PM. rden. e. Mms- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Vrijdag 7 April 1899. No. 7857. LAAK. Buitenlandse!) Overzicht. VERKIEZING. BUW! lijk Mdianüie), FEUILLEIO N in. ANNIBAL DE VONDELING. 38ste Jaargang. abonne- CENTEN. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des inidd. drie. Jecretaris. Verspreide Berichten. >odig. en ctischen Stop, u J. uw MAN Zn J d nitge- aan ons van jfleveranciers. en B 19. 5i nur. grondig rdreeht- Boscop. jal'-T. 'addin&veeii. degraven, irk a d.l Jasel. per stuk. COOPE- vestigen ’t bericht, INSDAG koopen (icdenkschi ilten van een Gelukzoeker OF Naar het Fransch. door W. NUTTERS. GO UN I 11' «HRANT ton het is voor het oogenblik het eenige practische. Na een plaatselijk onderzoek, op onpartijdige wijze ingesteld, kan .het best beoordeeld worden welke oplossing in het belang van de betrokken mogendheden zoowel &ls- van de eilanders is. Over dv. toekomst der clusters, zegt de „Voss. Ztg.”, kan niet door consuls of scheepsbevelheb bers worden beslist, doch door de regeerin- gen der betrokken mogendheden; en deze zullen met alle macht zoeken naar een op lossing, die elke botsing voorkomt en voor de toekomst ook waarborgen van rust en vrede oplevert. „Ons relefoan No K». De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers V IJ F die het meest verdienen in aanmerking te komen. Maar enkele kiesbevoegden, die gaarne de proefneming met de Kamers van arbeid zouden zien gelukken, zijn overeengekomen hun stem uit te brengen op de volgende personen, die wij daarom aan de welwillende aandacht onzer lezers onderwerpen Aanbevolen worden de volgende pa» troons H. J. NEDERHORST, Mr. timmerman en aannemer, H A. C BRINKMAN, boekdrukker, A. BRUNT, Mr. schilder, C. P. W. DESSING, Mr. timmerman aannemer, A JONKER Kzaardewerkfabrikant en de volgende werklieden W. ROEPERS, voorz. Alg. Nederl. Werkl. verbond, goudsmid, A SMIT, secr Coöp. Bakkerij Voordeel”, letterzetter, J. MOKKENSTORM, timmerman, P. J. HONINGS, bestuurslid R. C. Volks bond, metselaar, P. MARÉE, smid. Laatstgenoemde persoon werd gebracht in de plaats van H. VOS, die abusievelijk op het strooibiljet is vermeld, daar ge noemde persoon den vereischten leeftijd nog niet had bereikt. toegang gaf tot de kleine gang of alcove, ging deze door, opende toen de deur voor* het kabinet van Van der Grijp en stond toen van aangezicht tot aangezicht tegenovèr den man, in wiens bezit de brieven waren, die Mathilda konden verderven Deze gedachte schoot als een lichtstraal door Raphaels ziel En hij sloeg de vingers aan den greep van zijn vuurwapen en zwoer, dat hij niet zou heengaan zonder de brieven. Zijn hart sloeg om te breken. Zijn aderen zwollen op. Zijn slapen en zijn polsen klopten als hamers Zweetdroppelen biggelden op zijn voorhoofd. Hij hijgde naar adem. Zijn lichaam trilde Het hart sloeg hem in de keel. Hij werd duizelig. Een oogenblik werll alles donker en Mwelachtig voor zijn oogen. HOOFDSTUK XV. Te Baden-Baden is een feestmaal geweest ter eere van prins Hohenlohe’s tachtigsten verjaardag. Er werden verschillende toosten ingesteld op den jubilaris. Uit naam van den Bondsraad sprak de Beiersche gezant graaf Lerchenfeld, die zeide dat prins Ho henlohe steeds een voorvechter van de Duit- sche eenheid was geweest en de Duitsche ideën ingang had helpen verschaffen. De hertog van Ratibor vierde, namens de fami lie Hohenlohe, den rykskanselier als een voorbeeld van trouwe plichtsbetrachting en echte vaderlandsliefde. De rykskanselier bedankte in een toost