os
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
No. 7783.
JW!
k??
Bultenlandsch Overzicht.
r
49.
hanthe),
in
branders.
FEVILLETO Al
ANNIBAL DE VONDELING.
T.
lelt
Plaatselijke Directe Belasting.
Maandag 9 Januari 1899.
37ste Jaargang.
I
r cer-
iVEN
Btuk.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
j-
een persoonljjk
jek.
gouden
die vernietigd zouden zjjn,
d der Britsche regeeriug op het oppositie zich verzetten bljjft aal aftreden en n 8<?
den Czwr tot het bjj. en roepen*een d»I andere liberale leiders met davonjring
Deninc'.conferentie wordt mede- van «en kabinet worden belast. Bet nieuwe
zijn jongst
effende de
nigheid.*
u»
rilt
weigerend antwoon
9
i
ER Co.
aTUIJN
I
>At-
jkoop.
inavetn.
aven.
\jdlJtu
Verspreide Berichten.
DREYFUS.
Volgens d. Echo de Paris «on da rechter
Gedeukschriften van een Gelukzoeker
OF
Naar het Eratuch.
DOOS W. NUTTERS.
1101IISIIII. COURANT
Telefoon Mo. M.
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
es voor
n wagens
ve.
De BURGEMEESTER van Gouda, brengt inge
volge artikel 10 der bij Raadsbesluit d.d. 28 Dec.
1897 No. 18a vastgestelde en bij Koninklijk Besluit
d.d. 25 Mei 1898, No. 66 goedgekeurde Verorde
ning op de heffing eener Plaatselijke Directe Belas
ting naar het Inkomen in deze Gemeente, ter alge-
■eene kennis, dat met de beschrijving voor deze
belasting zal worden aangevangen op Maandag, den
9 Januari 1899.
Gouda, den 7 Januari 1899.
De Burgemeester voornoemd,
R. L. MARTENS.
Telefoon Mo. 89
ADVERTENTIES worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
ring is by den Bondsraad ingediend. Dit
ontwerp schrjjft voor geheel Duitscbland de
verplichte vleescbkeuring voor. Voor Pruisen
waar de verplichte keuring reeds bestaat, zal
alleen een uitoreiding van ambtenaren noo-
dig zyn. Het vleesch van Duitsch vee zal
tweemalen am contió'e worden onderworpen,
voor en na bet slachten. Vleesch dat nit het
buitenland komt in gewonen of omgewerkten
toestand, zal eenmaal worden gekeurd, aan de
grenzen of aan een bureau van inklaring.
Er ii te Berlgn in liberale kringen veel
ontevredenheid over een nieuwen maatregel
van den Minister van Binnenlandscbe Zaken
tegen personen, die van anarchisme worden
verdacht. Dezen worden op het commissariaat
van politie geroepen en daar gemeten, op de
zelfde wjjze als met crimineels gevangenen ge
schiedt. Men verwacht in den Ryksdag «en
interpellatie.
den majoor geseind.
Het onderzoek naar het incident Bard-Quesnay
de Beaurepa're heeft aan het licht gebracht
dat mr. Bard niets compromitteerends heeft
gezegd. Hg meende tegen kolonel Pioqnarl
te spreken eu zeide eenvoudig tot den heer
Qeesnay de Beaurepaire door de halt geopende
deur
>Uw verhoor is door het Hof tot de vol
gende zitting uitaesteld,«
De Duitsche Bondsraad heeft zich, bevoegd
verklaard uitspraak te doen in de Lippe-
erfopvolgingsquaestie, maar er bjjgevoegd, dat
er voor ’t oogenblik geen reden bestaat die
qnaestie op te lossen. Dat is een streep door
de rekening der liberalen, die steeds hebben
volgehouden, dat de beslissing in deze toekwam
aan den Landdag van Lippe.
Het wetsontwerp betreffende de vleesohkeu-
tenminste nog bljjft aandringen.*
«Ik wacht, heer baron.*
«Kjjk dan eens hier, myn jonge vriend wan
neer ik aan Albert de Prie geld leen, dan ben ik
volkomen gerust wat de prompte terugbetaling be
treft.*
„En wanneer ge aan my geld leent, dan zyt ge
niet zeker er van het terug te zullen ontvangen!*
«Als ik openhartig moet spreken, jonge vriend,
dan
«Ziet ge mij dan aan voor een schurk, mynhèer
«In geenen doe'e, jonge vriend, volstrekt niet.
