rrt,
t oud,
,M*-
ikkel
rbank,
neigen
wy««
it tot
ipwekt
■inryk*
ting
pur*
n men
•rtjee
meer
1 niet
uit*
alvo-
IA®
offeerd er.
Gouda.
W'
iche
jus
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Zaterdag 15 April 1899.
38ste Jaargang.
No. 7864.
Biiiteniandscli Overzicht.
FELILLE1OX.
jl
Pr
ster.
pieren,
s,
Vitrages,
LOOPERS,
leil,eaz.Mz.
ankum,
4.
AOIBAL DE VOHDELBG
IRQ.
indeedag en
4
Nommers VIJF CENTEN.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
antwoorden.
Verspreide Berichten.
es
15
Russische
„Nya Pressen’
Frankrijk.
De ontslagneming van admiraal de Cuver-
ville is het gevolg van een besluit van den
ministerraad betreffende vlootstations, welk
besluit genomen is op een daartoe in de
ej. 85LT8BR.
et
hl
■S
50 en 55 c.
55 60
65
75 „I
00
100 „I
JHE
M.
jeeroagd
mm,
Verzoeke prjjs-
ler No. 2 A. B.
K Haag.
■am
brengen.
8
l’TO,
?fmarkt.
paard
r eerat
it< me-
a iedere
arbank
kertyd
ragasn.
irbank
ten en
iparen
oruitb:
iur*
li.
•dam,
Gedenkschriften van een Gelukzoeker
OF
Naur het Fransch,*
doorJW. NUTTERS.
m den
im. Hofrad
Uen
11
an hoesten,
ademuigs-
n bewezen.
ren warme
juibeveleoo-
iken.
i 25 eert
liOI INIIL COTR1NT
icblois tegen de uitspraak
r iet verzoek tot regeling
rechtsgebieden Picquart, staat op de
\oor 13, 14 en 15 April.
Telefoon No M2.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke
Hij had zijn vermomming gedeeltelijk afgelegd.
Het gordijn, dat de woekeraar naar willekeur
kon openen en sluiten, welk gordijn, gelijk wij
weten het overige gedeelte van het vertrek afsloot,
was op dit oogenblik geheel gesloten.
Salluces, zonder een woord te spreken, zette
Rapael voor de deur, waardoor zij ingetreden
waren, drukte hem een pistool in de hand, wierp
een veelbeteekenenden blik op den man achter
den schrijftafel, rukte vervolgens het gordijn open,
sprong over de balie en snelde naar de andere
deur, die naar de antichambre geleidde.
En het volgende oogenblik was de woekeraar
van alle gemeenschap met de buitenwereld afge
sloten, zat hij in een met grendels verzekert ver
trek, overgegeven aan de macht der twee jonge
lieden.
Geheel hulpeloos, van allen bijstand verstoken
zat hij daar, den reus Camisard was het l innen
treden onmogelijk gemaakt, Camisard die met
weinig moeite, als met een enkele beweging zijner
vreeselijke handen beide indringers naar buiten
had kunnen werpen, kon zijn heer niet ter hulp
snellen. En de hond was dood
Evenwel verloor de woekeraar zijn tegenwoor
digheid van geest niet.
Zelfs de overmoedige, tergende spotlach ver
dween niet van zijn lippen.
«Op mijn woord, heeren," zeide hij, zich we
der aan zijn arbeid begevende, «ik verklaar dat
uw bezoek mij min of meer onverwacht komt.
(Wordt vervolgd)
van T&rieux, tot wien Tornielii gezegd had,
dat het borderel niet van Dreyfus afkomstig
is, maar dat het aan Esterhazy werd toe
geschreven door Schwarzkoppen, die aan
Panizzardi ook verschillende stukken kon
mededeelen, op Italië betrekking hebbende.
Een berichtgever van de Matin heeft te
Londen met Esterhazy gesproken over de
verklaringen van luitenant Bernheim, Hy
ontkende niet uitdrukkelijk wat Bernheim
gezegd had, maar verwees naar diens vroe
gere verklaring, waarin Bernheim een heel
ander boekje bedoeld moest hebben dun het
Manuel.
