den
het
ffl,
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
LAKSS EIGEN WEG.
BINNENLAND-
1 Gouda.
ixt
EK jl.
k. van
IDAG
i Co
198.
FEVILIETQSI
36ste Jaargang
No. 7405.
Dinsdag 10 October 1807.
van
CENTEN.
n9
hit
XJKN.
9
N k ZOON
rit.
lingmietttr.
teneinde daar te
bet huldebetoon
ie ’«en
gewezen
ngerieht
ENDE-
kijjki:
RIJ en
SCHERM
I.IIIIMIIL MANT
GOUDA, 18 October 1897.
De beer L. M. Metz is te Utrecht bevorderd
tot Semi-erts.
ADVERTENTIEN worden geplaatst
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
«Bon je rast besloten Cile haar zin to geven P»
vroeg Ida, nogmaals haar broer in de rede vallend.
Ja.»
«En welke kamers moet die deftige jonge dame,
dat sohcoljuffertje, hebben P*
«Niet tóó, Ida. Je moet het meisje niet zoo
ceremonious ontvangen. De kampr naast die van
Cile moet je haar geven.»
Ifordt rtrttlfd.)
Beroepen by de Ned. Herv. Kerk te Vare-
aeveld da. L. F. A. Westerbeek van Berten te
Nienwerkerk a/d. Use].
De Kamerleden Kerdyk, Pynappe], Hartogh
en Drucker bezoeken heden Jubbega en Scho-
terland, voor een onderzoek naar de werkver
schaffing door landontginnitigen, waarvan eeni-
gen tyd geleden melding werd gemaakU'
Door het hoofdbestuur van de Hcilandscho
Maatschappij van Landbouw zjjn de Hoeren G.
Vaa Visaer te Amsterdam, P. J. A. de Bruine
te Zwijndrecht en jhr. P. J. J. Repllaer te
Dubbeldam benoemd, ten einde met dé op de
jongste algomeene vergadering benoemde heeren
de Commissie tot wetsherziening voordAmaat-
schappy uit te maken.
De eerste vergadering dier commissie zal
plaats hebben op 25 dezer in het Zuid-Hollandach
Koffiehui» te '^Gravenhage.
1. Het
rachtige
Zolder,
rleiding,
rachtige
had een Mr’s. of een Dr’s. titel gehaald, en r.ijn
maatschappelijke positie had men kunnen noemen.'
«En als hjj, evenals Cile, genoog gezond verstand
bezeten had om in te zien, dat hij in elk vak van
studie een breekebeen zou bljjven en een anderen
werkkring had gekozen, wat dan P»
«Gekheid I Hij zou ons die schande wel bespaard
hebben en student geworden zijn. Hij zou zjjn
vrienden, die niet presentabel waren, zeker niet hier
gebracht hebben.»
«Ep die wèl presentabel waren hadden waarschijn
lijk een levenswijze, die ik zou afzeuren. Als dat
juffertje maar half zoo lief en goed is als Cile haar
beschryft, dan zal het eind nog zjjn dat je veel van
haar houdt.»
«Moet dat mensch dan toch komen P»
«Ja, maar laat ik nu vord* lezen
Huldebljjk der Nederlandsche sportwereld-
De plannen voor een huldebljjk door de Ne-
derlandsche sportwereld, bij gelegenheid van
Hare kroning aan H. M. de Koningin aan te
bieden, beginneu langzamerhand een vasten
vorm aau te nemen.
Een circulaire, onderteekend door den eere-
voorz tter, bet eerelid en twee bestuursleden
van den Nederl. Voetbal Bond, de heeren W.
J. H. Mulier, L. J. Wjjnands, J. Warner en
C. A. W. Hirschman, is gericht tot de vol
gende Nederlandsche bonden en vereenigingen:
Alg. Nederl. Wielrjjdersbond, Nederl. Gymnas-
tiekbond, Nederl. Harddr. en Renvereeniging,
Veluwsche Jachtclub, Militaire Sportvereniging,
Nederl. Jachtvereeniging Nimrod, Nederl. Scbaai-
■enryderebond, Kon. Nederl. Zeil- en Roeivor-
eeniging, Alg. Nederl. Kegelbond, Ned, Zwem-
bond, Nederl. Studenten Roeibond, Nederl.
Cricketbond, Ned. Kolfbond, Friessche Kaats-
bond, Vereeniging ter bevordering van viesche-
rybelangen en den Ned. Athletiekbond.
