'nes
•g
ten.
sisr.
Meuti'ü- en Advertentieblad voor (ioikIu en Omstreken,
en
Maandag 20 Maart 1899
No. 7842
37ste Jaargang.
Buitenlandse!) Overzicht.
IEIJW!
)A.
later:
oedel,
IN,
eg 40.
FEUILLETON.
ANNIBAL DE VONDELING.
8
van
In/en-hnp van AdveritMifirn
icbt.
Verspreide Berichten.
levert).
:eli.jk Tf
too ver
>«n*M
[NKMAN 4 Zx
C M'ardt vervolgd).
Telefo.ii (tg. 8».
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.2fi, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Hommers VIJF CENTEN.
•ten
noodlg.
uk).
1 francs r"~"
dan nog altijd achthondei
'oordreckt
D, Boa’r op.
hwatrr;
Waddiwweei
Bodegraven,
rkerk a d JJttel.
b
IGEL No. 612
Dit No. bestaat uit Twee Bladen.
EERSTE BLAD.
it per stuk.
t adres voor
gesloten wagons
ouwe.
GUI INIIL COURANT
per week.
Uedenkschrilten van een Gelukzoeker
OF
Naar het Fransch,
DOOR W. NUTTERS.
Meliaiillie),
1* van
Hofleveranciers.
1M Tor-
rift van
rofosw
t kraak-
hUnisk,
rtaareie,
PoriJ»,
i, Ofcor-
'Wtao
unade
ito hooT-
Ijko ta»
tarvan
it voort-
irknur,
rolden
iroceno
MM*
t voo ea
Id.r.,
taoeroa
|d komt
we raid
no muo
tgavoa-
top da
■maal
WOW-
crogoB
j voort
niet van mij
«Sax-
dragende Keizer en de genoodigden volg
den en toen werden de deuren gesloten.
Een kwartier daarna vuurde de eere-com-
pagnie.een salvo af, als toeken dat de plech
tigheid was afgeloopen. De Keizer verliet
het grafgebouw en keerde met de nabestaan
den en zijn gevolg naar het kasteel terug,
waar hy een eenvoudig ontbyt gebruikte.
Kort na 1 uur vertrok hy weder met den
keizerlijken trein.
zy^flan ook maar de fondsen wilde aan wijzen
waaruit deze betaling zal moeten worden
^a2h schfttki8t is leeg. De Regeering
wil 35 nüllioen pesetas vragen van de Cortes»
voor de betaling der schuld aan de soldaten»
maar dit zal waarschijnlijk slechts voldoende
zyn om de helft van het leger te voldoen
en bovendien, dit geld moge toegestaan worden
door de nieuwe Cortes, daarmee is het er
nof niet.
Zooals de Voss. Ztg. spreekt, zou er maar
één middel zyn om de financiën van Spanje te
verbeteren, dat is de intrekking der kerkelyke
goederen. Maar daarvan is natuurlijk tegen
woordig heelemaal geen qnaestie.
Afgevaardigden van alle standen van
Finland, afgevaardigden van alle gemeenten
van dien staat, samen vierhonderd personen,
zyn eergisteren in kleine groepjes in Peters
burg aangekomen en wilden den Keizer-
Grootvorst pogen terug te brengen van de
verfoeilijke maatregelen die tegen Finland
worden genomen. Misschien zullen den Tsaar
nu eindelijk de schellen van de oogen val
len. Door de gebeurtenissen van de laatste
dagen is hij eenigszins erop voorbereid.
Maar dan is het nog de vraag of hy de
kracht zal hebben om zyn wil door te zetten
tegen den zin van het reactionaire ambte-
naarsgebroed.
Het nieuwe ministerie-Silvela heeft reeds
thans met moeilijkheden te kampen. Niet
over de onderteekening van het vredesverdrag;
volgens een gister ontvangen telegram zal do
Koningin het verdrag ratificeeren, zonder dat
de Cortes dit eerst hebben goedgekeurd.
Maar de heeren kunnen het onderling al
niet best meer vinden. Generaal Polavieja
heeft verklaard, dat hy, wanneer zyn geheele
programma niet gevolgd werd, uit het kabinet
zou treden. En zonder generaal Polavieja,
een man die het vertrouwen geniet van de
geestelijkheid, zou Silvela geen acht dagen
kunnen regeerenaan den anderen kant be-
teekent het program van den generaal totale
onderwerping aan de wenschen en verlangens
der geestelijkheid, en daarin scfrynt Silvela
toch ook niet veel lust te hebben. Reeds
over de benoeming van een burgemeester van
Barcelona zyn de beide ministers het oneens
geworden. Ieder heeft een candidaat. Het
gevolg zal wel zyn, dat een derde wordt be
noemd, maar dit bewyst toch wel dat de
homogeniteit in het kabinet geheel ontbreekt.
