F BS, ÖPW11U-.WB, voor de Lichtingen 1894,1895 en 1896 I 8-9-11. en Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. rijdag 5 Augustus 1898. 31 FEUILLETON. y-lllg angd i Verandering van de Tijdvakken ibriek 37ste Jaargang. KENNISGEVING. De Mexicaansche Beeldhouwer. gt s I Ma en 6. f* Buitenlandse!) Overzicht. No. 7649. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. 9 II I. ryksregeeriog regeeren te Manilla Verspreide Berichten. aan Met (Wordt vervolgd.) zond leliën, leans. VAN dubbele flesch te, Zaltbommel.. le erdam. ardam. :ht itoon- I ‘BS aoeite I rt en I te lette I nhjnr». I otaeeres Üd komt lid, MM e wereld bob nne lt<»von- itop de lanaal lil IIIN IIE COBOL Telefoon No. S*. De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prys per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder KUNNEN VEROORZAKEN. en WETHOUDERS van I ten hoogste jjks afrekenen toestellen, enz i per week in EEN VERHAAL DER AZTEKEN. Naar hel Engeltch. Da bladen kondigden tegen Vrijdag een be langrijke vergadering van den ministerraad aan. President Fauré zal opzettelijk uit Havre o»er- »te pub- - zelfs jke ver- ljift van irofBMor st krank- ihHngss; ut in fall, to Pari s, Okar- il'byiltea aanaad* ele hoof lijke toe aarvan stvoort- knndige erknur, ivonden wegens :ellghaltf, >t vos es Jdere, W jongs nd aan- hoo ver BURGEMEESTER Gezien irt. 8 dfir HINDERWET, Doen te weten $1 Dat zij vergunning hebben verleend aan Gebr. Dsrcksen en hunne rechtverkrijgenden, tot hót op richten eener bakkerij met blikslagerij gedreven door eeh gasmotor op het perceel aan de KarUemelksloot, kadastraal bekend sectie A. No. 1345. Gouda, den 4 Augustus 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, R. L. MARTENS. De Secretaris, BROUWER. Telefoon No. S« ADVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. rtroffen welbekend IT-KIXM. ibrieksmerk). radicale en ran alle, zelfs kige zenuw- ontstaan door Hoofdpijn Maagpyn ivermogen enz. Uit— houden, om niot to stikken. Na eone poos ver minderde echter die walgelijke reuk en bogon hij te onderzoeken wat er van was. Gorechto hemel I hot was eon menscholijk lichaam, en toen hij zijne hand er over boon liet gaan, voelde hot vleesch vochtig aan. Hij begreep dat het een lijk was, dat reeds in staat van ontbinding ver keerde. Moest hij in zulk gezelschap zijn leven laten I VI. Het paleis van Montezuma. Welk een bowonderenswaardig monument van de kunstvaardigheid en den smaak der Azteken was dit paleis I Een voegzaam Pantheon voor deze Grie ken der Nieuwe Wereld I Helaas, dat hot ook hun mansoleum moest zijn I Het waa van den rooden poreusen steen ópge trokken, die daar te lande gevonden en tetzonlii genoemd wordt, en mot ornamenten van japis en porfier versierd. Boven de hoofdpoort prijkte het zinnebeeld van Montezuma, een adelaar met een ocelot in do klauwen, in steen gebeeldhouwd. Op de binnenplaatsen wierpen fonteinen het kristalhel dere water omhoog, dat zy uit den reuaachtigen waterbak op den ver afgelegen berg Chapultepec ontgingen, en daarentegen voorzagen zij van hare zijde een duizendtal baden, die door het geheele paleis verspreid waren. Eone menigte Azteeksche edelen drentelden door hot park of bevonden zich in de voorzalen, en brach ten hun tijd in afwachting van do bevelen des kei zers door. waren eon algemeen gevoel van koude en eeno ver- dooving in zijne ledematen. Hij bemerkte, dat de ▼teer, op wolken hij lag, klam en slibbig was, en eerst na eenige moeite gelukte het hem eeno zittende houding aan tc nemen. Aanvankelijk meende hij, dat hem een blinddoek waa voorgebonden, doch deze indruk was een gevolg van eene zware kneuzing aan zijn hoofd door den val en van de heerschende duisternis, die zoo diep was, dat hy zelfs den omtrek zijner hand, die hij voor de oogen hield, niet zien kon. Een walgelyke damp vervulde als een zware mist dsn kerker en deed hem het hart in het lichaam omdraaien. Zoodra hij een duidelijk begrip van zijn verschrik- kelijken toestand kreeg, keerde de herinnering aan het