enj.
5
nos
STEN,
I
n.
I
WH (X
Mewws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
7
ering.
r'
a
aar.
8UW!
Uuitcnlandsch Overzicht.
k.
T.
FEU1 LLE1OJM.
s
49.
1
st
■o
ANNIBAL DE VONDELING
N, 1
No. 7861. Woensdag 13 April 1899. -38ste Jaargang.
Kleinhandel in sterken drank
CENTEN.
Amerikaansche
Verspreide Berichten.
Lijk
odig.
deurtje ter zijde
I
UN Zx.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des rnidd.
i
i
per stuk.
i
!ron,
tom-
BS
s
n
ST
s
Gedenkschriften van een Gelukzoeker
OF
Naar het Fransch.
DOOR W. NUTTERS.
Hadt gij maar tegelij-
--r en nQg
r*
fi
“1
EF
Aanduiding der
localiteit
Westhaven B 182.
Veerstal B 134.
;rd.\
r weekA'W
bezig de half verbrande stad schoon te
maken, waarna zy tot een blijvend kamp
zal worden ingericht. Eiken nacht doorzoekt
een derde van het garnizoen den omtrek
der stad tot op een afstand van 2 kilometers.
Aghinaldo verzamelt zijne troepen ten
noorden van Malolos, maar generaal Otis
schynft zich volkomen opgewassen te achten
tegen de komende moeilijkheden.
Admiraal Dewey heeft te Washington voor
zes maanden munitie aangevraagd, zoodat
hy het onmogelijk schijnt te achten voor
het oogenblik de vloot in de Philippjjnsche
wateren te ver ninderen.
Een later telegram van generaal Otis aan
de Regeering te Washington meldt dat ge
neral Lawton hedenmorgen Santa Cruz, de
voornaamste stad aan de Laguinada-baai
heeft genomen. De Amerikanen hadden zes
gewondende Filipinos werden op de vlucht
gedrqven met achterlating van 68 dooden
en een groot aantal gewonden, terwijl vele
insurgenten krijgsgevangen werden gemaakt.
Generaal Lawton zal den vijand in weste
lijke richting achtervolgen.
12 fless
2
lesch.
heeft gevraagd. Waarom hebben deze
minister en zijn opvolgers de nieuwsgierig
heid niet even ver gedreven tegenover de
leden van de krijgsraad van ’94?
En Jaurès en Clemenceau zijn verbitterd,
dat de strafkamer de schuldigen de beant
woording dezer vragen heeft laten vermijden.
Nooit is de bedeesdheid van rechters tegen
over misdadigers schandaliger geweest, schrijft
Clemenceau. Jaurès meent dat, nu de straf
kamer den getuigendwang niet toegepast
heeft wat haar plicht was het Hof
de gestelde vraag tot oplossing moet brengen
door Mercier en de leden van den krijgsraad
te hooren en dat het parlement zijn hoogste
roeping zou missen, wanneer niet dadelijk
den 2den Mei omtrent dezen in rechte en aan
den 'verantwoordelijken minister gestelde
vraag volkomen opheldering werd geëischt.
Het Engelsche blad de „Observer” komt
met het bericht, dat Esterhazy nu dan toch
werkelijk heeft verklaard, dat hij van kolo
nel Sandherr bevel heeft gekregen het borde
rel te schrijven een nieuwtje dat reeds
meer de wereld is ingezonden, doch telkens
weer door den braven „Uhlan” is tegenge
sproken en dat nu misschien weer eens wordt
hernieuwd om particuliere redenen.
De Haagsche correspondent van de „Indé-
pendance Beige” weet te vertellen van
heftige onrust, waargenomen bij den militairen
attaché van Rusland te ’s Gravenhage en te
Brussel kort na de veroordeeling van Dreyfus
en maakt tevens melding van enkele toespe
lingen van dezen vóór een tweetal jaren
overleden diplomaat, waaruit zou zyn af te
leiden dat het verraad door een ander dan
Dreyfus is gepleegd ten gerieve van Rusland
een lezing die feitelijk niet nieuw is!