Overigens had Esterhazy nog maar vluch
tig de getuigenissen voor het Hof van cas
satie gelezen. Later zou hy er wel eens op
antwoorden. „Eén vooral zal er niet bij
verliezen als ik nog wat wacht, dat is ge
neraal GonseI” zei de waardige oud-majoor
ten slotte.
Picquart zou eergisteren zjjn verzoek om
confrontatie met generaal Röget herhaald
hebben aan president Mazcau en de Freycinet.
Clemenceau vertelt, dat de generaal nu be-
zwaren maakt.
Een nauwkeurig onderzoek, door de Temps
te Catelet en onder de omgeving van den
ex-adjudant Lorimier iugesteld, schjjnt aan
te toonen dat de zelfmoord van dezen buiten
verband met de zaak Dreyfus staat. De
schoonouders van den zelfmoordenaar zoggen,
dat hy nooit secretaris van Henry geweest
is en dat hy geen telegram ontvangen heeft,
waarin hy naar Parys werd ontbodenmaar
dat hy aan melancholie leed en reeds meer
dan eens getracht had zich van kant te
maken.
Men beweert, dat mevrouw Dreyfus oen
nieuw verzoek tot herziening van het proces
van haar man zal doen, daar het eerste ver
zoek onbeantwoord is geblevon.
In het proces wegens laster, dat de oud-
directeur van den Jour, Vervoort, tegen Yves
Guyot, gérant van de Siècle, voert wegens
het publiceeren van het bekende nummer met
het geïllustreerde artikel: „De leugens der
Fotografie”, is gisteren uitspraak gedaan. Yves
Guyot is veroordeeld tot 100 francs boete en
het betalen van 500 francs schadevergoeding
aan Vervoort.
Het Agentschap Havas maakt de volgende
nota bekend:
„Eenige bladen beweren dat de door de
de strafkamer afgenomen verhooren aan een
ochtendblad zouden zyn medegedeeld door
den minister van buitenlandsche zaken.
„Om de volstrekte onjuistheid van deze
bewering aan te toonen, is het voldoende te
zeggen dat de beide boekdeelen der enquête,
welke door den minister van justitie aan den
heer Delcassé ter hand gesteld zjjn, door
dezen onmiddelljjk bjj het dossier der zaak
Dreyfus zjjn gevoegdzjj worden daar sinds
dien bewaard door^e afdeeling politieke
zaken, onder voorwaarden welke elke moge
lijkheid van een indiscretie uitsluiten.”
De kamers van het Hof van cassatie
houden weer afzokderlyke zittingen, tot af
doening van de looiende zaken.
Het verzet van f
der strafkamer op
van i .o
rol der strafkamer
Het rapport wordt uitgebraebt door den
raadsheer Atthalin. Mr. Perouse vertegen
woordigt Leblois.
Dadelyk na de uitspraak op het verzet,
zal de kamey van inbeschuldiging-stelling
(van bet hof van appel), naar wie de voor
naamste punten van aanklacht tegen Picquart
verwüzen zijn, den rechter aanwjjzen voor
wien deze zal hebben te verschijnen. Zoo
goed als zeker zullen dit de assiezen der
Seine zjjn.
IAFFING voor
erzoekt NAA1-
De Temps bevestigt, dat kapitein Frey-
staetter, lid van den krygsraad die Dreyfus
veroordeeld heeft, aan den minister van ma
rine Lockroy geschreven heeft en hem ge
vraagd, te mogen uitleggen welke redenen
hem gedrongen hebben Dreyfus te veroor-
deelen. Naar het heet, geeft de brief ook
Freystaetter’s onrust te kennen na de ont
dekking van de vervalsching van het stuk
van Henry en den zelfmoord van dezen,
aangezien het getuigenis van Henry veel had
bijgedragen om hem van Dreyfus’ schuld te
overtuigen. Hy voegt erby dat er aan de
rechters in raadkamer stukken zjjn getoond.
Hij wist niet, dat dat ontwettig was.
Minister Lockroy zal den brief aan den
minister van oorlog doen toekomen.