en zeide o. a. „Het is waar dat ik sedert meer dan vijftig jaar een trouw voorvechter van de Duitsche een heid ben geweest, maar niet in de eerste plaats. Voor geweldige daden heb ik geen gelegenheid gehad en toen ik tot het hoogste ambt in dienst van den Keizer wrerd geroe pen, was het rjjk tot stand gekomen. My bleef en blijft de roeping, te onderhouden en te behouden wat tot stand is gekomen. Dat is ook een schoone roeping. Zij wordt my gemakkeljjk gemaakt door de medewer king van de verbonden regceringen.” Staats secretaris von Puttkamer herdacht Hohen lohe’s' verdienstelijke werkzaamheid als stad; houder -van het Rijkstand. Hohenlohe was daar, zeide hjj, een wachter voor de Duit sche zaak geweest en had tevens in hooge mate de sympathie van de bewoners van het land verworven. In zyn antwoord noemde Hohenlohe Elzas-Lotharingen zijn tweede vaderland. i’ een len daar- 160) Toen daalden eensklaps de stemmen, en gingen gedempt fluisteren over. Raphael hoorde een deur openen en Weer slui ten. De bezoekers schenen te vertrekken, en dat langs een anderen weg, door een anderen uitgang die buiten de antichambre om met de straat in gemeenschap moest staan, want de jonkman hoorde niemand passeeren. Terwijl hij hierover nadacht, en zich afvroeg in hoeverre degenen, die zijn belang hier bepleit hadden, in hunne bemoeiingen geslaagd waren, hoorde Raphael de stem van Van der Grijp Camisard, ia er iemand in de antichambre om raij te spreken Jk Raphael hoorde geen anlvroord geven op de vraag van den jood „Camisard, waar zit je kerel schreeuwde de oekeraar luidkeels. Weer geen antwoord Toten opende de burggraaf, op goede gronden veronderstellende dat de jood hem ook wel zonder dat hij eerst aangediend was geworden te woord zou willen staan, de deur der antichambre die Een deel onzer medeburgers is tegen morgen (Vrijdag) opgeroepen om de leden aan te wijzen voor de Kamer van Arbeid voor de bouwbedrijven. Dit is iets nieuws, gelijk de geheele instelling van Kamera van Arbeid nieuw is. Indertijd is van verschillende zijden en ook door ons gewezen op de beteekenis dezer college’s. Wij achten het gepast, thans nog eens het wetsartikel onder de oogen der belanghebbenden te brengen, waarin het doel der wet van 2 Mei 1897 omschreven wordt Art 2 dier wet luidt aldus „De Kamer van arbeid heeft ten doel de belangen van patroons en werklieden in onderlinge samenwerking te bevorde ren door: het verzamelen van inlichtingen over ftrbeids-aangelegenheden het dienen van advies aan de hoofden der departementen van algemeen bestuur en de besturen van provinciën en gemeen ten, hetzij op aanvrage van die autori teiten, hetzij uit eigen beweging, ten aan zien van alle onderwerpen, welke de belangen van den arbeid raken het dienen, van advies en het ontwerpen van overeenkomsten en regelingen op ver zoek van daarbij belanghebbenden het voorkomen en vereffenen van ge schillen over arbeidsaangelegenheden, ook, voorzoover noodig, door te bewerken dat eene scheidsrechterlijke uitspraak tusschen de partijen tot stand kome.” Hiermede is duidelijk omschreven wat de taak van de nieuwe Kamers zal zijn. Bij Koninklijk besluit is bepaald, dat ook hier die wet in werking treden zal. Er is o. a. in het leven geroepen eene Kamer van arbeid voor de bouwbedrijven. Gelijk in kleinere steden meer gebeuren zal, zijn onder die benaming ook begrepen, enkele bedrijven, die niet tot het eigen lijke bouwvak behooren als: drukkerijen, pijpenfabrieken, mandenmakerij, smeden, enz. Uit welke personen