I
ER
IN
H,”
taf.
ST”,
il 23.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Dinsdag 34 Januari 1899.
37ste Jaargang.
Mo. 7795
rrouw
i 1899.
meelisten
s.
BIJLEN.
Buitenlandse!) Overzicht.
FEUILLETON.
ANNIBAL DE VONDELING.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur das midd-
Verspreide Berichten.
(fFordi cervo’grt.)
onderhoud liet
(fcZOON
lf 8 uur.
r#zen.
aan
willen
VIJSMELK
voldoende
J 0.25.
j E100.
1, Hoogatr
•82, Gouda.
tingen,
mis,
iz.
lui.
r<J»en
Magazijn
!D twist
In slaag
irtha, toen
drankquaestie, de stryd tegen monopolies, en
zoo meer.
Telefoon No. 81.
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
een voorstel te komen, Nu zou de groep
BeernaeiT c. s. in de Kamer evenredige ver
tegenwoordiging voorstellen en de groep Hel-
leputte antwoorden met een voorstel tot het
invoeren van enkelvoudig kiesrecht. Van
andere zyde wordt echter beweerd, dat het
ministerie zou aftreden en een nieuw kabi
net met kiesrechtvoorstellen komen. Het
„Hbld. van Antw.” zegt„Wy vernemen, dat
het in onze politieke kringen niet zoo helder
is als men wil doen gelooven.”
De Koning zou persoonlijk voorstander
zyn van het stelsel om in meervoudige dis
tricten slechts éen naam op de biljetten te
doen plaatsen. Maar de regeering is daar
tegen.
Hoofdstuk XXI.
ESN FAMLIETOONERL.
Hot was den volgenden dag tegen den middag
dat De Latour zijn vader om een liet
renoeken.
De Russische minister van marine heeft
op Duitsche werven aanbesteed den bouw
van een kruiser eerste klas en van twee
torpedobooten. De kruiser zal meer dan vier
millioen roebels kosten, en de schepen moeten
in het volgende jaar klaar zijn. In dat jaar
moeten ook alle pantserschepen en 22 tor
pedobooten, waarmee men te Petersburg
bezig is, gereed komen. Bovendien werd
DHKYFU8.
Esterhazy heeft te Parijs zijn intrek ge
nomen in het gesticht der broeders van
Saint-Jean-de-Dieu, Rue Oudinot 19.
Hij heeft verklaard daar voorloopig in
de stipste afzondering te willen leven en
zal niemand ontvangen en aan niemand,
wie het ook zy, eenige mededeeüng doen.
De Fransche patriotten-liga heeft de laatste
redevoering van Cavaignac doen aanplakken.
De talrijke interrupties en de begeleiding van
hou-hou’s zullen er wel uitgelaten zyn I Ook
de verkiezing van kapitein Hervé met zijn
praatjes over het Hof van Cassatie zal daar
nevens gehangen worden.
De Siècle deelt uit de couloirs der Fransche
Kamer het gerucht mede, als zoude Esterhazy
tot den minister van oorlog het verzoek ge
daan hebben hem vóór zijn verschijnen voor
het Hof, te ontslaan van zyn beroepsgeheim.
Dit zou een voorwaarde wezen voor zijn al
dan niet verschijnen.
In de Belgische clericale kringen broeit
een onweer, met betrekking tot het kiesrecht.
W)
Geheel in ver waning, onbekwaam om hare ge
dachtenbehoorlijk te ordenen óf de woorden in
behoorlijke volgorde over de lippen te brengen,
stamelde zij
«U mynheer... hier? onverwachte voor mij! o
waarom dat, my te naderen wat wilt u van mij,
ik zie, dat u iets zeggen wilt.»
Na deie woorden had de markies zekerheid. Dat
was niet de taal der onverschilligheid, want wat was
natuurlyker dan dat hij hierheen gedwaald zijnde
on haar ziende, haar genaderd was?
In haar verwarring had zy het geheim van haar
hartstocht volkomen prijs gegeven, baars ondanks 1
«Gy vraagt mij waarom ik hier ben gekomen,
mademoiselle P* antwoordde de markies, die zich
eensklaps bevrijd gevoelde van zijn vrees en zich in
staat achtte uren achtereen te spreken, waar hij een
oogenblik te voren met zijn leven de moeilijke taak
om haar louter aan te spreken had willen afkoopen,
«ah I iaderen dag bea ik hier geweest sedert onze
earste ontmoeting! Waarom ik hier ben gekomen?
