w n b ISl 36ste Jaargang Vrijdag 23 April 1897. No. 7254. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. BINNENLAND Sn, cac- mUlLLElU n. i’ll ■gj j Inzending van Advertentiën tot 1 uur de# midd. 12 tot een straalpijp 'KONEN antwoordde Tiburce somber» dat De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers V IJ F CENTEN. Üfden bjj het aan- oat-Indie. imandant rnizoens- eon spiegelruit. Naar wy vernemen wordt de schade door assurantie gedekt. - 3.2 avenhag- Wegens het bezoek der Ko ninginnen op Zaterdag zal de „GOU.DSCHE COURANT” dien dag niet verschijnen. enz. ut 1.45 - 1.90 - 2.60 Dame >r aan elend, pwerk vuldig uwen- hand- 1,01 [NHL COURANT erdam. chtïg hand de en ge- 3 kiespijn te huwen. Die hoop hebt gij rijp u niet, freule,” antwoordde de mar- talmen en vasten toon. «Nooit heb ik i gezochtik heb slechts aan den wensoh laamd." aan ’t is mij genoeg, dat ontrukt hebt Ik haat u!« ("W wrvetyi.) winkel gevestigd is, in :- r.m ze werd hij verbonden. De veroorzaakte schade, zoowel door vuur als door water is zeer belangrijk. ADVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Een onbesuisd wielrijder reed op de Schiekade Rotterdam een beer en dame aan met bet gevolg, dat laatstgenoemde achterover in bet si ijk geworpen werd en den beer jas, broek en onderklederen gescheurd werden en hy schram men aan een der beeoen bekwam. De beer, diep verontwaardigd, trapte de bets kort en klein. Politie weldra ter plaatse, maakte er den heer attent op, dat hij zyn eigen rechter niet mocht zjjn. 60) Tiburce deed nog eenige vragen, maar er volgde geen antwoord. «Door het vensterriep Tibarce op eens en het drietal ijlde naar beneden. In oen oogwenk was er een ladder tegen het raam van Malo geplaatst. De zwerveling klom naar boven, stootte een ruit in, rukte het raam open en sprong in het vertrek, ge volgd door de beide anderen. Op het bed lag het lijk van Malo, want dat hij een lijk was getuigden de verstijving van hot gansche lichaam en de ver wrongen gelaatstrekken. Maar geen spoor van een geweldigen dtiod was te ontdekken en Tibarce meende reeds dat hy aan de gevolgen zijner wond, die doo delijk was, was bezweken, toen Legoëllo hem een papier overreikte, dat naast het ledikant op don grond lag. Nauwelijks had Tiburce het doorloopen of hy riep uit: «Freule de Pratenros heeft Malo vergiftigd. Luister wat hij schrijft:” u«Ik sterf vergiftigd door freule de Pratenros. Het flesohje dat hot vergif bevatte is nog in de kamer.” «Daar is het,” zeide do Roodmuts het fleschje oprapende en er aan ruikende. «Ik ken die lacht als de fleach vol is geweest had hy genoeg in om twaalf menschen van kant te maken.” Tibarce nam het flesohje aan en las verder: ««Freule de Pratenros vreesde dat ik haar verra den k>u, want sy m het geweest, die mij aangaut •ordt door den Deze van van dat steel (want de pgp is dan genomen) niet te breken Dinsdagochtend opende baron J. E. N. Sebimmelpenninck van der Oye van Hoevelaken de 19e jaarvergadering ran de Unie, Een school met den Bybel. De voorzitter wees op het verschijnsel dat de Uniecolleete f 3008 meer had opgebracht 18 nieuwe locaal-comité’s sloten zich aan, doch 15 zjjn er afgevoerd. Pogingen tot samenwerking met Chr. volks onderwijs waren niet beproefd. Deze vereeniging had in het laatste jaarverslag zich tegen de Unie uitgesproken. De penningmeester, baron F. P. Mackay, verbljjdde zich over de meerdere opbrengst van de collecte, doch wees ook op het verschynsel, dat de uitkeering aan de Uniekas telkens minder wordt. Daarover ontspon zich eene discussie, die eindigde met het uitsproken van den wensch door den voor- GOUDA, 22 April 1897. De hh. Jansen en Zn., decoratears van bet Raadhuis alhier, hebben de vriendelijkheid de decoratie van het Raadhuis