In Frankrijk ‘blyft de kamer tot 2 Mei
thuis. Maar wat er dan te doen zal zjjn,
durven wy zelfs niet gissen. Bjj alles wat
de laatste dagen door de „Figaro” is open-
ran lUtft uur
wel zult onder het oog brengen, dat ikdat
u binnengegaan zijt tegen mijn dat ik gezegd
heb
»Ja, dat zullen we wel in orde maken, wees
maar niet bang.*
«En verder hoop ik, dat de heeren het mij
niet ten kwade zullen duiden, dat ik het heb ge
waagd
«Maar die kerel is onuitstaanbaar, voort, pak
je weg. Geen woord meer.
De bediende verdween
Raphael en de Salluces wachtten zwijgend eenige
oogenblikken.
Toen traden ze van uit de antichambre in het
studeervertrek van den baron, hetwelk ze ledig
vonden.
De Salluces bleef eensklaps staan, legde zijn
hand op Raphaels schouder en zeide
»Heer burggraaf, wij naderen ons doel Binnen
weinige oogenblikken is de man, die wij zoeken
onder onze voeten, figuurlijk gesprokenhij zal
eer vijf minuten zijn verstreken, in onze macht
zijn de ellendeling, die u heeft bedrogen op een
wijze, als alleen de satan kan ingeven, en die mij
maanden lang onder zijn dwingelandij heeft doen
zuchten. Maar, hoe wij ook naar wraak dorsten
mogen, dienen we toch goed bij zinnen te blijven.
Volg mijn voorbeeld, in koelbloedigheid en kalmte,
of liever, laat alles aan mij over. Het slagen
hangt daar van af.*
»O, ik zal kalm zijn, en me, als het me moge
lijk is, zelfs onthouden mij in de zaak te mengen
Ik verlaat mij op u.*
Hierop opende de jonge graaf een deur, die
baar gemaakt en een smet werpt op zoovele
officieren van den generalen staf, komt daar
nu nog een verklaring, welke door Casimir
Perier voor het hof van cassasie is afgelegd
en minder betrekking heeft op de Dreyfus-
zaak dan op staatkundige verhoudingen.
De oud-president toch heeft verklaard, dat
hy, het hoofd van den staat, door de re-
geering gewoonlyk onwetend werd gehouden
van den loop der staatszaken.
Hier wordt dus een tipje opgelicht van den
sluier, welke hing over het heengaan van
den oud-president. En deze woorden zjjn
dubbel belangryk, omdat zjj in de eerste
plaats de tegenwoordige regeering treffen,
wyl het huidige kabiïiet niet veel meer is
dan een reconstructie van het eenige mini
sterie, dat tjjdens het presidentschap van
Casimir Perier aan het roer is geweest.
Deze getuigenis zal dunkt ons wel een
nieuwe slag zjjn voor het kabinet-Dupuy.
Hoe jammer toch, dat ook deze man, die
eens zoo flink scheen, ook al weer door „de
zaak” zich zelf vernietigd heeft.
In Finland is de verbittering tegen de
Russische Regeering eer toe- dan afnemende.
De Russische Regeering tracht nu de platte
landsbevolking voor zich te winnen, en heeft
talrjjke agenten uitgezonden, die, als mars
kramers verkleed, het land doorkruisen en
de boeren tot een beweging tegen den Fin-
schen Landdag en Senaat, en ten gunste van
een enge aansluiting aan Rusland willen
overhalen. Toch bljjft de beweging aan
houden, die het herstel der oude vrjjheden
beoogt. Men is bezig om nieuwe verzoek
schriften aan den Czaar gericht op te stellen
en zal nu zorgen, dat alle vormen en voor
schriften, daaromtrent bestaande, stipteljjk
worden nagekomen, opd >t deze verzoek
schriften den Czaar mogen bereiken. De
Regeering heeft de dagbladen
„iv iicBsen” en „Alton posten” verboden,
de eerste voor den tjjd van twee maanden,
de tweede vóór een maand. Dit heeft onder
de bevolking een slechten indruk gemaakt
en aanleiding gegeven tot volksoploopen vóór
de redactie-bur-eau’s dezer bladen.
Volgens de „Wilborgsbladet” heeft de
gouverneur-generaal van Finland bekend ge
maakt, dat bjj de eedsaflegging van de Fin-
landsche troepen de kus op het kruis en het
Evangelie niet zal plaats hebben, omdat de
Luthersche kerk dit gebruik niet kent. Wel
licht wordt dit als een groote concessie be
schouwd.
