JËS.
3N.
VERKIEZING BOUWBEDRIJVEN.
g
nes
erij.
'STEN,
1
in
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, a
Telefoon No. 69
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer
H» Centen (jrroote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Clonda
Vrijdag 14 April 1899.
38ste Jaargang.
No. 7863
rzoclit
EIW!
A.
slijk
erlng.
Buitenlandscli Overzicht.
FEUILLETON.
i
en.
ANNIBAL DE VONDELING
N,
»g 49.
SCHOVW
Slooten, Wateren en Riole
Verspreide Berichten.
opmerkingen hierover aan
verd.
er week. 'WO
L
en
nu ben. Ik ve
MAN Zk
Weliauliie),
van
ifleveranciers.
per stuk.
Telefoon No. 69.
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is f 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
oodig.
t).
'drukt.
Boa’oop.
'atcr.
addinxveeii.
iegraven.
rk a d.lJuel.
Gedenkschriften van een Gelukzoeker
OF
Na Ar het Fransch,
door W. NUTTERS.
waar zijn ze."
Raphael stond op
Wf--
Voor deze verkiezing bevelen wij bij de
herstemming aan voor Patroon de heer
H. J. NEDERIIORST.
Voor de Werklieden de bh. A. SMIT,
P. J. HONINGS en M. SANDERS.
Ten vervolge van de laatste zitting van
den federalen raad van den Oranje Vrijstaat
en de Zuid-Afrikaansche Republiek zullen de
volgende voorstellen aan de Volksraden van
de twee landen voorgelegd worden de stich
ting van een gemeenschappelijke instelling
van hooger onderwijs, een universiteitde
instelling van een gemeenschappelijk hof van
beroephet toelaten van Transvaalsch geld
in den Vrijstaat tegen den wetteljjken koers
met gemeenschappelijk toezicht op het slaan
van de muntde burgers van den eenen
staat zullen volledige burgerrechten in den
anderen staat hebbende Hollandsche taal
zal in beide staten gehandhaafd worden
beide staten zullen op gelijke wijze hun krijgs
macht inrichten.
hond hebt doen sterven, als hij niet toegeeft,"
zeide de Salluces op beslisten toon, als iemand
die zeker is van zijn zaak.
«Dat het zoo zij!" antwoordde Raphael. «Wat
moeten wij doen
»Allereerst ons haasten en geen oogenblik ver
liezen. De baron mocht anders eens onvindbaar
blijken."
»Haasten we ons dan."
«Natuurlijk. Maar, laten we zorg dragen ons
niet te overhaasten en zoodoende onze zaak te
bederven Wij bebben het recht aan onze zijde,
laten we zorgen, dat we buiten ons recht tevens
met kracht gewapend zijn Ge hebt hier wapens,
geloof ik
«Ja, een
alles."
166)
Dit was dus het doel, de drijfveer geweest van
de edelmoedigheid des barons f Daarom had hij
hem aan den dood in de Seine onttrokken, om
van hem een werktuig ter afpersing te maken.
Altijd had de baron aangedrongen op het maken
van verboden liefdes-betrekkingen, en hij was
gevallen in den strik, blindelings, onergdenkend.
Hoe zou de huichelachtige weldoener hem bespot
hebben bij iedere nieuwe schrede naar den valkuil
Hoe hem hebben verguisd bij eiken pas nader
aan den valstrik! En al de teedere woorden en
verzekeringen, hem door den baron toegevoegd,
trokken voorbij zijn geestesoog, diens onuitputtelijke
mildheid, zijn vaderlijke zorg voor zijn welzijn,
zijn toegeven aan den minsten wensch....
»Ik kan het niet gelooven, Salluces, gij moet
bepaald liegen."
«Helaas! ware het maar zoo.»
«Of uzelf misleiden, of u vergissen zeg mij,
dat dit mogelijk is
«Dat kan ik niet zeggen, want het is niet rao-
gelijk.»
>0, mijn God, maar dan ben ik geheel verlo-
Voor de tweede maal in enkele dagen is
het Ierland dat de aandacht vraagt, ditmaal
om de plaatselijke verkiezingen, welke een
inderdaad verrassend resultaat hebben gehad.
Men weet, dat een gedeelte des lands
Protestantsch is, en de overwegende meer
derheid der Ieren, ja, men kan wel zeggen,
het lersche volk, Roomsch.
