DBOUW, Woensdag 31 A< (No. 7671. fen. 1V. f io, iische van 7-8-9-11. 1880-1898. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. istiis 1898. Buitenlandse!) Overzicht. at 3. FEUILLETON. De Mexicaansche Beeldhouwer en 37ste Jaargang. PROCLAMATIE -r- 't Ems Inzending van Advertentiën tot 1 uur dea midd. lenses- B Do Minister van Waterstaat, Handel en Np»erheid, N8DAG 31 C. LELY. De Minirt-r «n Koloniën, CREMER. r, KEN VERHAAZ- DER AZTEKEN. Naar het Engeltck. te nnb- - selfs ke ver- l'ift van '■ortuar t krank- hUs|Bn; itenfela, B ésrijs, z, Ober- 'hyglène iraide Ie hoof Ijkt tor larvan t voort- nndige 'irknnr, 'ronden regena sllgheid, t VOO en |dem, ,n jonge >d aan- wo ver EMMA. Da Minhlar tan Boitaniandacba Z.kan, W. B. ns BEAUFORT. Da Miniafer «a« Jnatitia, CORT v. LINDEN. Da Mmi.iar tan Binnanlaadwhe Zaken, H. GOEMAN BORGE8IU8. Da Minister >l« Marian, KöRLL. Da Minister ran Financiën, PIERSON, De Minister ran Oorlog, ELAND. door hun»,. liefde Mguo dank. Moga bet on. Laad met ryo. Beiitnngrn en Koloniën onder de rageering ras Koningin Wilhelmbia »«1 gen I Hal hg groot in allee, waarin ook aan klein rolk groot kan ego Ik treed al ran de hoogs plaat., dia Ik in en. Staat.weaen heb bekleed, mei dan diepga- roeldan wamih dal op Koningin en Volk te »mn, door de naawete banden rereenigd, God. negen blgre roeten. Lasten en ’bersten dat drie proclamatie in do .Staateeoorantr en bet «Staatsblad, opge nomen en ter plaatse, waar ruika gabroikelgk ie, Mogeptekl zal worden. Gedaan te 'o Grar.nbage, op, beden den 3O.ten Angnetna 1898. teeerea d komt d, MBO wereld na eene tgevon- t op de imanl wow Telefoon N*. M ADVERTENTIES worden geplaatst van 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Uroote letters worden berekend naar plaatsruimte. wi öortez bad een voorwendsel voor zulk oen ver netten stap by de hand in de omstandigheid, dat twee Spanjaarden voor korten tijd in eene der na burige provinciën op bevel van den gouverneur Quaubpopoca, een van Montezuma*» vertrouwde raadslieden, vermoord waren. Met oen uitgeleien troepje van zjjno beproefdste krijgsmakkers vertoonde de Spaansche veldheer rich in het keizerlijk paleis en gaf na aenign onbeduidende opmerkingen te kennen, dat hy het er voor hield, dal die moorden met medeweten van den keiz >r geschied waren. Monteanma was verontwaardigd over die beschuldiging, doe- ontveinsde zijne aan doeningen. De veldheer drong er op aan, dat de monarch bevelen sou uitvaardigen, om de misdadigers ronder aanrien dea persoon» te doen arresteeren en naar de hoofdstad brengen, om in gehoor genomen te worden. Montezuma bewi ligde hierin en zond een beambte af, dien hy mot zyn zegelring, van rijn eigen vinger genomen, tot de vereischte stappen machtigde. Die bode moest aan Quauhpopoca en allen, die bij de moorden betrokken waren, het be vel overbrenger, om dadelijk ean hot ksiterlijk hof to verschflusn. Te gelyk word hem bevolen den bystand des volks in to roepen, indiea men wsêr- De datum, welke aan het hoofd van dit nummer staat, is die waarop voor 18 jaren onze Koningin geboren werd. Het tijdstip is dus gekomen, waarop H. M. volgens de bepalingen der grondwet zelve de teu gels van het bewind ter hand neemt. Binnen enkele dagen zal zij in de hoofd stad worden ingehuldigd, den eed van trouw zweren aan de grondwet en weder- keerig de hulde ontvangen van de volks vertegenwoordiging namens de natie, maar eigenlijk treedt zij op 31 Augustus rech tens op als het wettig hoofd van den Staat. De keuze van den dag, waarop deze heuglijke gebeurtenis hier ter stede zal worden gevierd, mag dus met recht zeer gelukkig genoemd worden. Niet zonder reden is in de laatste dagen onze feestelijke stemming steeds- grooter