ips HE\ ERWIJS. agen op de arscholen. GRAVIW DIANA. che ins z NI Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Donderdag 10 Februari ISOS. 36ste Jaargang. No. 7501. xxjrs FEUILLETON. I Buitenlandsdi Overzicht Inrichtingen welke gevaar, schade of hin der KUNNEN VEROORZAKEN. van lAnvrage te ver. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. WETHOUDERS van de zitting voorviel nog Verspreide Berichten. De president: deel nwe conclusies mede, dan I DU opgeheven, ten De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. 'HODDERS van 15 FEBRUARI f twee ure in 3 inschrijving in >e bavailintfs- on IJsel. iet Bovendek iet Onderdek en Kleiweg. ie Doorvaart egin van het ader Reijers- van mijne I ons geïllus- Wintersel- 3bben, dit te ZICHT op het bekend, dat de eerlingeii sten April 1898 cholen verlangt, 22 FEBRUARI inr. wordt verwezen {Naar 'het Fransoh.) immissie, v dek VOORT. Secretaris. voor naam is, de laste- van den im. Hofrad bbeo H tn hoesten, ademings- 1 bewezen, an warme anbevelens- ken. 25 cent Vrienden ondersteunden gegeven oogenblik weerklonken Vivo Zc.'a.'t en »A bas Zola De politieagenten waren machte- C1*, Pari», id gratis en i vrij van alle ooging. idaal I. B. ADVEKTENTIEN worden geplaatst 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. voorlezing af. -r hooren," zei hij togen mij „uw wordt bij de lezing hiervan niet gij u dus zoolang zoudt willen verwijderen „De herinnering aan mijne moeder," antwoordde ik, «kun mij slechts sterken. Ga dus gerust voort, mijnheer." {Wordt tttroolqd.} Alle Duitache hoogescholen zyn voor de rest van het wintersemester, door den Ooten- rykscben minister van onderwas gesloten, en geen examens zullen worden afgenomen. Dit tot antwoord op de betoogingen en werksta- gingen der studenten. Intussthen is de zaak zoo heel erg niet, daar het voornemen bestaat de opening van bet zomersemester te vervroegen, zoodat de heele sluiting op een week of vier neerkomt. De minister hoopt dat deze tyd wat kalmeerend zal werken. Men zegt, dat de stadhouder van Bohemen, graaf Condeuhove, eerstdaags zyn ontslag zal krijgen. zal het hof ze onderzoeken. De zitting wordt te Ij nor opgeheven, ten einde aan de verdedigers gelegenheid te geven hunne conclusies op te stellen. Het telegraphiich verslag van hetgeen na opening der zitting gebeurde beslaat in de groote dagbladen verscheiden kolommen, zoodat 42) De goede notaris staarde mij met groote oogen aan hij begreep niets van die buitengewone leven digheid op zulk een ernstig oogenblik mijns levens. „Welnu," vroeg ik lachend, „hoe kijk je my zoo „Wel, baron!" stamelde hy, „ik... ik ben heel blij je zoo te zien Ik had het uiet durven den ken. ’t Is een ernstige omstandigheid, en ik heb u soms zoo bezwaard gezien." „Dat gij er nu nog moeilijk van spreken kunt," vulde ik vroolyk aan. „Kom, vriend, bekijk me maar op je gemak en overtuig je dal ik er voor oen krankzinnige nog al niet erg bedrukt uitzie." „Bravo I Dien moed mag ik zien, dan zal het met onze zaak wel schikken Maar denk er om dat ge tegenover bevooroordeelds menschen zult slaan de goede uitslag hangt van uwe koelbloedigheid af." „Reken gerust op meik word gesterkt door een overtuiging, die door niets aan ’t wankelen te bren gen is. Zijn de dokters al gekomen „Ja, van morgen. Ik heb hen al gesproken, ’t Is dokter Rolles en dokter Delalre. Hun groote kunde en hun karakter waarborgen ons tegen alle vooringenomenheid van hunne zyde." twoe geslachten getroffen had. certificaten van geneeskundigen, zinnigheid van r~::" - Zo a Se a QQ- mJ W o Fit AN KRUK Eeu late bezigheid, als men rekent dat te Parys de hotelbozoekers niet zoo heel vroeg naar bed gaau Dezer dagen werd daar iemand aangehouden, dio zich 's nachts met een valies uit de voeten wilde maken, waarin twaalf paar gestolen schoenen en laarzen. Hij ver klaarde te behooren tot eene bende, een syn dicaat» noemde hy ’t, welke zich