:jsto, ’aan, t/enj. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. IE Jr„ Dinsdag 7 Februari 1899. Xo. 7807. 37ste Jaargang. iuo. IEUW >A. Buitenlandse!) Overzicht. 1 jbaar. 'i ■Bron, rdam. ten. £2LT. oedel, »ei*ing. i£L£ I O v ANNIBAL DE VONDELING. (Melianlhe), i' van Hofleveranciers. ne. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des nudd. Lelijk?? J V ioht. ■t bitter n TWEEDE DEEL. HOOFDSTUK. I. fi °p Wordt vervolgd.') 1 noodlg. ik). toning •oodo erg. ren mate verstei oordrecht. D, Bos'cop. lewalsr. Waddinxveev. Bodegraven, rkerk a ‘dl hst Telefoon No. M. De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon-^en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VU F CENTEN. it per stuk. t adres voor gesloten wagens ouwe. V Gedenkschriften van een Gelukzoeker OF Nur het Iratuch. dook W. NUTTEBS. UI) Ook is de opkomende hartstocht van Louis An- nibal voor de jonge vrouw, die onbereikbaar voor hem bleek, geen geheim. En na deze lange uitweiding, die naar wij hopen, den lezer niet al te zeer vermoed heeft, keeren wij tot onze hoofdpenonon terug. I.lll INIIL 0HJB1NT. Telefoon No. S> ADVERTENT N worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Verspreide Berichten. IBItEYFUS. Nader blykt dat Dupuy niet uitdrukkelijk aan Mazeau verzocht heeft, hem een brief te schryven waarin de onttrekking der zaak aan de strafkamer voorgesteld werd dat was ook niet aan te nemen maar wel schynt de minister Lebret den eersten pre sident verzocht te hebben, de uitkomsten van zyn onderzoek in een begeleidenden brief saam te vatten, en Mazeau meende dat niet te mogen weigeren. Nog een bericht over het getuigenis van een schriftkundige voor het Hof van Cas satie. Al wat in verband staat met het beruchte wets ontwerp der Fransche regeering tot wijziging van art. 445 Wetb. v. Strafv., blijft in geheim zinnigheid gehuld. Mogen we de „Matiu” gelooven dan zou echter de parlementaire commissie alles behalve volgzaam zijn, en naar aanleiding van de steeds heftiger wor dende beschuldigingen van Quesnay de Beau- repaire, van de regeering verlangen dat zy de bedoelde raadsheeren voor een raad van onderzoek brengt, om, indien de beschuldi gingen ongegrond blijken, Quesnay wegens zyn lasteringen te vervolgen. Maar de re geering wil daar niets van weten. Dupuy moet zelfs voornemens zyn om, als de com missie zich niet haast, Dinsdag de Kamer over te halen, het regeeringsontwerp dadelyk te behandelen, zy zou zejter zyn van een meerderheid daartoe. k- Om zich een houding te geven, geven Dupuy, Lebret en de Freycinet thans voor dat hun wetsontwerp tóch zou ingediend zyn indien Mazeau zyn enquête niet gehouden had, het zou er onafhankelijk van zyn. Vreemd dat zoo’n onbillijk en dom gelegen- heidswetje er dan juist mee samenvalt. Lebret heeft aan de commissie medegedeeld dat hy pas hedenochtend het resultaat der aanvulliugs-enquête van Mazeau kon over leggen. president Banffy in de bijeenkomst van de liberale club meedeelingen doen omtrent het beloop van de onderhandelingen. In de libe rale party schynt de stemming weeroorlog- zuchtiger te zyn geworden. Als de onderhandelingen werkelijk worden afgebroken, of niet spoedig tot een goed einde komen, is het leed niet te overzien. Koning Oscar II heeft, zooals men weet,, den kroonprins belast met het regentschap. De koning was ongesteld en zyn ziekte moet wel van dien aard zyn, dat zy lang zal duren, anders ware een regentschap niet noodig geweest. De koning heeft zich ziek geërgerd, schrijft men uit Stockholm aan de „Voss. Ztg.” Het is bekend, dat koning Oscar in de Noorweegsche vlaggenquaestie had toegegeven, eenvoudig om rust te hebben. Want de koning moet het als een groote ondankbaarheid beschouwd hebben, dat