g nes erij. I ISTEN, Vrijdag 27 Januari iS99 ben. Nieuws- en Advertentieblad róor Gouda en Omstreken. aoibal de vondeling. F, IEIJW No. 7798. 37ste Jaargang. IA. :elijk n ering. (Melianlhe), i' van Hofleveranciers. i EN, 40. Bnltenlandscb Overzicht. FEUILLETON. Li 0 i 41 4^3 I Inzending van Advertentie» tot I uur des midd. abt. ecair eer" 4TH0VEN ei werd. 3g AN k ZOON (Partft vervolgd.) it per stuk. aoodig. k). jer week. lordrecht- Boskoop, ewatcr. Waddinxveen. bodegraven, kerk afdJJ see 601INJIE «IIR m Telefon Na. M. De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. ■.‘'SIS?? Telefoon No. ADVERTENT1EN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters werden berekend naar plaatsruimte. wisclje regeering acht punten voor als agenda voojj- de vergadering. Die punten hebben we reeds meegedeeld. x De „Prawitelstwenny Westnik” zegt, van het rondschrijven gewagende, dat de technische vraagstukken die bij het congres te pas zul len komen, natuurlijk moeten worden uit gewerkt met behulp van deskundigen. De Amerika^nsche Senaat besloot gisteren in geheime zitting om te drie uur des na middags van den 6en Februari de eindstem ming te honden over het vredesverdrag en tevens de behandeling van het verdrag te doen plaats hebben in geheime zitting. In de Kamer hield de Republikeinsche afgevaardigde Johnson van Indiana een warm pleidooi voor de onafhankelijkheid der Fili pinos. Hij protesteerde tegen het opdringen van een gehaat bestuur aan een vrij sterk volk. IOO1 OGIER&Co. J.FORTUIJN De Duitsehe Rijksdag nam in eerste en tweede lezing het voorstel van het centrum tot opheffing van de Jeznitenwet aan. De crisis in België, ontstaan ten gevolge van het verschil van meening over de kies- recbt-regeling, is sneller geëindigd, dan aan vankelijk vermoed werd. Toch heeft het minis- terie-De Smet de Naeyer er een ernstigen- schok door gekregen, en zal het tijdelijk her stellen van de scheur niet veel baten. Het kabinet, waarvan thans de heer Van den Peereboom president is, toonde in de eergister gehouden Kamerzitting, dat het nog niet een stemmig is over de groote vraag van de ver- deeling des lands in kiesdistricten. De koning is, naar uit Brussel gemeld wordt, zeer gesteld op de invoering van een nieuwe indeeling van het land in 152 enkelvoudige kiesdistricten. Deze indeeling zal, naar hy hoopt, aan de thans bestaande clericale meer derheid een einde maken, en de gematigd- liberale part# aan het bewind brengen, terwyl zij tevens als een middel ter bestrijding van de socialistische party wordt beschouwd. De ministers, uit de clericale kamermeerder heid voortgekomen, zyn juist om deze redenen weinig met de nieuwe indeeling ingenomen. Dit blijkt ook uit de benoemingen, die thans gedaan zijn. De hoeren De Smet en Nyssens zijn afgetreden en vervangen door Liebaert en Coremans. De laatste heeft zich, nog geen week geleden, krachtig tegen de wijziging van de indeeling der kiesdistricten uitgesproken in een bijeenkomst van katho lieke notabelen. De „Ind. Beige” noemt het nieuwe kabinet een ministerie-Woeste, zonder Woeste. De Kamerzitting heeft weinig licht gebracht over de juiste toedracht van de quacstie. Achtereenvolgens verklaarden de heeren De Smet en Nyssens, dat zy waren afgetreden, omdat zij de indeeling in enkelvoudige kies districten noodlottig zouden achten voor het land, en zich dus niet konden vereenigen met een staatkunde, die op dit beginsel ge grond is. De minister Van den Peereboom daarente gen verklaarde, dat er nog geen enkele begin- sel-quaestie door het Kabinet was aangenomen. Verschillende voorstellen zijn gedaan, die ernstig worden onderzocht. Maar geen enkel beginsel is thans nog als grondslag voor de staatkunde der regeering vastgesteld. „Deze houding”, zegt de „Ind. Beige”, „is zoo vreemd, zoo geheel in strijd met alle parlementaire gebruiken en met het eenvou dige gezonde verstand, dat men er te ver- Gedenkschriften van een Gelukzoeker or Naar het Frantck. doom W. NUTTERS. 