narkt Woensdag 15 Maart 1809 37ste Jaargang. No. 7838. 899. iten. Nieuws- en Advertentieblad roar tióiida eu Omstreken. “I'S X KIEUW! Buitenlandse!! Overzicht DA. later: DST. n* U'deeling (schappij [•ehouden goed- van 3 celvjk noodig. 8 SF !e> i (Meliaulbe), m* van Udeveracien. o FEUILLETON. ANNIBAL DE VONDELING. 8 naar Inzendiiur van Advertentinn t<»i I uur des midd. taalverordeningen willen intrekken en willen Verspreide Berichten. Fl. I E «i.hL lINKMAN Zk Wordt vtrtudg^). I I 10 T«lef««B Jfo. M. De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. juk). er n 45 '.75 I.— I.— r, jorzi tter. I.— '.50 ut per stuk. ■o se- 3 S ÏNGELtfo. 612 n ’*s Telefoon Xo. *7 ieder» reo t meej worden berekend GOtDSei IE COURANT memorie bjj den president van het Hof van cassatie ingediend, strekkende tot rectificatie van het getuigenis van Esterhazy voor de strafkamer, hetwelk onjuist zou zjjn op alle punten, die dezen generaal betreffen. De piinister van oorlog heeft het verzoek van de generaals Gonse en de Pellieux om een enquête in te stellen naar hun gedragingen in zake Esterhazy, aïgewezen. Er zal ge legenheid voor zulk onderzoek zjjn, meende hjj, als de revisie-zaak maar eenmaal is af- geloopen. Voordrukt. SD, Bothoop. üUwatcr, Waddifuneen. Bodegraven. •erker k ad.Uuel. a 50 Conlon; lette ringen hun diensten niet tot spionnage plach ten te gebruiken. De Freyciuet zeide iets dergeljjks, maar voegde eraan toe, dat heel die zoogenaamde spionnage-dienst niet zoo belangrijk was als men het wilde laten voorkomen. Er waren eigenlijk maar zoo weinig geheimen van de nationale verdediging, enkele slechts, betref fende zekere ontploffingswerktuigen, geweren en kanonnen. De mobilisatie-plannen stonden feiteljjk ten dienste van een ieder die ze wilde bestudeeren. „Het verraad speelt maar een kleine rol in den uitslag der veldslagen.” Men moet niet gelooven, dat men van ver raders omringd isen de beste bescherming legen het verrkad is vaderlandsliefde en solidariteit te ihidden van het gevaar of als gevaar dreigt. Het amendement werd verworpen. IIHI.YFUS Esterhazy heeft een boozen brief geschre ven aan Drumont, die hem in de Libre Parole zjjne onthullingen had verweten. Hoe ondankbaar - meende de profeet der anti semieten om al die officieren aan te klagen, die hem, Esterhazy, naar hun beste weten tegen de joden verdedigd hebben. Estwhazy heelt zich daarmee aan de open bare verachting prjjs gegeven, al is zjjn ar moede dan ook een verzachtende omstan digheid. Algemeene verachting dus. Drumont komt met de zjjne achteraanmaar hjj komt er dan toch mee. Waarljjk, is er geen vonnis van een krjjgsraad meer noodig om den Uhlaan te straffen. Tezelfdertjjd dat Drumont Esterhazy over boord gooit, doet Rochefort het generaal de Boisdeffre. Geen onmogeljjker, dommer, jjdeler, verwaander vent is er nu volgens hem te bedenken dan de man, die eenige jaren aan het hoofd van den generalen staf heeft gestaan. Deze omkeer van den plam- flettist is zoo merkwaardig nietmen heeft stouter stukjes van hem gezien. Maar het is toch wel kenschetsend voor den stand van de publieke opinie, wanneer men bedenkt dat nog geen jaar geleden majoor Pauffin de St. Maurel „de eer van het leger” namens generaal de Boisdeffre persoonlek aan de Intransigeant kwam toevertrouwen. Ook Cavaignac begint iets van zulk een omkeer gewaar te worden. Op het oogenblik is zjjn vereering voor het leger bepaald grooter dan de vereering van het leger voor hem. Generaal Guerrier heeft een uitvoerige Frankrijk. President Loubet heeft door een leuken zet zich bjj geheel Montmartre populair gemaakt. In een café-chantant in die Parjjsche wjjk word dezer dagen een lied gezongen, waarin de president der republiek geducht doorgenomen werd. Daar dit lied niet door de censuur was onderzocht, werd het café op last van de politie gesloten. De eigenaar richtte nu een request