te laten hangen, roodst ieder in de gelegenheid is dit te zien tégen eene kleine entrée ten voordeele van de algemeens armen en wel Zondag van 12 5 uur. H. M. de Koniogin-regentes, vergezeld van eene hofdame, bracht gisteren een bezoek in den koninklijken grafkelder in de Nieuwe Kerk ie Delft en legde twee bloemkransen op de lykkist van wjjlen Z. M. Koning Willem III., H. M. bezichtigde daarna het monument, ge- wjjd aan de nagedachtenis van wijlen prins Willem George Frederik, uit Padua naar Delft overgebraebt. In de zilveretalage werd o. a. een groots verwoesting aangsricht door het springen van HH. MM. de Koninginnen zullen 30 dezer van Amsterdam rechtstreeks naar bet buiten land vertrekken. Na «en oponthoud van twee dagen te Stuttgart, alwaar Hare Majesteiten incognito een familiebezoek zullen brengen, en een ver- blyf van 10 a 12 dagen te Weenen, zuilen de Koninginnen een verbljjf maken te Alt Aussee in Salzkammergut, en omstreeks half Juni in bet vaderland terugkeeren. In een particuliere correspondentie oit Goada lezen wy in de Amst. Courant: Hoewel ik my niet ontveins, dat het zeer moeilijk is, in een dagbladartikel, waarin kort heid, volledigheid en duidelijkheid een eerste ver- eischte zyn, een beschrijving te geven van de pypenindusirie, wil ik toch beproeven een be spreking te geven, aan de band waarvan men de gansche vorming van een pijp kan nagaan. Waarom genoemde industrie jnist in Gouda is gevestigd, is een raadsel, dat mij nooit, zelfs niet door pypenfabrikauten is opgelost, want de meening dat de industrie te danken is aan de nabyheid van IJselklei, is ten eenenmale on waar, daar die soort van klei volstrekt od- brnikbaar is. Neen, de benoodigde grondstof komt uit België, Duitschland ,sen Engeland. Alvorens deze klei geschikt voor ’t gebruik Gisterenmiddag te kwart voor tweeën be merkten eenige voorbijgangers, dat er een dikke rook sloeg uit een keukénraam van pand 277 Hoogstraat, boek Moriaanstraat, te Rotterdam, onmiddellyk daarop gevolgd door een vlammen-, zuil, die opsteeg tot aan de eerste verdieping van dat pand, uitzicht gevende over de spoor- wegvmduct. Onmiddellyk werd alarm gemaakt sa trachtte men bet ijzeren rasterwerk van het keukenraam in te trappen, doch terwyl men hiermede doende was, bemerkte men dat het geheele pand, dat bewoond wordt dooi de familie Van Gelder en waarin de zilversmids- van den heer N. A. Van Gelder aan de vier hoeken tegelyk lichterlaaie stond. Int een oogwphk wa de vlammen in den zilverwinkel, sloegen uit d» ramen aan de Hoogstraat, aan de De uitslag der Dinsdag in het district Alk maar gehouden verkirting voor de Tweede Kamer is de volgende Uitgebracht 1683 geldige stemmen. Daar» vhu verkreeg mr. E. Fokker, oud-lid der Eerste Kamer voor Zeeland, 853: minister van jus titie en oud-afgevaardigde voor Alkmaar .mr. Van der Kaay 802 stemmen. Gekozen is alzoo de heer Fokker. deden. „Ik wacht," antwoordde hij. «Op freule de Pratenros, zeker «Ja." «Zij is in de hut, niet waar?" «Zij is daar." «Om de markiezin te vermoorden, zooals zij Malo vergiftigd heeft." «Ik begrijp niet wat gij bedoelt." «Wee haar, on wee u I ellendige, zoo mevrouw Treanna niot ongedeerd blijft Legoëllo, pas op dien man." Legoëllo deed zonder te antwoorden twee passen achteruit, on legde toen op Brice aan. Ter loops zocht hij nog Tiburee, maar deze was reeds ver dwenen. Elisabeth de Pratenroe was in de hut. Zij stond dreigend in hare volle lengte tegenover de markie zin, die kalm en fier, met over elkaar geslagen ar men, haar aanstaarde. «Wat hob ik u gedaan?" vroeg de markiezin met waardigheid. «Waarom haat gij my?" «Weot gij dat niet antwoordde do freule somber ei heftig. «Luister. Jaren lang heb ik gehoopt den markies Treanna te huwen. Die hoop hebt