den EHG. A Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Dinsdag 20 Juli 1897. No. 7320. 36ste Jaargang. JDAG 2. De herstemming voor den Gemeenteraad. FEUILLETON. k NICHT TRUI. BINNENLAND H. JAGER, G. PRINCE ■i t' j LOEFF. irichting i CL zulks toelaat. i wierp De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. tigericht ENDE- i.oi iMin: roi ih\t Inschadelyk js-vet, gheid, klier- zicht» en «n- 8-roven en •heid en ete- erzweringen, en voeten \uworm, enz an onrein in en op ar. r doos- ij ze voor ADVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters wonien berekend naar plaatsruimte. op praehtische maatregelen aan komt en de gemeentebelangen zullen er onder lijden. Wij verwachten dan ook van onze vrij zinnige geestverwanten, dat zij als één Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. 1. Het rachtige Zolder, rleiding, rachtige GOUDA, 19 Juli 1897. Op den nationalen zwemwedstrijd, uitga- schreven door de Rotterdamsche Zwemdab op Zoadag 18 Juli j.l. behaalde den beer A. L. J. Breebaart twee tweede prjjzen voor: Boretzwemmen (Juniores) 80 M. in 1.12 min. en rngzwemmen (Seniores) 80 M. in 1.17 min. De commissie der Provinciale Staten, belast met het onderzoek van de acheepvaartverordening of het reglement van politie voor de Gouwe ver- eenigt zich met de voorstellen van Ged. Staten, die zooveel mogeljjk zyn gevolgd naar het regl. van politie voor het vaarwater tueschen Rijn en Sobie, en stelt eenige wijzigingen voor, die n:et de beginselen der verordening betreffen, doch alleen strekken tot verduidelijking. Ged. Staten hopen in de gel genheid te zullen rjjn in de aanstaande najaarsvergade ring een voorstel aanhangig te maken omtrent het onderhoud der Gouwekade. De voor 1898 geraamde 5 ton dienen in boofdzaak voor de uitvoering van het werk, waartoe tal worden overgegaan, zoodra der gang der onteigening plicht te doen. In district I is candidaat onzer richting de heer die zeker de voorkeur verdient boven den heer Brunt, die trouwens reeds in district II is verkozen in district III bevelen wij aan den heer die wel nog niet vele jaren lid is, maar wiens ijver en belangstelling voor de open bare zaak bekend is en die de stad in vele opzichten aan zich heeft verplicht. Kiezers uit de districten I en III, bedenkt nu vooral, dat kiesrecht kiesplicht is en dat van een goede keuze voor den Raad het welzijn der gemeente en dus ook van U afhangt 1 tegenwoordigt mede van u C1 eene familie, de belangen geworden is. dig zelfs zijn 3e district, indien zij gehoor ga’ den aandrang van hen, die zich hoofd zakelijk laten leiden, door kerkelijke over wegingen, welke met de plichten van een goed raadslid in geen verband staan Het gevaar dreigt thans, dat wij eene gioote meerderheid in den Raad zullen krijgen, die verwarring stichten zal door voort durende oppositie tegen den bestaanden toestand en den geest der wetten, welke de gemeenteraad heeft toe te passen, louter omdat zij op godsdienstig’gebied anders denken dan de tegenwoordige meerderheid. Ernstig moeten wij de kiezers waar schuwen tegen dat verbond der Katholieken en antirevolutionairen, die wel samen veel kunnen tegenhouden en afbreken maar weinig tot stand zullen brengen De katho lieken zijn uiteraard conservatief en be vreesd voor den geest van onzen tijd, hetgeen van sommige antirevolutionairen, ondanks hun naam, niet kan gezegd worden. Spoedig zal er oneenigheid ontstaan, als het bewonderen, die zich schilderachtig door het bosch slingerde, en ann wiens uiterste punt togen een hel ling een koepel of zoogenaamd zitje een heerlijk uit zicht gaf op de