de Noren nu het Unieteeken wilden verwijderd zien uit een vlag, die zy een veertig jaar geleden, toen zyn vader ze hun schonk, met gejubel begroet hebben. Zyne toestemming tot de verandering der vlag heeft den koning van de zjjde der con servatieve party in Zweden hevige critiek op den hals gehaald. Doch dit is niet alles. Want nu de Noren op dit eene punt hun zin gekregen hebben, komen zy weer met lyjn tweeden eisch, afzonderlijke Noordsche con suls voor den dag. Beide partyen hopen nu van den kroonprins het een of ander gedaan te krijgen. De Zweden hopen, dat hij mis schien wel by de uitvoering van het besluit omtrent de Noordsche vlag, moeilijkheden zal makende Noren hopen op de inwilliging van hun verlangen omtrent de consulaten. Onder deze omstandigheden zou het wel kunnen zijn, dat het regenstchap van den kroonprins heel lang duurde. Varinard van het beroemde trio Va- rinardCouard—-Belhomme deelt aan de Liberté mede dat hy zyn vroegere meenihg dat het borderel niet van Esterhazy’s hand is, bevestigd heeft, maar dat hy en zyne mede-experts geen meening over het schrift van Dreyfus, vergeleken by dat van het borderel, uitgesproken hebben. Zij hadden trouwens te weinig gelegen heid gehad om Dreyfus’ schrift te onder zoeken, maar, zjj hebben niet gezegd dat Dreyfus het borderel geschreven heeft. Van alle deskundigen die het borderel met Dreyfus’ schrift vergeleken hebben, blyven er dus maar een of twee over, die het indentiek achten, de groote Bertillon inbegrepen. Aangezien aan de eerste dagvaarding van de hertogin van Uzès door do Siècle geen gevolg is gegeven, heeft de hertogin den administrateur van het blad, den heer Massip, gedaagd voor de civiele rechtbank van do Seine om zich solidair met den directeur Yves Guyot en den gérant Chambré te booten ver- oordeelen tot een verbod van verkoop van het bekende geïllustreerde nummer, de inbe slagneming van nog voorhanden exemplaren en een schadevergoeding van 50,000 frs. f Volgens de Pitit Bleu zou de revisie- commissie uit de Kamer den minister-presidefit verzocht hebben Quesnay de Beaurepaire te vervolgen wegen zyn aanvallen tegen de Strafkamer. De heer Dupuy zon een korten bedenktijd hebben gevraagd. Frankrijk.’ Henri Rochefort is met zyn bondgenoot Max Régis te Marseille aangekomen, op we£ naar Algiërs. Zy reden door de stad, en het gewone accompagnement ^hin vecht partijen, verwondingen, arrestatiën, ontbrak, niet. Een goedgekleed heer trad Woensdag ochtend een winkel van antiquiteiten op den Boulevard du Clichy te Parys binnen en vroeg den prys van een beeldje. Men werd het eens voor 504bancs. De kooper zou ’s avonds zjjn beeld komen halen. Een uur later kwam een andere heer den win kel binnen en vraagt, na wat te hebben rondgekeken, naar den prijs van hetzelfde beeldje. De winkelier antwoordde, dat’dit reeds verkocht was, maar de bezoeker bleef aan dringen en bood zelfs 1000 francs, wanneer het kunstvoorwerp hem werd afgestaan. Hy gaf zyn kaartje met adres en verzocht zoo spoedig mogelyk antwoord. Toen MONSIEUR DS SALLUCB8. De dag die op het soirée in bot théfitre deGym- nase volgde, werd oen der bedienden van den baron de Maobort door dezen opgedragen een brief te brengen aan don graaf De Salluces, met wien wij bereids kennis gemaakt bebhen. Een uur na het ontvangen van dien brief, arri veerde de jeugdige losbol per cabriolet voor de wo ning des barons in rue Meslay. Mij p beer de baron is bezig aioh te kleedeu," nadruk op dit woord leggende. „Moet ik uit uwe laatste woorden een verwijt opmaken P" „Maak er uit wat ge verkiest, dat kan mij niets schelen-,* zei do de jonkman heftig. „Heel wel', zeide de baron, met pots'erlyke be leefdheid een buiging makende. .Als gij my toe staat er uit op te maken wat ik verkies, dan zal ik dat doan. Ik maak er dan uit op, dat gij slechts mijn bevelen wacht om te doen wvt ik van u wensch dat gij bereid zyt mij opnieuw een kleinen dienst te bewijzen.