gij vernietigd." «Ik begri kiezin op k den markies van mijn va ,W.l gut gÜ mij den n «Gij hebt gelijk," «Naar de hut I" Zij verlieten thans het vertrek op dezelfde wijze als zij er in gekomen waren, en weldra renden zij in snellen galop den weg op naar het strand. Op de rotsen gekomen, stegen zij af, bonden hunne paarden vast en volgden zij zoo snel en stil moge lijk het pad naar de hut. Bij hot omslaan van een hoek zagen zij Brice, die tpgsn eene rots geleund stond. Toen deze hen ontdekte, wilde hij vluchten, maar Tiburce legde zijn geweer op hem aan en riep hem toe dat hij zou blijven staan. Roodmuts volgde stipt het voorbeeld van den zwerveling en Brice achtte het zaak zich niet te verroeren. «Ga naar hom toe, Legoëllo, terwyl ik hem in bedwang hond. Maar doe hem geen kwaad." «Ik zou hem anders zeer graag den nek eens omdraaien," bromde de oude Jakobijn, «Maar ‘t is goed, ik zal hem met zachtheid behandelen." Zoo sprekende liet hy zich naar beneden glijden, klom een paar rotsblokken over en was weldra op de plaats waar de knecht nog altoos roerloos stond. «Wel vriendje," sprak hy, hem met eene buiging bij de kraag vattende, «staan we zoo op de rotsen te mijmeren als eon zeehond Moeten wij ons hart eens lucht geven in de eenzaamheid, lief kind «Wat wilt ge van mij?" vroeg Brice onder schijn bare kalmte en vastberadenheid de vrees verbergende, die zich van hem had meester gemaakt. «Dat zal de zwerveling u zeggen, mijn jongen. Daar is hij al." Werkelijk stond Tiburce thans eaast hem. «Wet voert gij hier uit?" vroeg hij, Brice met vlammende blikken aanziende, die dezen sidderen pl.m. 13,000,000, zeer groot, vooral in aan merking nemende dat er nog maar 10 fabrie ken en fabriekjes zyn. Vroeger was dit aantal grooterde geschiedschrijver van Gouda, Walvis, maakt er melding van, dat er in 1713 nog meer dan 300 fabrieken waren. Het is wei jammer, dat er, zooals ik gehoord heb, wel eens onaf gewerkte pypen worden afgeleverd, maar och 1 want bedrog schynt wel haast noodzakelyk te ryn in alles. Dat het bedrog in de Goudsehe kaas ook al niet nieuw is, blykt uit onderstaand versje, dat op dè onde waag stond, die, naar ik meen, in de 17e eeuw door de tegenwoordige is vervangen Gewigt, te ligt, te zwaar, Is gruwel voor den Heer, En valsheid in de waar, Quetst Menschen Siel, en eer. is, moet zy, zooals de term luidt »gezookt«, d. i. geweekt worden en daarna gemalen. Van de dan verkregen uiterst fijne klei kan men den eersten grondvorm maken (z. g. vor men). Het model van een pyp is dan aanwezig, natnnrlyk nog grof, want die eerste vorming geschiedt met de hand. Dit principe wordt dan gedroogd, om, vervolgens weer nat ge maakt, eindelijk in een koperen vorm gemo delleerd te worden (z.g. kasten»). Vervolgens -"a >wyder< de steel doorboord. i wjjder is niet, zooals men denken zou, voren met een scherpe punt voorzien, maar een klein plaatje. Het «preekt van zelf, het uiterst veel oefening behoeft om de weer uit den vorm z en den wyder niet door de nog steeds weeke klei heen te stooten. Dan komt de pijp weer in den vorm, opdat met behulp van den stopper* de kop kan gevormd worden. De stopper is een instru ment, aan de punt conisch geslepen en van jjzer. Wanneer aldus de pyp haar ruw model heeft gekregen, wordt zy, nadat de steel door den schenkers is gladgemaakt, gedurende eenigen tijd gedroogd. De volgende bewerking wordt meestal opge dragen aan vrouwen, »tremsters< geheeten,die den kop van boven afsnyden, evenals het hieltje, dat tussehen steel en kop uitsteekt. Op dit plat algesneden hieltje wordt alsdan het fabrieks merk afgedrukt. Voordat men de pyp nu weer laat drogen, wordt zy eerst met een ijzeren voorwerp, een zoogenaamden >nascbenker« gepolyst. De dro ging geschiedt in z.g. »kistjes«, dat