103) Op zyn beurt daagde deze dengene uit, die zyn broeder had doen vallen en hetzij gelukkiger, hetzij bekwamer in het hinteeron der wapenen hij doodde Mathilda’s verderver en liet zijn zwaard achter in het hart van den schurkachtigen verwin- naar zijns broeden. De wederkeerige haat, de wederzydsche wraak gierige verbittering, verre van voldaan te zijn met aan weerszijden een doode te hebben gemaakt, nam toe in de volgende geslachten De zoon van Ludovious streed met een der twee zonen van dengene die zijn rader had doen vallen. Hektor de Latour du Pic werd gedood ziedaar de oorsprong van de tweede vlek op onzen geslachts boom.' We zullen den hertog niet langer volgen in zijn verhaal van de tweegevechten en wraaknemingen die van vader op zoon overgingen, als een bloedig erfstuk, zoowel in de familie der Latours als in die der Chaumonts. Dit verhaal, dat voor den hertog en diens zoon oen vreeselyke belangrijkheid had, zou de lezers Esterhazy heeft Parijs nog niet verlaten, maar volgens inlichtingen in de Petit Temps is het niet unmogelyk dat dit heden of morgen zal gebeuren. Tegenover het gerucht dat de enquête zou besluiten tot verwijzing van sommige leden der Strafkamer naar een Raad van Magi straten, zegt de Courrier du Soir ongeloovig te bly'ven. Met evenveel wantrouwen blyven welingelichten de praatjes beschouwen, alsof de regeering meegaan zou met eenig voorstel om der Strafkamer de beëindiging van de Dreyfus-enquête afhandig te maken. Zola heeft dezer dagen eenigen tjjd ver toefd ten huize van den Engelschen roman schrijver Meredith in de omstreken van Lon den, waar hy o. a. een jongen letterkundige uit Parijs heeft ontvangen. Een redacteur van de „Soir” heeft gene raal Lebelin de Dionne geïnterviewd, die aan het hoofd van de hoogere krijgsschool stond, toen Dreyfus i daaraan verbonden was. De generaal liet ’zich zeer ongunstig over den ex-kapitein uit1 en men begrijpt dat zyn uit drukkingen dpor de „Soir”-redactie niet verzacht zyn. tlreyfus was trotsch en haat dragend hy wijs vol haat tegen de Franschen. Zyne kameraden mochten hem niethy had een afstuitend karakter. Hy liet zich soms uit in een taal, die den generaal meermalen dwong hem te vermanen. Toen men aan de krijgsschool vèrnarn, dat er een verrader aan den generalen staf ontdekt was, riepen verscheidene»; Dat moet Dreyfus zyn. Do meening van den generaal en de kame raden over Dreyrus zal er in den loop der jaren wel niet gunstiger op geworden zyn. Het is bekepd, dat Dreyfus weinig bemind was en waai’schynlyk ook een weinig be minnelijk karakter had, maar het is toch wel kras om te zeggen: hy had een haat tegen de Franschen en dus was hy de ver rader, terwyl men Esterhazy schoon praat, die een» den wensch neerschreef, dat Parys aan honderdduizend dronken Pruisen over geleverd mocht worden, die hy zou aan voeren, quel rêveEn van dien uhlaan zeide dezelfde generaal niet te kunnen aannemen dat hy een verrader was. Als argumenten voerde hy aan, dat Esterhazy het te druk had als majoor om op zyn eigen houtje te spiönneeren en dat hy in groot tenue naar Schwa rzk oppen was gegaan om een paspoort te vragen voor een vriend. Ook kwam weder de reeds meermalen weerlegde bewering voor den dag, dat alleen een officier van den staf de in het borderel genoemde stukken kon gehad hebben. Verspreide Berichten. IHIBYFUS Het verhoor van Esterhazy is eergisteren door de strafkamer van het Hof van cassatie voortgezet. Evenals den vorigen dag was Esterhazy’s advocaat, mr. Cabanes, vooraf met zyn cliënt gaan spreken in het gesticht der broeders van Sint Joannes de Deo. Trgvfi half twaalf gingen z^samen in een rytuig naar het paleis van justitie. Ester hazy droeg een zwarte jas en een