moet nu de Kamer bestaan, die de bouwbedrijven vertegen woordigt De wet geeft in art. 5 dit antwoord ren en zich onrustig te bewegen ketting te rukken. (Leg Stop, kwade rekel, neerleggen, zeg ik I* riep Van der Grijp, wien een oogenblik voldoende was geweest om zijn tegenwoordigheid van geest terqg te vinden en zijn aplomb te hernemen terwijl hij zich tot Raphael wendende op bijna denxelfden toon als hij tot zijn hond had aange slagen voortging «Waaraan dank ik de eer van het bezoek van mijnheer den burggraaf?' Verontwaardigd over zooveel onbeschaamdheid aarzelde Raphael te antwoorden. De jood herhaalde zijn vraag. >Weet ge dat niet, mijnheer Van der Grijp, kunt ge het niet raden (Misschien wel, ik zou wel een gissing durven maken, maar ik hoor het liever van u; ik geef er de voorkeur aan, dat mijn bezoekers mij klaar en duidelijk uitleggen waarvoor ze komen. Op gissingen ga ik nooit af. Verklaar u derhalve.* (Natuurlijk kom ik de zaak, die ge kent, met in orde brengen.* (Spreek ronduit, mijnheer!* >Gij begrijpt me wel.'» dk herhaal u, dat ik er prijs op stel, dat men mij duidelijk de zaak noemt. (Welnu, mijnheer, gij zijt bezitter van zeventien, zegge zeventien brieven (Ho, hol heer burggraaf;* viel (te woekeraar den jonkman ia de rede. Ik zie mij gedwongen woorden te verbeteren. Bezitter is in geenen deele het juiste woord, om mijn betrekking tot die brieven te omachryven. Ik ben beschikker DIIEYFVS Uit Florence beeft Gabriel Monod een schrijven gericht aan het Journal du Hftvre over de quaestie van dokter Gibert en Faure. Na gezegd te hebbeneen man als Gibert kan nooit gelogen hebben, en dus als hjj verklaartFaure heeft dit of dat aan my, toevertrouwd, dan is dit wHar, geeft de schrijver het volgende opzienbarende nieuws: De senator Siegfried weet als ik dat Faure, den naam Gibert ziende onder die der ge tuigen in het proces-Zola, hem niet alleen met tegenspraak gedreigd heeft, maar ook met te laten vertellen dat de dokter zyn verstand verloren had en door eene som nambule zich in de luren liet leggen. Wy zien nu dat die bedreigingen niet ijdel waren. Als Gibert gezwegen heeft, is dit echter niet uit persoonlijken angst geweest, maar wyl hij vreesde de zaak van een onschuldige te benadeelen, door eene zoo hoog geplaatste persoonlijkheid, in staat dergeljjke bedrei gingen te doen, te vertoornen. Een and re courant te HAvre vertelt dat het artikel tegen dokter Gibert van Novem ber 1897, haar is bezorgd door Blondel, de rechterhand van Faure. De heer Joseph Reinach ontleedt in de „Siècle” breedvoerig de verklaring van Cavaignac van de Strafkamer en komt daarbjj tot het resultaat dat Esterhazy de verrader is en Henry zjjn medeplichtige. Hjj staaft deze afleiding met de verklaring, voor welke hjj geen gezaghebbend démenti vreest, dut kolonel Schwartzkoppen gezegd en verhaald heelt dat Esterhazy hem heeft verklaard alle inlichtingen welke hjj hem verkocht, te hebben van Henry en een tweeden persoon, dien de heer Reinach. voorloopig niet wil noemen. Merkwaardig is wat Reinach verder ver telt van het wantrouwen dat Esterhazy aan er over. Ik moet er bijzonder op staan, dat ge dit onderscheid in het oog houdt, want, ge zult dit zelven inzien, het is uitermate belangrijk, voor mij tenminste.