Aan uw goeden wil twyfol ik niet in het minst,
evenmin als aan uw eerlykheid. Maar het zou
kunnen gebeuren, dat de omstandigheden u ondanks
uzelvo u het nakomen van uwe verplichtingen oa-
mpgolijk maakten, oftewel, daar ik een vy'and beu
van manen, en er allerminst op ben gesteld om mijn
vrienden die ik uit de verlegenheid heb kunnen
helpen, gedurig aan te spreken, zou het misschien
daarop uitloopen dat wij allebei de schuld vergaten.*
«Heer baron I riep de Salluce», een stap achter
waarts doende.
«Blijf bedaard, mijn jonge vriend. In den loop
van dezen morgen heb ik enkele opmerkingen van
u geboord, die zeer in mijn smaak vallen en die my
een goed idéé geven van uwe verstandelyke vermo
gens bederf dien goeden in druk niet door iets
onverstandigs te zeggen of te doen, maar houd u
kalm en luister maar wat ik u zeggen wil. Geld
hebt ge noodig, niet waar! Welnu, zonder zelf my
beurs te openen wil ik u helpen.*
(Ferdt wreeM.)
M)
«En nu over iets anders, vriend Raphael, waar
bljjft de punch, komt ze baast P*
De burggraaf gaf Acajou een teeken, en na ver
loop van enkele oogenblikken gingen blauwaohtige
vlammen op uit de groote zilveren punchkom.
Dank zjj de afleiding die van de vlammende
punchkom uitging, en de schertsende gezegden en
kwinkslagen, die het weldra van alle zijden regende,
duurde hel niet lang of alle ernst, door het pas
gehoorde opgewekt, verdween.
Men besprak de laatste opvoering van een sensa-
tiestnk, beoordeelde de nieuwere zangeres in de
Opera, behandelde de zaken van den dag en ver
meed met angstvallige zorgvuldigheid den naam van
Albert de Prie en alles wat op diens uiteinde maar
in de verte eenige betrekking had.
Kortom, men stelde alles in bet werk om zich te
vermaken en het gastmaal ontaarde spoedig in een
afkeerwekkende orgie, in een grove, losbandige zwelg
partij.
van een
ministerie zal trachten een overeenkomst aan
te gaan met de afgescheiden liberale partjj-
groepen, en daarvoor den leiders dier groepen,
graaf Julius Andrassy en graaf Desiderius
Szilagyi een portefeuille aanbieden.
Het «Berl. Tageblatt» acht dit een plan,
dat tot een oplossing voaren kan. En bet
blad voegt er neg eens bjj: De toestand is
van dien aard dat een oplossing «conté que
conté» moet worden gevonden.
Ook in Oostenrjjk wordon plannen heraamd
voor een overeenkomst tuschen de strjjdende
partyen. Vau Caechische zijde wordt, gesteund
door officieuss kringen, een vergolijk gereed
gemaakt doch dit stuit op tegenstand van de
zgde der Duitsche groepen. Deze willen van
geen vergelgk weten, voordat de taalverorde-
ningen zgn opgeheveo. Zij hebben besloten
niet tot het herstellen van den wettigen toe
stand te zullen medewerken, voordat zjj op
dit punt volkomen voldoening hebben verkregen.
Het antwoord der Britsche regeeriug op het
voorstel, van t .2
van een ontwapeningsconferentie wordt mede
gedeeld in den vorm van een talegram van
lord Salisbury aan sir Walter Scott, don Brit,
seben gezant te Peters' urg. Het antwoord is
gedagteekend van 24 September 1898 en geeft
uiting aan de “hartelgke sympathie der r gee-
ring voor het plan. Lord Salisbury wjjst dan
op de treffende manifestaties van instemming
door geheel Engeland en verklaart dat do
Britsche Regeering gaarne zal medewerken tot
bereiking van bet doel. Als bet voorstel succes
heeft, zal de Czaar de dankbaarheid van de
gebeele wereld hebben verdiend. De Britsche
Regeering spreekt ten vlotte den wensch nit
dat de uitnoodiging zal vergezeld gaan van een
aanwijzing der punten, die aan de aandacht
der conferentie zullen worden onderworpen.
*o*
Uit Weenen worden berichten ontvangen,
dis melding maken van het aanstaande aftreden
van baron Banffy als minister-president.