stroek. Oom zag ik niet meer voor we aan tafel gingen; nog lang onderhield hij zioh zacht en vertrouwelijk met mij. 4/Iets buitengewoons I" verzekorde Betsy. En zoo ging de eerste dag voorby onder die goede menschen, die mij myn ouderlijk huis terug schonken. Gevoelde ik mij te huis Welk een leegte in en om me, toen ik ’s avonds mijn eonzame, en toch zoo zorgzaam ingeriohte kamer betrad I Er was in mijn binnenste een snaar gesprongen, die de harmonie van mijn leven wegnam. Kalm vloot de winter voorbij. Ik ging natuurlij'* niet uit, en Betsy offerde zich vrywillig op. Maar mijn vroegere opgeruimdheid keerde al heel spoedig terug. Soms maakte ik er my wel een verwijt van, en hoe gélukkig was het toch I Mijn jeugdige veer kracht schiep mij nieuwen levenslast. Nu en dan mocht ik wel eens peinzend uil mijn raam over akkers en velden heentnren in de richting der oude woonplaats, maar Betsy liet mij geen tijd tot naden ken. Vlug als een eekhorentje en bewegelyk als een vogel, haalde zij allerlei grappen uit. Al heel spoedig was ik op de hoogte van haar geheele garderobe, ea van al het moois dat zij bezat. Hoe vermetel som», kon zij toch zoo naïef en kin- derlyk zijn, dat ik, van gelyk»n leeftyd als zy, met mijn achttien jaren wel een oudere zuster scheen. Toch wist zij van heel veel dingen moer af dan ik, vooral wat het buitenleven betrof. Opgewonden van aard, een en al zenuw, was zij een impresaionabel karakter, dat misschien te vroeg aan moederlijke leiding was ontrukt. Het voorjaar kwam in ’eland. Wel blies er som- wylen een nijdige noordewind, d:e de zwellende bloesemknoppen van schrik deed verstyven, maar de natuur was met nieuw, frisch leven overgoten. We snakten naar buiten, en er was een verbazende be drijvigheid in huis, toen Jan, de koetsier, die zoowat als «majordomua* al de fanotiën in huis waarnam den bittenwagen moest inspannen. Betsy trilde »an pleizier. «Nu zul je eons zien, hoe ik men,* riep ze uit. En wezenlyk, uitstekend. fHeerlyk, heerlijk I* juichte ik, toen het vurig diertje ons pylsnel langs velden en wegen voerde. We deden ook veel aan Wandelen. Daar heb ik altijd van gehouden. Met ons beidjes dwaalden wij door de bosseben, klomme tegen de begroeide heu veltoppen op, baanden ons een weg door rijk beladen graanvelden, en maakten ruikers van koren- od an ti re veldbloemen, <m dan weer in de schaduw van een boogen boom dwepend onze blikken te laten weiden over de schoone Geldersche stroek, waar de zon schuilhoekje speelde met de grillige wolkscba- duwen. Allengs werd er eene mate van vertrouwelijkheid tuseohen ons geboren, die juist door het uiteenloo- pende ouzer karakters hare frischheid behield Van oom merkte ik heel weinighij zat naar net scheen avond en morgen tnsa.hen zijne booken en papieren; soms vroeg ik myzelve af, wat hy eigenlyk uitvoerde maar het ontzag voor zijne studeerkamer breidelde mijne nieuwsgierigheid. Later merkte ik meermalen op, hoe verwonderlijk veel prettige de menwhen Eod stemmig gekleed, corpulent vrouw’je, met een vriendelyken trek op het gelaat, kwam waggelend aantrippelen. Naar ik hoorde, nam zij al jaren de huishouding waar. Haar gerimpeld gezicht had wel wat van een oude renet, dacht me. «Mejuffrouw Barbara I* presenteerde Betsy quasi «Deugniet I* lachte deze, met den vinger dreigend, maar dadelijk daarop dwong zij haar mond tot een ernstiger plooi, en keek mij meelijdend aan. «Wel ’t is zonde I zoo’n jong dingske Ik moest haar een omstandig verhaal doen van mijn moeders sterven, waarin zij de grootste belang stelling toonde, en weer kwamen de waterlanders voor den dag. Het was daarom maar gelukkig, dat Betsy er een eind aan maakte. 