En dan zyn er de financieele moeilijkheden.
Blykens ons telegram van gistermorgen heeft
koningin Christina bepaald, dat de achter
stallige soldijen aan de in Spanje terug
gekeerde soldaten zullen worden betaald.
Waarschijnlijk zouden de ministers, die dit
besluit zullen moeten uitvoeren er hunne
gebiedster zeer dankbaar voor zyn, wanneer
voor iwcc juren, i
Azië of Amerika, naar China des-
Telefoon No. St
ADV ERTENTIEN worden geplaatst
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letter» worden berekend
na»r plimtgnikntr
Voor de plechtige overbrenging van Bis
marck’s stoffelijk overschot naar den graf-
tempel, die op een heuvel by Friedrichsruhe
is opgericht, heeft de Keizer een prachti-
gen krans gezonden die een meter breed is
en uit laurierbladen en meibloemen is ge
maakt, rustende op een grooten C'ykastak,
aaneengebonden door een langen strik van
witten atlas met gouden franje en met de
gekroonde W. in gouddruk.
Duizenden belangstellenden, ten deele door
vier treinen aangebracht, wachtten den Kei
zer op, die tegen lij uur aankwam. De
stoet zette zich onder trommelslag in bewe
ging; vooraf een militaire kapel, dan twee
geestelijken, daarachter de lijkkist van prin
ses von Bismarck gedragen door dienaren,
en hierop die van den prins gedragen door
onderofficieren. Terstond hierachter liep de
Keizer met zijn gevolg. Langs den weg
waren 1500 fakkeldragers geschaard.
Vóór het mausoleum werd de stoet afge
wacht door een eere-compagnie en prins
Herbert von Bismarck met de andere ver
wanten. De kisten werden naar binnen ge
in den Franschen Senaat interpelleerde
de heer Fabre de regeering over de aan
werving van officieren door den „Bond van
het Fransche Vaderland” en over het sa
mengaan van dezen bond met andere Liga’s
die zich aan het hoofd van den burgeroorlog
willen stellen. De interpellant merkte up
dat een der bedoelingen van den Bond wel
licht is een pretendent op den troon te plaat
sen. Hij gaf zyn afkeuring te kennen over
de beleediging van president Loubet op den
dag van zyn verkiezing en wees er op dat
de officieren niet het recht hebben aan poli
tiek te doen en verweet daarom generaal
Roget het openbaar maken van een brief,
waarin hy aan Déroulëde ridderlijke gevoe
lens toeschryft.
De interpellatie zal Dinsdag worden voort
gezet, daar de heer Fabre ongesteld is.
In de Kamer hield minister Lockroy tydens
de behandeling van de begroeting van marine
een lofspraak op de onderzeesche boot Gust ave
Zédé,” die hy een verschrikkelijk wapen noemt.
Hy gaf daarop uitvoerige bijzonderheden over
de verdeeling van de vloot en verklaarde
dat Frankryk een krachtige marine moet
hebben. Daarvóór acht hy hervormingen
noodig/
sten bandiet van ParijsHeer graaf, hoe ver is
het met u gekomen hoe beklage nswaardig is
uw toestand I Een edelman door zijn handelingen
de trekpop geworden van een bandiet I*
*Uw leerschool moet voorzeker het bagno zijn
geweest
Misschien hebt ge wel gelijk, heer graaf," zeide
de baron met een onbeschrijfelijk tergend sarcasme
in zijn stem, misschien is dat zoo, mogelijk heb
ik wel eenige jaren bagno achter den mg. Maar
in elk geval ben ik er thans niet. Uw toestand
is eenigszins anders Gij zijt er thans ook niet,
maar het ligt slechts aan mij. om te bepalen wan
neer gc er wel zult zijn. Alweer is dus het voor
deel aan mijn kant Want het zal u bij eenig
nadenken opvallen dat het heel wat verkieselijker
is zoo iets achter den rug te hebben, dan het nog
wachtende te zijn Daarenboven is het geen be
wezen zaak, dat ik ooit een voet heb gezet in de
inrichting waarvan wij thans spreken, terwijl het
een onomstootelijke waarheid is dat gij er binnen
een maand in de registers kunt zijn ingeschreven.
Ik wil maar zeggen, dat als we elkaar verwijten
gaan doen, ik met positiever zaken voor den dag
kan komen dan gij."