Bovengenoemd comité is te rade gegaan met
eenige autoriteiten op sportgebied en toen deze
in principe voor een dergelyke betooging bleken
te zyn, heeft het ’t plan opgevat, vertegen
woordigen van alle vereenigingen, hierboven
door ons genoemd, tot een vergadering byeen
te roepen op Zaterdag 30 October, 's avonds
Het Vaderland gaat na welke argumenten
zwaarder wegen, die van den minister Van
Houten, die hel etuitingsbesluit van het Zwol-
sche gemeentebestuur verwierp, of die van den
minister Goeman Borgeaiu», die bjjval schonk
aan het stuitingsbesluit vau het Haarlemscbe
gemeentebestuur.
Hierby constateert het blad dat de letter
van art. 13 Armenwet geen richtsnoer geeft, en
dat de toelichting tot het artikel geen bin
dende beteekenis beeft.
De meening echter, dat aan de (bier meer
geciteerde) woorden van Thorbecke niet meer
waarde kan worden gehecht dan aan >een
persoonlyke opvatting, een opwellende gedachte*,
i« volgens het »Vad.« niet juist. Er is wel
degelijk waarde aan te hechten zegt het
niet omdat Thorbecke ze neerscbreef, maar
omdat ze geheel overeenstemmen met de alge
meens beginselen, die gansch ons administratief
recht bebeer&cben, nl. dit, dat bij administra
tieve beschikkingen èn redenen van Staatsbe
lang èn beginselen van recht richtsnoer van
handelen behooren te zyn.
Dit neemt nu natunrlyk niet weg ver
volgt bei blad dat er iets kan te zeggen
zyn voor de opvatting van den minister Van
Houten, dat het niet ter beoordeeling en be-
aliasing van het gemeentebestuur slaat in welke
mate de ingezetenen meenen ts moeten en te
kannen bjjdragea tol ondersteuning van de
behoeftigen. Of ook voor de «Mening van het
blad De Nederlander*, dat het van belang
is de liefdadigheid den vry’en loop te laten,
daar hoe meer men geeft, boe meer men leert
geven. Maar men kan tegen het argument
van den minister Van Houten aanvoeren, dat
de stuiting eener openbare inzameling de in
gezetenen nog volstrekt niet belet naar harte
lust tot ondersteuning van behoeftigen by te
dragen. Op die wy'ze wordt alleen verhinderd
het beroep doen op de goedgeefechheid in
een bepaalden vorm, die velen leidt tot 't ge
dachteloos geven, »om van bet gezanik af te
zyn*. En eveo^oo kan tegen de redeneering
van >De Nederlander* worden amgevoerd,
dat, zoo het al waar moge zyn, dat de waar-
lyk milddadigen steeds meer geven, naarmate
meerdere behoeften aankloppen, velen toch ook
juist wegens te veelvuldige aanslagen op bno
liefdadigheidsziu zich langzamerhand van geven
gaan onthouden, je, wegens de beperktheid
hunner middelen zich wel moeten onthouden.
En dan leert men weder de juistheid pryzen
van het woord van Thorbecke, waardoor ook
blijkbaar minister Goeman Borgesian zich hoeft
laten inapireeren Het kan ook van gewicht
zyn, dat de liefdadigheid der ingezetenen niet
worde verzwakt of gedood door al te menig»
ziet men hier dagelijks, vooral in de buurt van
Charing Cross, Piccadilly en Regent-street,
electrische cabs rondryden, doorgaans met tnen-
achen er inzelfs dames beginnen zich nu te
weanen aan het nieuwe voertuig, waarvan
gevaren en bezwaren in bet gebruik grooten-
deela denkbeeldig gebleken zyn.
Ik heb ook een rit met een electrische cab
gedaan, welke, tusschen twee haakjes, precies
dezelfde vracht berekent als een bansom of
vierwieler eu ik kreeg geen berouw over myn
proefneming. De beweging is zeker oneindig
stager en gelydeiyker dan met paard en rijtuig,
ofschoon de gewaarwording aanvankelijk een
beetje vreemd is. Mooi kan men de Londen-
scbe electrische cabs ook kwalyk noemen, maar
zy zyn ruim, want zij bieden slechts twee
plaatsen in wat men een coupé kan noemen,
en de koetsier, of boe men, den man die het
voertuig bestuurt, ook noemen moge, zit hoog
genoeg voorop, om het uitzicht niet te zeer te
belemmeren.
Myn conducteur* vertelde my, dat er tegen
woordig zoowat vyftig electrische cabs door
zjjn maatschappij te Londen in dienst zyn
gesteld, met het vooruitzicht dat er binnenkort
vele bykomen. De man zeide, dat hy over
het geheel de voorkeur geeft aan de nienwer-
wetsohe cab men begrijpt, geen paard te
vosreu en te stallen. Het electrische voertuig
is gemakkelyk te besturen. Elke conducteur
ervaren huurkoetsier, doorgaans een
hansom-koelsier. Hy moet examen
afleggen en zes weken lang proefritten doen,
alvorens met bet verburen te beginnen.
