mes
I
1
-L.Boer.
zachte
37ste Jaargang.
Bullenlandsch Overzicht.
<3
Eest.
latex:
SIN,
sreg 49.
Se
.Hi~TST.
boedel,
FEUiLLIETU
ANNIBAL DE VONDELING.
Dinsdag 14 Maart 1899
No. 7837.
'Va ets.
I
vai
Inzending- van Advertentiën tot 1 uur des nndd.
V erspreide Berichten.
i
i
.50
[k.
ige
INKMAN Zn
op
men
eïeverd.
n per week
Telefoon Mo. SS.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
CU?
>r 1
12
12
ÏNSEL No. 612
s t adres voor
Lgeeloten wagens
rouw®.
trien
Gedenkschriften van een Gelukzoeker
OF
Naar het Fransch.
door W. NUTTERS.
12 fless
wijs hooren. Dit was zooveel als een teeken, dat
men beginnen zou met de wedrennen. Alles wat
zich op de tribunen had neergezet, kwam overeind.
Ieder stond op de teenen. Alles rekte de lede
maten en tuurde met starende blikken op een
eenig punt. Alles wat over de vlakte verspreid
was keerde het aangezicht in eenzelfde richting.
Die in rijtuigen zaten stonden overeind. De rui
ters hieven zich op, op hunne paarden om hun
vergezicht te vergrooten. De gamins straat
jongens Van Parijs - klommen als apen van een
bijzonder vlug soort bij duizendtallen in de boo-
men, die in lange rijen de vlakte van Satory om
zoomden.
Naar de „Birmingham Post” meldt, wenscht
Rhodes met keizer Wilhelm niet alleen te
spreken over den spoorweg van Kaapstad
naar Kaïro, maar ook over een plan voor
een spoorweg van Duitsch Zuid-West Afrika,
naar Rhodesia, waardoor Boeloewayo in
rechtstreeksche verbinding zou komen met
de Walvischbaai.
hem in Frankrijk had gearresteerd, hij
strychnine-pilletjes zou hebben geslikt.
Wat Dreyfus betreft, men zon zien dat
president Loubet dezen weldra gratie zou
verleenen en dat de heele beweging in rook
zou opgaan.
Esterhazy ontvangt in Engeland allerlei
zonderlinge aanbiedingen. Barnum is ook al
bij’ hem geweest om hem te vragen in
Olympia op te treden!
Ook is de concierge van het huis in de
rue de Douai, waar Esterhazy met Marguérite
Pays gewoond heeft, geïnterviewd. Van zyn
praatjes lijkt ons alleen dit van eenig belang
„Esterhazy heeft altijd gezegd, dat hy niet
de maker van het borderel was. Maar Dreyfus
beschuldigde hy niet, integendeel!—Dreyfus
is onschuldig, zeide hy eens tot ons, en ik
begryp heel goed, dat de mensehen zich tot
taak gesteld hebben de revisie van zyn proces
te verkrijgen. Alleen behoeft de verant
woordelijkheid daarom nog niet op my ge
worpen te worden. De makers (meervond)
van het borderel zyn thans trouwens aan de
strafkamer bekend.”
Een deel der Parysche pers heeft zich nogal
warm gemaakt over een waarschijnlijk weinig
beteekenend voorval door Picquart’s neef, den
heer Gast, verteld. ,Het was naar aanleiding
van een gesprek met een verslaggever van
de Temps over de behandeling van den ge
vangene, dat de heer Gast vertelde dat de
kolonel op zekeren dag in de gevangenis de
la Santé in een eierkoek, hem door zyn
restaurateur gezonden, een paar glasscher
ven vond. Het was kort na den nog steeds
onopgehelderde!! dood van Henry en natuur
lijk was de directeur der gevangenis niet
weinig ontstemd over deze vondst. Picquart
stelde hem echter gerust met de verzekering
dat hy tegenover niemand over de zaak zou
spreken en heeft inderdaad over de zaak
een diep stilzwijgen bewaard, wel begrijpende
welk een opschudding op dat oogenblik het
ruchtbaar worden van het geval zou maken.
De heer Gast vernam het gebeurde van den
gevangeniswachter en besloot het ter kennis
van den heer Dupuy te brengen, nu Picquart
waarschijnlijk naar de Santé teruggebracht
zal worden. Daar de heer Dupuy op zyn
verzoek om een onderhoud geen antwoord
zond, maakte hy het „ongeluk” bekend.