tot Loubet zelf en deze gelastte opheffing van het sluitingsgebod. Nu zal men voortaan in de concerts van Montmartre natuurljjk slechts Loubet’s roem hooren bezingen! De influenza heerscht te Parjjs epide misch bjjna alle takken van dienst, vooral de telefoondienst, ondervinden belemmering door het groote aantal ambtenaren, die ziek zjjn. Een draagster van het legioen van eer is in Frankrjjk gestorven. Het is Coralle Cahen, een vrouw die een schoone rol ge speeld heeft in de Fransch-Duitsche oorlog. Kort vóór den oorlog verloor zjj haar echt genoot, waarop zjj besloot haar diénsten aan haar vaderland te wjjdën. Als liefde zuster maakte zjj den geheelen veldtocht mede, overal zooveel mogeljjk hulp en ver troosting brengende. Te Metz stond zjj aan het hoofd van de ambulance, doch wist na de nederlaag van Metz over Zwitserland Tours te bereiken. Gambette plaatste haar aan het hoofd van een hospitaal. Toen de Duitschers de Vendóme binnentrokken en op het hospitaal de Fransche vlag door de Duitsche wilden vervangen, liet men dit op haar krachtig protest na. Na den oorlog bezocht zjj, dank zjj den steun van keizerin van Oostenrijk, zesenzestig vestingen, waar haar landgenooten wegens disciplinaire overtredingen gevangen waren gebleven en door haar invloed bleef er geen enkele gevangene meer in Duitschland. Later wjjdde zjj al haar krachten aan het Israëlitisch weeshuis te Neuilly. In 1889 schonk men haar het legioen van eer. Australië. Tweehonderd personen zjjn omgekomen in drie mijlen van hier. Ik ben zeer trotsch op mijn bouquet, en zou u wel om den hals willen vallen omdat ge het zoo bewondert. Ik daag iedereen uit, om zich een gelijk bouquet te verschaffen. De oude Anjou zou elkeen die er om durfde ver zoeken heel deftig naar den duivel verwjjzen hij is zoo koppig als een ezelof liever, de ezels zjjn even koppig als hij.* „Ah,* zuchtte de hertogin, op echt kinderlijke wijze, een dergelijk bouquet zou ik verre boven een halssnoer van diamanten verkiezen.* De burggraaf, na deze conversatie aangehoord te hebben, verwijderde zich met een beleefden groet, die door den hertog met een tamelijk stijven hoofdknik werd beantwoard en naderde zijn paard hetwelk hij losmaakte Al de deelnemers waren intusschen aangekomen. Het sein tot den afrit stond op het punt om ge geven te worden. Wanneer ge wedrennen bijwoont, doet ge dan wel eens aan weddingschappen, hertoginnetje» vroeg mevrouw de Villiers lachende, het gestaakte onderhoud weer opvattende »Soms wel eens,< antwoordde Mathilda afge trokken. »Maar niet altijd.* »0, ik altijd, niet om een paar louis te winnen hemel, dat zou al te gek zijn, maar het amuseert me, interesseert me zoo, weet ge, men gevoelt zoo iets van de gemoedsbeweging der spelers aan de speeltafel, zoo’n aangename opwinding, men ge niet dubbel van den wedren, ademloos ziet men den uitslag tegemoet.* 12 fless. 12 flesch. 142) Eensklaps naderde een jonge man, gekleed in witlederen broek, die zeer strak de beenen om sloot, verdwijnende in de groote, met rammelende sporen voorziene rijlaarzen, het rijtuig van den hertog en zijn gemalin De jonge man was burggraaf Raphael. Mathilda, den jonkman plotseling voor zich ziende, kreeg een koogroode kleur, die oogen- blikkelijk in een opvallende bleekheid overging wat den hertog ontging. »Ik heb de eer u goeden dag te wenschen heer hertog!