geworden, zoodat men voor niets oog on oor had dan voor de aanstaande viering van de meerderjarigheid van het aanvallige Kind van Staat Wie herinnert zich niet de bange vrees, die de harten der vaderlandslievende bevolking van Neder land vervulde, toen onze laatste Koning oud werd en zijne zonen, de een na den ander, voor hem ten grave gedragen werden. Men zag met beklemd gemoed het oogen- blik genaken, dat de grafkelder te Delft den laatsten telg van het roemrijk stam huis der Oranjes een rustplaats schenken zou. En zie, op hoogen leeftijd nog werd den Koning uit zijn tweede huwelijk een dochter geboren. Welk een vreugde iu het geheele land, toen de hoop herleefde, dat het aloude geslacht niet zou uitsterven, maar in vrouwelijke linie sou voortleven. Ons volk heeft dat kind zien opgroeien in zijn midden, met haar medegeleefd en nu staat Koningin Wilhelmina als reine, fiere, wel ontwikkelde jonkvrouw gereed de Kroon te aanvaarden. W| het toekomst en bereid is haar zware taak te aanvaarden, gedragen door de liefde en de symjithie van het geheels volk. Er is dus alle reden om feest te vieren. Laat de vlaggen wapperen, vlecht kransen van groen, versiert uwe woningen en straten met bloemen en licht, dat alles kan niets dan een flauwe schaduw zijn van de vreugde, die in het gemoed van het volk leeft. Wij zijn dankbaar voor het bezit onzer Vorstin; de bedehuizen van alle gezindten zullen weerklinken van dankliederen aan den Allerhoogste. Wij hebjfcn hoop voor de toekomstwij bidden zeg® af op haar regeering, ondat die geïuikig zij voor haar en voor de natie. Dif'jui.t is het verheffende van zulk een «eest. Wij gevoelen ons allen één. Hoeiook verdeeld in staatkundige partijen, hoe verschillend onze wereldbeschouwing ook ia, de Koningin is voor ons het zin nebeeld van onze volkseenheid. Wij scharen ons om haar troon als kinderen van hetzelfde Vaderland; éénzelfde ge voel doortintelt aller borstGod zegone onze.Vorstin en onzen geboortegrond 1 «tek i» echter onder ons een vrouw en moeder, voor wie deze dag onvergefelijk wezen zal. Wij bedoelen onze Koningin Emma. Met hoeveel zorg heeft zij haar dochter opgevoed en geleid om haar bekwaam te maken voor haar groote roeping. En beden draagt zij de teugels van het bewind over aan haar kind, zeker met voldoening terugziende op haar votf tooide taak, maar toch ook met zekerep angst of do Króón niet te zwaar zal zijn voor dat jeugdige hoofd on voor hetgeen do toekomst over haar beschikken zal. Toch zal de blijde stemming ook bij deze hooge Vrouw do overhand hebben. Zij kan met gerust geweten plaats maken voor Haar dochter. Haar plicht heeft ze trouw ver vult, haar eed gestand gedaan. Zij is een goede moeder geweest, die een groot voorbeeld gaf wat een Vorstin voor haar volk wezen kanzij heeft ruimschoots gedaan „wat een goed en getrouw Regent schuldig is te doen.* Haar regentschap ie het volk tot zegen geweest en do laatste acht jaren zullen in de geschie denis genoemd worden als een der voor spoedigste tijdvakken, als een periode die Da scherpe loon en de onboi spellende gebaren van don spreker joegen den keizer schrik nan, die nu aan Marina, een slavin, die met wonderlijke vatbaarheid de Spaansche taal aangeleerd had on daarom altijd als tolk diende, do vraag dood, «rat dit alle» betoekende. Op last van Cortez verklaarde zij ana Montezuma, dat het de wil van den v rat dor Spanjaarden aan de overzydo van den oceaan was, en nu gaf de keizer, door eone onbegrypelij'xo vrees ontzenuwd, tegen wil on dank nan de cischen zynor overweldiger» toe. Had de geest van rijn neef Guatomozin in hem geleefd, hij zou zyne edelen tol zich geroepen en liever al het bloed uit zyne aderen op don drempel vnn zjjn paleis vergaten nebben, dan