ordt be- i No. 7301. Maandag 21 Juni 1897. 36ste Jaargang. BINNENLAND Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. ren. <1 FEVILLUTOlV SCHETSEN EN SCHETSJES UIT ONS INDISCH FAMILIELEVEN. n S; •ïi Hoogere Burgerschool of School voor Meer Uitgebrcid Lager Onderwijs F Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. 8. I I ten achter geraken i I bns i i i De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. I rsn imt ene eld ene on- de sal iw- en, ran S: ïr a 'pr- WIIINIIE COURANT ADVERTENTIES worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend ■aar plaatsruimte. Met volstrekte meerderheid »W atemmen ie tot heemraad van *t waterschap van Sluipwjjk gekozen de heer A. van Triet te Reenvryk, in de plaats van nylon den heer G. Graafland* Heden ochtend had in de stoommolen van den heer H. Braak een ongeluk plaats, dat echter zich erastiger liet aanaien dan het werkelgk was. Een werkman kwam by ongeluk met de hand onder de pers, waardoor dit lichaamsdeel nog ai werd beschadigd. De heer Sprayt verleende help. By de rekening en verantwoording van den polder Hoog en Laag Bil wjjk onder Haastrecht over 1898 bedragen de ontvangsten f 263,11 en de uitgaven f 261,09, derhalve eeq batig saldo van f 2.02. De begrooting voor 1897 bedreigt in ontvangst en uitgaaf f 273,61. Door den Noord-Westen wind die heden heerschte is het IJselwater zeer hoog geweest, zoodat de weilanden ondergeloopen zijn ook de steenbakkerijen te Gouderak ondervonden daarvan veel schade, op de werf Kromhout zyn de werkzaamheden gestaakt moeten worden. Op verschillende plaatsen zyn boomen ont- Wy vestigen de aandacht op bet achter staand bericht, dat a. s. Maandag te 8 nar in Ons Genoegen eene politieke voordracht zal gehouden worden door Mr. Reilingh uit Wa- geniagen. Er zal gelegenheid zyn tot debat, Wy twyfelen niet of do belangstelling der kiezers is groot genoeg om velen aan te spo ren deze vergadering by te wonen. By de rekening en verantwoording van den polder Klein Keulevaart onder Haastrecht over 1896 bedragen de ontvangsten f 339,081 en de nitgaven f 322,01|, derhalve een batig saldo van f 17,07. De begrooting voor 1897 bedra gen de ontvangsten f 334,08 en de uitgaven f 328,35, derhalve een batig saldo van f 5,73. Omslag over 1897 f 3,80 per hectare. worteld en takken afgeslagen blyft de wind sanhouden, dan is heden avond nog meer vloed te verwachten. III. Tot de dames, die het liefst gezien werden in de toko's van Soerabaja, behoorde mevrouw Bloem. Ze was zoo nederig, zoo bescheiden, alsof zo in haar hart de juffertjes die haar bedienden, versoboo- ning vroeg voor hot feit dat zij, die zelve jaren lang achter de toonbank gestaan had, nu de winkels kwam binnenslappon als een groote madam, gelijk zij 't noemde. Er was echter nog een andere reden, waarom de vrouw van den aannemer Bloem daar met meer pleizier ontvangen werd dan menige hooggeplaatste dame; zij betaalde, en niet na veel afdingen of lang manen, maar dadelijk, en zoo welgemoed <>f ze geen aangenamer bezigheid kende dan tokohouders te ver rijken. Nu zou men meenen dat bij zulks ongewone eigen schappen in een kalant, het beste wat Soerabaya ópleverde, voor die kalant bestemd werd Integendeel. Als er eens iets heel duurs, heel opzichtigs of beel wansmakelijks was, dan werd het voor mevrouw Bloem terzijde gelegd hier dient echter ter eere van de menachheid io het algemeen en de toko- menschhoid ia bet bijzonder, bijgerotgd, dat zij dat opzichtige en wansmakelyke mooi vond, ja nooit gelukkiger was, dan wanneer ze in het bezit kon geraken van hetgeen zij aanduidde als «zoo’n echt ouderwetsch fleurig, kleurig patroontje.