Toen meneer Menald den brief gelezen had, schudde
hij bedenkelyk het grijze hoofd.
«Kind, in welke moeielnkheden breng je mjj op
mijn oude dag,” prevelde hy. «Helpen, ja, ik wil
wel helpea, maar is het doenlyk In elk geval kan
ik onderzoeken, en direct; natuurlijk, dat jonge goedje
heeft nog niet geleerd te wachten.»
Hjj las den brief nog eens over, sloot een paar
velletjes in zijn schrijftafel, eu nam de overige mede»
«Een brief van Cile, Willem vroeg tante Ida, I
loan hij eenige minuten later in de huiskamer kwam.
«Ja, en luister naar wat ze nu schrjjft:”
sik heb zoo’n medelijden met die arme juffrouw
Wilmer" je weet wel, Ida, dat ondorwjjzeresje
waarover zy vroeger al schreef «dat ik alles zou
willen doen om haar wat op te vroolyken en har
telijkheid te bewijzen. Nu heb ik een plannetje
gemaakt, dat u zeker zult goedkeuren. Daar ze geen
enkele vriendin heeft, bljjft ze met de vacantie altijd
hier, maar nu wil ik eenige dagen verlof vragen,
kom met de kentvacantie naar huis en breng haar
mede. O, ze zal er zoo gelukkig meo zijn en
ik zit te lachen terwijl ik het schrijf u mag heel
liefjes voor ons beiden reisgeld zenden. Cato heeft
wel grooter salaris dan ik, maar de weelde van reizen
kunnen wjj ons geen van beiden veroorloven, dus...”
De corr. der N. R. Ct. schrijft:
De toepassingen der electriciteit te Lon
den worden dagelijks menigvuldiger en meer
verscheiden. Onder de zeer belangwekkende
zijn de electrische advertentiën, zooa's men er
in spoorwegcoupés ziet, waar zy de stations
namen vergezellen, die telkens veranderen
naarmate de trein vordert en ’s avonds in
vele gevels binnen de metropolitaansohe mid
den wjjken. De laatstbedoelde reclames zjjn
doorgaans in gloeilichten, omeloten door glazen
bollen van verschillende kleur. Sommige
gloeilichten zjjn bestendig, andere gaan uit en
weer aan, hetgeen by vele het effect maakt
van reusacbtige woorden, door een onzichtbare
hand in vurige, lichtende letters aan den trans
gespeld. Andere hebben voor bet verwyderde
oog de uitwerking van bakens met wentellicb-
ten, welke, op zee, duisternis aan den gezichts
einder met een stralenbundel afwisselen.
Deze gloeilicbt-advertentiën, te Londen ne
men alle dagen toe, met telkens nieuwe toepas
singen. Zoo heeft men tegenwoordig geheele
lichtbeelden, die eerst donker zyn en dan plot
seling, van zelf, in allerlei schakeeringen stra
len, grepen uit bet leven, familie-tafreelen,
bestemd om de deugden van dit of dat voedsel,
van deze of gene zeep, daadwerkelyk in het
licht te stellen. Levende* licht-fotografieën
'zal men na ook spoedig wel krjjgen.
Andere advertentiën met electrisch licht wor
den door sandwich «-mannen rondgedragen
boven bet hoofd op doorschijnende papierramen,
maar deze draagbare electrische annonce-scher-
men zyn nog niet by'ster in trek, vermoedelijk
omdat het vullen der accumulators wel eens
moeiljjkheden oplevert en kostbaar bljjft.
Een toepassing der electriciteit, welke zeer
in zwang komt is het electrische huurrijtuig.
Terwyl de electrische omnibussen nog op zich
laten wachten, althans in een ^eregelden dienst,
Uit Hamburg wordt gemeld dat het stoom
schip Persia, der Hamb. Amerio. Line, op de
laatste reis aan een groot gevaar ontsnapt is.
Terwyl het schip zich bevond op 2 dagreizen
van het Kanaal, werd brand geconstateerd in
de stunrboord-reservebunkere waarin ditmaal
klaverzaad was geladen. Eerst werd beproefd
stoom op deze afdeeling te zetten waartoe de
inrichtingen getroffen zyo, alsook tot lucht
dichte afsluiting. De ingetreden stoom verhitte
echter bet zoogenaamde ossendek te zeer, soodat
de paarden, daar geborgen, onhandelbaar wer
den Daarop werd de stoom afgesloten en
door de zywanden overvloedig water in de
ruimte gebracht, waarop de bemanning met
ware doodsverachting binnendrong, een deel
der lading overboord wierp en het vuur over
meesterde. Nadat het schip to Hamburg gelost
wa», bleek de geheele hootgarneering te zyn
verkoold. Behhlve de hontlaag was een asbest-
laag, ter b schutting tegen de ketelwarmte
aangebracht.