In verband met het aan mr. Mazeau den
eersten president van het Hof van Cassatie
toegedichte voornemen, om de vereenigde
Kamers onverwijld een besluit te doen nemen
inzake de wenschelijkheid van een aanvul
lend onderzoek wordt bericht, dat mr. Mazeau
volstrekt niet voornemens is, dit vraagstuk
ter beslissing aan het Hof voor te leggen,
terwijl het Hof eerst zal samenkomen, als de
president der Civiele Kamer Ballot-Beaupré
zijn rapport zal hebben uitgebracht. In dit
rapport zal hij uitmaken, of het wenschelijk
is in te gaan op de talrijke aanvragen tot
confrontatie door het onderzoek verder uit
te breiden. Een confrontatie tusschen gene
raal Roget en kolonel Picquart eenerzyds en
generaal Roget en Bertules anderzijds is in
elk geval waarschijnlijk.
De Observer deelde Zondagochtend een ge
sprek mede, dat een barer redacteurs met com-
Naar gemeld wordt, zijn sir Julian Paun-
cefote, Britsch gezant te Washington en sir
Henry Howard, Britsch gevolmachtigde bij
UfCt Nederlandsche hof aangewezen als ver
tegenwoordigers van Groot-Brittannië ter
ontwapeningsconferentie. Sir John Fisher
en generaal-majoor sir John Ardagh zullen
hun als marine- en legerdeskundigen ter
zijde staan.
De Italiaansche Regeering heeft de uit-
noodiging voor de ontwapeningsconferentie
te ’s-Gravenhage ontvangen. De minister
van buitenlandsche zaken, admiraal Cane-
varo, deinde den Italiaanschen gezant bij het
Nederlandsche Hof, graaf Zanini, aan Ko
ningin Wilhelmina mede te deelen dat Italië
vertegenwoordigd zal zijn door markies Vis
conti Venosta.
nJna
164)
Maar de Salluces trok huiverend zijn hand uit
die zijns vriends,
»Ik mag uw hand niet als vriend drukken,
voor ik gesproken heb. Als ik gesproken zal
hebben, zou het u misschien berouwen. Straks
zult gij mij misschien vloeken als uw verder ver."
Bij deze laatste woorden werd het gesprek ge
staakt, en er heerschte een diepe stilte in het
rijtuig tot op het oogenblik dat dit stilhield voor
Raphaels woning waar beide jongelieden uitstagen
«Groote hemelriep Salluces het bloed ziende
waarmee de burggraaf bemorst was, nu zij in het
volle licht kwamen, wat is u overkomen, wat is
er gebeurd
«Ik heb met een wild dier gevochten."
>Een wild dier
>Ja, met den hond van Van der Grijp, die mij
aangevallen heeft, en mij zoo ge ziet deerlijk heeft
gehavend. O mijn schouderkom mee binnen.
Als gij uw verhaal hebt gedaan, zal ik u wat
anders vertellen, iets waarbij al uw verdriet tot
niets wordt. Wacht maar."
«Aangevallen door Van der Grijp’s hond, door
t
dat verschrikkelijke dier, dat altijd op zijn bu
reau Stop, is het niet
«Juist."
«En wat hebt ge met dat monster gedaan
Doodgestoken
«Natuurlijk.*
«O, dat is uitmuntend. IT 7
kertijd zijn meester, even groot monster
veel gevaarlijker, van kant gemaakt."
«Ohantwoordde Raphael, met haat in zijn
oog en in zijn stem, o geduld, dat zal wel ko
men, wacht maar, dat komt wel!"
«Maar, voor ik bij den ellendigen woekeraar
werd toegelaten, heb ik u gehoord en ook den
baron de Maubert
Salluces zweeg.
«Waar is de baron heengegaan
«Wacht tot ik straks gesproken zal hebben
heer burggraaf, ik bid het u."
«Een vraag: waart gij beiden om mijnentwil
bij den woekeraar Is mijn toestand u bekend
heeft de baron u mijn omstandigheden bloot
gelegd
«Ik herhaal wat ik zooeven zeide wacht tot
straks."
Intusschen waren beide jongelieden in Raphael’s
woonkamer gekomen
Acajou, de neger, verscheen, en keek nieuws
gierig toe.
Salluces beschouwde den neger met zijn on
schuldig, dom gezicht, glanzende van vet en van
gedachteloosheid, aandachtig, en keerde zich af,
zonder een woord te zeggen.
Maar ternauwernood was Raphael met behulp
Fl. I g
«i*
r CD
momen. S
Te Antwerpen is weder eene vergadering
gehouden om te protesteeren tegen het plan
van minister De Bruyn om het Nederland
sche vette vee, voor België bestemd, aan de
grenzen te laten slachten. Vele belangheb
benden waren tegenwoordig.