* (ATpriï sww^ï.) De vermoedelyke dader en bet ontvreemde rijwiel dat Donderdag van een heer uit Arn hem in een onbewaakt oogenblik van een stoep op de Markt was ontvreemd, zyn op verzoek van dhr. Comm. v. P. alhier te Amsterdam aange houden, en zullen naar hier worden overgebraoht om ter beschikking gesteld te worden van dhr. Commissaris. By onderhnndscho inschryving is het maken van een gashouder met bybeboorende werken ten behoeve der gemeentegasfabriek te Woerden gegund aan de firma M. van der Kayl te Slikkerveer, voor f 10900. 8) Er zijn in het hoofdgebouw vier groote, benevens twee kleine vertrekkende heer en mevrouw Bloem nemen die zes vertrekken nu achtereenvolgens in oogenschouw, alsof zij ze heden voor het eerst zagen. Terwijl ze de deur rechts opent, begint Doortje ,Deze kamer is erg luchtig. En ruim ook. En ik moet zeggen, dat trapje hier op zij is heel ge makkelijk ,Ook is het uitzicht vroolijk,” verklaart nu Dirk, terwijl hij voor het geopende venster gaat staan, en de frissche morgenlucht vol rozengeur opsnuift, ffze moet bloemen ruiken en groen zien als ze wakker wordt, is ’tniet, moeder?” «Zeker, zeker, maar de zon staat hier op, van ’e morgens tien uur af.” «Dat is waar ook I Goed dat je er aan denktI” «Ja, je begrypt,” gaat mevrouw voort met een gelukkig lachje, «zoo’n meisje wil wel eens in haar eigen kamer zitten teekenen of brieven schryven of zoo.” «Natuurlijk 1 Wat ik zeggen wou, ik heb bij Martens gister juist «en heel mooi damesschryfta- feltje gezien, als ik dat maar vast eens kocht voor «Is het een bureau minister?** «Dat we eigenlyk de mooiste kamer zelf in ge bruik hebben!* «Ja, juist.* Een oogenblik staan ze zwijgend tegenover elkaar dan kijkt mevrouw haar man aan, met een vraag in de trouwe, gryze oogen. «Mjj wèl, moeder!* «Goeie dat je bent «Wij moeten dan de kamer hierover nemen.* «Ja, beste. De zon staat er op, maar dat hindert niet, je bent 's middags toch meest op het werk.* «Als jij er geen last van hebtje kunt niet al te best tegen de warmte.» «Gekheid Alsof ik een wassen popje ben, dat smelten zou.» «We zullen dan maar beginnen met de meubels van onze kamer over te brengen.» «Nu ja, daar is volstrekt geen baast bij.» «Och, drie maanden zyn anders gauw omEn ik zeg altijd maarEen mensch weet nooit wat hem overkomen kan we kunnen ziek worden, logé’s kry- gen en dan is het op hot laatsthaast je, repje I* «Maar lieve Door I Drie maanden I Denk eene aan.* Ze trekt hem tot zich, en laat haar hoofd rusten tegen zyn borst, dan fluistert ze half verlegen «Dirk, je moogt me niet uitlachen I Ik weet zelve wel dat het dwaasheid is. Maar ik moet iets doen om die drie maanden door te komen.* «Goed, moeder. Ga dan je gang maar.» «Kun je niet begrijpen, dat ik verlang alles voor haar in orde te brengen Kom, bon je maar niet zoo groot I Je zult het ook wel aardig vinden als haar kamertje klaar, haar bedje gespreid is.