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers V IJ F
«Niet?» vroeg hij verwonderd.
«Neen, ik daqk u. Ik heb nu kennissen genoeg.
Hadt u hot mij gevraagd toen ik hier vreemd was,
dan zou ik het gaaruo hebben aangenomen, 't Is
nu to laat.»
«Ikkende u toen nog zoo weinig.»
«Dat is zoo.» Ik zweeg even, keek hem eens aan,
en zeide toen met een vinnig lachje«Jonkheer Van
Marie had oenigo woken vroeger moeten komen,
niet waar
Hij kreeg oen kleur van boosheid en ik van prei
toen gingen wy ieder aan ons werk. De surnume
rairs waren een en al verbazing over mijn brutaliteit.
Zoo vor ik mij herinner was het de oersto maal dat
ik steundo op uw fortuin. Was ik arm geweest,
dan had ik moeten zwijgen. Bij die gelegenheid
begreep ik ook hoe armoede den mensch leert hui
chelen, liegen en bedriegen. Ik vertelde het aan
Riefting, die er van schrok, en voorspelde dat de
directeur het my/ nu recht lastig zou maken. Ik
heb hem natuurlykjjauw uit den droom geholpen.
Riefting is altijd even goed voor mij, hjj herinnert
me telkens aau
«De directeur is op eens lief tegen me geworden,
maar da eer van de overwinning komt me niet toe.
Een paar weken geleden hoorde ik «Cile, ben je
hier?» Ik keek op en daar stond jhr. Van Marie,
uw oude academievriend voor het loket. De direc
teur, die hem kende, daar Van Marie den glans
van zijn tegenwoordigheid meer over ons stedeke
laat schijken, kwam dadelijk naar me toe en gaf
mjj een paar uur vacantie, waarvoor van Made hem
op zijn gewone complimenteuse manier bedankte.
Die jonkheer had me op eens een mensch van ge
wicht gemaakt, maar nu was ik trotsch en accepteerde
de voorkomendheden van den directeur met dezelfde
onverschilligheid waarmee ik zjjn onbeleefdheden
verdroeg. Eergisteren vroeg hjj mjj om kennis met
zjjn familie te komen maken, enik weigerde.
halfacht, in Kraenapolsky,
beslissen op welke wyze men
der Nederlandsche sportwereld aan H. M. de
Koningin zal kannen aanbieden.
Het comité heeft gemeend voorloopig de
voornaamste lichamen, die de verschillende
takken van sport vertegenwoordigen, te moeten
nitnoodigen, terwyl de vergadering verder kan
uitmaken in hoever hieraan uitbreiding kan
worden gegeven.
In bet belang van een goeden gang van
zaken beeft men reeds by de plaatselyke feest
comité^ ie Amsterdam en 's-Gravenhage in
lichtingen ingewonnen, wanneer soms het hul
debetoon zou plaats vinden in den vorm van
een optocht, adresaanbieding, feest of iets van
dien gee«t. (Hbd.)
«Goede hemel, Willem,” viel de oude dame hem
in de rede, «wat zjjn dat nu voor malligheden
'tKind ie onuitputteljjk in allerlei romaneske uit
vindingen.”
«Zij is jong,” zeide hjj goedig.
«En weet dus niet wat ze doet,” vervolgde tante
Ida. //Dat zal je toch niet toestaan, hoop ik,”
«Waarom niet?”
«Je hebt nergens gevoel voor. Kan ik op het
Kerstfeest een schooljuffrouw aan onze gasten pre
senteeren P O, o, wat zal me nog overkomen I” en
half in wanhoop hief de oude dame haar handen
ten hemel.
«Kom, laten wjj zoo bekrompen niet zjjn en Cile
het genoegen gunnen, dat meisje mede te brengen.
Buitendien is het mjj wel wat waard om te weten
met wie zy dagelijks omgaat.
«Maak je geen illusies I Ze gaat om met burger
meisjes met burgerljjke begrippen en met kantoorlui,”
klaagde tante Ida. «Zij encanailleert zich elk uur
van den dag, ze maakt zich geheel onmogelijk in
onzen kring; ieder spot met haar en niemand zal
haar ten huweljjk vragen.”
«Wat misschien heel gelukkig ie.”
«Gelukkig P je weet niet wat je zegt. Cile een
oude vrijster I Een voorwerp van spot 1 Te laat,”
vervolgde ze, «zul je inzien dat ik geljjk had. Geen
bittere tranen, geen vlijmend berouw zal dan kunnen
goedmaken wat nu bedorven wordt.”
«Maar, Ida, denk nu toch eens even na. Als
Cile een jongen was, zou je, ondanks rijkdom, on
danks stand, goedkeuren dat hjj een betrekking ver
vulde?”
«Je zoon zou naar de academie gegaan zjjn en