In do «Neue Freie Presses wordt medege
deeld, dat volgens berichten uit Budapest in
welonderrichte staatkundige kringen do oplos-
oing der crisis voor aanstaande gehouden
wordt. Het miniatorie-Baoffy, waartegen de
geef, gij de reden dier weigering zult willen weten.*
*r-‘—m, zou uite]rmate nieuwsgierig zijl
Men vora-kert te Parjjs dat er geen «ultra
geheim» dossier bestaat. Het eenige werke-
Igk bestaande geheime dossier ia aan het Hof
van cassatie medegedee'd, maar er bestaat noch
een brief van den Duitscben Keizer aan Dreyfns,
noch een brief van Dreyfns aan den Keizer.
De minister-president, de minister van oorlog
en de minister van boitenlandsche zaken weten
niet of dergeljjke brieven, die men als echt
beschouwde, maar die vernietigd zouden zgn,
bestaan hebben.
De heer Paschal-Grousset, afgevaardigde van
Parjjs, heeft eeu langen brief gezonden aan
don procureur-generoal Manau, waarin bg de
resultaten hoeft neergelegd van een persoonlijk
onderzoek door bom ingesteld naar bet ultra
geheim dossier Dreyfus. Deze brief bevat
feilelgk niets nieuw», in het kort komt de
inhoud hierop neder
Bet ia den heer Grousset gebleken dat Drey
fus veroordeeld is op don veelgenoemden blief
van den Duitscben keizer, hoewel do Fransche
autoriteiten toen reeds wisten dat die brief
valsch was. Ds president der Republiek, de
heer Cesimir Perier had den Duitscben gezant
baron Von Münster, die hem de valschheid
van* den brief had bewezen, beloofd dat dese
vernietigd zou worden on dat hij in geen ge
val dienst zou doen in het proces tegen Drey
fus, wanneer dit voortgang had. Niet alleen
werd dus aan den krggsraad vau 1894 bewust
een valsch stuk medegedeeld, maar bovendien
werd door den minister van oorlog het door
den president der Republiek gegeven woord
gebroken.
Dit alles was reeds bekend.
De heer Grousset verteld erbjj dat dezo fei
ten bekend zgn aan den Czaar, do koningin
van Engeland, den keizor van Oostenrjjk, den
kooing van Italië en hun raadslieden, aan paus
Leo XIII. den koning der Belgen, een aantal
leden van hot Franoche on het buitenlandscho
corp* diplomatique, aan ex-kaiserin Eugenia en
aan den hertogin van Orleans. Daarom, zegt
bjj, hebben de leden der oude regesrende buiten
niet op de Ijjst voor de weduwe van kolonel
Henry geweekend, die feitolgk een wapenschou
wing was van de strijdkrachten der reactie.
ZwiTZIRLAND.
De consul ie Genève beeft in 1"
verslag verschillende cjjfers betreffenu-
bandelsbeweging in Zwitserland en het aan
deel daarin voor Nederland en zgn Koloniën.
Uit die cijfers blykt, dat de bandelsbewe-
ging tuasohen Nederland en Nederlandseh-Indië
en Zwitserland nagenoeg stationnair is ge
bleven.
De uitvoer uit Zwitserland naar Nederland
bedroeg wel frs. 205.822 meer dan in 1896,
maar de invoer uit Nederland verminderde
ook met 302,300. Nogmaals moet er ech
ter op gewezen worden dat de invoer uit
Nederland van verschillende artikelen voor
uitbreiding vatbaar is, ook voor wat Genève
en Fransob-Zwiteerland betreft. Men moet
niet nit bet oog verliezen, dat Genève het
middelpunt is van den handel ook met de
omliggende departementen vau Frankryk,
waar, voor sen deel, door een vrjje zone, de
«Natuurlijk, ik
naar de oorzaak.*
«Juist, en die oorzaak is zeer onaangenaam
toowel voor u om ze te moeten hooren, als voor mij
om te te zeggen.*
«Derhalve is één punt uitgemaakt, namelijk dat
ge weigert!*
«Hoezeer het my moge spijten, ja, jonge vriend,
ik moet weigeren.*
«Ik wacht uw reden daarvoor te hooren, uw
weigering bevreemd me buitengewoon, om u de
waarheid te zeggen, heer baron.*
«De reden is, enfln, is heel eenvoudig boe zal
ik ’t zeggen, is
«Welnu, spreek vryuit, heer baron.*
«Vrijuit, ja, goed en wel, maar enfin, ik
heb het niet.*
«Kom, kom, heer baron.*
«Het is zoo ik u zeg, ik heb het niet, dat is te
seggen, niet gereed liggen.*
«Gy steek een weinig den draak met my, beer
baronstraks erkendet ge nog, dat ge het zeer
betreurdet Albert de Prie niet ontmoet te hebben,
daar ge hem zonder bezwaar zoudt hebben kunnen
ter band stellen wat hjj noodig had.*
«Dat is de waarheid, bet spijt me dat ge zoo
aandringt. Ge hadt moeten begrijpen dat ik mijn
ware redenen liever niet wilde noemen en my dat
moeilyke woord moeten besparen. Ge doet dat
niet, ge wilt het weten, welnu, daar ge mij in den
hoek praat, en ik voor mijzelve geen reden hoege
naamd heb om te zwygen, behalve dat ik u een
hard woord wilde sparen, zal ik spreken, sis gs
van instructie Bertulus aan Eslerhazy’s advo
caat Cabanes beloofd hebben, dat diens cliënt
niet döor hem lastig gevallen zal worden we
gens de zaak Christian Esterbazy, indien de
•x-majoor voor bet Hof van cassatie wil ver-
■chyoen om getuigenis af te leggen.