Het Protestantsche deel t'des volks nu is
te lang en te scherp van de Katholieke meer.
derheid gescheiden geweest, dan dat het veel
zou gevoelen voor de lersche zaak, en daarbij
kwam dat in veler oog de vrees, dat onaf
hankelijkheid van Ierland de overheersching
van het Protestantisme over het Katholicisme
zou beteekende. Vandaar een groote ver
deeldheid, welke zoover ging, dat reeds in
den tijd van Gladstone’s Home Rule-plannen,
het Protestantsche deel des lands verklaarde
dat het in geen geval de nieuwe regeering
te Dublin zou erkennen, en het desnoods op
een burgeroorlog zou laten aankomen. Maar
nu blijkt eensklaps van een grooten omkeer.
Ook in die deelen des lands, waar de Pro
testanten de meerderheid hadden, en van
waar groot verzet tegen „Home Rule” dreigde
hebben de unionisten het afgelegd tegen de
nationalisten, zelfs in het zoogenoemde Oranje
fond, dat steeds de oude Hervormde traditiën
het hoogst hield. Nog hebben de Unionisten
zetels zijn er, volgens de „Manchester Guar
dian,” - - -
overd.
Ook
groote meerderheid reeds lang lersch was,
hebben de nationalisten groote overwinningen
behaald, en in Connaught, Munster en Lein
ster, zullen tegenover de 375 Nationalisten
te nauwernood 38 Unionisten staan.
In het geheel verwacht men dat in 27
van de 32 counties de meerderheid Natio
nalistisch zal wezen.
Op de meeste plaatsen is de leiding van
het plaatselijk bestuur aan de landheeren
ontnomen, en ten deel gevallen aan het volk.
Ja, de beteekenis dezer overwinning is zoo
groot, dat de „Westminister Gazette” spreekt
van een staatkundige omwenteling.
De Daily Chronicle betreurt het, dat de
hertog van Connaught niet zijn recht op den
troon van Koburg-Gotha aan zijn zoon heeft
afgestaan, geljjk men gehoopt had, zoodat
Engeland gevaar loopt den hertog aan Duitsch-
land te moeten afstaan. En dat zou jammer
zijn, want van het vorstenhuis is hij, volgens
de „Daily Chronicle,” de populairste persoon
de prins van Wales niet uitgezonderd. Hoe
wel geen geboren generaal, is hij door hard
werken en studie een bekwaam veldoverste
geworden. Hij was reeds aangewezen om
Lord Roberts op te volgen als bevelhebber
van Ierland, wanneer deze in de plaats van
Lord Wolseley opperbevelhebber van het
Engelsche leger zou geworden zijn. Het is
de vraag of deze benoeming nu nog door
zal gaan.
«Als het noodig is? Is er dan nog een moge
lijkheid, dat het niet noodig zijn zal 1
«Wanneer hij u de brieven geeft, waarom hem
dan te dooden
«Omdat ik hem haat Omdat ik hem zou kun
nen verslinden om zijn gruwzaam bedrog, om zijn
duivelachtige huichelarij
«Dwaasheid, niet nu Eerst de brieven, en
laat hem dan knarsetanden over zijn verloren spel.
Hij valt nog wel in onze handen. Het worde ons
lovensdoel hem te vervolgen. Van ergernis sterven
is de zwaarste dood niet een onverwachte ko
gel Laat alles aan mij over."
«Doe dan zoo ge wilt, maar breng ellende en
onheil over zijn gevloekt hoofd. Anders zal ik
niet tevreden zijn."
de meerderheid in Ulster. MAar van de 112
-i-1~ --- volgens de „Manchester Guar-
reeds 48 door de nationalisten ver-
in de andere provincies, waar de
Inzending van A,dvertentiën tot 1 uur des uiidd.
OVER
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Gouda
Gelet op de artt. 148—156 der Algemeene
Politie-Verordening voor deze Gemeente
Brengen ter kennis van de eigenaren en de
bruikers van de niet aan de Gemeente toebehoo-
rende, binnen de bebouwde kom gelegen Slooten,
Wateren en Riolen, dat op Maandag, Dinsdag en
Woensdag den 24, 25 en 26 April 1899 eene
Schouw over die wateren enz. zal worden gedreven.
