1ES 36ste Jaargang. OEM' BINNENLAND No. 7295. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. drukte Maandag 14 Juni 1897. s BRVEBU FEUILLETON. De Dochters van den Componist. '3 'i Laroche 1 STOMA rook dezer i Asthma i 80 en 50 IMS )che, files. HEK rdam. n Koning i &Co. nhage, en 99a, aan. E.I Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. loop degel yk geregeld Samen 2043 Job. Seb. Bacb. van Beethoven. r|j atoom?n van i l] de Heer kz. in verven van n, alsook alle deer A. H. de meeste •jjgbaar. De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers V IJ F CENTEN. 864 747 620 van van Merkende ni door tal he Genees ten a 1.90 f I I fiOIDSCHE COURANT door JOON. rden naar de rfd. d of geverfd izondheid en end middel J, oplossend ije 20 Cent, jveranciers, ADVERTENTIEN worden’geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. 'kt, Gouda. Voorstal, ia. rdrecht. Boskoop, oatrr addinaveen. ifi een zeer oneindig fout is, weinig op de oppervlakte bevochtigd, Men scbryft ons nit 's Huge: Op verkiezingsgebied ia het hier zoo stil moge I yk althans onder de liberalen. Eu wat men nu en dan nog ziet of hoort, getuigt van groote onhandigheid. Zoo, by- voorbeeld, belegt de kieavereeniging de Grond wet eene vergadering waarin zy de bonding van haren candidaat Mr. H. J. Smidt betreurt Ia dat een middel om den candidaat der vereeniging te doen slagen? Het programma der orgelbespeling in de Groote of St. Janakerk, op Dinsdag 15 Juni, des avonds 7 uur, door den beer J. H. B. Spaanderman, luidt aldus: 1. Fantasie (C. Moll) »Solt’ ich meinen Gott. nicht zingen Uso Seifert. 2. Praeludium et Fuga (0. dnr) 3. Largo appassionato uit de 2de Sonate L. 4. a. Sei Stille dem Herrn<, nit het Oratorium. Elias.* (Solo voor Vox Humana.)F* Gisteren avond hield de kieavereeniging Ons Belang* in de sociteit Reunie* alhier een openbare vergadering, waarin als spreker optrad de heer D. de Clercq, van Nunspeet. De voorzitter opende de vergaderiag met de mededeeling, dat de Heer de Clercq op veel vuldig verzoek voor de tweede maal alhier optrad. De spreker begon met den wensch uit te spreken, dat Manosde schryver van de >Goudache Sprits* uit »het Dagblad* thans aanwezig zou zijn dan kon deze toch nu zoo veel inlichtingen verkrygen, als hy verkoos en bovendien zou spr. hem aantoonen, dat spr. zich niet aan overdrijving bad schuldig ge maakt bij gelegenheid van zijn vorig optreden alhier. De beer de Clercq toonde aan, dat elk mensch een ideaal moet hebben, waarnaar hy streeft. Spr. heeft zich als ideaal gesteldeen maatschappij, waarin alle leden als gelijkge rechtigden zich bewegen en allen een mensch- waardig bestaan verzekerd wordt. Alle mid delen moeten aangewend worden om de indi viduen stoffelijk en geestelijk zooveel mogelijk tot ontwikkeling te brengen. Verschillende zaken werden nu besproken, die verbetering behoeven, of wier invoering door spr. nuttig en noodig werden geacht. De Heer de Clercq wilde hierby niet uitvoerig zyn, ten einde een ruiine gelegenheid open te stel len voor wisseling van gedachten, of het stel len van vragen. Hiervan werd bet eerst gebruik gemaakt door den Heer C. Hoogendyk. Deze verklaarde dat hy den beer de Clercq beschouwde als een vriend van den werkman, doch in dit opzicht wilde hy voor den spreker niet onder doen. De werkman verdient, dat wy zyn belangen behartigen en zyn toestand verbeteren. Evenwel meende de heer Hoogendyk, dat wy in deze niet moeten overdry ven dit zou demoraliseerend werkende werkman moet zich bewust blyven dat hij innerlyke kracht bezit, zyn inertie moet levendig gehouden worden. By vaststelling van maximum-arbeid wil de Heer Hoogendyk verbod van werken bniten den bepaalden arbeidstijd, uit vrees, dat anders de tegenwoordige werkeloosheid geen einde zal nemen. Hierop antwoordt de spr., dat hij er geen gevaar in ziet den werkman te