oden
rjjd.
BIBIH BIT DAVOS.
N,
IO.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
No. 7348.
BD
Lclxt
len
Zaterdag 14 Augustus 1897. 36ste Jaargang.
Wantrouwen of Argumenten?
FEUILLETON.
a
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des inidd.
Genoa-
voor
by
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
*nX-
um
n.
foltan
•u nr-
•t*ea.
toüa*
lult*
f—
7S;
S0;
■otaearea
Üdkoat
ïïlSS
enaeena
Litgeron-
uit op de
»»ul
rkrtfu.
1.01 IN IIE COURANT.
gids,
IKPATRONEN
R.
nz. enz.
86; p. po«t/1.4fi
- 140
- 1.00
Onschadeljjk-
rings-vet,
ierigheid^Tlier-
ngezichte en an-
iama-roven en
trakheid en tie-
i verzweringen
'en en voeten
dauworm, enz
van onrein
ider, in en op
haar.
i per doos.
wijze voor
xrtepub-
i telf»
Urm van
profmer
ut kraak'
lihllaaaa;
iMtaafala,
te Parijs,
Itz, Okar*
d'hy|l*«
laaaade
hele haaf-
elljka toe-
laarvan
iet vaart*
ikundige
terkuur,
;evonden
i wegena
IzallgkM,
iet voe aa
lijders,
itn Jonge
end aan-
anoa ver-
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
I ingericht
BENDE-
hoen «de herinnering aan dit lief olijke beeld van
uw roin, aangeboden kind zal het eenige lichtpunt
zijn in uwe donkere, eenzame toekomst I God geve
u kracht naar kruis.”
gebeurtenissen.
Daarom hoe korter hoe beter. «Say your say,«
en niets daarboven.
Wij springen dan een geheelen winter over, van
het oogenblik dat Laura Werner met haren broeder
en nog een derden nieuweling in Davos uit don
postwagen stapte, tot aan do eorste dagen van hot
vroege voorjaar,
Laura had den wintercursus in Davos als gezonde
medegemaakt om haren broeder te versorgon en ge
zelschap te houden.
Den weg van Chur naar Davos hadden zy met
den postwagen over Thusis genomen, om in do boer*
lykste herfsttinten don prachtigen Schynpass, in al
zyn schoonheid, te kunnon gonieten.
Een soort van zielsverwantschap scheen er tuisohen
broeder on zuster en dien dorden nieuweling, Willem
van Heemsbergen, te bestaan, die mot hetzelfde plsn
in denzelfdeu postwagen was gekomen, en in dat
gezellige ouderwetscho vervoermiddel met zijn reis-
gonooten een vriendschap voor oeuwig had gesloten.
Zoo was het drietal, na aldus twee dagen gereisd
te hebben, te zamon in Davos aangeland on I leef
als een klaverblad bijoengetrouw elkanders lief
en leed doelende, volkomen tevreden met elkanders
gezelschap, gingen zy weinig om mot andere Cur-
gasten, een gezellig huiselijk loven leidende in dezo
verzameling van menschen. Laura zag haar taak
verdubbeld; in plaats van éón broor I ad zij twee
broeders te verzorgen, en Willem bleef gesoaard
dat heimwee in de groote eenzaamheid, waar
zoozeer voor gevreesd had.
(Wordt rervolgd.)
141. Het
prachtige
m, Zolder,
terleiding,
prachtige
nMaar .1, ik er niet meer ben, dan i. bet juist
daarom vooY mama veel erger.”
<0, wat loopt ge den tijd weer vooruit, ge zijt
er immers nog F Ik kan ook sterven, wij kunnen
allen vroeg sterven, maar daarom zouden we niet
allen wenschen, nooit geloefd te hebben. «Kort
geloefd is kort geleden,” hernam zy langzaam, na
een oogenblik swygens, torwyl zy Emmy’s blonde
krullen naar achter streek. „Zoudt ge wel willen
gelooven, lieve Emmy, dat ik menschen, die jong
sterven, nooit heb kunnen beklagen. Zoolang men
jong is, is het leven zoo zonnig, zoo poëtisch, en
dat moet, dunkt my, langzamerhand zoo anders wor
den. Soms kan ’t mij zoo beangstigen, als ik oude
ren hoor spreken en hun opvatting van het leven
by de mijne vergelijkalles wordt zoo anders en
mist zooveel van het bekoorlijke en ideale dat my
gelukkig maakt, dat ik onwillekeurig denken moet
ik hoop, dat ik sterven zal voordat ik de wereld
anders zal leeren kennen, dan ik haar nu heb lief
gehad.”