* (Ingezonden.) Moet mijn zoon naar de H. B. of naar de School voor M. U. L. O. Menig ouder zal ’t antwoord op deze Traag, vooral waar hij moet beslissen tueechen een H. B. 8. met 6 jarigen Cur- sus en een School voor M. U. L. O. vaak vrij moeilijk vinden. Nu binnenkort ook hier ter stede de toelatings examens voor de H. B. 8. weer zullen gehouden wor den en in deze maand de gelegenheid tot inechrijving op de Tweede Burgerschool voor Jongena weer is opengesteld, komt bovenstaande vraag ah van zelf in meer dan éen huisgezin aan de orde en kan ’t zijn nut hebben ze eens in ’t openbaar te behandelen. Laten we daartoe eerst ’t verechil opgeven tusschen het onderwije aan een H. B. 8. en aan een inrichting voor M. L. O. ’t Karakter der beide scholen toch is zeer verschillend. In hoofdzaak wordt dat verschil bepaald door de keu» der leerstof en door de methode. ’t Middelbaar Onderwije beoogt een al gemeen», wetenschappelijke opleiding voor hen, wier beroepskeus een breeden, we- tenschappelijken grondslag eischt. H. B. Scholen zijn dus voor énkelen, die een hooger peil van algemeene ontwikkeling moeten bereiken dan het gros. Met het eindexamen in ’t verschiet kan de leeraar bij ’t M. O. zich slechts en vooral met goede leerlingen bezighouden. Kijk de lijst van leerboeken voor de eerste twee - klassen eener H. B. 8. maar een» in. Wat moeten middelmatige leerlingen er mee beginnen De flinkste jongens heb ben er waarlijk meer dan de handen aan vol. Minder begaafde leerlingen zullen dan ook op de H. B. 8. langzamerhand ten achter geraken en eindelijk voor ’t volgen van het onderwijs ongeschikt blij ken. Ze blijven óf al in ’t begin öf hal verwege steken. In ’t laatste geval heeft de bouwmeester een fondament gelegd, waarop echter geen gebouw zal verrijzen en waartoe moet dit dan dienen ’t Mid delbaar onderwijs is vakonderwijs. Voor elk vak een leeraar, die,gaarne zal zien, GODDA, 19 Juni 1897. Heden inorsfln liep hier het gerucht, dat de stoomboot Heser re omgeslagen was onder Kortenoord, gelukkig is het slechts een gerucht geweest. De boot is heden middag hier ter stede gearriveerd. dat een leerling in zijn vak uitmunt en allicht geneigd is dat vak als van zeer groote, zij ’t dan niet practische, dan toch formeele waarde te beschouwen. Bij ’t M. O. is ook in ’t algemeen maar wei nig rekening te houden met de omstan digheid, dat de meeste jongens van 12—15 jaar eene degelijke controle aoodig hebben Ze leeren meestal niet uit lust tot studie of belangstelling in ’t leervak, dat hun onderwezen wordt, maar omdat ze moeten, ’t Gevoel van verantwoordelijkheid en de belangstelling in hun aanstaande loopbaan is bij hen gewoonlijk uiterst gering. Noo- dig is die controle dus wel. Na ’t middelbaar het lager. ’t Leerplan eener M. U. L. S. wordt geregeld naar de iets minder dan middel- matigen. Bij behoorlijke inspanning gaan ook deze leerlingen ieder jaar geregeld over en bereiken het einddoel. De grond slag is hier, vooral voor de wis- en na tuurkundige vakken, minder breed, de behandeling der vakken heel wat minder wetenschappelijk, maar meer gericht op de behoeften van een groot deel van den middenstand en op de eiseben van enkele examens, waar wiskunde niet het vak bij uitnemendheid is. De lagere school geeft geen vakonder wijs, maar een algemeen, ontwikkelend onderwijs. Wat voor ’t leven de meeste waarde heeft, wordt als hoofdschotel voor gediend. Aan hen, die op hun 15e of 16e jaar in een vak moeten, wordt een vrij goed afgerond geheel van