brengen in een toestand, waarin wy, gegoeden, ver- keeren. De werkman zal ook niet in zyn GOÜDA, 12 Juni 1897. Het getal kiezers in de gemeente Gouda, voor een lid van de Tweede Kamer der Staten- Geooraal, bedraagt: In bet le Stemdiatrict 2e 3o Beroepen by de Ned. Horvorrode Kerk te Nienwpoort de heer A. Dekke, cand. te Berg- A^bhqcht. z/T^rwillen van onze lezers, die zich in een wujf’rer beugen, nemen wy het volgende uit een la^tóboaw-blad over betreffende het besproeien dar bedden: Het gieten van bloem-en groentebedden schynt eenvoudige zaak en toch wordt er vele malen bij gezondigd. De hoofd dat men meestal te dikwyls en te eenmaal giet. Daarbij wordt dan en bij de wortels der planten komt weinig of wel in 't geheel geen water. De bladeren dar planten zien er dan na bel gieten zeer goed uit, maar niette genstaande men eiken dag giet, willen de planten in het geheel niet groeien. Maar men kan niet alle dagen zulke groote hoeveelheden water aandragen» zal men denkelyk in ’t mid den brengen. Daarop zy dadelijk geantwoord, dat zulks ook volkomen onnoodig is. Wanneer by waim, droog weer^elke week éénmaal werkelyk ge goten wordt, zoodat het water tot de wortels doordringt, is dat byna steeds voldoende. Het beste is, om voor bet gieten met den bark rillen te maken en daarin het water te storten, die het dan in den ondergrond brengen. Men zal dan weldra de gevolgen van het gieten kunnen waarnemen. Heeft men gier ter be schikking, dan voege men daarvan een weinig bij het water, waarmede men begiet. Ook bij droog en heet weder zal dat niet schaden integendeel. By uitnemendheid gevaarlijk is bet begieten met behulp van de slang der waterleiding, en deze handeling moet dan ook alleen aan des kundige handen worden toevertrouwd, daar by ongeschikte en «orgelooze besproeiing op die wys ten gevolge van de te groote druppels de aarde veel meer gesloten wordt dan by het gieten uit den gieter. Het water met zulke groote druppels neergevallen, dringt den veel moeilyker den bodem in en er vormt zich veel eerder een korst, wat in hooge mate nadeelig is. En als het eenigszins mogelijk is, moot na afl loop van elk gieten van de bark gebrsik ge maakt worden, want dan blijft de vochtigheid veel langer in den bodem. Een zwart potlood nemen Dinsdag de kiezers mee, die niet willen gebruik maken van de stift, welke aan de stembureaux te hunner be schikking wordt gesteld. Want zwart moei een der witte puntjes op bet stembriefje gemaakt wordenniet blauw, niet rood, enkel zwart. Want anders is de nitgebracbte stem on geldig. De zesde alinea van art. 89 der kieswet zegt uitdrukkelijk, dat biljetten van onwaarde zyn waarop de aanwyziog geschiedt op eene andere Wyze dan ie voorgeschreven by art. 77, waar duidelyk den kiezer wordt opgedragen een wit stipje met potlood zwart te maken. Een zwart potlood dus Verder zij herinnerd dat Dinsdag a.s. de stembus reeds te acht uren is geopend. Wie dus dien dag soms op reis moet, kan nu, gemakkelyker dan vroeger, vooraf zyn kiezersplicht nog vervallen. waanzinnig werd van smart, «Mijn lieveling, mijn lieveling,” riep hij telkens, niet meer wetende wat hij deed, //mijn kind, mijn eenig kind I” Maar het antwoord Inidde steeds ffMama, help I” „Hier ben ik, uw papa is bij u, kent ge my dan niet fluisterde hy, zich over haar heenbuigende maar het kind weerde hem wanhopig van zich af en riep om haar moeder. „Uw nioeder,” zeide hij, zich eensklaps oprich tende, „behaalt misschien van avond haar grootste succes, terwyl gij hier ligt te sterven.” Het concert was geëindigdde rijtuigen voerden de toehoorders naar hunne woningen en Elisabeth □aar haar hotel. Welk een avond, welk een succes I Het orkest had haar met fanfares ontvangen, het publiek haar begroet met bloemen en lauwerkransenelk nieuw optraden was een nieuwe triomf geweest. Haar roep was haar vooruitgesneld, en de