* riep de burggraaf vroolijk, tegelijkertijd voor mevrouw [de hertogin "een' diepe buiging makende, die zij met een hoofdknik beantwoordde De hertog zag op en staarde dengene die hem toesprak, strak aan. •Het is heerf burggraaf Raphael, geloof ik, die ik het genoegenjheb voor^me te zien vroeg hij op afgemeten toon, en met een zekeren afgetrok kenheid. •Om u te dienen, heer hertog. Ik heb de groote eer gehad, aan u te worden] voorgesteld, eenige weken geleden trachten een wet tot stand te brengen, die ten opzichte van de taal Duitschers en Slaven tevreden zou stellen. Dit zjjn nog slechts geruchten, maar zoo iemand, dan zou de* heer Von Chlumecky in staat zjjn de partjjen in Oostenrjjk weer een beetje met elkaar te verzoenen. De audiëntie van Cecil Rhodes op Zater dagavond bjj den Keizer, duurde tameljjk lang, drie kwartier. Hjj bracht Zjjne Ma jesteit de persoonljjke groeten van koningin Victoria over, die hjj kort voor zjjn vertrek gesproken had. Rhodes wenscht dat het Duitsche kapitaal zal deelnemen, zoowel in den aanleg van den spoorweg van het Zui den naar het Noorden van Afrika (Kaap stadKaïro) als bjj dien van het Oosten naar het Westen (Boeloewajo-Swakopmond- Walvischbaai). Reeds van vroeger bezit een Engelsche maatschappjj een spoorwegconces- sie voor Duitsch Zuid-West-Afyika, welke Rhodes thans voor aansluiting naar Rhodesia wil gebruiken. De Duitsche hoogheidsrechten over den spoorwegaanleg op Duitsch gebied erkent Rhodes als vanzelf sprekend en is ook tot concessies wat de richting betreft bereid. Voor zjjn vertrek zal Rhodes heden nog maals door den Keizer ontvangen worden. Van met de regeering bevriende zjjde schjj- nen de wantrouwig bljjvende Duitsche kolo niale kringen voornameljjk met het voor uitzicht gevleid te worden, dat in aanslui ting aan het Engelsch-Afrikaansche Zuid- Noord-spoorweg-ontwerp ook de langge- wenschte dwarsljjnen door Duitsch Oost- Afrika van het binnenland uit^naar de zee kust sneller tot stand zullen komen. Zeer wantrouwige lieden willen hier daarentegen voorloopig weinig van deelneming van Duitsch kapitaal aan Rhodes spoorwegplan nen weten en vragen zich af of Rhodes niet op reusachtige wjjze va-banque speelt. De geruchten van de laatste dagen nopens koninkljjke goedkeuring van de verkiezing van Kirschner tot opperburgemeester van Berljjn, misten tot gisterenmiddag ten raad- huize alle bevestiging. De Fransche minister van oorlog heeft Zaterdag bjj de behandeling van zjjn begroo- ting in de Kamer verstandige woorden 'ge sproken. Marcel Sembat had een amende ment ingediend tot afschaffing van de mili taire attachés en de markies de la Ferro- nays, zelf oud-attaché, had daartegen ge sproken, zeggende dat die ambtenaren wer- keljjk geen gegalonneerde spionnen waren, althans de Fransche niet, en dat de regee- •Ja, ik herinner mij zoo* iets. En, heer burg graaf, ook aan ’t wedrennen •Ja, heer hertog, ik wensch ook mijn rijkunst eens te beproeven Welk paard berijdt gij De burggraaf woes met een beweging der hand op miss Orphelie, die op eenige schreden afstand met den teugel aan een paal gebonden stond. •Inderdaad een fraai dier, en voor zoover ik er over kan oordeelen, wel geschikt om er eer mee in te leggen. Uw eigendom, heer burggraaf •Sedert gisteren^ heer hertog.* •Hoe Sedert gisteren Gij hebt het dief toch zeker dikwijls bereden •Ik vraag u pardon, heer hertogeergisteren toen ik over den aankoop onderhandelde, heb ik het dier een halfuur bereden en gisteren een uur.* •Is het dan niet een onvergefelijke onvoorzich tigheid u aan de gevaren van een wilden wedren bloot te stellen op een paard, dat ge zoo weinig kent, en dat nog in ’t geheel niet aan u gewerd is?» ^Misschien wel, heer hertog. Maar, ik kan niet anders. Mijn eigen renner is door de lompheid van mijn stalknecht gevallen en kan niet loopen ik had me reeds laten inschrijven en allen waren vol verwachting. Ik heb een sterk geloof, dat mijn beschermengel mij zal bewaken, en er is iets in me, dat me zegt, dat ik overwinnen zal bo vendien „Houdt u in elk geval verzekerd, heer burggraaf zeide de hertog terwijl' op de geestdriftvolle taal van den jonkman iets als een glimlachje zijn lip pen krullen deed, dat mevrouw de hertogin en ik et uggenomen. g I b M I IX 5 Is CpnfHn <<roo!f plaafwruimt' De afgevaardigde Pritchard Morgan stelde verdaging der zitting van het Engelsche Lagerhuis voor als een bljjk