Belanghebbenden worden herinnerd aan hunne
verplichting om te zorgen dat hunne Slooten of
Wateren voldoen aan de afmetingen, genoemd in
art. 152 der bovenbedoelde Verordening en be
hoorlijk zijn opgesloot zoodat geene boomstammen
over of takken in het water hangen en dat die
Slooten, Wateren of Riolen gezuiverd zijn van
vast of drijvend vuil, welke de doorstrooming van
het water kunnen belemmeren of stank of stank-
verwekkende uitdampingen kunnen veroorzaken
Onverminderd de straf op de overtreding ge
steld, zijn de eigenaren of gebruikers verplicht de
geconstateerde gebreken binnen 8 dagen te her
stellen.
De Naschouw zal plaats hebben op Dins- en
Woensdag den 2 en 3 Mei 1899.
Gouda, 13 April 1899.
Burgemeester en Wethouders van Gouda,
R L. MARTENS
De Secretaris,
BROUWER
Na het vreeselijke besluit dat de beide jonge
lieden genomen hadden, verlieten zij de woning
op boulevard de Gand, Raphael, bleek en ver
zwakt, op den schouder van de Salluces steunende,
die telkenmale blikken van innig medelijden op
hem wierp.
Buiten gekomen, vroeg de Salluces
«Zoudt ge denken, mijn vriend, dat ge den
afstand tot rue Meslay te voet zult kunnen af
leggen
«Ik vrees er voor, ik denk van neen," was het
antwoord, op pijnlijken toon gegeven.
«Dan zullen we een of ander rijtuig afwacbten,
dat er ons heenbrengt.»
Wordt vervolgd.)
Duitsehland is bereid, zoo deelen de Duit
sche bladen mede, om te zoeken naar een
vriendschappelijke oplossing der Samoa-
quaestie.
Maar Dnitschland eischt genoegdoening
van Engeland en Amerika voor de openlijke
schending van de Berlynsche conventie door
Amerikaansche en Engelsche ambtenaren en
zeeofficieren gepleegd. Dnitschland staat er
op, zegt de officieuse „Nordd. Allg. Ztg.”,
dat de regeeringen te Londen en te Wash
ington aan de admiraals, opperrechters en
consuls zeer nadrukkelyk doen weten dat zy
zich schuldig hebben gemaakt aan ernstige
overtreding van de internationale tractaten,
en aan door niets te rechtvaardigen en daar
om piet te verontschuldigen daden van ge
weld. De „Nord. Allg. Ztg.” meent te weten,
dat de Duitsche opmerkingen hierover aan
duidelijkheid en vastbeslotenheid niets te
wenschen laten, en dat zy, indien zy geen
gehoor zouden vinden, nog eenigszins ver
sterkt zullen worden. De Samoa-quaestre
zal in een geheel ander licht komeu indien
de regeeringen te Londen en Washington de
schending der conventie erkennen en door
het desavoueer en van hunne ambtenaren
Dnitschland de gevraagde voldoening geven.
De Duitsche regeering is vastbesloten dit te
eischenzy zal geen middel, dat daartoe kan
leiden, onbeproefd laten. Zjj hoopt echter,
dat diplomatieke actie voldoende zal zyn om
de zaak in ’t reine te brengen. Zy is over
tuigd, dat de regeeringen te Londen en te
Washington zullen erkennen dat het recht
aan de zjjde van Dnitschland is, en dat het
niet aangaat, ten gevolge van een rechts-
schennis van ondergeschikte ambtenaren, de
goede betrekkingen met Dnitschland te ver
breken.
ren, nog ellendiger dan toen ik rondliep met het
voornemen om er een eind aan te maken, en toen
hij mij aansprak, en mij meenam naar zijn prachtig
huis, en mij als zoon aannam, en mij tranen in
de oogen bracht over al zijn goedheid, en zijn
bewijzen van liefde Is die man dan een levende
duivel, een vleeschgeworden booze geest O, nu
ben ik eerst ellendig en arm en naakt en geheel
verloren. Ik ben tot ongeluk geboren, tot enkel
lijden op deze vervloekte wereld geworpen. Hebt
ge nog meer te zeggen, Salluces
«Neen
«Het zou anders nog afschuwelijker kunnen
zijn Het ware mogelijk, en ik heb onder uw
verhaal gevreesd het te zullen hooren, dat die
mensch de Maubert mijn vader is, die mij enkel
het aanschijn heeft gegeven om mij te verderven."