De restaurateur erkende de waarheid van
het voorgevallene en voerde ter verklaring
aan dat waarschijnlijk in het beslag een
scherfje van een zoutvaas was gevallen.
Het „Journal” schryft: „Wy meenen zeker
te weten, dat generaal Pellieux den minister
van oorlog schriftelijk heeft gevraagd een
Het verbod van de War against War in
Rusland geeft verscheiden Engelsche bladen
aanleiding tot spotternijen. Intusschen hadden
al verscheiden nummers hun weg naar Rns-
land gevonden, en waarschijnlijk hebben een
of meer van die nummers het verbod uit
gelokt.
het tegenwoordig in zwang zijnde provisorium
te verlengen tot 1903, het jaar, waarin de
meeste handelsverdragen van de Monarchie
ten einde loopen. De Hongaarsche Kamer
heeft dit goedgekeurdon naar gemeld wordt,
zal men hiermee ook in Weenen wel ac-
coord gaan.
Doch dan zyn nog niet alle moeilijkheden
uit den weg geruimd! De heer Szell tracht
ook eene verlenging van het privilege der
Hongaarsche Bank tot 1910 te verkrijgen.
Te Weenen meent men echter, dat het in
consequent zou zyn, om het privilege van de
Bank te doen voortduren tot na den termijn,
voor de tol-unie gesteld, die de beide regee-
ringen slechts tot 1903 bindt. Maar de Hon
garen willen niets toegeven en houden vol.
Het blyft dus onzeker, of de heer Szell de
quaestie in haar geheel veel nader tot haar
oplossing zal brengen, dan zyn voorganger.
Op de Haagsche conferentie ter beperking
van de krijgstoerustingen zal Italië zich
laten vertegenwoordigen door markies Vis-
conti-Venosta, oud-minister van buitenland-
sche zaken.
In de War against War zegt Stead om
trent den aanstaanden voorzitter van de
conferentie, den heer Staal: Men had geen
betere keus kunnen doen. De heer Staal
heeft ten minste eens, en misschien twee
maal, den hoogsten post in de Russische
diplomatieke wereld geweigerd. Het verhaal
gaat dat, toen Alexander III op sterven lag,
zijn zoon, de tegenwoordige Keizer, hem
vroeg, in welken staatsman hij het meeste
vertrouwen moest stellen als leider van de
Russische buitenlandsche staatkunde. De
stervende Tsaar zon toen geantwoord hebben
„Eerst mynheer Staal, dan prins Lobanof,
dan mynheer Nelidof.” In overeenstemming
daarmee had Alexander III aan den heer
Staal de portefeuille van buitenlandsche za
ken aangeboden voordat hy prins Lobanof
tot minister benoemde. Maar de Russische
ambassadeur aan het hof van St. James is
hoogbejaard en te goed bekend met de ver
moeiende werkzaamheden die het Russische
ministerschap van buitenlandsche zaken mee
brengt, om den post aan te nemen; en zoo
werd prins Lobanof minister. Maar de re
denen die den heer Staal bewogen om geen
minister van buitenlandsche zaken te willen
zjjn, beletten hem niet voorzitter te zyn van
het groote parlement der natiën dat van *t
voorjaar in Den Haag bijeen zal komen. Hy
is hoffelijk, opgewekt, ryk aan ondervinding
en innemend van manieren, zoodat de con
ferentie moeilijk een beter voorzitter kon
hebben.”
Een telegram uit Budapest houdt in, dat
de Kamer van afgevaardigden de voorloo-
pige overeenkomst met Oostenrijk heeft aange
nomen. Dit heeft moeite gekost; maargelyk
men weet, zat er ook heel wat aan vast.
Oostenrijk en Hongarye, hoewel administra
tief gescheiden, hebben toch zekere ministères
gemeen, en wel die van buitenlandsche zaken
en oorlog. Ieder der twee staten levert zyn
vast aandeel in de uitgaven voor die beide
Departementen.
Toen de tweevoudige organisatie in 1867
geregeld werd, verbond Oostenrijk zich om
70 en Hongarye om 30 pCt. van de gemeen
schappelijke-uitgaven te betalen. Terzelfder
tyd werd het tolverbond gesloten, hetgeen
overigens in het belang van de twee landen
noodzakelijk was. Hongarije verkocht zyn
granen in Oostenrijk, vanwaar het in ruil de
producten van nijverheid kreeg, die het miste,
n Men kwam toen ook overeen, dat om de
10 jaren een commissie de bestaande verdragen
zou moeten herzien.