* „Ik zie hoegenaamd geen verband tussshen mijn woorden en de uitlegging die gij er aan geeft." „Eigonlyk gezegd ik ook niet, mijn waarde, maar ik wil er toch maar by blijven. Want gij moet toestemmen dat mijn gedrag ten uwen opzichte niets te wenschen heeft overgelaten, of zoudt ge willen voorgeven dat ik misbruik van u heb gemaakt se dert onze wederzydeche vereen komst, die gy u ik twijfel er niet aan u nog duidelijk herinnert, niet waar?" „O, opperbest, maak u omtrent dat punt maar niet ongerust," antwoordde Salluces. „Maar om er niet |ang over te twisten gy zyt volkomeu vrij," ging de baron voort, „en zoo gij bijgev 1 van manning zyt, dat het verbond dat wij gemaakt hebben voor u bezwarend en lastig is, dan zouden wij gemakkolyk de overeenkomst als verbroken kunnen beschouwen. Gy zoudt dan doen kunnen wat u goeddunkt. dat zulke taal geschreven kan worden zon der een opstootje in het leven te roepen aan het redacti e-bureau van het blad, dat zulke voorstellen in zyne kolommen durft op te nemen, dat pleit vóór de heethoofdige Franschen, bewpst dat het revanche-denk- beeld van schimachtigen aard begint te worden en dat de leiders der politieke be wegingen de waarde van een koel hoofden een kalm verstand hebben leeren schatten. De vooruitzichten op een schikking tusschen regeering en oppositie in Hongarye zyn weer verminderd. Het antwoord van de oppositie op de laatste regeeringsvoorstellen is nog niet overhandigd. Dit had Vrydag zullen gebeuren, maar de oppositie was nog bezig met in haar antwoord de uitdrukkingen wat te verzachten, om daaraan niet het karakter van een ultimatum te geven, en nu zou het Zaterdag overhandigd worden. Het stuk is gesteld door Ferdinand Ho- ranszky, den voorzitter van de nationale party. De oppositie beklaagt zich eerst dat de regeering geen enkelen voornamen eisch van haar heeft ingewilligd, behalve het wets ontwerp op de rechtspraak in verkiezings- aangelegenheden, die-zy al ontelbare malen beloofd had. En toch had de oppositie de afspraken van de regeering met de Oosten- ryksche nopens het Vergelijk. goedgekeurd, in de veronderstelling dat de regeering héar ook tegemoet zou komen. Zy kan nu niet verder gaan, en blyft er by dat ze het kabinet Banffy de voorloopigc twaalfden niet kan toestaan en zich jegens Banffy’s opvolger de handen niet wil binden. Banffy, zegt Ho- ranszky, heeft de onderhandelingen gevoerd tegen den geest van de machtiging die hy van den Koning had gekregen, hy heeft de bestaande toestanden willen bestendigen door de onderhandelingen slepende te houden. Daarom is ook de tusschenkomst van Kolo- man Szell vruchteloos gebleven. Men ziet, de oppositie is niet gezind het hoofd te buigen, maar blyft het voor alles toeleggen op het aftreden van den tegen- woordigen ministerpresident. Zy houdt zelfs een slag om den arm ten aanzien van diens opvolger: als deze haar niet bevalt, wil zy het hem even lastig kunnen maken als Banffy. Het nieuwe ministerie wil echter begrype- lykerwys niet dat de oppositie zoodoende zydelings invloed qefent op de keus van een nieuwen ministerpresident, een keus die alleen aan den Koning toekomt. Szell koesterde Vrydag nog hoop dat hy de oppositie van dien eisch zou kunnen afbrengen. Het wederantwoord van de regeering zal heel gauw volgen, en morgen zal minister- zeide de bediende hem naar de wachtkamer ge leidende. „Och, vraag hem een weinig haast te maken, ik heb gruwelijk het land aan wachten kunt ge er byvoegen," luidde het antwoord van den losbandigen jongen graaf, wiens