«Maar vele oude menschen zyn toch ook gelukkig,
al hebben zy niet meer de rooskleurige opvattingen
hunner jeugd; er zyn toch veel andere zaken, die
hun het leven waard maken. Maar Clara, het is
niet het heengaan van dezo aarde, het „niet leven*
dat mij zoo bedroeft, maar de dood, het sterven, en
vooral de gedachte aan het graf maakt mij soms
zoo grenzenloos angstig.”
«Waarom denkt gy alleen aan het graf F Weet
ge, dat op de woorden„tt^rt geleefd, is kort
geleden,” volgt«vroeg gestorven>vroeg bij God
Denk daaraan, myn lieveling, dat is toch niet zoo
troos’eloos.”
Emmy zuchtte«en dan mama I” fluisterde zij,
afgemat de oogen sluitende
k «It is better to havo loved and lost, than never
to have loved at all,” dat hebt ge mij laatst zelf nog
voorgelezen als ge eens niet beter mocht worden,
wat ik evenwel volstrekt niet geloof, dan zal de
herinnering aan het verledene, aan al het liefelijke,
aan al hot geluk dat eens haar deel was, haar
grootste vertroosting zyn. Maar zoover is het nog
niet. Gij zult eens zien welke wonderen de voor
jaarszon doetzij zal je als een klein vertroeteld
kasplantje besohyneh en je in haar warme, vriénde
lijke stralen koesteren, totdat ge even frisch en
vroolijk als de nieuwe lentebloemen tot haar opkykt
en haar dankbaar begroet, niet meer wetende dat er
lulke droevige gedachten bestaan als er heden bij je
opkwamen. Maar dat is de invloed der duisternis
de nacht maakt alles zoo donker I morgen is het
weer voorby.”
Dit zeggende, drukte zij haar een kus op het
voorhoofd. Emmy scheen reeds half ingeslyjmord
en droomde misschien van de nieuwe lentebloemen
en voorjaarszonnestralen, die zij nooit meer aan
schouwen zou.
„Arme, arme moeder,” lispelde Clara voor zich
Op een dag in het vroege voorjaar doden twee
vrouwen, de oudste gebogen en in rouw gehuld, een
laatste bedevaart naar het kerkhof, om afscheid to
nemen van een graf, dat ia zijne kleine ondiepe
groeve alle levensvreugd, alle levensgeluk van een
zwaar beproefd menschenhart tot zich genomen had.
Arme moeder, gy weet het, voör wie lief heeft
rijst een kruis en dat kruis moot gedragen worden,
hoe zwaar het zij I Maar als gy in dezen tuin der
dooden om u heen staart, dan weet ge ook dat ge
in uw leed niet alleen staat, dat talloozen met u
weenon, talloozen met u lijden. Dat leed van an
deren zal u geen vertroosting zijn, maar wol zal het
u de woorden op de lippen brengen«God, ik
dank u dat gy mijn kind daarvoor gespaard hebt
leer mij berusten in mijn lot. Uw wil g-schiede I”
IV.
En nu nog tot besluit een kleine liefdesgeschiede
nis voor de liefhebbers! Ditmaal zal het echter
geen «rejected* maar een «accepted lover* zijn!
Eind goedal goed I De laatste indruk mijner her
inneringen uit Davos moet vroolijk zijn wat kan ik
dus beter vertellen dan de kennismaking van een
gelukkig paar?
Alle omstandigheden te beschrijven, die hen tot
dat geluk gebracht hebben, zou ondoenlyk zyn er
is zooveel geheimzinnigs en daarbij heel veel verve
lends voor den eenvoudigen toeschouwer bij zulke
Ook bij de tweede boven omschreven
stemming heeft de beer Dessing zich van
de oppositie „door dik en dun“ afgescheiden
door te stemmen tegen het amendement -
Dercksen.
Wij constateeren dit alleen entre paren-
thesi, om niet door oene nadere behande
ling van deze zeer belangrijke quaestie
op dit oogenblik aan dit artikel nog een
artikel vast te knoopen.