hoogen hoed, en rookte een cigarette. Hy had een dikke brieventasch onder zyn arm. Cabanes staat geen interviewers te woord. Maar de majoor zelf moet aan Gaston Méry, redacteur van de Libre Parole, het volgende verteld hebben„Ik ben niet als getuige gehoord, maar als beschuldigde. Nu, ik ver dedig my. Met mjjn verklaringen mogen zy doen wat zy willenik heb er nu genoeg van, ik zal alles zeggen.” Méry voegt er by dat het getuigenis, den eersten dag door Esterhazy afgelegd, zeer belangrijk is geweest. Gister heeft het Hof Esterhazy niet ver hoord. De Maizière, de. redacteur van de Gaulois die den zoon van Loew in de Speranza-zaak betrokken had, is door de enquête-commissie in verhoor genomen. Paul Loew deelt overigens aan de Temps mede dat het telegram-adres Speranza reeds van de vorige firma, Couturat en Comp., wier zaken Loew’s firma overgenomen heeft, afkomstig was, en de Temps drukt een brief met zulk een telegram-adres af, van 1887 gedagteekend. „Lafhartig on onteerend," herhaalde ik, «heer markies, wat zoudt ge eigentlijk willen «Mijn grootste geluk zou zijn, met uwe toestem ming mademoiselle de Chaumont te huwen.' «Hoe? Uw naam schenken aan de achterklein dochter ran Ludovices de Chaumont 1 Het gehuih om wraak uit het praalgraf der de Latours beant woorden met een vreugdekreet uit de feestzaal van de Chaumonts. Waart gij het, die sprak P« „Ja, heer vader, ik .was het, en ik schaam mij niets van alles wat ik zeide en niets van alles wat ik hoop, want mademoiselle de Chaumont is on schuldig aan alles. En in weerwil van alles ik heb haar lief, ik bemin haar onuitsprekelijk I «Ha 1 is die man daar mijn zoon, is dat een met het bloed Latour in de aderen riep de hertog, wiens handen trilden en wiens lippen bleek waren geworden.' „Ik twijfel er aan, of er een zuivere afstammeling van het geslacht de Latour voor mijn •ogen staat, dio zou nimmer zoo spreken.' «Heer vader, vader,' zeide de markies op smee kenden toon «Zwyg," gebood de grysaard, «zwyg en hoor mij aan. Uw naam is ook de myne, twintig geslachten heeft die naam zich onbesmet staande gehouden. In weerwil van u, en in weerwil van alles, zal ook ik hem zonder smet bewarenik mag niemand ver oorloven, mijn zoon het allerminst, op dien onbe- vlekten naam een smet te werpen en aldus ons fier wapenschild in oneer te brengen. En in naam van myn vaderlijke macht, mynheer de markies, in naam van bet recht mij door God zelven gegeven, verbied ik u een uur langer aan het ellendige onderwerp waarmee ge me lastig rijt gevallen, te denken. Ik geefs een verklaring voor zoekt.” De „Temps” beweert te weten, dat het onderzoek derstrafkamer van bet Hof op het punt was gesloten te worden, toen Ester hazy besloot te komen getuigen. De ver schijning van den majoor heeft tengevolge gehad, dat de sluiting van de enquête en de uitspraak betreffende het verzoek tot rege ling van rechtsgebied vertraagd is, maar mén gelooft dat de sluiting niettemin in het eind van deze maand of de eerste dagen van Februari zal kunnen plaats hebben. Dan zullen er een veertien dagen noodig zyn voor den rapporteur om zyn conclusiën on voor den procureur-generaal om zyn requi sitoir op te «tellen, zoodat de openbare be handeling van do „zaak” tusschen 15 en 20 Februari zal beginnen. Als er geen klink in deii kabel komt, altydf V Het blykt thans dat het uittreksel dat de correspondent van de „Times” in Petersburg heeft gegeven van het nieuwe rondschrijven van Moerawjof aan de vertegenwoordigers van de vreemde mogendheden te Petersburg, ondanks de logenstraffing uit de Russische hoofdstad wel degelijk juist is en al het be langrijkste van dat rondschrijven bevat. Het stuk zelf, gedagteekend van 30 December 1898/11 Januari .1899, is nu officiéél bekend gemaakt. - Het stuk begint met te herinneren aan het verschijnen van het manifest van Augustus, waarin