De oeconomische gesteldheid van Hongarye
was destyds zoo treurig, dat men vreesde,
dat het niet de 30 pct. van zyn quotenaan
deel zou kunnen betalen. Doch thans is de
toestand geheel anders. Hongarye wordt ge
dreven door groote flnancieele en industrieele
krachten, bloeit en gaat vooruit. Hieruit
nam de Oostenryksche regeering aanleiding,
W eehe verandering in het cyfer van het
quotenaandeel voor te stellen, teneinde dit
meer in overeenstemming te brengen met de
hulpmiddelen, waarover Hongarye beschikt.
Sedert twee jaren nu bespreken de beide
regeeringen de zaak, zonder geslaagd te zyn
in het vinden van eene bevredigende oplos
sing. Oostenrijk stelt voor, het aandeel van
Hongarye op 34 pet. te brengen en de overige
66 pet. voor eigen rekening te nemen. Maar
Hongarije wil van eene dergelyke schikking
niet weten, en daarop heeft Oostenrijk geant
woord, door te weigeren, de vroegere belas-
tingindeeling voor de beide helften van de
monarchie te handhaven.
Onder die omstandigheden is de Keizer
tusschen beide moeten komen, om tenminste
voorloopig het voortduren der betrekkingen
tusschen de beide landen, op den grondslag
van de bepalingen van 1867 te verzekeren. Doch
dit provisorium kan niet lang duren. En van
daar de ijverige bemoeiingen van den nieuwen
Hongaarschen premier, Koloman Szell, om
een regeling van langen duur te treffeh, in
afwachting van de definitieve schikking. Ten
einde nu aan de beide regeeringen gelegen
heid te laten, zich te beraden, stelde hy voor,
Gelijk wij reeds met een enkel woord zeiden
wemelde het op de vlakte van rijtuigen van aller
lei soort. F
Maar te midden dier menigte trok «ene equi
algemeen de aandacht.
Het was een kales.
Deze kales "stond op zeer hooge wielen, gelijk
te dier tijde bij de meeste rijtuigen het geval was,
en was bespannen met een overheerlijk vierspan,
allen zwart en zoo gelijk aan elkander zoowel van
kleur als van groote en bouw, dat men Ze als in
een uniform gestoken zou hebben kunnen be
schouwen.
Twee postillons in blanke broeken en blauw
vest met zilveren knoopen bestuurden dit gespan
en waren ternauwernood bij machte de vurige
dieren in rust te houden
flesch.
n
-wotc’
GOIINIIE lOIRIVL
Mtmwü’ en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Telefoon No.
ADVERTENTIES worden geplaatst
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen liroote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
IHtlYFUS
Het verhoor van Déroulède en Habert door
den rechter van instructie Basques is afge-
loopen.
Vrydag zyni de secretaris en den assistent-
secretarissen van den Bond voor het Fransche
Vaderland verhoord. Jules Lcmaïtre heeft
den rechter van instructie Fabre geschreven,
dat ook hy, als voorzitter van den Bond,
vervolgd wenscht te worden-.
De „Matin” meldt dat de prinsen Esterhazy,
in Hongarye, voornemens zyn een rechtsge
ding in te stellen tegen majoor Walsin-
Esterhazy, om dezen te laten verbieden, hun
naam en hun wapen te voeren waarop hy
geen recht schynt te hebben.
In de couloirs der Kamer werd verzekerd,
dat generaal de Pellieux een verzoek tot
den minister van oorlog gericht had om een
enquête in te stellen nopens de wyze, waarop
hy de instructie tegen Esterhazy in December
1897 geleid heeft. Als deze enquête nu maar
zoo geschiedt, dat er niet weer een enquête
over de enquête noodig wordt!
Esterhazy heeft weer het een en ander
losgelaten tegenover een redacteur van de
„Daily News”. In den nacht, volgende op
den zelfmoord van Henry, ontving hy, naar
hy zegt, bezoek van drie officieren, wie blijkt
niet. Later zou men de geschiedenis weten
van den zoogenaamden brief van keizer
Wilhelm, van het ontslag van Gasimir-Perier
en den diefstal van het diplomatiek valies.
Overste du Paty had heel wat te vertellen
als hy eens wilde spreken, zou generaal de
Boisdeffre verloren zyn; deze en Roget
wisten al lang dat het stuk van Henry valsch
was.
Esterhazy vertelde verder, dat als men
leurstelling vertoonde zich op haar gelaat.