bruikbare kennis meegegeven. Bij ’t L. O. kan beter dan bij ’t M. O. gezorgd werden voor een behoorlijk ver band tusschen ’t geleerde. De minder be gaafde wordt niet overladen. Het onder wijs in éen klas is in éen hand. Dat is vooral bij ’t opgeven van huiswerk van veel belang. Te veel huiswerk (natuur lijk niet alleen schriftelijk werk, ook ’t leeren van lessen er onder begrepen) zal daar zeer zeker minder vaak voorkomen dan op de H. B. S. Op de L. S. kan de controle beter zijn, omdat ze daar veel gemakkelijker is. DAAr voelen de jongens zich niet zoo gauw stu denten in den dop. Omdat ze te doen heb ben met éen of twee onderwijzers, die, hopen we, éen lijn trekken in hun opvat ting van regeering en tucht, hebben de leerlingen weinig in te brengen. Ze moeten leeren, omdat de onderwijzers het willen. Na ’t bovenstaande gelezen te hebben, kan ’t antwoord op de vraag aan ’t hoofd van ons opstel gesteld misschien gemak kelijker beantwoord worden. Heeft een jongen aanleg en lust tot studie, bezitten de ouders genoegzamen waarborg, dat hun zoon elk jaar geregeld zal overgaan tot het einde van den cursus toe en wenscht de jongen een loopbaan te kiezen, waarop de H. B. S. voorbereidt, dan is de H. B. 8. voor hem aangewezen. Heeft hij echter die breed wetenschap pelijke voorbereiding niet noodig, is hij, naar ’t oordeel zijner onderwijzers niet in staat het onderwijs op de H. B. 8. gere geld te volgen, omdat hij maar middel matige vermogens heeft en. behoeft hij toch meer algemeene ontwikkeling dan de lagere school kan geven, laat hem dan ’t M. U. L. O. volgen, dat meer speciaal let op de behoeften van ’t practische leven. De H, B. 8. is uitstekend, maar dring Uw jongens dat onderwijs niet op, als ze de gave er voor missen. Raadpleeg toch vcAiral in geval van twijfel den onderwij zer. Bij hem zit ’t belang van den jon gen even goed voor als bij u en ’t geluk van uw zoon hangt voor een goed deel ook af van een goed besluit in deze ge wichtige zaak. 8. «Ecu bureau minister wat meen je daarmee?*’ «Ja, zie je dat weet ik zelf niet recht. Maar omdat je tegenwoordig altijd in de courant ziet staan van bureau minister, dacht ik en fijn Is het mooi? Hoeveel soorten van hout?” «Twee geloof ik.” «Twee maar Dat is niet veel. Als er dan maar goed wat lofwerk aan zitbloemen en engeltjes en tirelantynljes «Mooi is het, dat begrijp je. Anders zou ik het immers niet koopen voor haar «Goed dan. Kijk eens, nu had ik gedacht over die twee kamers hier.” «Daar vind ik een groot bezwaar tegen. Ze heb ben het gezicht op de bygebouwen nu, je moet bedenken zoo’n Hollandsch nufje «Hollandsch nufje Hè, Dirkze is toch hier geboren.” «Maar ze is zes jaar van hier goweeAt.” Er is bezorgdheid te lezen op het eenvoudige ge laat dat zich tot hem keert, met de aarzelend uit gesproken vraag «Dirk, zou je dat wezenlijk denken?” «Wat «Dat ze dat ze veranderd is?” «Wel neen f” spreekt hij geruststellend. «Maar daarom zou het toch wel kunnen zijn dat ze in het begin zich ergerde aan enkele dingen. Waarom zon je haar trouwens die kamer geven? Er is er immers nog een hier links?» «O, die is heelemaal buiten kwestie. Je weet hoe die sloot hierachter rieken kan in den Oostmoesson.” «Dan blijft er niet veel over, Door!” «Neen. Weet je wat jammer is» Dirk

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1897 | | pagina 1