met dezen byzonderen tak van stileo zakeo trachtte te maken, die toch wel niet zoo byzonder schit- Het proces-Zola wekt te Parijs steeds meer belangstelling en merkwaardig is het, dat het publiek in de rechtzaal meer dan daar buiten op de hand is vae den beschuldigde. Zoo gaf zyn aankomst gisteren in de zaal aanleiding tot manifestation in verschillende z n, het geroep van; leve Zola I werd natuurlijk beantwoord pietweg met Zola maar er moet een ongehoord leven geheencht hebben, zoodat eenige ©ogenblikken de beambten machteloos waren. By de opening van het verboor herstelde de rust zich spoedig. In zyn brief aan den president zegt Esterhazy dat hij, door Mathieu Dreyfus bescnuldigd van het mtsdryf van hoog verraad, met algemeens stemmen vrijgesproken "is door den krygsraad. Heden ontving bij een brief van een particulier Emile Zola, die hem oproept als getuige. Hij is van oordeel aan aan deze oproeping niet te moeten beantwoorden en laat aan den hof en jury over, de redenen te beoordeelen die hem zyn gedragslijn voor schrijven. Antwoordend op het voorgelezene zegt mr. LaboriGisteren was Esterhazy hierheden heeft hij zich bedacht. Het was om redenen van groote delicatesse dat wij gemeend hebben hem hier te moeten roepen. Clemenceau, uit naam van den gérant der Aurore, dringt erop aan dat Esterhazy gedwon gen worden te verschynen, des noodig met geweld. De deurwaarder gaat over tot het afroepen der namen van de getuigen. Beslissend op de gisteren door de verdedi ging ingeleverde conclusion, beveelt het hof dat de getuigen die ziek zyn bezocht zullen worden door een dokter, en wederom opgeroe pen zullen worden zoodra zij weer kunnen 60UB8CHE UH IU VI klaren togen hetgeen gij oen lastering noemt." „In dat geval, mynheer," antwoordde ik kalm, „moet gij het mij vergeyen zoo ik mijn vorzoek blijf handhaven. Ik mag dezo plaats niet verlaten dan hetzij onafliiiukolijk en in mijn oer hersteld, hetzij vervallen verklaard var. mijne rechten. Ik roep on dat onderzoek iu, dat gij bobt verlangd, on, terwijl ik mij stol onder de bescherming van myn familie raad, verzoek ik de vergadering mijne toekomst, dio door u wordt bedreigd, thans te willen regelen." „Blyfl mijnheer de graaf volharden bij zijno be weringen vroeg do vrederechter aan mijn voogd. „Zal ik hot stuk, do gronden bevattende waarop gij het verzoek om meerderjarig verklaring, door den baron gedaan, wilt van de hand zien wijzen, voor lezen „Ik blijf daarbij volharden," antwoordde de graaf. De vrederechter opende nu een dik stuk en begon dat voor te lozen Het behelsde eerst oen onver bloemd relaas van het ongeluk, dat mijne familie in Toon volgden er waarbij de krank- miju grootvader en die moeder geconstateerd werden, De rechter brak zijne Vit zijn zeer treurige dingeu voor u om aan to uwe tegenwoordigheid .wt vereÏFcht, en indien XXVI. Een half uur later waren de leden van mijn fami lieraad in het salon van Granger vereenigd. Onder voorzitterschap van den vrederechter hadden zij plaats genomen aan een groote tafel, dio met een groen kleed overdokt was. Aan hot eeno uiteinde van die tafel zaten de beide vreemde geneeshooron mot den dokter, die my reeds gedurende mijn ziekte behan deld had; aan het andere uiteinde zat mijn voogd. Tegenover den voorzitter stonden twee stoo’en voor Granger en voor mij. Toen de zitting was geopend, nam de hoer de Maufert het woord. „Mijne heeren," zei hij, „eer dit debat begint, zij het mij vergund een laatste poging tot verzoening te beproeven. Wij allen kennen de ern tige gevol gen, die voor mijn slecht goraden pupil de verwer ping van een ontijdig verzoek om moorderjarigver- klaring hebben kan. Mijn plicht schrijft mij voor tegen dat verzoek op te komen, op grond van rede nen, die in André’s belang liever geheim zouden moeten blyven. ‘t Is ónmogelijk om in dien on- voorzichtigen stap geen blyk van wantrouwen in myn beheer te zien. Voor u