Waarom wendt de naald van het kompas zich eeuwig
«ar het noorden? Als ge dat weet dan weet ge
In de eerste plaats stelt de regeering voor
de bevordering van ambtenaren naar anciën
niteit, voorts den algemeenen dienstplicht,
de vermindering van het aantal generaals en
andere officieren, de vernieuwing der marine
en de hervorming van het bestuur van Staat,
provinciën en gemeenten. Ook zal een plan
wordeh ingediend tot regeling van de vlot
tende fechuld en van de voorschotten van de
Spaansche bank.
Het ministerie van kolonie zal natuurlijk
worden opgeheven, omdat er geen kolonies
meer zyn. Maar de minister Romero Giron
behoeft daarom niet naar huis te gaan, want
hij zal de portefeuille van publieke werken
nemen, die Sagasta, sedert het ontslag in
October van den heer Gamazo, tijdelijk zelf
onder den arm gedragen heeft.
Bovendien zullen de Cortes een roodboek
ontvangen met alle diplomatieke stukken van
het laatste jaar er in, ook het onverkorte
protocol van de vredescommissie te Parijs.
fletss te hopen, dat de maatregelen van
den heer Sagasta uitvoerbaar zullen blijken.
Vennjgdering van het aantal generaals is ge-
makkflijk gezegd, maar waar blijft men met
de tegenwoordige titularissen En die nieuwe
marine Is daarvoor geld te vinden En
voor de invoering van den algemeenen dienst
plichtWaarin de voorgestel.de hervormingen
van het bestuur zullen bestaan, wordt niet
gemeld. En toch is dat misschien wel het
VoWïMamste.
fiOUBSCHE COURANT.
Telefoon No. SV
ADVERTENT1EN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen j iedere regel meer
10 Centen, Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
de markies plotseling zweeg.
«Op uw wederliefde, mademoiselle, uw wederliefde,
dat wil zeggen mijn geluk/ antwoordde de markies
met trillende stem.
«Slaag eerst in wat ge zooeven beloofdot le zullen
beproeven/ antwoordde Bertha eenigszins verlegen,
met terneergeslagen oogen, met den linkervoet in
den weeken bodem woelende, blijkbaar ter prooi
een gemoedsbeweging die zij zich gaarne had
wuien ontveinzen, «slaag daarin eerst en dan in
tegenwoordigheid mijns vaders, zal ik antwoord ge
ven op uwe vraag. Eer kan ik dat niet doen, en
mag ik het niet doen/
In deze woorden proefde de markies een zijdo-
lingsche toestemming, een zoete gelofte.
Én niettegenstaande den smeekenden blik van het
meisje ging hij voort zyn liefde te belyden en om
hoop te smeeken, totdat zij een zilveren fluitje aan
den mond brengende een schel gefluit liet hooren.
Met eon sprong wierp de markies zich in het
kreupelhout en verdween.
Op dat oogenblik verdween elk spoor van trots
van net gelaat van het jonge meisje. Hare betraande
oogen wendden zich in de richting waain de markies
was verdwenen.
Een diepe zucht ontsnapte haar.
Toen verscheen de oude bediende en begaf zij
zich op weg.
Wanneer het vredesverdrag met de Ver-
eenigde Staten door de Spaansche Cortes zal
zijn goedgekeurd, zal de heer Sagasta hun
een programma van hervormingen voor
leggen. Thans is van dit programma het een
en ander bekend geworden. Het is zeker
interessant te vernemen, ep welke wijze de
Spaansche minister-president hoopt het land
uit zijn verval op te beuren.
waarom ik hier ben I Van achter deze boomen heb
ik u dag aan dag gadegeslagen, in stille bewonde-
ring, in zwijgende verrukkingen gij vraagt mij
wat ik u te zeggen heb
De markies hield eensklaps op en zweeg en deinsde
achteruit,
Bertha was opgesprongen.
Een gloeiende blos, van schaamte of gekrenkteu
trots kleurde hare wangen.
«Genoeg, mijnheer I* zeide zy met waardigheid,
byna met hoogheid, «ik vrees u te begrypen en
mag u niet laten voortgaan. Ik ben hier alleen zoo
ge ziet en ben aan myzelven en aan mijn doorluch-
tigen naam dien ik draag verschuldigd te weigeren
nog een enkel woord aan te hooren. Ik smeek u,
u te verwijderen, en dat dadelyk. Ik veronderstel
dat gij te veel edelman zijt om mijn verzoek niet te
begrypenik hoop dat gy als een bevel zult be
schouwen wat u door een vrouw wordt gevraagd.*
«Gij hebt gelijk, mademoiselle/ antwoordde de
markies, «daar gy wilt dat ik heenga, zwijg ik en
ga ik heenmaar in naam uwer moeder *die van
uit den hemel over u waakt, laat mij nog een enkel
woord zeggen?"