„Wat kijkt ge toch telkens, Mathilda het lijkt
we! of ge iemand zoekt of dat ge den een of
ander verwacht Izeide de oude hertog eensklaps.
Ik kijk hoofdzakelijk lieve vriend, omdat het
mij moeilijk valt als een steenen beeld op mijn
bank te zitten, evenals gij doet. En wie zou ik
zoeken of verwachten Kom, latén wij eens wat
praten U kunt zoo kluchtig de mensehen hekelen
en op de dwaasheden der mode schimpen als
gij de moeite naamt om even uw blik over de
tribunes te laten wijden dan zotidt ge meer dan
genoeg aanleiding vinden om aan dat talent bot
te vieren.»
De hertog gaf geen antwoord. Mathilda schudde
medelijdend het hoofd.
De kales van den hertog stond op een prach
tig punt ten opzichte van de baan. De paarden
de twee voorsten, stonden met de koppen over
het staketsel, dat de plaats van afrit der deelne
mers afsloot. Zij hadden de gansche baan die
over het geheel bijna een rechte lijn vormde,
voor zich.
De aanvang der ritten wachtte nog slechts
enkele laatkomers Onder degenen waarop
wachtte was ook de burggraaf Raphael.
Om1 het wachten een weinig minder onaange
naam te maken; en om de menigte, die thans over
het geheel genomen, in rust was, op zijn plaats
te houden, ging de muziek voort met spelen, en
bracht, wat een zeer handige inval was, de ver
schillende volksliederen der Europeesche natiën
ten gehoore.
Wordt vervolgd),
45 Fl. I
uggenomen. g
Op de donkerblauwe zijwanden der kales, onder
een gouden hertogkroon zag men de wapens der
Latours du Pic en der Simeuses
Inderdaad, dit rijtuig dat algemeen de bewon
dering wekte, droeg den ouden hertog en zijn
gemalin, Mathilda,
De jonge hertogin, schooner en lieftalliger dan
immer, droeg een licht, rosekleurig gewaad, en
een heed van witte crêpe.
Haar rechterhand speelde achteloos met een
miniatuur-parasol van blauwe zijdein de linker
hield zij een ruiker van rozen en viooltjes.
De hertog zat naast haar en scheen bezorgd.
Hij was in gedachten verzonken. Van tijd tot
tijd wierp hij werktuigelijk den blik over de met
duizenden bezaaide vlakte, of op de menigte die
de reustchtige tribunes bezetten. Dikwerf lichtte
hij den hoed of maakte een militair saluut, maar
geen enkel© maal knoopte hij een gesprek aan of
informeerde naar den wedren, of richtte hij het
woord tot zijn gemalin Een wolk lag over zijn
eerwaardig aangezicht. Hij scheen ter prooi aan
een inwendig lijden, aan een marteling, die hem
Voor al wat hem omringde blind en doof maakte.
Wanneer Mathilde, eensdeels uit weetgierigheid
anderdeels om hem uit zijn somber gepeins los
te rukken, hem vragen deed, gaf hij vriendelijke
doch uiterst korte antwoorden, en viel in zijn
doffe lusteloosheid terug.
Telkenmale wanneer het getrappel van een paard
in de nabijheid van het rijtuig des hertogs ver
nomen werd, boog Mathilda zich buiten de kales
om den ruiter op te nemen, maar even dikwijls
trok zij zich weer terug, en een trek als van te-
14»)
Van het eenvoudige huurrijtuig, de onaanzien
lijke fiacre tot de meest elegante landauer, die
Parijs bezat, was er aanwezig. De peilsnelle tilbury
ontbrak er evenmin als de logge, aristocratische
berline.
Boerenwagens, overvol met luidruchtige lieden
uit de omliggende dorpen, bespannen met zwaar
gebouwde werkpaarden, kwamen in onafzienbare
rijen langs de wegen die de vlakte van Satory
begrenzen en doorsnijden.
Elegante ruiters op prachtige schimmels en
vossen, vergezeld van bekoorlijke amazonen met
wapperende pluimen en fladderend gewaad, ar-
riveerden in geheele drommen van de zijde van
Parijs
Een ontzaglijke menigte was op de been, een
zee van mensehen bedekte de vlakteeen gie
rende, opgewonden massa, bijeengestroomd voor
het grootste deel uit de achterbuurten en arme
lijke voorsteden van Parijs; wien een uitgaansdag
zonder dronkenschap en vechtpartijen een mislukte
uitgaansdag toeschijnt
Plotseling liet een muziekkorps een vroolijke