voorgevallene bij hem terug, en hij had geen scherp doorzicht noodig om te begrijpen dat hij eon gevangene was, ja, dat hij zich in eeno plaats be vond, waar zijne oogen vermoedelijk nimmer meer het gezegende daglicht zouden aanschouwen Zijn vonnis scheen geteekend en die overtuiging joeg hem eene koude rilling door de aderenmaar hij was de man niet, om zich deemoedig aap^zulk een lot te onderwerpen. Te midden van het dreigendste gevaar begaf de moed hem niet. Hij beschouwde den toestand, in welken hij zich bevond, als een triomf zyner vijanden, die hij, als er maar ennige mogelijkheid toe bestond, moest verijdelen. Hij sprong dus op en sloeg den blik in ’t rond, zonder echter, uit hoofde van de ondoordringbare duisternis, een enkel voorwerp te kunnen onderscheiden. Daar zijne voeten op den glibberigen vloer uitgleden, ging hij zeer voorzichtig vooruit, om te onderzoeken waar de muur was en bij gissing de grootte der wat meer try te hebben. V De Zondag in Frankryk gebonden verkie zingen voor de Departementale Raden hebben tot dusverre in de partijverhoudingen dezer politieke lichamen nagenoeg geen verandering teweeggebracht. GeifdMn werdén 1121 republi keinen en 190 conservatieven, terwyi 189 herstemmingen moeten plaats hebben. De republikeinen winnen 30 zetels en verliezen er 29. naar Friedricbsruh en telegrammen van deelneming naast vol kransen. Keizerin Friedrich grooten lauwerkrans met palmen, vHita rozen, de prins-rogent van In een buitengewone editie van den sReichs- anzeiger* wordt een keizerlijke brief gepub i- ceerd, gericht aan den rijkskanselier en ge schreven nit Friedrichsruh, den 2en dezer. Deze De BURGEMEESTER van GOUDA maakt be- kend, dat de tyd van opkomst onder de wapenen van de Miliciens-Verlofgangers dor lichtingen 1894, 1895 en 1896, bij beschikking van Zijne Excel lentie den Minister van Oorlog is gewijzigd als volgt LICHTINGEN 1894 en 1895. Ie, 2e, Se, 5«, 6e en 8e Regiment Infanterie, le, 2e, 8e en 4e Bataljon eerst opgeroepen van 25 Augustus tot 17 September, thans opgeroepen van 1 September tot 24 September. LICHTING 1895. 1», 2e, Se. 5e en 6e Regiment Infanterie, 5e Bataljon, en 8e Regiment Infanterie, 5e Bataljon, le, 2e, 8e en l/t der 4e Compagnie, eerst opgeroe pen van 2 September tot 21 September, thans op geroepen van 5 September tot 24 September. le Compagnie Hospitaalsoldaten, eerst opgsroepen van 29 Augu’tus tot 24 September. 2e en 3e Compagnie Hospitaalsoldaten, eerst op geroepen van 22 Augustus tot 17 September, thans opgeroepen van 29 Augustus tot 24 September. 3e Regiment Veldartillerie, le, 5e en 6e Batterij, eerst opgeroepon van 19 Augustus tot 22 Septem ber, thans opgeroepen van 22 Augustus tot 24 September. Pontonniers, 2e Compagnie, eerst opgeroepen van 24 Augustus tot 23 September, thans opgeroepen van 25 Augustus tot 24 September. LICHTING 1896. Korps Genietroepen, )e, 2e, 3, 4e, Ke, 6e, 7u en 8e Compagnie, eerst opgeroepen van 16 Augustus tot 17 September, thans opgeroepen van 26 Augus tus tot 29 September. Gouda, den 3 Aug. 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, R. L. -MARTENS. Frankrijk. >Ik verbaas me. over de halsstarrigheid, waarmee eenigen onzer vrienden de zaak Dreyfus blyven beschouwen als een rechterlijke dwaling. Men miskent daarmee geheel en al de be- teekenis der feiten.* Aldus Paul Brolat in de Droits de THomme*, betoogend dat van een misdaad gesproken moet worden een misdaad met voorbedachten rade, een misdaad van anti semitisme on clericalisme. De toon der bladen wordt al feller. Van regeeringszyde wordt met maatregelen* tegen de pers gedreigd. secretarissen, den Bondsraad, de leden der wetgevende liohamen, de legerhoofden en ver tegenwoordigers van de overheid. Uit hoofde van dezen dienst zal de beurs Donderdag gesloten zyn. De handelkantoren zullen dit voorbeeld waarscbynlyk volgen. Wat mag graaf Tbun toch van «int zjn? vraagt men zich nog steeds in Oostenrijk af. Zal bij inderdaad de netelige taalquaestie, tot wier beëindiging Slaven zoowel als