«Ik luister, mynheer/
«Welnu/ zeide de markies Latour geer snel en
hartstoohtelyk, «ik zie dat ge my verstaat, dat ge
in mijn hart leest, dat ge gevoelt dat ik u tot ster-
vens toe liefheb en waar dit zoo is, o geef my toe
stemming om alles in het werk te stellen wat eon
eind zal kunnen maken aan den rampzalige!
die onze geslachten scheidten zoo ik daarii
o vergun my dan te mogen hopen
»Wat te hopen, mynheer P* vroeg Bei
De Engelsche bladen zfjn zeer ingenomen
met het Engelsch-Egyptisch protectoraat over
Soedan. Het nitvoerig verslag van Chamber
lains rede nalezend, blijkt ons, dat deze wel
degelijk zich over Egypte en Soedan heelt uit
gelaten. „Ik vertrouw dus, sprak hjj, dat
voortaan onze positie in het geheele Nijldal,
een positie, die wij verworven hebben met
stroomen bloed en geld, door otters die wy
brachten, toen geen andere mogendheid de
verantwoordelijkheid met ons dragen wilde,
CC11 p-'-"**’'' A!z> zv.vlr rMwanhfvo nrdirrd TVnrdt.
door de gro’ote weldaden, die wij reeds over de
bevolking hebben gebracht door debarbaar-
sche dwingelandij, waaraan zö onderworpen
Was, te vernietigen, ik hoop, zeg ik. dat die
positie van nu af aan erkend zal worden als
absoluut en onbetwistbaar, dat men ons met
rust zal laten om ons weldadig werk in Egyp
te en in de provinciën, vroeger er aan onder
worpen, voort te zetten zonder gehinderd te
worden door openlijken tegenstand of, wat
erger is, door arglistige kuiperijen.” Van het
protectoraat over Soedan sprak Chamberlain
echter niet.
Frankrijk is natuurlijk over de laatste zaak
minder goed te spreken.
Over de nieuwe bestuursregeling van
Soedan schrijft de Temps” dat ze gelijkstaat De Koning zou zich verklaard hebben voor
met een protectoraat, en slechts de voor- afschaffing van het meeryondig kiesrecht, in
loopster Is van een protectoraat over geheel overeenstemming tnet de groep lTON]ratte c.-s.
Egypte. Maar als het daartoe komt, zal De regeering is blijkbaar niet van plan met
men compensatie mogen verlangen.
Asquith, Donderdag te Louth het woord
voerende, gaf zyn diep leedwezen te kennen,
dat John Morley zich uit de raadslagen van
de liberale party heeft teruggetrokken. Maar
met nadruk wees hij de beschuldiging van
Mofley af, als zou de jingo-geest in de liberale
party gevaren zyn. De liberale party ver
heugt zich inderdaad over den afloop van
den Soedanschen veldtocht, en zy zou poli
tiek laf zyn geweest als zy in de dagen
van het Fasjoda-geval niet mede getuigd
had voor Engelands recht iets 'waarover
zy geen berouw hoeft te hebben, aangezien
de eendracht van het Engelsche volk toen
veel tot het behoud van den vrede heeft bij
gedragen maar dat alleen is nog geen
jingoïsme, zeide Asquith. Verder ontvouwde
hy zyne hoopvolle verwachtingen voor de
liberale partij, die, zeide hij, nog eene schoone
taak te vervullen heeftwat o. a. voor de
hand ligt is het geheel nationaliseeren van
het onderwijs, zoodat nergens meer een school
sta, in het beheer waarvan het volk geen
stem zou hebben; dan de regeling van de
Gedenkschriften van een Gelukzoeker
OF
Naar het Fratuch.
doob W. NUTTERS.
ntwoordeüjkheid mei ons urageu wi besloten tot het onderhanden nemen van
positie, die ook gerechtvauiidigdwui j je pantserschepen (van 13000 tons
de uTOote weldaden, die wu reeds over de ied(Jr) en tft,oe kru£ers 1
Zou dat alles achter den rug van den Czaar
geschieden
„Leve de ontwapening!” mag men ook
wel roepen, als men leest, dat op de be-
grooting, die in 1898 voor het leger 289
millioen roebels en voor de vloot 67 millioen
roebels uittrok, voor 1899 gerekend is op
een uitgave van 324 millioen roebels voor
het leger en 83 millioen voor de vloot. Dat
is dus in ronde cijfers een verschil van 51
millioen
De Soir verzekert, dat het Hof besloten
heeft kapitein Lebrun-Renault met Dreyfus te
confronteeren, hetgeen het blad doet voorko
men-als een voorwendsel om den gevangene
van het Duivelseiland terug te laten komen.