gefronste wenkbrauwen en saam- geknepen lippen een inwendigenf’strijd verrieden. De kenteekenen van ontevredenheid werden nog sterker zoodra de jongeling zich alleen bevond. Hij wierp zijn hoed op de tafel, stampvoette, vloekte en begon het salon driftig op en neer te 'loopen Aan deze wandeling werd een einde gemaakt door den baron in eigen persoon, die onhoorbaar binnengekomen was en eensklaps op min of méef sarkastischen toen uitriep „Bravo, mon cher, uitstekendhondt go wed- te voet hier Wel, het loopen is een uiler- gezonde en de spieren van heel het lichaam jrkende gymnastiekhet bevordert den bloeds omloop, de spysverteering, de doorstralinghet doet de schadelijke vochten uitbreken en zuivert het hoofden ik zou nog lang kunnen praten over meerdere heilzame gevolgen waardoor het te voet gaan zich aanbeveelt Geueer u niet, ga uw gang als ge lust hebt doe of ge -huis waart, loop zooveel ge wilt, ren, draaf en yl als een gek door deze wachtkamer of kuier op uw gemak van den eenen muur naar den andere." De baron zweeg en lachte spottend, als om den juiaten zin zijner woorden duidelyk aan te geven, zijn doel namelijk om te ergeren, te kwetsen. „Mijnheer, wat beduidt dat?" riep dn jonge graaf de Salluces driftig uit. Het denkbeeld van een toenadering tot Duitschland wil nog maar niet uit de ver beelding der Franschen verdwijnen. Integen deel, hoe meer kalme personen nadenken, hoe meer zy tot de gevolgtrekking komen dat een goede buur nog zoo kwaad niet is. Meer nog: zy schromen niet, aan die denk beelden uiting te geven in de groote dag bladpers. Zoo weer de bekende schryver Whist in de „Figaro”, die wel is waar niet spreekt van een verbond met Duitschland, maar toch durft te schryven: „Ik beweer, dat het niet in ons belang is, om geïsoleerd te staan *in onze actie buiten Europa; en als wy in het verre Oosten, of zelfs aan den ingang der Roode Zee een mogendheid ontmoeten, welke bereid is ons haar hand te bieden, dan zouden wy dwaas zjjn, als wy haar niet halverwege tegemoet kwamen Verstandige taal, zal de ‘voorzichtige Franschman zeggen, en hij zal er misschien ernstig over nadenken, wanneer de tyd zal komen, dat het ideaal van „Whist” verwe* zenlykt wordt. En dat er over nagedacht kan worden, „Is hut u aangenaam uw waudeling voort te zet ten of dezelve te staken P" vroeg de baron. „Wat my betreft, indien mijn verlangen van in vloed mocht zijn op uw besluit, dan zou ik liefst voor een cogenblik uw aandacht willen vragen, want wij moeten eens praten." „Gij weet zeer wel, dal ik doen zal wat gekom- mandeeren zult." Dit antwoord- werd op verwytenden, bittern toon gegeven en ging vergezeld van een vloek „Heb dan de goedheid mij te volgen werwaarts ik u zal voorgaan." Het kabinet des barons was een vierkant, hoog vertrek, welks muren onder dikke tapijten verdwe nen, waatih allerlei tooneelen en groepen uit de fabelleer waren geweven en die een hooge waarde vertegenwoordigden Een bureau van eb’enhout, met koper ingolegd, stond in het midden. De baron nam plaats voor zijn schrijfbureau en de jonge graaf zette zich tegenover hem neer in een gemakkelyke fauteuil. Er heeischte een oogenblik van stilzwijgen tus schen de beide mannen De baron beschouwde nauwlettend, alsof hij een studie maakte, zijn bezoeker, die na een vruchte- looze poging om weerstand te bieden, de oogen neersloeg voor den blik die op hem gericht werd en tot in zyn hart scheen door te willen dringen. Maar als beschaamd over zyn nederlaag hief hij het hoofd op en begon „Gij schrijft my, heer baron, ‘Ml ik hierheen zou komen. Hier ben ik wat moet ik? Wat wilt gij verder nog van my P" „Verderf" antwoordde de baron, een sterken

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1899 | | pagina 1