vereerders van haar genie volgden van stad tot stad. Zij brachten het publiek in stormachtige bewegingzij verkondigden overal welk een ster er dien avond zou opgaan. Zelfs de meest gespannen verwachting werd niet teleurgesteld, ja, zij die eer geneigd waren af te breken dan op te ''bouwen, moesten der gevierde kunstenares den tol hunner bewondering betalen. i Met bloemen en kransen overladen trad Elisabeth 'de kamer van haar hotel binnen. .Zy legde ze a’Ie op de tafel neer en bleef een oogenblik in gedachten verdiept staan. Toon ontdeed zij zich van haar sieraden en eereteekenen, en legde ze naast de ver welkende bloemen neer. Zij trad voor den grooten Mendelssohn Bartholdy. b. Andante in As dnr S. de Lange. Door de rechtbank te Roermond werden 9 dezer veroordeeld lo. Tb. Wackers, burge meester van Maasniel; 2o. W. Neelen, en 3o. C. Engelen, beiden wethouders dier gemeente, beklaagd ter zake van het wederrechtelijk ver nielen, of doen vernielen eener bnizenleiding, dienende tot afvoer van verwerkt water der Papierfabriek aan het Gebroek, waarvoor deze vergunning bad van bet Gemeentebestuur, sub lo tor eene boete van f 50, subsidiair 20 dagen hechtenis, en sub 2o en 3o tot eene boete van f 25 of 15 dagen hechtenis. De heer A. Koch, directeur der bovenge noemde fabriek, beklaagd van water te laten loopen over dên openbaren weg, werd vrijge sproken, daar de rechtbank overwoog dat dit bet gevolg was van het vernielen der bnizen- leiding. Samen 2231 En dat voor leden van den Gemeenteraad In het le Kiesdistrict 809 2e 669 3e 565 vryen tijd gaan arbeiden, als het minimuifi- loon degelijk geregeld is. Hij zal dien tijd eer besteden voor stoffelijke en geestelijke uit spanning en ontwikkeling. I Thans vroeg de Heer J. N. Both, den spr. eenige inlichtingen omtrent zyn plannen landontginning en boe hy de belangen deu middelstand dacht te bevorderen. De spr. antwoordde, dat een nieuwe onteigeningswet hoog noodig was, daardoor grond kon worden geëxploiteerd door de gemeente ten behoeve van het algemeen belang. Hij toonde aan, dat het privaat-grondbezit het algemeen belang schaadt. Vervolgens werd een gedachtenwisseling ge«, houden tusschen de HH. J. A. Donker en de Clecq over het gilden wezen. Eerstgenoemde verdedigde de invoering van het middeleeuwsche gildenatelsel, geregeld naar de eisoben van den tegenwoordigen tyd. De heer de Clecq waar schuwde hiervoor wyzende op een voorbeeld, ons door Oostenryk gegeven. Ten slotte trad op de heer E. Kok, die een zeer eterk afkeu rend oordeel uitsprak over de coöperatie. De heer de Clercq zette hierop uiteen, wat hy met coöperatie op socialen grondslag bedoelde ei toonde de voordooien hiervan aan. Met een woord van warme aanbeveling voor deh candidaat van »Ons Belang* en een woord van opwekking tot bydrage van een pennink- skeu voor de kas der Vereeniging sloot de Voorzitter deze, zeer geanimeerde Vergadering, dié uitmuntend bezet was. P.S. Manusheeft zich op de Vergadering niet laten hooren, hij is dus niet present ge weest, of hy is bekeerd. de kleine te onderzoeken, en constateerde dat borst en ruggegraat zwaar gekneusd waren. Het kind gilde meermalen bij zyn aanraking van pijn, en toen er toebereidselen werden gemaakt tot het aanleggen van een verband, worstelde het zoo wanhopig dat de dokter het nauwelijks behandelen kon. Hy sprak zijn vrees uit dat, zoo het lichaampje al mocht wor den ontrukt aan den dood, den geest misschien een nog erger dood te wachten stond, en het dus te wenschen ware dat het leven van het arme kind niet werd gespaard. Na den verslagen Wider eenige voorschriften te hebben gegeven, beloofd^ hij den volgenden morgen tijdig terug te komen. Den gansohen langen lydensr.acht bleef de arme, eenzame man voor het krankbed gezeten. Hij had zyn vrouw getelegrafeerd onmiddellijk over te komen, maar bij dacht dat zij het kind niet