zulk eeno on beschaamdheid to dulden als do Spanjaarden nan den dag legden, en zich als een gevangen man uit zyn eigen paleis to laten wegslepen. Cortex g»f dadeiyir bevel don keizerlijken draag stoel root lo brengen en Hot don monarch onverwijld naar hot Spaansche kwartier vervoeren. Thans kwam de fierheid weder bij den keizer boven, zoodat hij, nu hy niet ander» kon, den schijn aannam alsof alles me» zijn eigen wil geschiedde, hetgeen oeuc nog gelukkiger omstandigheid voor den uitslag dezer vermetele onderneming was. Toen de stoet, door de Spanjaarden gee corteerd, de straten doortrok, schoolde or spoedig eene dichte menigte rondom hen te zomen. Het volk nam eene zoo dreigende houding aan, dat de Spanjaarden voor de gevolgen beducht begonnen te wordenon indien niet Mon tezuma, op inblazing van zijn lioozen geest (want dat was Cortex), aan het volk had gelast, zich rustig te bonden, zou niet één van die overmoedigs avon- hoi inii e torn i vr. T«W«M De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Ataimdarlijke Nommers V U F C E N T E N. De bnit.ng.won. Nwhrlanilwhe Stuta- Courant van Dinsdag 30 Augustus 1898 bevat de volgende na Har» Majrotait d» Koningin-Wriowe, In num ran Har. Mnjwt.it WILHELMINA, hg de gralte God., Koningin d.r Nederlanden, Priotea van Oranje-Nuasnu, en», en», enz. Wjj EMM4, Koningin Weduwe, Regentes nan het Koninkrijk, Landgenooten De tank, die my ia 1890 werd toevetlrouwd, i. weldra geëindigd. Mg valt hel onwaar, deerbanr voorrecht t«n deel, Myne beminde Dochter den ieefUjd is sien berwikei», waarop Zji naar het voor'Chrift der Grondwet tot de regeering wordt geroepen. In dagen van amait an rovw tend Ik op ala Regentea van btl Koteinlcrgk, thana schaart «ieb bet geheele Volk in vreugde om den troon «ijner jonge Koningin. God h*el» Mfl de7e )areD g***®»»»1» MÖ° dierbaarste woneeh ia vervuW. Aan allen, die Mg met raad en daad hebben ter ajide ge laan en die Mg geatennd hebben door honnp Relde en gehechtheid breng Ik zich door grooten vooruitgang en heilzame hervormingen heeft gekenmerkt Zy heeft de liefde gewonnen van het volk en als Koninginno-moeder zal zjj die blijven be houden. Wij zullen nooit vergeten, wat wij Haar verschuldigd zijn. Laten wij dan dozen dag vieren met deze gevoelens van dankbaarheid on met de beste wenschen xoor den voorspoed van onze jonge Koningin. Moge het Wilhel mina gegeven zijn lange jaren te regeeren over oen gelukkig en vrjj volkZy vangt zeker haar loopbaan aan met de beste bedoelingen en de edelste voornemens; toewijding aan do zaak der natie zit den Oranjes in hec bloed. Maar wij, Neder landers, laten wij ons op dezen dag voor nemen haar de inooiljjlce regeeringstaak gemakkelijk te maken door trouwe aan hankelijkheid, door eerbied voor recht en wet, door onderlinge verdraagzaamheid bij allo verschil van inzicht. Vergeten wij nooit dat wij kinderen zijn van éón stam, zonen van hetzelfde groote gezin dat ons Vaderland heet. Dan scharen wij ons in voor- en tegenspoed allen om den troon vau onze Vorstin en uit aller borst Iclinkt even welgemeend als hedenLeve Koningin Wilhelmina I De meeste Londenscho bladen spreken met instemming over bet voorstel van den Tsaar, tot algemeens oatwapeniog, ofschoon xy niet blind »yn voor de ontzagelyke bezwaren. Maar, too schrijft de Times* in een hoofdartikel,al faalt bet beraamde ♦redeecongres van de mogendheden, niets kan deo Tsaar de verdienste ontnemen, dit voorstel gedaan te hebben, dat geen Incbtkaxteel it, maar de individueele □topiëo overbrengt op practisch gebied. De,correspondent *an de »Times< to Polera- burg gelooft dat de T*aar zjjn voorstel gedaan beeft na overlag met keizer Wilhelm. Tol dusver zyn te Berljjn nog maar weinig nitiogen