de Tsaar de mogendheden voorstelt om een congres te houden „dat bestemd zou zyn te zoeken naar de doelmatigste middelen ten einde aan alle volkeren de weldaden van een werkelyken en blijvendeu vrede te verzekeren”. Dat manifest werd met geest drift ontvangen door byna alle mogendheden, en uit alle windstreken, van alle standen ontving het keizerlijk kabinet blyken van instemming. Maar in den laatsten tyd, gaat Moerawjóf verder, is de politieke horizon betrokken. Eenige mogendheden hebben hun oorlogstoe rustingen vermeerderd en hun legermacht vergroot. De Russische regeering meent desondanks dat men liu al kan overgaan tot een voorafgaande gedachtenwisseling tusschen de mogendheden, ten einde het welslagen van het congres te verzekeren, en dat men nu al de middelen kan gaan opsporen om paal en perk te stellen aan het gestadig aangroeien van de oorlogstoerustingen te land en ter zee, en om gewapende botsingen te voorkomen door vreedzame middelen. Als de mogendheden het tijdstip gunstig achten voor het congres, dan stelt de Rus- slechts ter moeien, indien zy het ten einde toe moes ten aauhooren. Merken wij slechts op, dat de grysaard zichzelve al sprekende opwond en dat zijn stem, kalm en ge matigd in den aanvang een ongewone heftigheid aannam. De diepe rimpels die zijn gelaat doorploegden schenen te verdwijnen, het vuur van den baat glinsterde in zijn oogen. «Welnu, heer zoon, wat hebt gij te antwoorden op dit alles?' eindigde hy. «Niets, heer vader, dan alleen dit, dat ik hoe genaamd niet begrijpen kan wat mademoiselle de Chaumont, een kind van zestien jaren met dat alles heeft te maken, en hoe ons geslacht ook haar ver antwoordelijk kan stellen voor al deze wederkeerige misdaden.' «Wie spreekt er van mademoiselle de Chaumont?' riep de hertog ongeduldig uit, «hoe durft ge dien naam nog op de lippen nemen I' «Ik durf dat omdat ik hem in mijn hart vind,' antwoordde de markies onbevreesd. «Ruk hem uit, ontdoe u vsn de herinnering er aan I' zeide de grijsaard. •Nimmer I Eisch myn leven, maar verlang niet dat ik myn liefde opoffere, eisch dal niet, heer va der, want ik zou weigeren, beslist weigeren.' De hertog wierp op zijn zoon een blik, waarin verbazing en verontwaardiging om den voorrang kampten. George sloeg de oogen niet neer. «Gij spreekt van liefde, marFes de Latour, maar deze liefde is schandelijk. Zij is lafhartig Zij is onteerend I' «Onteerend, hear vader?' gebied u oog dezen dag dit kasteel te verlaten en naar uw regiment terug te keeren. Ik gebied u de onzinnige drom.en van uw zieken geest te vergeten, en alle geloof aan oen mogelyke vervulling daarvan voor altijd te laten varen. En ten slotte zweer ik u, voor het oog Van God en by de heiligo nage- ,dachteuis onter voorvaderen, dat, ingeval gy deze mijne bevelen ongehoorzaam zyt, ik u zal verzaken, en u zal beladen met den vadervloek, indien ik leef. En als gij na myn dood dit bevel zult overtreden, zal ik opstaan uit myn graf en u vloeken en vloe ken en vloeken 1' Na aldus gesproken te hebben, mot toenemenden drift en heftige gebaren, liet de gryze hertog zich nitgeput achterover vallen, nog ter prooi aan een vreeselyke opgewondenheid. George, bleek en ontdaan, viel op zyn linkerknie voor zyn grijzon vader en zeide «Zegen mij, heer vader, zegen my I Ik zal ge hoorzamen en heengaan.' Een straal van vreugde verhelderde het aangezicht des ouden hertogs. «Het is goed, myn zoon, ik ban tevreden en ver geef u volgaarne uwe zwakheid op voorwaarde dat gij in dit uw besluit sterk ruit zijn Ga, de zegen uws ouden vaders rustte op uw hoofd. Het ga u wel I' Heorge richtte zich op, kuste eerbiedig zijns va ders band en verliet de slaapkamer, mompelende «Zo) God u verhoort en mij zegent, dan vorgunne Hij mij wtAdra den dood te vinden.' 8 i 1

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1899 | | pagina 1