Besloten werd een brief naar de senatoren
en de volksvertegenwoordigers te zenden om
hun te verzoeken by wyze van interpellatie
in de Kamer de zaak ter bespreking te
brengen. Tevens werd gevraagd om gedaan
te krygen, dat de beesten, die van Nederland
komen, niet meer in de besmette stallen der
grenzen, maar in de stallen der eigenaars
hun quarantaine zouden mogen doen.
De volksvertegenwoordigers zouden er op
moeten vijzen, dat de ziekte in België veel
Een bericht uit Manilla houdt in, dat ge
neraal Otis besloten heeft de vijandelijkheden
een week te schorsen, opdat zijne procla
matie ter kennis van de Philippjjnsche be
volking kunne komen en hy de uitwerking
ervan kunne nagaan. Malolos krijgt zyn
gewone aanzien weer; de zaken schjjnen her
vat te worden. Afdeelingen soldaten zjjn
Telefoon No. SS
geplaatst van
1—5 regels 50 Centen; iedere regel meer
Centen Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
GOIIKSIH L COJBACT
No. 8». Telefoo
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k s AD VERTENTIEN worden ge plaats
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
GOUDA,
brengen ingevolge art 5 der Wet van 28 Juni
iÖ8i (Staatsblad No. 97) ter openbare kennis
dat bij hen zijn ingekomen verzoekschriften van
de navolgende personen waarbij VERGUNNING
wordy gevraagd om in de bij ieders naam ver
melde localiteit sterken drank in het klein te mogen
verkoopen, ais:
Namen der
Verzoekers
R. K. Leesvereeniging,
C. Bezemer,
Gouda, den 11 April 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
R. L. MARTENS
De Secretaris,
BROUWER.
Telefoon
De
met uitzondering van Zonden.feestdagen.
De prijs per drie maanden(ps 1.25, Iranco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers V IJ F
UHKYFUS
Volgens de „Fronde” is mr. Labori vry
ernstig ziek.
Van hoe groote beteekenis het getuigenis
van den majoor der artillerie Hartmann is,
leert de „Gaulois” ons met een berichtje,
dat de generaal die aan het hoofd staat van
de afdeeling artillerie aan het ministerie van
oorlog op bevel van den minister dadelyk
een memorie van weerlegging aan de straf
kamer heeft doen toekomen. Wacht daarop
alvorens te oordeelen, zegt de „Gaulois”.
Geconstateerd zy, dat totnogtoe de tegen
standers der revisie zelfs niet beproefd heb
ben dit getuigenis te verzwakken. Wat
Hartmann betreft, de Libre Parole” vraagt
of diens familie wegens nabuurschap te Col
mar niet met Scheurer-Kestner bevrind is.
De „Figaro” gaf gisteren de verhooren
van Zurlinden en Chanoine. Eerstgenoemde
is wel ongelukkig geweest! Ondanks alle
nasporingen aan het ministerie van oorlog
heeft hy niets, niets te weten kunnen komen
omtrent de mededeeüng van geheime stukken
aan de rechters in raadkamer. Men mag
opmerken dat Mercier om te vernemen of
het faux Henry invloed uitgeoefend heeft op
de vrjjspraak van Esterhazy, het volgens
zyn getuigenis aan generaal de Luxer, voor
zitter van den krijgsraad van Esterhazy,
er in, bijna geheel, alleen zijn beenen staken er
nog buiten
De Salluces snelde toe, sloeg met een geweldi
gen slag het deurtje dicht en sloot hetzelve.
«Maar, mijnheer!" riep de neger verschrikt, »u
mij opsluit, u mij opsluit en ik zit er in."
«Dat weet ik voor den duivel heel goed, deug
niet. Dat is ook juist de bedoeling. Blijf daar
maar eens een week of drie zitten. En laat ik
je aanraden om stil te zijn, want zoo niet, dan
schiet ik je dood."
«Maar, Salluces, wat beteekent dat vroeg
Raphael verbaasd.
«Wel, het is bepaald noodzakelijk, dezen zwar
ten deugniet te beletten een stap buiten de deur
te doen, terwijl hij dubbel deze kleine straf ver
diend heeft. Hij verraadt u, hij brengt en brieft
alles van u over."