Gelijk bij dergelijke gevallen steeds geachiedde
gebeurde ook thans
De jonge graaf boog het hoofd en zweeg
•Wij zijn als voor elkaar geschapen," vervolgde
de baron, «om elkaar te begrijpen en te steunen.
Vergeten wij dézen kleinen twist. Laat geen wolk
van ongenoegen ook maar een voorbijgaande ver
koeling teweegbrengen tusschen u en mijlaat
niets een schaduw kunnen werpen op onze warme
innige vriendschap Ik heb u noodig dank den
hemel daarvoor, want gij hebt mij zeer noo-ligl
Blijven wij vrienden, blijven wij 1 ondgenooten.
„Er moet maar liever een eind aan komen
zeide de Salluces.
•Wat bedoelt ge daarmee Hoe verstaat ge dat
mijn waarde
De jonge graaf naderde een wapenrek en koos
twee degens van gelijke lengte en beproefde de
scherpte, die bevredigend uitviel.
De baron beschouwde hem met de grootst mo
gelijke kalmte
»Wat is uw doel met die stukjes speelgoed
vroeg hij.
Ik wil er een eind aan hebben, gelijk ik zoo-
even zeide, was ’t antwoord.»
„Ah zoo I"
„Wij zijn alleen op ’t oogenblik, wij zijn opge
sloten neem een dezer wapens, vechten wij
om het leven, zonder getuigen en alles zal
gedaan zijn."
•Zoudt ge denken?»
,Het komt me zoo voor. En het lacht mij bij
zonder toe.»
„Het komt u zoo voor, en inderdaad, als het
mij gelukte u te dooden, dan zou alles gedian
zijn Maar, als gij integendeel het ongeluk had
mij een doodelijken slag toe te brengen
•Welnu, ga voort
lilti
»45)
„Tweehonderd duizend francs nagenoeg. Er
blijven me dan nog altijd achthonderdduizend
francs over, wat nog al de moeite waard js zou
ik meenen.*
„Zeker
„Welnu, ik bied u aan een acceptatie groot
honderdduizend francs te teekenen, zonder aan
duiding van vervaldag, wat u zekerheid geeft om
desnoods den dag nadat ik mijn erfenis in handen
heb, betaald te worden In ruil van die accep
tatie vraag ik niemendal dan die ongelukkige
valsche handteekeningen, die ge mij als het ware
afgedwongen hebt.geef mij mijn vrijheid terug
dat is alles wat ik vraag. Ringeloor me niet
langer, het mes als op< de keel, de strop om den
hals; gebruik me niet langer als een bewusteloos
werktuig voor zaken waarvan ik walg en die ik
verafschuw; bewijs mij die gunst, heer baron,ook
in uw eigen belang en ik zweer u op mijn eer,
dat uwe geheimen in mijn hart als in een graf
besloten zullen liggen, nooit zal een enkel woord
van mij u compromitteeren Indien ge het eischt
ben ik bereid mijn vaderland te verlaten, ik zal
van den condottiere is althans geen krnide-
niemiel.”
Toen greep do hoofdredacteur van de
„Epicier”, die den romantischen naam van
Seigneurie draagt, naar de pen en hy schreef
een hoofdartikel, getiteld: .Condottieri en
kruideniers.” Gewoonlyk, zoo zeide hy, haal
den zyn vakgenooten de schouders op, als
men hun zin voor het hoogere in twyfel
trok. Maar dit was te veel! Leefden niet
van ouds de condottieri van roof, verkrach
ting en moord? En zeker, het was waar:
„het stille duister, waarin de kruidenier ook
in vroegere tyden de meeste zyner bezig
heden verrichtte, was niet van dien aard
dat het poëten bezielde om een romanheld
van hem te maken.” Maar eens voeren
kruideniers als koopvaarders naar verre lan
den. Kruideniers waren generaals van de
Republiek geworden. Het zyn eenvoudigen,
maar oprechten. Zy verkoopen hun kand|j
en hun stroop, maar niet hun eer en hun
geloof. In het jaar 1870 hebben zy hun plicht
gedaan. Met deernis beschouwen zy de mis
dadigers, die op hun deugden smalen.
Aldus schreef La Seigneurie in de „Epi
cier”. En er zal nu een nieuwe beeldspraak
gevonden moeten worden om uit te drukken
wat we tot heden verstonden onder een
kruideniersziel.
Vereeniode Staten.
Een 100-jarige Nedwlandsche is dezer
dagen te New-York overleden; het is mis
tress Mary Feraves, een Portugeesch-Is-
raëlietische, die in Februari 1799 te Amster
dam geboren werd. Haar vader, Ladviga
Lopez genaamd, was in onze hoofdstad ruim
een eeuw geleden een welgesteld scheeps
bouwer. Mary Feraves laat 25 kleinkinderen
en 23 achterkleinkinderen na; in het geheel
volgden 150 bloedverwanten haar lyk naar
de laatste rustplaats.