Doitschers, hun medewerking hebben geweigerd, trachten op te lossen, eenvoudig door middel van keizerlyke decreten? Het Fremdenblatt* geeft reden zalks te vermoeden. Volgens dit officieuze orgaan is de toestand, nu de ryksraad naar buis werd gezonden, er volstrekt niet eenvoudiger op geworden, of gemakkelijker te oversien integendeelde moeilijkheden welke reeds drie kabinetten schier tot radeloosheid hebben ge bracht, zijn op dit oogenblik aangegroeid tot een berg en ook met de regeling van' den Ausgleich moet haast worden gemaakt, 't Was dus beslist noodzakelyk, zegt het blad, dat de ryksregeering aan alle party-strevingen het zwygen oplegde, om zoodoende zelf de handen —..4.C-l-l 10) Toen de beeldhouwer diens woning bereikte, werd hij met de grootste hartelijkheid ontvangen. Cruzilli geleidde hem dadelijk naar dat gedeelte van het gebouw, waar het voorgewende beeldhouwwerk zou moeten uitgevoerd worden. In het midden eener ruime zaal stond eene kolom van gepolijst porfier. Cruzilli verklaarde, dat hij boven op die kolom een ornament wenschte te heb ben, en wel een adelaar met uitgespreide vleugelen, die uit één blok marmer moest gehouwen worden. Maxtla trad eenige schreden vooruit, om de noodige opneming te doendoch met de snelheid der ge dachte opende zich de vloer onder zijne voeten en tuimelde hy in een donkeren afgrond neder. De opening sloot zich met een onheilspellend gekraak boven zijn hoofd en alles was weder zoo onbewegelijk als die porfieren kolom, die bij dien helschen val strik als schildwacht geplaatst scheen. Het eerste gevoel van ontzetting en angst werd gevolgd door een feilen slag tegen den bodem van het hol, waardoor het slachtoffer van zijn bewustzijn beroofd werd. Hoe lang hij in dien toestand was blijven liggen, kon hij niet nagaan. Zijne eerste gewaarwordingen by zijn terugkeer tot het bewustzijn brief ’oidt sla volgt Met onze hoogs bondgenooten en met het gansche Duitsche volk sta ik treurend aan de baar van den eersten Kanselier des Rijks, vorst Otto von Bismarck, hertog von Lauen- burg. Wij, die getuigen waren van zijn heer lijken arbeid en die bewonderend tot hem opzien als tot een meester in de staatkunde, een onvervaard stryder in den oorlog zoowel als in vredestyd, den meeat aanhankelyken zoon - des vaderlands, den trouwstee dienaar van zijn Keizer en Koning, wy zyn diep ge troffen door het verscheiden van een man in wien God de Heer een werktuig had geschapen óm de onsterfelijke gedachte van Duitschlands eenheid te verwezenlyken. »Niet op dit oogenblik zou het van pas zijn om alle daden die de groote ontslapene beeft volbracht, alle zorgen die hy voor Keizer en Rijk heeft gedragen, alle voordeelen die hy behaald heeft, op te sommendeze zijn te ontzsglyk, te menigvuldig alleen de geschiedenis zal ze alle op, onvergankelijke tafelen schrijven. My echter kwelt de be hoefte om voor de gansebe wereld uitdrukking te geven aan den onverdeelden rouw en de dankbare bewondering, waarvan de gansebe natie heden is vervuld en om in naam dier natie de gelofte af te leggen om datgene dat hy, de Groote Kanselier, onder Keizer Wil helm* den Groote beeft geschapen, in stand te houden, te ontwikkelen en, als het noodig is, fpe^ goed en bloed te verdedigeo. Daarbij helpe mij God de Heer Ik draag o op, dit mya schryven Ier tl- gemeene kennis te brengen.* Nog altijd strooraen brieven waggons een en witte Beieren een krans van alpenrozen en Edelweisz met de opdracht: »Den grooten kanselier een laatste groet uit Beierena bergen,* Li Hung Chang een prachtig bloemstuk. President Kruger zond aan prins Herbert Bismarck en den Keizer telegrammen van deelneming. Na de ontvangst van de doods tijding te Pretoria werd de staatsvlag op het regeeringagebouw halfstok geheseben. De groote rouwdienst op het Koningsplein te Berlyu is afgezegd en zal vervangen worden door een plechtigen lijkdienst op heden in de Kaiser Wilhelm Gediichtniszkirche. De dienst zal worden bygewoond door den Keizer, de Keizerin, de te Berlijn aanwezige