over bet manifest van den Tsaar betreffende bet vestigen van een eeuwigen vrede. Het »Tageblalt« vindt bet groot moedige plan van den Tsaar »s edel en uit een oogpunt van menschel ijk heid too schoon, dat men vroee ge voelt, of het wel te verwezenlyken it. Hei Kleine Journal» vraagt cieb af, of het te doen heeft met eeh werkelijkheid of een droom on bidt tot God dst bet edele dod bereikt wordt. Iariërs levend zijn kwartier bereikt hebben. De samenicholing nam me» snelheid toe, rindal Montesuma bet verblijf der Spanjaarden wns blu- nengetrcfien, xoodat de monarch genoodzaakt was zij no edelen naar buiten to zenden mei hevul aan •het vo’k om uiteen te gaan on huiswaarts te koereu, Moa gehoorzaamde nan dien last, ofvehoon onwillig, on Cürtez zag duidelijk in, dat do gisting slechts roor ebn oogenblik gedempt wa» on eerlang met nieuwe kraoht zou uitbreken. DtMih de sluwe krijgs overste hoopte door krachtige en vastberadens stappen der menigte nog wei ontzag te zullen inboezemen en haar daardoor onder b-dwang te houden. Had men op dat tijdstip ran Cortex nrontuurlijke loopbaan tot do waarheid kunnen doordringen, men zou gerien hebben, dat hy gaarne do boofdstnd zou hebben «erlaten, indien bij maar ergens mognlyk- heiii tot on<suapping hol gezien. Aan alle zydeu door onoverkomelijke hiude-palon tegengehouden, zatte hij een stout gelaat on bood het hoofd aan alls»; doch ofschoon hy naar oon vast beginael scheen te handelen, was hy inderdaad alleen on- rerzetielyk uit wanhoop. Kim groot doel had hij bereikt. Hij bad oon gyzelaar van ‘tgrootete belang voor zijne eigene veiiigheM en die rnn zijne handrol wapenbroeder» in ztfne argldoch hij bleef hierbjj niet stilstaan, maar ging aanhoudeml verder en vernederde dra grootmoodigon en edelaardigen vorst der Axtekeu tot in bet stof. Toen Qnsubpopoea, de schuldige gouverneur, ia de hoofdstad aankwam, werd hij door don keizer koel ontvangen en ten verhoor naar Cortes verwecra. (Werdi otnolfi.) Ons volk heeft dat kind zien opgri in zijn midden, met haar medegeleef igm Wilhelmina ikkelde jonkvrou’ DV «OUIOUIUVU. fij hebben weder eene Koningin uit Oranjehui», die veel belooft voor de stand bood aan de bevelen, die hy overbraebt. N« het vertrek van den beambte verzekerde Cortex aan Montezuma, dat de spoed, waarmede deze dien maatregel genomen had, hem de overtuiging schonk, dat de keizer aan bet complot onschuldig wasdoch dat hun groote souverein, aan de overzijde van den oceaan, ook die overtuiging behoorde te bekomen. Niets zou méér tot het onderhouden der vriendschap pelijke betrekkingen bydragen dan wanneer de keizer in hetzelfde paleis als de Spanjaarden woonde, tot dat de gouverneur verhoord on die zaak atgedaan zou zijn. Montezuma hoorde dat voorstel met verbazing aan en vroeg: «Wanneer heeft men ooit een machtig vorst, zooals ik ben, zyn eigen paleis zien verlaten, om een gevangene in de hahd van vreemden te warden J* Cortex haastte ziek den gegriefden monarch te antwoorden, dat hij geen gevangene sou zjjn, maar de eerbiedigste behandeling zou ondervinden, en dat hij zijn gezag als naar gewoonte over zyn volk sou blijven uitoefenen. «Al wilde ik in zulk a ne vernedering toestemmen, zouden toch mijne onderdanen het niet doen,* ant woordde de vorst. Er verliepen twee uren met ijdele pogingen om Montezuma over te halen uit eigen beweging mot hen mede te gaan, toen een overmoedig Spaansch edelman, wien de vertraging begon te vervélen, uitriep Waarom verspilt gij woorden aan dien barbaar? Wy sjjn te ver gegaan, om nu terug te deinzen. Laten wy ons van hem meester maken, of, wanneer hjj sioh verzet, hem met on» zwaard doorboren I* L-SJ

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1898 | | pagina 1