«Aan wien
«Gij zult alles hooren. Het is een belangrijk
punt in mijn verhaal Maar nu, ontkleed u, op
dat we eens naar uw schouder kijken. Ge kunt
er niet langer mee blijven loopen Ik ga den
geneesheer, die een paar huizen verder woont,
even roepen. De hemel geve dat hij thuis is.
Kleed u intusschen uit en ga te bed."
«Maar, als de dokter hier komt, en de neger
gaat schreeuwen.»
«Dat is waar Luister je, Acajou Kun je
me hooren
«Ja, mijnheer, maar ik er uit wil graag. Ik
mijn been slaapt
van zijn vriend en den neger op den slaapkamer
aangekomen, of hij gebood den zwarte te ver
trekken.
Deze gehoorzaamde dadelijk.
«Hebt ge hier niet een donker hokje, een kast,
of zoo iets, liefst niet te dicht aan de straat, en
met een stevige sluiting aan de jbuitenkant
«Zeker wel."
«Wat is het
Een soort kastje, een meter hoog, waarin ik
allerlei oude rommel bewaar, oude schoenen, fles-
schen en dingen van dien aard
«Goed. Er is zeker ïiog wel plaats in voor
iets
«Dat zal wel. Maar wat wilt ge
«Ge zult het zien. Waar ergens kan ik dat
kabinetje of hokje vinden
«Hier in de kamer, daar.*
En Raphael wees naar een
van den haard
Salluces opende het hok, schopte de oude rom
mel wat op een hoop en sloot het weer.
«Dat is best," zeide hij «En wat ge nu zien
zult,w staat in nauw verband met wat ik te ver
tellen heb. Treed dus niet tusschenbeide.
Hij ging naar de tafelschel, dacht een oogen-
blik na, en belde.
Acajou verscheen.
«Mijn vriend,* zeide de Salluces, «uw meester
verlangt een paar nog draagbare schoenen uit
dat kabinetje daar wilt ge zoo goed zijn eens
te kijken
Acajou opende het deurtje van het hok naast
den haard, ging op zijn knieën liggen en kroop
meer verspreid is dan in Nederland.
De Samoa-quaestie houdt nog voortdurend
de Duitsche, Engelsche en Amerikaansche
bladen bezig.
Duitschland is, naar de uitingen der Duit
sche bladen te oordeelen, bezield met alles
te doen wat mogelyk is, om tot een vrede
lievende oplossing te komen. Volgens de
„Standard” heeft de Keizer, in het onder
houd met den Amerikaanschen gezant, ge
zegd: De drie betrokken mogendheden moeten
■zorg dragen tot leden der Samoa-commissie
te benoemen verzoeningsgezinde, kalme en
bedaarde personen, mannen die met de Samoa-
quaestie volkomen bekend zyn. Dan is het
mogelyk de orde op de eilanden te herstellen
en te handhaven. Want de hoofdoorzaak
van den tegenwoordigen toestand is de over
dreven yver, dien de vertegenwoordigers der
betrokken mogendheden hebben betoond.
In een onderhoud met een correspondent
van de „Münch. Allg. Ztg.” verklaarde de
heer White„Ik heb geen inlichtingen ont
vangen, die my kunnen doen vermoeden welke
gronden Engeland heeft voor een afkeurend
oordeel over de Duitsche staatkunde en de
houding der Duitsche ambtenaren op Samoa.
In Amerika zal men zich door de pogingen
van de Engelsche Jingo’s niet van de wys
laten brengen. De Regeering der V. S. is
in beginsel geneigd met Duitschland in vrede
en in goede verstandhouding te leven. De
goede Amerikaansche pers denkt er niet aan,
de ophitsing van de „gele pers” die steun
vindt in Engelsche kringen, ernstig op te
vatten.
„En al is ook door de beoordeeling die
den oorlogs-handelingen van verleden jaar
in een restje bitterheid achtergebleven in
het hart van de Amerikanen die aan de
Duitsche vriendschap bijzonder groote waarde
hechten, toch is het algemeen gevoel van de
V. S. een wensch naar verbroedering met
Duitschland en Engeland. Invloeden uit
Engeland trachten dien wensch tegen te
gaan, maar de oorzaken van de ontstemming
zyn van te weinig beteekenis, dan dat het
Duitschland niet zou gelukken ze te over
winnen.