meer levend zou weerzien. Smart, wanhoop, en een soort van stille woede tegen Elisabeth vervulden hem. Waarom was zij verre, terwyl haar plaats hier was? Wat zy als vrouw jegens hem was te kort gekomen, dat moest zy voor haar geweten verantwoorden, maar als moeder behoorde zy ziohzelve niet toe. Wat behoefde zij haar geluk op vreemde paden te zoeken, terwyl zij het hier slechts voor het grypen had I „Ware zij thuis geweest,” zoo dacht hij in zijn bitterheid, „het zou niet5 gebeurd zyn,” en hij slpeg zich met de gebalde vuist voor het voorhoofd. „Mama, mama,” kermde het kind. „Mama, help ff En het ijlen begon opn euw, en het ru teloof zwaaien met het hoofdje en bet slaan met de handjes, het trappen met de kleine voeten en bet kermen en kreunen duurde voort, toodat de arme man byna 5. Elegische Fuga (D. moll) Otto Dienel. 6. Andantino uit het vierde Quartet (E. moll.) Rób. Volkmann. 7. Sonate (D dur) >lex. Guilmant. a. Allegro moderato b. larghetto. c. Allegro vivace, Presto// No. 2, 5 en 7 op verzoek. Mi'ior' 'iMËM F iAAC 9 J tll\< v;»n I BELGIS, nikt de aller- eroemde Su btract 'ZEïE. 70 Cta. en toiletspiegel en wilde de diamanten naalden uit het donkere haar nemen. Met de handen omhoog bleef zy eensklaps luisterend staan. Wat was dat? Een serenade P Hoor, welk een gejuich 1 Zij trad naar het venster en hief het gordy'n ten halve op. Daarbuiten werd haar naam genoemd met stormachtig gejubel en zij opgeroepen om op het balkon te vorschynsn. Het geheele plein was met menschon bedekt en verlicht door den gloed der fakkels. Er ontstond een nog luider gejuich toen zy op het balkon naar buiten trad. Zij droeg een sleepend gewaad van zware lichtgele zijde met bou- quetten dóórwerkt en versierd met kanten. Flonke rende agrafen hielden het kleed op de schouders bijeenop haar borst hing een snoer van parelen neer. Het bewegelijk licht der fakkels wierp een fantastisch schynsel over de koninklijke gestalte en het fiere bleeke gelaatja, op dit oogenblik vierde zij den hoogiten triomf van menschelyke* kunst en schoonheid. Zij trad weer terug in de eenzaamheid en liet de gordynen vallen. Daar buiten hield het juichen aan. Een oogenblik bracht Elisabeth de hand aan het voorhoofd. Zij was overstelpt, en tot in het diepst van haar gemoed ontroerd. Daar werd aan de deur harer kamer getikt, een bediende reikte haar een telegram over. Waarom verbleekte zij plotseling en hield zich, om niet neer te zinken, aan een stoel vast? Met bevende vingers scheurde zij het couvert open, en na even het bericht gelezen te hebben zonk zy, zonder een klacht te uiten, op een stoel ineen. (JTordi trsolfd.) 88) De geneesheer kwam, en sprak van hersenschud ding. Toen Johannes hem zyn gissingen had me degedeeld, begaf de dokter zich naar de keuken, en ging rechtstreeks op het schreiende kindermeisje af. Haar handen voor haar gelaat weg nemende, zeide hij, baar met strakken ernst aanziende „Ge hebt het kind laten vallen, beken het maar. De zaak verhelen is haar verzwaren.” Onder tranen en hartstochtelyke uitroepen be kende het meisje, dat ze het kind naar bed had willen brengen, dat het geschreid had en geroepen dat mama moest komen, die gewoon was het te sla pen te leggen, dat het zich onwillig had laten op nemen om van de trap gedragen te worden, en zoo dóór een ongelukkig toéval naar beneden was ge vallen. De dokter, die een goedaardig man en een oude kennis van Johannes was, en meer uitmuntte door zijn karakter dan door zijn kundigheden, ging schoor voetend naar de kamer terug waar het kind lag, om da noodlottige tyding aan den vader te brengen maar tot zyn verbazing nam deze het bericht kalmer op dan hy gedacht had. »Ik heb altijd wel geweten,” zeide hij, „dat ik het kind verliezen zou.” De geneesheer keek hem zwijgend aan, begon toen

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1897 | | pagina 1