* (Het komt er voor mij heel weinig op aan. Bezitter of beschikker in elk geval zijn op dit oogenblik onder uw berusting zeventien brieven, door een vrouw aan mij geschreven.» (Dat kan wel het geval zijn Houdt mij ten goede, maar ik ken den aard der brieven niet en wil ze ook niet kennen. Ge begrijpt dat de dis- kretie, die ik mijn lastgever heb moeten belooven niet doojr mij verbroken wordt. Ik kan u dan ook zeggen, dat ik geen enkelen blik in die brie ven heb geworpen, ofschoon ze op het oogenblik voor mij liggen in deze portefeuille.» „Men eischt een enorme som geld voor die brieven,* ging Raphael voort. (Ja, nogal aardig wat. -Vijfhonderdduizend francs, een half millioen. Het schijnt, dat de eischêr geen gering idéé heeft van de rijkdom der onderhevige dame." „Ik moet die brieven hebben (Zeer wel, ik begrijp heel wel, dat’ gij ze heb ben moet. Op dat moeten bouwt mijn lastgever natuurlijk zijn hoop Brengt ge het geld mede?* „Neen." >Dan vrees ik dat het eenigzins moeilijk‘zrfl zijn het samen eens te worden. Ik heb mij ver bonden, het bedrag dat zooeven genoem'd is, of de brieven te verantwoorden.* „Dat is alles goed en wel, ik twijfel er niet aan maar ik moet ze hebben.* Wordt vervolgd). De gebeurtenissen op Samoa hebben den heer stautssecretaris Von Billow er toe ge bracht zijn \erlof af te breken en naar Berlijn terug te keeren. Onmiddellijk na zjjn terugkeer in de boofdstad had de mi nister een bespreking met den keizer en daarna met den Engelschen gezant, Sir Frank Lascelles. Van alle zjjden wordt verzekerd, dat niemand om de Samoa-eilan- den een oorlog verlangt, of zelfs een ver koeling in de betrekkingen. Dat de quaestie, hoe ingewikkeld ook, op vredelievende wjjze zal worden opgelost, staat vast. De „Standard” meldt, dat het denkbeeld een commissie, door drie regeeringen be noemd, naar Samoa te zenden, by alle be trokken regeeringen ernstig overwogen wordt. Het denkbeeld moge nu afkomstig zjjn van den heer Von Billow, van denbeer White, den gezant der Vereenigde Staten te Berljjn, of van Sir Julian Pauncefote, den Engelschen ambassadeur te Washing, en aan zijn „De Kamer bestaat voor de eene helft uit patroons, werkzaam in het bedrijf of de bedrijven in de Kamer vertegenwoor digd, voor de andere helft uit werklieden, gekozen door de werklieden in dat bedrijf of in die bedrijven werkzaam.” Morgen moeten dus door de kiesbe- voegde patroons 5 patroons en door de kiesbevoegde werklieden 5 werklieden als lid der Kamer verkozen worden Deze leden moeten 39 jaar oud zijn en in een der aangewezen vakken het laatste jaar ot gedurende 3 der laatste lOjaren alhier zijn werkzaam geweest. Wij behoeven niet te zeggen, dat het van veel gewicht zal zijn aan wie die eervolle taak zal worden toevertrouwd, hun vakgenooten te vertegenwoordigen en in moeilijke omstandigheden van raad te dienen. Knappe, eerlijke, onbesproken mannen van verschillende vakken zijn daar op 'hlin plaats. Wij zijn natuurlijk niet bekend met de verschillende personen^ Telefoon No. Mt ADVERTENTIEN worden geplaatst van 1—5 regels 50 Centen; iedere regel meer Centen Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Op het zien van den jongen burgg aaf, wiens bezoek hij blijkbaar niet verwachtte, en wiens onverwacht binnentreden hem eenigszins scheen te verrassen, haastte de jood zich zijn bril op te zetten. Ook vergewischte hij zich van zijn baard, of deze nog op zijn plaats was, van welke be wegingen Raphael niets bemerkte. Het gordijn dat wij kennen, en hetwelk de jood van zijn zitplaats af kon opendoen en sluiten naar willekeur, was geopend ter breedte van een halve meter. De doghond, waarvan wij bij een vorigen ge legenheid melding maakten, begon zacht te knor-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1899 | | pagina 1