Liever geven we nog plaats aan eene
opmerking, waartoe de behandeling van
het voorstel betreffende het toekomstige
nieuwe plantsoen ons aanleiding geeft
(Toch kunnen we ook hier niot nalaten
in het voorbijgaan aan te stippen, dat
ook in deze zaak het standpunt van den
heer Dessing alleszins verkiezelijk was
boven dat van de hoeren Nederhorst en
de Raadt. Inderdaad, de heer Dessing
heeft een buitengewoon gelukkigen dag
gehad.
We zouden ook hier weer een voorstel
van den heer Van Galon afzonderlijk
kunnen noemen, maar doen dat niet om
twee redenen. Eerstens, omdat we ook
hiermede weer niet een tweede artikel
aan het eerste willen hangen en tweedons,
omdat het voorstel-van Galen in lach
wekkende verhouding staat tot de voor
stellen van deskundigen Let ophet
goedkoope leven van den heer van Galen
zal zijn eigen failliet zijnaltijd in
overdrachtelijken zin met betrekking tot
zijne verantwoording, om in alles mede te
wij in onzen Gemeenteraad van de partij
stemmingen af, er zou veel anders zijn
en veel beter. Bij de besprekingen van
belangrijke quaesties zou wat minder voor
oordeel voorzitten en wat minder wan
trouwen aan den dag worden gelegd.
Dat laatste is maar al te dikwijls het
geval, noodwendig tot schade voor de
meest vruchtbare samenwerking tusschen
den Gemeenteraad en het Dagelijksch
Bestuur. Op die wanverhouding, of liever
op die wanhouding van enkele raadsleden
hopen wij later gelegenheid te hebben in
het bijzonder terug te komen. Voor het
oogenblik wenschen wij er slechts op te
wijzen, dat een groot publiek belang mede
brengt, dat alle ingezetenen wel en nauw
gezet nagaan, of in aangelegenheden als
bovengemelde de houding van de heeren
Van Galen c s. een uitvloeisel is van
wantrouwen in het beleid van B. en W.
dan wel of hunne meening de conclusie
is van deugdelijke argumenten.
Het antwoord in dit bepaalde geval is
te geven door de houding in het oog te
vatten van hem, aan wien het is te dan
ken dat eene partijstemming is uitgebleven.
De eer daarvan komt toe aan den heer
Dessing, die, gelijk meermalen het geval
is, zelfstandigheid genoeg toonde om zich
van zijne partijgenooten eene misplaat
ste qualificatie voor gemeenteraadsleden
als zoodaniglos te maken. Wij wen
schen hem daarmede geluk, omdat hij
opnieuw bewezen heeft dat hem, ondanks
eene onbestemdheid in het beslissen, die
hy meermalen aan den dag legt, qua ge
meenteraadslid niet de eigenschap van
zelfstandig optreden en handelend kan
worden ontzegd. Onafhankelijkheid niet
alleen in materieelen zin, maar ook op
het punt van partijschap, is in een goed
raadslid een onafwijsbare eisch. Helaas,
in onzen Gemeenteraad kan dat van velen
niet worden getuigd.
Dat bij alle voorstanders van het voor
stel-van Galen gemis aan volle vertrouwen
in het beleid van B. en W. voorzat, daar
van is mede het bewijs door den heer
Dessing geleverd. Hij had zijne stem
daartegen niet anders te argumenteeren
dan door te zeggen dat hij vertrouwen
had in de toezegging die B. en W. deden.
kelijk in eene officieele vergadering de
minder goede bedoeling van eene uitlating
te ontkennen; maar buiten die vergade
ring komt men er met eene eenvoudige
ontkenning niet af. Toch ware het wen-
schelijk, dat steeds wanneer eene uitspraak
wordt gedaan, die niet anders kan inge
geven zijn dan door gemis aan vertrouwen,
al wordt ook het woord wantrouwen niet
gebruikt dat steeds in zoo’n geval uit
den Raad zelf dadelijk een krachtig pro
test daartegen opging.
Dat protest is nu op de eenvoudigste
en meest welsprekende wijze gekomen van
de zijde van den heer Dessing, wien
daarvoor onze dank en onze hulde worden
gebracht.
„’t Ib vandaag weer eene partijstem
ming.Aldus kon men de verwachting
zich hoeren uiten vóór den aanvang der
raadszitting van verleden week Vrijdag.