1 aar arm door den mynen stak en mij meenam naar buitea. *t Was heerlyk weerde ondergaande zon een laatsten goudgloed door het gebladerte. «Is dit allemaal van jullie P* vroeg ik, toen wij door den bloem- en moestuin achter het groote hee- renhuis de lanen volgden van een uitgestrekt park. «Een oud nest!* antwoordde Betsy losweg. «Dan moest je eens de plaats van de Starreheuvels zien.* Zij zei dit meer moedwillig dan spijtig, want met de meeste opgewondenheid liet ze my den vijver man zullen opkomen om de bedreigde zetels te behouden voor de aftredende leden en de liberale partij, ’t Zou kunnen gebeuren, dat enkele kiezers persoonlijk niet ingenomen zijn met de candidaton onzer richting, wellicht hebben zij daartoe gegronde redenen. Als het echter op stemmen aankomt, dan moet men dergelijke dingen vergeten en alleen vragen of zij de richting vertegenwoordigen, die men in het belang van het algemeen wenscht gevolgd te zien. Velen onzer zijn bij de eerste stemming nog weggebleven; laten zij toch zich een gang naar de stembus getroosten het is* hun eigen zaak, die het hier geldt. Voor de kiezers van het 2e district is het een eigenaardige gewaar wording, dat zij toeschouwers moeten blijven, nu er over raadsleden gestemd wordt. Wij zullen er wel aan wennen, maar deze eerste toepassing der nieuwe wet heeft iets vreemds. Laten zij echter bedenken,' dat"ook zij'indirect tot het begeerde resultaat kunnen medewerken door in de beide andere districten hun vrienden en kennissen op te wekken, lauwen en onverschilligen aan te sporen, in woord iets van bun thans tot werkeloosheid gedoemde belangstelling over te gieten in den boezem van hen, voor wie Dinsdag de stembus weder geopend is. Ook rekenen wij op den hartelijken steun van de werklieden, die den heer Van der Ree bij de eerste stemming de voorkeur gaven. Moge hun candidaat met twee der onze toen niet zijn verkozen of in her stemming gebracht, zij kunnen zich over tuigd houden, dat bij eene volgende gelegen heid de heer Van der Ree weer den steun der liberalen zal hebben en dat ons in een ander district te eeniger tijd zal ge lukken, wat thans niet koneen vertegen woordiger van hun belangen in den Raad te brengen. Blijven wij vereenigd en brengen wij al onze mannen in het vuur, dan zal op den duur de overmacht der clericale^partijen gebroken worden. Alle hens aan dek, daar moet het heen. Nog te veel zijn onverschillig, ook onder de nieuwe kiezers; een ruim arbeidsveld is nog open voor hen, die warm zijn voor de zaken van Staat en gemeente. Niemand verzuime dus Dinsdag zijn De uitslag van de verkiezing voor den Raad op 9 dezer heeft ons leed gedaan, omdat twee verdienstelijke leden zijn uit gevallen, die naar onze meening door hun ijverig behartigen van de zaken der ge meente verdiend hadden herkozen te worden. Daarenboven komen in twee districten aftredende leden in herstemming; in het eerste district de heer Jager met den heer Brunt, in het derde de heer Prince met den heer Vos. Zooah wij reeds vroeger schreven, is deze afloop te wijten aan de inmenging van de staatkunde op het gebied der ge meenteverkiezingen. Katholieken en anti revolutionairen hebben samengespannen om al de liberalen uit den raad te ver drijven, alleen omdat zij in staatkundige meening met hen verschillen. Wat zij voor andere redenen opgeven, houdt geen steek. Zij beweren een eigen gemeentelijk programma te hebben, waarvan het eenig artikel luidtzuinig beheer. Zij verwijten aan de liberalen, dat zij grootscheeps zeilen en meer doen