allen, even als voor mij, is die reis naar Indië, zoo plotseling opgekomen en die geen zes maanden kan worden uitgesteld, niets dan een onhandig voorwendsel, dat nauwlyks een kwetsend wantrouwen in myn eerlijkheid verborgt. De zaken zijn nu zoover gekomen, dat het debat in dezen familieraad op een proces voor de rechtbank dreigt uit te loopen, en er aldus openbaarheid zal gegeven worden aan treurige oiieeuigheden of wel aan een onherstelbaar ongeluk. Daarom zou ik aan mijn mandaat van voogd meen en te kort te doen BURGEMEESTER en Gouda Gezien art. 8 der HINDERWET, Doen te weten Dat tij vergunning hebben verleend aan P. den Hertog en zijne rechtverkrijgenden, tol het uitbreiden zijner blikslagerij en lakkerij in het perceel aan de Turfmarkt wijk H no. 62. kadastraal bekend sectie B no. 628. Gouda, don 9 Februari 1898. Burgemeester eu Wethouders voornoemd, R. L. MARTENS. De Secretaris, W. KROMHOUT, 1. 3. wanneer ik niet een laatst beroep deed op do zichtighoid van don heer Granger. Myn geloof ik, een voldoende wederlegging vau ringen, die men tegen mij poogt uit to strooien. Als mijn pupil zijn vorzoek intrekt, dan zie ik af van eon voor hom gevaarlijk onderzoek." Granger wilde antwoorden, maar ik kwam hem voor. ,/t Zij mij vergund, zelf hot woord to nemen," zei ik togen Granger, „to moor daar ik toch hier ben om over do meerdere of mindere helderheid van mijn verstand te doen beslissen." Devrederechter gaf mij een toeken om voort te gaan. Zou aan myn leeftyd niet passen, mijne boe ren," vervolgde ik, „de verzoenende woorden, die de gra»f de Maufert, mijn voogd, daar gesproken heeft, af to slaan, en ik zal dus zijn openhartige taal beantwoorden, niet door mij to verschuilen achter hetgeen hij een onhandig voorwendsel ge noemd heeft, maar door mij to beroepen op zijn loyauteit. Een man, die in zijn dienst staat, heeft mij krankzinnig durven noemenwanneer nu mijn voogd zich verklaren wil tegen dio lastering, dan zal ik mij eerbiedig onderwerpen aan zijn verlangen en met vertrouwen mijne meerderjarigheid afwachten." De stilte, die- er, toen ik uitgesproken had, in de vergadering heerschte, getuigde dat ik de quaestie in het hart had getrofien. De hoor de Maufert scheen een oogenblik to weifelen, maar hij kon niet meer terug. „Myn plicht eu de zorg, die ik voor uwe toekomst dragen moet," zeide hij eindelijk, mij met oen koe len blik aanziende, „verbieden mij om mij te ver ven door den loos tegeu de menigte. Zola werd door vijf honderd menschen omringd en een klein getal vrienden bad de grootste moeite hem te be schermen. De commissaris Touny trachtte maar vergeefs tusschenbeide te komen. Einde— lyk gelukte bet Zola uit het gedrang te raken eu iu een rytuig te stappen. By reed weg, op allerlei wyze nageroepen. Iemand riep: >Vive Zola! Weg met de schreeuwbekken !<Het volk drong den man naar den Pont St. Michel en wou hem te water gooien, maar op dat oogenb’ik kwam er een afdeeling politieagenten aan, die do menigte niteendreven en twee mannen iu hechtenis namen. Onverwacht komt uit China het bericht, dat de Regeering besloten heeft in het geheel geen leening aan te gaan. Tusschen Engeland en Rusland in de klem zittende, beeft men zich op behendige wijze aan de moeilijkheden ont trokken door 100 rnillioen taels aan schatkist biljetten u t te geven. Intusschen zonder geld kau de oorlogsschatting aan Japan niet betaald worden, eu de Japanners zulleudus' voorloopig Je baven Wei-hai-wei wel bezet houden, waarop zij recht hebben tot ann de afbetaling der schatting. nitgaan. Wat de overige getuigen betreft, deze zullen opnieuw worden opgeroepen voor mor gen en moeten verschijnen voor het bof om gehoord te worden. Mevrouw Dreyfus wordt vervolgens gehoord. Zy is gekleed in het zwart, is zeer bleek en zeer aangedaan. De president zegtwelke vra gen wenscht u te stellen Mr. Labori antwoordt Wat denkt gij, me vrouw, »an de goede t(ouw van Emile