Ware aan die verwachting beantwoord,
men zou het in een gemeenteraad betreu-
renswaardige verschijnsel hebben kunnen
zien van partijstemmingen, want er bestond
niet alleen kans op één maar zelfs op
twee van die monstruositeiten.
Was er reden tot die verwachting?
Alleszins, want op de agenda kwamen
voor de herstemming over het voorstel-
Van Galen, waarover in de vorige zitting
de stemmen staakten, en de stemming
over een amendement van den heer Derck
sen, waarover het in de vorige zitting
niet tot stemming was gekomen door
aanneming van een voorstel van den heer
v. d. Post tot verdaging der behandeling
van het voorstel van B. en W., waarop
het amendement-Dercksen was ingediend.
De lezers zullen zich herinneren, dat
het eerste punt betrof het voorstel van
B. en W. tot eene wijziging der gemeente-
begrooting, waarbij zij o. a. een bedrag
van f 9000.op den post voor onvoor
ziene uitgaven wilden brengen op het
oogenblik onbeslist latende of die som zou
worden gebiuikt tot schulddelging of wel
om minder te leenen, maar niet onbeslist
latende, dat die som in ieder geval tot
één dier twee doeleinden zou worden aan
gewend. De heer van Galen wenschte
daarentegen reeds dadelijk te beslissen,
dat die f 9000.zouden strekken om
f 4000.schuld af te lossen en de door
B. en W. voorgestelde geldleening van
f 4335.niet aan te gaan.Het tweede
punt betrof het voorstel van B. en W.
om te besluiten, dat de gemeente ditjaar
50 opcenten op de personeele belasting
zou heffen, welk percentage de heer Derck
sen wenschte veranderd te zien in 30.
Welnu in geen der beide gevallen
is de uitslag vastgesteld door eene partij
stemming. En dat verschijnsel is te zeld
zaam bij gewichtige beslissingen in onzen
Gemeenteraad, dan dat wij hier niet zouden
mogen spreken van eene verrassing, en
wel van eene gelukkige verrassing. Waren
Met dien eenen kleinen slag lagen alle
voorstanders van het voorstel-van Galen.
Maar zij wenschten zich, naar het goede
voorbeeld van den heer Dessing, niet op
te richten.
En steunde die houding nu op argu
menten Op geene Ondanks de on-
wederlegbare voorrekening van den Voor
zitter in de voorgaande raadszitting, dat
B. en W. nog 665.meer wilden af
lossen of eventueel minder leenen, wat
hetzelfde is dan de heer van Galen
ondanks de zekerheid, dat in den eersten
tijd geen geld te leenen zou zijn tegen
lager percent dan 3 4ondanks het juiste
betoog van den voorzitter, dat wanneer
in den eersten tijd niet tegen een lager
percent kon worden geleend dan dat van
de loopende leening, het slechts schade
voor de gemeente gaf om meer af te lossen
dan noodig is ondanks al die krachtige
argumenten voor het voorstel van B. en
W. had de heer van Galen er geen enkele
voor het zijne. Of zou hij zyne opmerking,
dat hij juist wilde aflossen en B. en W.
niet neen niet dadelijk wilden af
lossen, de kracht van een argument willen
toekennen Ons dunkt, hij is te zeer sur
•or qui-vive om dat in ernst te durven
volhouden.
Immers, er zouden voor hem slechts
twee argumenten geweest zijn n 1. öf
het betoog, dat van de door B?en W.
voorgestelde aflossing niets komen zou,
hetgeen ook hem zelfs blijkbaar toch al
te kras was, öf het bewijs, dat dadelijk
meer aflossing voordeeliger was dan later
meer aflossing. Daartoe was hij evenwel
in de onmogelijkheid. Welnu, bij gebreke
van argumenten deed de heer van Galen
het zonder en heeft er zich toe bepaald
in de vorige zitting reeds met zoovele
woorden te insinueeren, dat van het voor
nemen van B. en W. weleens niets komen
kon ter oorzake van weelderige nei
gingen van het Dag. Bestuur bij eene
gevulde kas
Het is waar, hij heeft weersproken,
dat wantrouwen in B. en W. hem zijn
standpunt deed innemen. Maar op wat
anders heeft de heer van Galen den voet
gezet bij het niet kunnen grijpen van
tastbare argumenten Och, het is gemak-
- 8.20
te ’a-Gravanhage
101—