten,* sprak
Tibarce. Maar de deur was van dik eiken hout en
weerstoud elke poging. Vruchteloos ock trachtte
Legoëllo met eene ijzeren bont die hij vond het slot
te breken, en van alle sleutels, die de portier bezat
was er geen een, dis er op paste. Intusachen klonk
nog altyd de schel, maar steeds zwakker en zwakker.
„Zijt gij opgesloten, Malo?* riep Tiburee.
Een dof geluid antwoordde.
„Zyt gij hot slachtoffer van een misdaad?* vroeg
de zwerveling.
Een snik een zucht volgde en daarop wi
alles stil.
(APotaf eorw^tf.)
Wy herinneren er aan dat de Kinderen
Vrijdagmiddag ten half »yf uur op de respec
tieve Scholen moeten tegenwoordig zyn voor
de generale repetitie in de Sociëteit Ons Ge
noegen. Ouders en voogden zullen zeker hier
aan wel willen denken.
Men schryft uit Haastrecht dd. 20 April
Het vierjarig zoontje van den beurtschipper
H. liep Zaterdag al spelende achteruit en kwam
zoodoende in >de Groote Ha»enterecht. Ge
lukkig werd het door zyn knecht opgemerkt,
die zich niet bedacht, dadelyk te water sprong
en den lieveling redde.
H.H. M.M. zullen zich bij bet bezoek aan
Gguda doen vergezellen door mevrouw baro
nesse van Hardenbroek, freule Van de Poll en
gravin Van Limburg Stirum, den kamerheer
en particulier secretaris jhr. De Ranitz, den
adjudant jhr. Van Tets, den ordonnance-officier
graaf Dumonceau en den le-stalmeester Baron
Bentinck.
Dat men niet te spoedig moet wanhopen
aan ’tdoen opleven van een drenkeling, is te
Amsterdam weer eens bewezen. Een schipper
geraakte te waterongeveer na tien minuten
gelakte 't aan den matroos le kl. G. Rade-
maker, van de Wassenaardie gekleed te
water sprong, den drenkeling op te duiken, en
de dokter van het schip slaagde er toen nog
in, de levensgeesten weer op te wekken.
Men meldt uit LeidenDoor een aantal
vrienden en vereerders van wylen de. R. Koop
mens van Boekeren, werd reeds spoedig na
diens overlijden besloten zyne nagedachtenis
blyvend te vereeren door de oprichting van
een gedenkteeken op zyn graf, op bet kerkhof
buiten de Groeuesteeg. Gister had de out hai
ling plaats. Het monument bestaat ait eene
h^dsteenen zuil met wit marmeren plaat,
waarin gebeiteld
>Aan de nagedachtenis van Rinse Koopman»
van Boekeren. Den menschenvriend, den Predi
kant, den schryver gewijd door zyne vrienden
en vereerders,»
De overdiacht en aanbieding van de familie
geschiedde bij monde van D». H. P. Schim
van der Loeff, predikant by de Remonstrant-
sche gemeente, die de verdienste van den waar-
d gen afgestorvene op zoo velerlei gebied in
warme bewoordingen nogmaals in dankbare
herinnering bracht.
De oudste zoon van den betreurden doode,
den heer J. R. Koopman» van Boekeren, aan
vaardde ook namens zyne moeder en verdere
betrekkingen, onder betuiging van erkentelijk
heid bet monument.
De aanwezigheid van vele belangstellenden
op den doodenakker getuigde by hernieuwing
van de genegenheid, da. Vau Boekeren tydens
zyn leven zoo ruimschoots toegedragen.
Onze correspondent te Batavia seint ons
onder dagleekening van gister
De veepest is op drie plaatsen in Batavia
uitgebroken. (N. R. Ct.)
De (ommissie uit Ged. Staten van Friesland,
belast met bet beheer over het door wylen dr. L,
A. Buma aan de provincie ten dienste der
landbouwkunde vermaakt legaat, looft een prijs
uit van f 500 voor de beste, mits goedgekeurde
beantwoording der navolgende prysvraag
In bet buitenland wordt het rioolwater van
verschillende steden en het afvalwater van
fabrieken, alvorens in de openbare wateren te
worden toegelaten, met goed gevolg gereinigd
door bet voor bevloering van landeryen te
bezigen en het aldus door dan bodem te fil-
treeren.
tooneelapeelster van
Tooneel.*
Cbriatine Stoetz
kende en
m<
zyn weinig Amsterdammers die deze altyd
ware, zoo echte* tooneelspeelater niet hebben
zien spelen en bewonderd.