Frankrijk.
Een matrozenstreek. Een fransch blad
beweert, dat de volgende geschiedenis vol
komen waar is en daarom willen wy het ge-
looven. Te Algiers gaan twee matrozen aan
land, om de styfheid een weinig uit hun
beenen te loopen en zich eens e n vroo-
lyken dag te verschaffen. Maar aan de uit
voering van het laatstgenoemde plan was
een groot bezwaar verbonden. Castor had
maar 20 stuivers en Pollux maar 10 francs
in zyn zak. Daarmee kan men niet veel
uitvoeren. Castor kreeg echter een inval!
De matrozen gaan een Arabisch café bin
nen en Castor begroet den waard
Hoor je nog wel eens iets van dien goe
den Arabier, die me een jaar geleden 10
IHtllYFUS
Uit een onderhoud van een redacteur
der .Matin” met EsterhazyGeneraal Pellieux
noemde hy een eerlyk man, maar een lafaard;
Gonseeen zwakhoofd, Mercier een knap leuge
naar, Billot een politicus, vroeger een soldaat,
Znrlinden en Chanoine schavuiten^ die het
schip verlaten zoodra zy water zien, Roget
dot boozen geest van Cavaignacallen 8afi.m
laiaards in zedelyken zin. Volgt Cavaignac,
de onwaardigste van allen, een schurken
z® iemand hóeft er nog ^een oogenblik aan
gefcucht, president der republiek te worden!
Picqnart eindelykde grootste ellendeling
dezer eeuw, geen soldaat, en de bitterste
vyand van Esterhazy.
Rest uit heel de bent, die by de Dreyfus-
zaak betrokken is, niemand dan.... Esterhazy
als goed soldaat, eerlyk man, voortreffelijk
vader, echtgenoot enz. enz.
Of neen, er zyn er nóg enkelen, te goed
voor de strop. Du Paty en Henry kunnen ook
nog genade vinden in de oogen van den
majoor. (St.)
Het is waar, wat Cornély eergisteren in
de „Figaro” zeide: niet enkel narigheid is
uit de Dreyfus-zaak voortgekomen, zy heeft
snaren gespannen en doen trillen ook in de
zielen van hen, wie een hardnekkige traditie
ongevoelig noemt voor edeler en hoogere
indrukken. De gemoederen der kruideniers
zyn in opstand gekomen.
Der kruideniers.... Dit is geen beeldspraak.
De zielen der kruideniers trillen van ver
ontwaardiging, de zielen der echte, heusche-
lyke, witschortige, nagel-en-foelie-geurende
kruideniers. Esterhazy heeft hen beleedigd.
In zyn laatsten brief aan Drumont schreef
de ühlaan:
„Men noemt my een condottiere. De ziel
voor een jaar, voor twee jaren, tien, als het moet
gaan reizen in Azië of Amerika, naar China des
noods ik ben bereid tienduizend mijlen tusschen
Parijs en mij te zetten. Laat hooren, neemt ge mijn
voorstel aan
„Voor de vierde maal herhaal ik u dat ik
weiger Deze vierde maal is bij voorbaat ook van
kracht voor de vijfde, de honderste, de tiendui
zendste maal dat ge mij het zult voorstellen. Ik
doe het niet uit
„Maar waaróm niet?
„Te drommel omdat ik het goed vind het niet
goed te vinden Ik ben u geen rekenschap schul
dig. Het is in uw macht geweest om te zorgen
dat ge niet geheel van inij afhanhelijk werd. Nu
ge onder mijn tyrannic zijt gekomen, blijft ge er
onder. Ik vind dat goed, en dat is alles wat
hier van’beteekenis is.*
„Heer baron!* siste de Salluces, terwijl zijn
handen zich krakend tot vuisten balden, en met
op elkaar geklemde tanden
Heer graaf?* vroeg de baron met de meeste
kalmte, den ionkman strak aanziende, „wat is er
van uw orders
De jonge graaf deed een bovenmenschelijke
poging om bedaard te blijven, en ging
•Denk eens aan, wat hebt ge al nic. -
geëischt-, denk eens wat ge nu weer eischt
ben edelman, mijnheer I*
•En ik dan Is het bijgeval dat ik niet van
edele geboorte ben, mijn waarde
•Gij riep de Salluces, gij zijt een ellendige
bandiet, de gevaarlijkste schoft van heel Parijs
•En gij het hulpeloos slachtoffer van den groot-