dan de draagkracht der gemeente toelaat. Maar heeft dan de tegenwoordige meerderheid niet steeds de zuinigheid betracht en bevinden zich de financiën niet in goeden toestand Reeds hebben wij vroeger gewezen op de ver mindering van de stedelijke inkomstenbe lasting, waardoor bewezen wordt dat de zuinigheid bij het stedelijk bestuur voorzit en dat met beleid gestreefd wordt naar verlichting der lasten van de ingezetenen. Wat de liberalen hebben gedaan, was een voudig het uitvoeren van de rijkswetten in den geest waarin deze zijn ontworpen. Wat er voör onderwijs wordt uitgegeven, berust op wettelijke bepalingen, waaraan ook de kerkelijke partijen en dus de nieuwe meerderheid van den raad gehoor zaamheid verschuldigd zijn. Wat men nu zal doen, is langs een omweg te reageeren tegen deze milde bepalingen, die de overheid gemaakt heeft om de welvaart en de volksontwikkeling te verhoogen. Men zal den burgerstand en den hand werksman meer schoolgeld laten betalen en defgelijke dingen meer, die in verband staan met hun politiek. Maar voor open bare werken, die ook groote^sommen kosten werd nooit meer uitgegeven dan dringend noodig was en men zal toch de stedelijke eigendommen en werken niet willen ver- 'waarloozen. In hoofdzaak zal alles bij het oude blijven al de groote woorden hebben alleen gediend om de vrienden op het kussen te brengen en de tegenpartij te verjagen. Zou het nu in het werkelijk belang van de stad zijn, indien ook aah de heeren Jager en Prince hun mandaat ontnomen werd. De heer Jager heeft ons reeds 15 jaar met eere vertegenwoordigd en in dien tijd een ondervinding in den raad opge daan, die men natuurlijk niet bij een nieuw lid kan verwachten. De heer Prince ver- een belangrijk deel de Goudsche industrie en behoort tot in welke het ijveren voor der gemeente eene traditie Zou het dankbaar, verstan- van de kiezers in bet leen tven aan De krygsraad te 's Graven bage veroordeelde Zaterdag J. 0. H. G., milicien by het 4e reg. inf. te Gouda, tot een geldboete van f 0.50, sub sidiair éen dag hechtenis, wegens overtreding ontkenen aan isolement. «Kom, langalaapater, er uit I* riep ik, en zoende Betey wakker, die mij met een geeuw begroette. Ik wiep het venster open. Een each te koelte wuifde door de jonge bladeren, er was iets feestelijks in de luoh», en de fijne primulaveris schitterde met zyn bedauwd kleed in de zon als een edelgesteente. «Je lijkt wel een leeuwerik,* pruttelde Betsy, terwijl ze het bod uitsprong en, om het helder dag licht te weren, met de hand een scherm voor haar oogen maakte. «Dat is een compliment,* zei ik. «Dan moeten we maar dadelijk uitvliogenl* Zij lachte, en viel mij om den bals. «Je moot ook altijd je zin hebben.* Daar gingen we dan weer in ouze luchtige zomer kleedjes, licht geschoeid en vlug ter been, met dat benydenawaardig jeugd g gevoel, alsof, terwyl alles ons tegenlachte, wij over de bergen heen konden springen. Ook de bond ging mee. Gewoonlyk lag by aan den ketting, maar we konden thans zyn ahverny niet aanzien, waar alles in de natuur tot vrijheid riep. Daarom, vooruit, Hector I O hé! we behoefden hem niet aan te sporen. Met een luid geblaf schudde hy zich elk slavengevoel van de le* den, keek ons een wijl met zijne groote, bruine oogen trouwhartig aan, en weg was bij, de laan al in, met een paar vervaarlijke rprougen, die Betsy deden schateren van lachen. De zon stond al vry boog aan den hemel, en wij stoeiden on dartelden door bosoh ?n struik met ona driëeo, dat het een lust was. (fFerdt itroolfd) 8

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1897 | | pagina 1