Zy muntte echter niet alleen op het too
neel uit.
Zy was een zorgvolle moeder en greotmoe-
ier, en ook voor de leerlingen der Toooeel-
ichooi meer een moeder dan een onderwyzeres.
Van deze doode kan men getuigen, dat zy
al goed waa wat er aai was.
Daardoor val zy èn by het Tooneel dn by
het publiek in dankbare herinnering blyven.
kreeg toen een dolk, die zij in eene plooi van haar
kleed verborg en verliet langzaam het vertrek, een
langen gang volgende, die flauw door den aanbre-
kenden dag verlicht werd, tot dat zij eene deur had
bereikt, die zij behoedzaam opende.
„Is daar een priester?” riep eene rauwe stem.
„O, die koorts I die koorts I”
„Ik ben het,* zeide Elisabeth het bed naderende,
waarop Malo, ten prooi aan eene hevige wondkoorts,
lag uitge. trekt.
Ik heb een biechtvader gevraagd waarom zendt
men mij geen biechtvader. Vuar brandt er in mijne
aderen.*
„Wat wilt gij dan biechten
„Mijne wroeging.*
„Hebt gij wroeging F* zeide de freule met lomberen
spot. „Die komt wel laat Malo.*
„Het is nooit te laat voor het berouw."
„Gij meent dat het altijd tijd» genoeg is om ge
heimen te verraden.*
„Wee» gerust; ik zal u niet noemon. O, die
koortsI die koorts!*
„Mijn arme goede Malo!*
„Ik zal mij zelven alleen beschuldigen. Ik zal
mijne misdaden belijden en uwe medeplichtigheid
verzwygen.*
„Dat verwachtte ik ook van uw trouw hart.*
Een satanische glimlach kwam op het gelaat der
freule, terwyl zy aan het schelkoord trok. Brice
verscheen. Zij beval hem een priester te gaan halen.
„Terstond freule,* zeide deze met een schijnheilig
bedrukt gelaat. „De paarden staan voor,* veegde
hy er by.
„Goed, wy vurtrekkeA aanstond».*
GOUDA, 21 April 1897.
Burgemeester dezer Gemeente is Don
en Vrydag niet op bet laad’auis te
maar wel die dagen aan zyn woning
10 tot 12| sur.
In verband hiermede eu met de omstandig
heid dat de openbare wateren van Friesland
door het afvalwater van verschillende indnstriën
worden verontreinigd, wordt gevraagd:
Welke resultaten zyn te verwachten, zoowel
voor het reinhouden der openbare watereu als
voor der. landbouw, vau het bevloeien van
landeryen met fabriek saf val water
>In het byzonder wordt verlangd zulk» aan
te toonen met een voorbeeld aan toestanden
in Friesland ontleend.*
Het antwoord moet vóór 1 September 1898
worden ingezonden aan den griffier der Staten
van Friesland.
Mooie Paascheieren liep een straatventer
op eersten Paaachdag in de avenue d'Italië te
Parys. Van alle soorten en kleuren bad hy
ze op zyn wagen: chocolade-, aniker-eieren,
bruine, witte, gele en rose. En de kinderen
uit de buurt stonden er watertandend om been.
Een juffrouw vroeg den prys van een mooi
chocolade ei. Twee francs, zei de man. Veel
te duurantwoordde de juffrouw en dong af.
Na eenig bieden bleek de koopman niet bene
den de dertig sou» te willen gaan en de juf
frouw blies een scbyn-aftocht. De man haar
achterna: Dertig sou»! De juffrouw: Nee,
vyf-en-twintig. Eindelyk de man, woedend:
Nou, daar heb je 't voor niks! Eu pats!
smjjt hy bet mooie chocolade ei vlak in 't
gezicht van de juffrouw, 't Ei kapot en de
juffrouw een blauw oog.
Maar daar bleef bet niet by. De joffrouv
rent terug naar den wagen, zet baar mand neer
en begint den man mtt zyn eigen eieren te
bombardeeren. Deze, blind van woede en
eiergrui», grypt ook in zijn wagen en zoo
smyten ze elkaar een paar minuten lang den
kostbaren inhood in gezicht aan stukken.