Het Hof zou voornemens zjjn den tekst
van het beruchte borderel in zyn tegen
woordigheid te doen schrijvenzij zou ge
dicteerd worden beurtelings aan Dreyfus en
Esterhazy, waarna beide handschriften zouden
worden vergeleken met dat van het echte
borderel dat zich in het dossier bevindt.
In de Vrijdag gehouden Fransche Kamer
zitting hield de heer Ernest Breton eene
interpellatie over het diplomatiek dossier.
Hy verklaarde dat volgens de mededeeling
j van een minister van onderwijs, de ministers,
en met name de heer Méline, de valschheid
van Henry hebben gekend.
De oud-minister Barthou ontkent dit. Breton
zeide, dat een medelid der Kamer de mede
deeling had gehoord.
Verschillende afgevaardigden vragen, wie
dat lid is. De heer Tranu roept: Dat ben
ik! (Sensatie).
Voortgaande deelde de heer Tranu mede,
dat de heer Rambaud, oud-minister van on
derwijs in het kabinet-Méliee, in een verga
dering van een landbouw-comité heeft gezegd
„Wy kennen die valschheid ook wel, maar
achtten het wenschelyk niets te zeggen.
„Ik antwoordde”, zeide Tranu verder„Gy
hebt die valscnheia gekendwelnu, dat is wat
moois! Ik neem acte van die verklaring.”
(Toejuichingen.)
„Hier heb ik een aantal gelegaliseerde ver
klaringen, goteekend door verschillende ge
tuigen, die allen bevestigen, dat de uitdruk-
king door den heer Rambaud is gebruikt.”
Tranu leest verschillende gelijkluidende
verklaringen voor.
De oud-minister Barthou houdt zyn tegen
spraak vol.
De oud-minister Méline verklaart: Ik heb
het valsche stuk voor ’teerst leerenkennen,
op den dag, waarop Cavaignac het van de
tribune heeft voorgelezen. Toen heb ik ge
zegd, dat ik d§ revisie noodzakelyk achtte.
De heer Ernest Breton, zyn interpellatie
voortzettende, zeide: Wy kunnen nu slechts
acte nemen van uwe woorden, maar moeten
ons houden aan de verklaring van Rambaud,
die namens zich zelf en Méline sprak. Welnu,
een minister die falsarissen in de bureaux
van het ministerie van oorlog laat blyven,
heeft een zonderlinge opvatting van vador-
landsliefde”.
De minister van buitenlandsche zaken,
Delcassé, verklaart, dat het „ultra-gehehn”
genoemde dossier geen brieven bevat, door
Hij was geklood in sijn kolonels-uniform oreri-
gons had hij aan zijn toilet een zorg besteed, alsof
het eene audiëntie bij Hare Majesteit de Koningin
van Frankrijk, temidden harer hofhouding op Klein-
Trianon te Versailles gold.
Drie of vier bedienden hielden zich op in de
antichambre.
wGa mijnheer den hertog vragen of bij mij zou
kunnen ontvangen/ gebood de markies een hunner.
Do bediende vertrok en keerde na verloop van
een minuut terug met het volgende antwoord
«Mijnheer de hertog is mijnheer den markies, zijn
zoon, wachtende."
«Goed/ antwoordde George.
En hij trnd de slaapkamer binnen.
Deze slaapkamer was opmerkelijk schoon door de
heerlijke fresco-schildcringen, op de müren en het
plafond asngebracht, uitgevoerd door een der beste
leerlingen van Mignard.
Do gryze hertog de Latour lag uitgestrekt op
een rustbed.
i Ofschoon vermagerd en door zijn ziekte uitgeput,
had zijn oog nog niets van het oude vuur verloren,
en deden nog dengene op wien ze gericht werden
sidderen, hetgeen een vreemd contrast vormde met
zyn hulpeloos, krachteloos lichaam.
Wel was dat lichaam oud en afgeleefd, maar de
ziel die er in huisde was nog jong en vol kracht
en even vurig als voor zestig jaren.