Beide jongelieden zwegen lang. Het was een
akelige, plechtige stilte.
Raphael begon het eerst
«Salluces," zeide hij met klanklooze stem, «gij
hebt mij verraden, ineegewerkt aan mijn verderf,
maar waart gij het niet geweest, hij zou wel een
ander gevonden hebben, of middelen hebben ge
vonden om zonder hulp mij te brengen waar ik
nu ben. Ik vergeef u Ik dank u voor uw be
kentenis. Uw schuld wordt er door verminderd,
weggenomen. Gij zijt daarenboven gedwongen
geworden, ik wil het gelooven. Maar, zou er
niets te doen zijn om de arme Mathilda te red
den Help mij, wraak te nemen op dien mensch,
en ik vergeef u volkomen
«Wij zullen de hertogin redden en ons wreken.
Wij gaan den ellendeling dooden, evenals gij zijn
paar sabels en vier pistolen, dat is
«Aan sabels hebben we niets, maar de pistolen,
van de sofa en haalde de
rapens te voorschijn.
Salluces onderzocht de wapens nauwkeurig
laadde ze zorgvuldig.
Zelf voor zag
en legde de bei
«Gevoelt ge u
dien we moeten maken
„Het betreft Mathilda’s redding, niet waar
„Voorzeker."
„Doe mij dan geen dwaze vragen. Ge ziet,
dat ik me reeds kleed."
„Haast u En een verzoek moet ge mij in
willigen ik zal het woord voeren en hem neer
schieten, als het noodig is.»
||OIDSCIIE (Ollll\T.
De „Anrore” meldt dat de bekende advo’
caat Labori een aanval van influenza heeft,
en naar de geneesheeren verzekeren, binnen
veertien dagen geheel hersteld zal zyn.
De „B’igaro” van gistermorgen bevat het
begin der getuigenverklaring van generaal
Gonse.
De getuige verklaarde in het begin van
September 1894 van kolonel Sandherr het
borderel ontvangen te hebben dat in handen
van Henry was gekomen. Gonse gaf ver
schillende technische détails aan, die voor
het meerendeel slechts door een officier van
den generalen staf konden gekend worden.
Op de vraag of het geheime dossier aan
den krijgsraad was voorgelegd, weigerde
Gonse te antwoorden. Hij zeide verder nog,
dat hij op den avond van de degradatie langs
indirecten weg mededeeling ontvangen had
van de bekentenis van Dreyfus.
Omtrent <en zelfmoord van den oud-
adjudant Lorimier, vroeger particulier secre
taris van overste Henry, verneemt de Temps
uit Saint-Quentin
„Kort na den zelfmoord van overste Henry
kwam Lorimier te Catelet woneh by zyn
schoonvader. Hy had een getuigschrift van
nonactiviteit wegens gezondheidsredenen.
Sedert de acht maanden, dat hy in deze
gemeente woont heeft Lorimier bjjna nooit
van zyn vroegeren overste gesproken en uit
bescheidenheid vermeden zyn medeburgers
den adjudant aan den tragischen dood van
zyn chef te herinneren.
„Men zegt evenwel dat zyn geest door dat
drama zeer getroffen wis.
„Vrjjdag zou Lorimier van het ministerie
van oorlog een telegram ontvangen hebben,
waarin hy dadelyk ontboden werd. Hy pakte
zyn koffer en bepaalde zyn vertrek op
Zondagochtend, maar ’s nachts is hy zich
gaan ophangen in den stal”.
Aan het kabinet van den minister van
oorlog heeft men de Temps geantwoord, niet
te weten dat er een telegram als bovenbe
doeld aan Lorimier gezonden is. „Men is
integendeel geneigd te gelooven”, dat er
een telegram aan hem gezonden is.
Volgens de Echo de Paris zou de raads-
heer-rapporteur Ballot-Beanpré in het begin
der volgende week het initiatief nemen tot
het vragen van de confrontaties, door Roget
verlangd. Hetzelfde blad verzekert, dat een
groot getal raadsheeren aanvulling der enqu
ête van de strafkamer wenscht.
hij zich er van twee, de grootsten,
ride anderen voor Raphael neer.
thans in staat voor den tocht,