prinsen en prinsessen, de gezanten der vreemde mogend heden, den rijkskanselier, de ministers en staats- Eergisteren heette het, dat de vrede tusschen Spanje en de Vereenigde Staten gesloten zal worden vóór het eind van de maand, nu voor spelt men reeds, dat het zoover zal komen vóór den löden Augustus. Des te beter 1 De toestand is nu lóó, dat Spanje nog eenige inlichtingen gevraagd heeft, o. a. over de »onmiddellyke« ontruiming der Antillen, waarby het opmerkt dat deze allicht weken zoo niet maanden zal duren, eu dat bet blijkbaar toch nog tracht in de regeling der Cubaansche schuld, waarvan de overneming gelijk zou staan met bet betalen eener zware oorlogs schatting, eenige wyziging te brengen. Als men het hier over eens is, worden de vijande lijkheden gestaakt. En dsn kan men aan het overwegen gaan wat er met de Philippynen zal gebeuren. Dat konden wel eens even lange onderhande- lingen worden, als verleden jaar bij het siuiteu van den vrede tusschen Turkye en Grieken'and. De schuld daarvan ligt, hoofdzakelyk bij de opstandelingen. Wanneer er nu nog maar één stemmigheid heerschte onder de inboorlingen van de Philippynen, zooals op Cuba vrywel het geval schijnt te zyn, zou het nog niets zyn. Maar dat is niet het geval. Agnidaldo, die door de Amerikanen feitelyk naar de Philippynen is teruggebracht, die door hen met kanonnen, geweren en munitie is geholpen, is nu met meer van zins naar zyu vrienden te luisteren. Hij heeft een republiek uitgeroepen en zich zelf president gemaakt bij wil nu ook regeeren en regeeren te Manilla natuurlyk. Maar buiten zijn legerkamp is Aguinaldo niet populair. Het zuivere inboorlingen-ras zou waarscbynlyk liever onder de Spaansche heerschappij staan, op voorwaarde misschien dat de monnikenorden werdea verjaagd, dan onder de Mestiezen-regeering van een Aguinaldo. Generaal Meiritt wacht nog een paar schepen met troepen af ten einde voldoende troepen te hebben om op alle eventualiteiten gewapend te zyn. Maar algemeen wordt geloofd, dat Manilla zich op de eerste opeisching van de stad door admiraal Dewey zal overgeven de Amerikanen. Dit zon de eenige manier zyu om de burgerij en de stad tegen de opstandelingen, tegen dit uitvaagsel* waar van de Times «-correpondent spreekt te be schermen. ruimte, waar hij zich bevond, te berekenen. Met zyne uitgestrekte handen had hij weldra den muur bereikt, die, even als de grond, klam en met eeno glibberige zelfstandigheid de opgehoopto vochtigheid van vele jaren overdekt was Met de meeste behoedzaamheid ging hij op den tast voort, totdat hij zyn kerker cindclyk geheel rond gegaan was. Naar zyne gissing had het hol onge veer twaalf voet in ’t vierkant, maar do hoogte kon hy bij geen mogelijkheid schatten. Hij bleef een oogenblik stilstaan en word wanhopig toen hij het ernstige van zijn toestand ten volle doorzag. De gedachte aan Mazins, die hij gevoelde dat eeuwig onkundig van zijn lot zou blijven, ver vulde hem, en verder peinsde hij over zijn lieve- lingsontwerp, het monument voor zijn keizer, waar mede hij gemeend had de bescherming en de gunst van den vorst te zullen verwerven. vDit is dan *t einde mijns levens I* riep hij in zyn bitteren zielsangst uit. //Dit is dan de afloop mijner hoopvolle verwachtingen, het laatste bedrijf van een levtn, dat nog slechts weinige uren geleden de schoonste beloften voor my scheen te bevatten 1* Op dat oogenblik zag hy iets aan de overzijde van het hol, dat hij voor een paar flikkerende oogen hield, zoodat hij er onafgewend op bleef staren. In zyne opgewonden gemoedsstemming kwamen zij hem reusachtig groot voor on las hij er eene woeste uitdrukking in. Doch onbevreesd ging hy er op los, maar plotseling stiet hij met den voet tegen iets en viel irzyno volle lengte op den onreinen vloer neder. Die val scheen een akeligon walm te verwekken, zoodat hij eenige oogenblikken zyn adem moeit in- mt per M’ en 4,7. et- rden perceelen nden met 15 asmeter. i bedraagt de

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1898 | | pagina 1