De Londenscbe correspondent van een Rus
sisch blad geeft als reden dat Esterbazy zgn
met veel ophef aangekondigd proces tegen de
Observer niet beeft laten doorgaan, dit op, dat
daarbjj de vraag, wie de maker was vau het
borderel, opgelost had moeten worden. Toen
dat onvermqdeljjk bleek, trok Eaterhazy zioh
terug.
Elaas-Lolharingers, gisteren in de rue de
Petits Carreaux vergaderd, hebben besloten, hun
landgenoot kolonel Picquart een gouden me
daille aan te bieden.
Dreyfus is ongesteld. De dokter van de
strafkolonie te Cayenne is naar hem gaan
tien, nadat hg reeds drie dagen lijdende is
geweest na zwaren buikloop.
Meo weet dat Esterbazy tegen 17 Januari
als getuige is gedagvaard door bet Hof van
Cassatie. Maar bet is volstrekt niet zeker,
zelf» onwaarschjjolgk, dat hg aan die oproe
ping gevolg zal geven. Omtrent zgn verzoek
om een try geleide is niets beslist en hoogst-
waarschgnljjk zal daaraan niet worden voldaan.
1verzoek om rechterlijken bystand
evebniio door het Hof worden logen illigd.
Immers bjj is geen beschuldigde, noch feitelgk
belanghebbende party, al beweert bjj dal bet
Dreyfus onderzoek niet anders is dan de re
visie van zgn proces voor den krggsraad van
1898 een revisie van een vrjjspraak
Hg beeft echter san mr. Saurel de behar
tiging van zgn belangen voor het Hof van
Cassatie opgedragen en deze heeft met mr.
Cabanes getracht voor deu majoor een vrjjge-
hide te verkrjjgeo. Zg zgn daartoe bg presi
dent Loew, den procureur-generaal Bertrand
en den rechter van instructie Bertulus (die
bet bevel tot inhechtenisneming tegen Ester
bazy in zake de verduistering der gelden van
zgn neef heeft uitgevaardigd) geween. Welke
de uitslag van hun stappen ie, zeggen zjj
niet, zjj hebben bet resultaat oumiddellijk aan
j
door een liedelijke anecdote, door een der jongelieden
opgedischt, te baat om den baron De Maubert by
den arm te nemen en hem eenige woorden in te
fluisteren waarop beiden ópstonden en zioh naar een
der venster-nisaen begaven.
«Een enkel woordje, waarde heer baron,* begon
de Salluces.
«Wat is er, myn jpnge vriend P*
«Zou ik u bereid vinden my een dienst te bewjj-
zen, indien ik die van n vroeg P*
«Zonder twijfel behoudens dat het mij onmo-
gelyk rij.
«Uy kunt het doen.*
«Welnu, welken dienst!*
«Me eenig geld te leenen waaraan ik dringend
behoefte heb om mij twee paarden te koopen, die
voor een prijsje aangeboden worden, en bovendien
om een mijner vriendinnen een verjaarcadeau te
kunnen geven.
«Ah I zoo I*
„Heel veel is bet niet, wal ik vroeg, een klei
nigheid.*
«Een kleinigheid P*
«Ja, vijfhonderd Louis, het is niet veel en ik durf
dus hopen
«Ah zoo I* herhaalde de baron glimlachend den
jongeling aanziende.
«Nu, heer baron, wat is ufc Rotwoord P Kunt
ge of neen, wilt ge, of wilt' ge niet my dien
dienst bewjjzenP»
„Drommels, mijn jongen, ge doet me daar een
te doen om bjj zinnen te bljjven, nam een oogen-
blik, dat aller aandacht in beslag werd genomen
«Hoe zoo!*
„Omdat, wanneer ik u een