zyn platte bakjes, waarin gleuven, om de stelen in te leggen hierdoor bljjven zy voor kromtrekken bewaard. Na de droging wordt de geheele pijp met agaatsteen, «geglansds en kan dan «gevolds worden, dat wil zeggen gebakken worden in potten vsn vuurvasten steen. Om gebakken te zyn moeten pijpen minstens 36 uren in gloeienden toestand verkeeren. Een beschrij ving van die vuurvaste potten geef ik niet, als minder mét de eigenlyke industrie in be trekking staande. Als de pyp na gebakken is, is zy helder wit van kleur en wordt dan in een mengsel van was en zeep «gedoopte, Dan komt de laatste eigenlyke bewerking, het zoogenaamde snollens. Dit noemt men het glanzend wrijven met wollen lappen. Als nu dé pijpen nog gesorteerd zyn, kannen zij verpakt en verzonden worden. Ongeloofelyk is het, dat de prijs van een lange pyp, die al de opgesomde bewerkingen heeft ondergaan, 1| cent is: evenzoo schijnt mij de in Gouda gefabriceerde hoeveelheid, Morinanstraat en woedden ze op den zolder van het hooge pand, dat weldra het punt van aantrekking was voor een steeds aangroeiendo menigte. Intnsschen arriveerde spuit 4 on eenige oogenblikken later werd de vuurgloed door deze spuit en de spuiten 10, 11 en 3 van verschillende zyden bestookt. Even spoedig als de brand was ontstaan, werd hy door de wer king van gemelde spuiten bedwongen, zoodat de stoomspuiten van het Oostalyk en Wes- telyk Stoomgemaal, die achtereenvolgens verschenen, geen dienst behoefden te ver leunen. Te half drie ongeveer was de brand beperkt tot den zolder, waar een pypleider onder algemeens toejuichingen er in mocht sl igen, nog een kat van den vuurdood te redden. Te 3 uur had men den brand onder de knie. Men vermoedt, dat by is ontstaan doordien in de keuken, zich bevindend in het rousterrain, een op het fornuis staande pan met vet vlam vatte. De orde werd uitstekend ge handhaafd door een talryke politiemacht onder leiding van den commissaris van politie, den heer D. M Ebbeler, die kort na het uitbreken van den brand bet terrein liet afzetten. Ver der waren aanwezig heeren hoofdlieden en de reddingsbrigade. Bij het omboogbrengen van een straalpyp bad de geaffecteerde van spuit 11, Klaas Hoo- gnrbrugge het ongeluk, de band in een glas scherf te slaan en zieb vry ernstig te bles- seeren. Aan het centraal-bnreau van politie heeft om dc markiezin Treanna, en daarna Tiburce te vermoorden. Slechts een wonder heeft hem gered. ««Ik sterf; maar mijne straf is zwaar genoeg. De vloek mijner mdéder drukt op mij. O, dat de ellendige, die mijne medeplichtige was, ook voor mijne misdaden boete I Malo.”” «Ja, bij den duivel, zij zal ze boeten,” riep Rood muts op een toon, of hij de freule reeds in zijne maoht had. «Vreeselijk, afgrijselijk schepsel I” sprak Tiburce, «’t Is niet te gelooven,” mompelde de portier, «zulk eene zachtmoedige vrome vrouw.” «Waar is zij?” «Ik weet het niet, zij is te paard uitgereden met Brice.” «Nog een deugniet, ondanks zyn meisjesgezicht,” merkte Legoëllo op. «En welken kant zijn zij uitgereden?" «Ik geloof naar het strand." «Naar het strand," herhaaldé Tiburce, terwyl een angstig voorgevoel zich van hem meester maakte. «Duivels,* zeide Legoëllo, «zou hot oude wijf weten dat de markiezin in de hut is. Zij zou haar «Zwijg dat zou al to vreeselijk zijn!" vielTiburce hom sidderend in de rede. «Als zij het ongeluk had één haar van bot hoofd van mevrouw Treanna te krenken, zou ik haar als een verachtelijk insekt onder myn voet verpletteren.* «En gy zoudt gelijk hebben, mijn beste vriend, maar verbeuzelen wij onzen tijd dan ook niet. Malo 'ia nu toch dood de duivel moge met zijne ziel handelen naar welbehagen. Denken wy aan de le venden.*

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1897 | | pagina 1