Zola En kunt gij ons zeggen onder welke omstan digheden u in 1894 door Du Paty Clan kennis hebt gekregen van de inhechtenisneming van uwen echtgenoot De president zegt ik kan deze laatste vraag niet stellen. Emile Zola, opstaande: ik wenscb eenvoudig behandeld te worden als een moordenaar en een dief: zij hebben altyd het recht »au ver dediging, mij echter bindt men de handen, mij slaat men, mij beleedigt men op straateen gemeene pers sleept mij door bet slijk ik wil het bewys leveren en dit wordt mij geweigerd. Ziet, mijuheeren juryleden, welk een toestand we nu hebben; ik wil my getuigeu doea hooren, en daar verzet men zich tegen De p'esident in de reden vallend Gy kent de wet. Zola roept uit: ik kau de wet niet, en ik wil haar voor dit oogenblik niet k'un?(n. (He vig rumoer onder het publiek). Labori zegt dat hy de conclusie zal depo- neeren Betreffende de vragen die hij wil stellen. De president.- deponeer als gy wilt, maar ik zal geen enkele vraag toelaten die vreemd is aan de genoemde, en die zou kunnen leiden tot de revisie der zaak-Dreylus, waarin wettig vonnis is gewezen. Labori roept uittegenover de obstructie die wij ondervinden (Kreten neen, neen ja, ja, heel goed). In ons aller belang zal ik den president vragen ons wel te willen aangeven welke middelen wij moaten gebruiken. De president; dit gaat ons niet aan. Labori vraagt vervolgens dat de te stellen vragen zullen worden overgegeven aau den griffier om er nota van te nemen; het bof zou er dau over kunnen beraadslagen en de aan de ge tuigen te stellen vragen aanduiden. onze bepatkte ruimte daarvoor te gering is. Hoofdzaak is, dat alle vragen buiten dj be schuldiging niet worden toegelaten en dat de meeste getuigen weigeren te antwoorden om redenen voor staat en beroep. Als indrok van den tweeden dag bericht men Binnen' en buiteu het paleis van justitie waren nog meer belangstellenden dan gisteren. De stryd over de uitgestrektheid der de batten werd verwoed voortgezet. Het Hof beval de weerspannige getuigen en militairen op te roepen, maar weigerde vragen te stellen aangaande de onwettigheid van het vonn s van 1894* Mijns inziens vormt deze weigering een middel vau cassatie van het te wyzen vonnis. De verhooren van Scheurer-Kestner eu mr. Leblois hebben ons de brieven vau generaal Gouse aan kolonel Picqnart doen kennen eu licht verspreid over de tuacliina’iën iu het begin van1 de zaak-Esterbazy. Het böoren van mevrouw Dreyfus s door het Hot geweigerd. Toen de oud-president Casimir-Perier kwam getuigen, werd het Hof door een heógo vrees overval etf en weigerde hem vragen te stellen. De enorme indrnk door den oud president der republiek gemaakt, bleek duidelyk uit de daverende toejuichingen. Men voorziet dat het Zola onmogolyk zal zijn de geheele waarheid aan het licht te brengen-^ maar dat hy er in slagen zal ver- schillenae*bijzonderheden te onthullen, waar door het aantal der voorstanders van de her ziening zal toenemen. Omtreut he'geen na bet volgende. Na de zifting van bet gerechtshof was bui ten de menigte toegenomen. Meer dan duizend menschen bewogen zich om bet paleis. Binnen stormde het publiek uit de tribune. Iemand riep: >Vive Zola A bas la France!» Hij werd dadelijk in hechtenis genomen. Eeu ongelooflijk gedrang ontstaat. Toen Zola en zijn advocaat zich verwijderden werden zij in de gang herkend. Het publiek trad tegen hen op en Zola moest vluchten in eeu kleedl amer, waarvan de deur een halfuur lang gesloten wordt gehouden. Het publiek blyft vaor de deur staan en schreeuwt: »Conspuez Zolal* De verwoedste betoo^ers zyn jonge advocaten. De bevelhebber van de paleisgarde moest een sterke afdeeling garden zenden om de gangen seboon te vegen. Eindelyk kon Zola uit het paleis en op den boulevard komen. Hy zag zeer bleek en beefde. V.L hem- Op een f, de kreten: >Vive Zola!< A mort 8

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1898 | | pagina 1