van afkeuring van het ondersteunen van Italië’s eischen door den Britschen gezant te Peking. De onder-minister van buitenlanfische zaken de heer Brodrick, antwoordde daarop, dat Engelands houding de eenig juiste was. Italië, zeide hjj, is een bevriende mogend heid die wenscht te onderhandelen over ze kere voordeelen in China en wij hebben daartegenover een vriendschappelijke ge zindheid getoond. Als Italië door diploma tieke onderhandelingen de Chineesche R«- geering kan o verbal en om eenige concessies te doen zullen wjj Italië’s verschijnen als vriend en bondgenoot begroeten. Niets is onverstandiger in zulke aangelegenheden dan buiten onze taak te gaan die in China is onze eigen belangen te bewaken en wanneer deze niet bedreigd worden geen bevriende mogendheden in de zorg voor hunne belan gen te bemoeilijken. Wjj zjjn dus bereid Italië langs diplomatieken weg te steunen. Het voorstel werd door het Huis verworpen. De Vossische Zeitung weet te vertellen, dat de positie van graaf Thnn in Oostenrjjk door het optreden van Koloman Szel in Hon garije, als opvolger van den minister Banffy, bepaald verzwakt is. Dit zou daardoor komen, dat Banffy wel bereid was met den minister die met 14 van de grondwet in de hand regeert, een overeenkomst te treffen over den Ausgleich tusschen de beide deelen der monar chie, maar de nieuwe Hongaarsche minister president is van dergeljjke onregelmatig heden niet gediend en verlangt, dat graaf Thun eerst met zjjn Rijksdag weer op een behoorlijken voet zal staan, alvorens over een Ausgleich te spreken. En graaf Thun heeft dezer dagen te Praag, waar hjj, naar het heet, zjjn schoonmoeder, gravin Schwartzenberg een bezoek brengt, getracht met de leiders der Duische en Czechische partjjen tot een vergeljjk te komen, maar dit is nog niet gelukt. De Vossische Zeitung vertelt dan ook, dat graaf Thuq wel niet heel lang meer minister zal bljjven. Op den Weenschen Hofburg wordt men ongeduldig dat de nieuwe minister er nog niet in geslaagd is, den wagen, dien Badeni in het zand heeft gereden, weer in beweging te brengen en het schjjnt dat men over een nieuwen koetsier denkt. Dat zou, volgens de Voss. Ztg., baron Von Chlumecky, de leider van de Duitsch-Mora- vische grootgrondbezitters, zjjn. Deze zou de Gedenkschriften van een Gelukzoeker OF Naar het Fransch. door W. NUTTERS. geloften uwentwege zullen doen Op dit oogenblik kwam een andere kales, bijna even elegant en sierlijk, als die van den hertog, aanrijden en nam haar staandplaats, voor een fa belachtige som afgehuurd, naast die van mijnheer de Latour in bezit. In deze kales wat een jonge vrouw. Het was de markiezin de Villiers, zeer gezien in de groote wereld en in de aristocratische salons van Parijs, en die met de familie de Latour op zeer goeden voet stond. Na de wederzijdsche begroetingen en de ge wone wederkeerige informatien omtrent elkanders welzijn, die men bij elke ontmoeting doet, zonder antwoord te verlangen of te verwachtenforma liteiten waarmee elk gesprek of onderhoud aan vangt, die men handhaaft met een angstvalligheid alsof zware straffen, overtreding het tot iets zeer gevaarlijks maken, riep Mathilda, dadelijk den deftigen trant der wellevendheid met dien der gemeenzaamheid verwisselend Hemel, markiezin, wat hebt ge daar een over heerlijk bouquet!» „Ja, vindt ge niet „Waar hebt ge die vandaan gehaald, bid iku? Ik heb nooit prachtiger, heerlijker bloemen gezien, en dat in dezen tijd van het jaarKijk eens!" „Ik geloof het gaarne, lieve, van deze bloemen zou men kunnen zeggen, niet in den handel en niet voor elkeen verkrijgbaarvergeef me deze kleine ijdelheid deze bloemen vindt men in heel Parijs niet, dan in de serres van den ridder van Anjou, een ouden halfgekken edelman, die heel zijn leven doorbrengt op een zeer klein kasteel,

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1899 | | pagina 1