Een bnitenlandsch Finsch comité zou trach
ten tjjdens de vredesconferentie een poging
te doen de Finsche zaak op het tapjjt te laten
Telefoon No. M2
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer
Hl Centen Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Fr is in Oostenrijk een krachtige politie-,
oorlog begonnen tegen de beweging, die men
met den naam „Los van Rome” aanduidt.
Vier vereenigingen te Weenen, die de protes-
ta^tsche beweging begunstigden of goedkeur
de^, zjjn ontbonden, op last van den stad-
hoader, onder voorwendsel dat deze ver
enigingen hare bevoegdheid overschreden
Jden. Onder deze behoort de „Verein der
Evangelische Glaubengenossen”, die een
m«tie had aangenomen, waarin de overgan-
gen tot het Protestantisme met warmte wer-
dep begroet, en waarin leedwezen werd
uifcesproken over een besluit van den Evan-
gflBschen kerkeraad.
flet ontbindingsbesluit van den stadhouder
nohnt dit „overschrijden van den kring der
werkzaamheden door het aanneimen van een
houding, die in strjjd is met de openbare
wft vaart.”
-Ondanks - of wellicht door deze maat
regelen neemt het aantal overgangen voort
durend toe. De „Deutsche Wayte” schrjjtt
■„Overal zjjn overgangen te Vermelden, en
iik grooten getale. In Weénen zjjn sedert
1 Januari driehonderd personen overgegaan,
en er zjjn nog een groot aantak bekeeringen
te wachten; ip Boheme op vele plaatsen
bfnderden. Te Graz zjjn sedert 1 Januari
reeds meer dan 100 personen overgegaan,
m ïhntsch-Boheme bedraagt het geheele
aantal overgangen ongeveer duizenduit de
kleinste plaatsen van Stiermarken komen
berichten dat 20, 30 of 50 personen over
gaan. Een overzicht is zelfs by benadering
niet te geven, daar dageljjksch nieuwe aan
meldingen plaats hebben”.
DREYFUS.
De „Figaro” bevat heden helt slot der ge
tuigenverklaring van generaal Gonse. Hjj
wjjst daarin op onjuistheden in de verklaring
door Bertulus af gelogd, hjj zet uiteen welke
betrekkingen hjj met Bertulus qnderhieldhjj
ontkende het gezegde omtrent Picquart ge
bezigd te hebben, en verklaarde dat Henry
hem geen mededeeling deed vari het gebeurde
bjj Bertulus.
Generaal Sebert, commandant Duclos en
kapitein Moch legden, met betrekking tot het
borderel verklaringen af die gunstig voor
Dreyfus zjjn. Luitenant Bruyèrc zegt, dat
het „Manuel et tir” geen vertrouweljjk stuk
was.
De „Éclair” bevat de getuigenverklaring
toegang bleek te geven tot een ruim vertrek, dat
op den tuin uitzag, en van uit welk vertrek men
door het venster in gemelden tuin kon stappen.
>Het zou te veel opzien baren als wij op de
gewone manier den tuin trachtten te bereiken,
zeide de Salluces. »Misschien ook zouden wij den
uitgang gesloten vinden, of op bedienden stuiten,
die, zoo ze ons al niet mei geweld tegenhielden,
toch de macht zouden hebben onten tocht vruch
teloos te maken door hun meester tijdig te waar
schuwen. Alles goed beschouwd is het derhalve
maar het beste om dezen weg te kiezen, daar ze
gemakkelijker is en veiliger.*
Onder het spreken had hij een der ramen ge
opend en stapte thans in den tuin, Raphael zijn
hand toestekende om hem behulpzaam te zijn.
Weldra hadden zij den tuin overgestoken Der
woekeraar bij wien het blijkbaar nooit w&s opgy
komen, dat van dien kant onheil te vreezen zou
zijn, had de deur van het achterhuis open ge
laten
De jongelieden betraden den gang Met eeti
wenk drukte de Salluces zijn metgezel nogmaafis
op het hart zijn kalmte te bewaren, hetgeen deze
met een hoofdknik beloofde
Voor de tweede deur in den gang bleef de Sal
luces stilstaan, dacht een oogenblik na,'en opende
dezelve toen plotseling en trad met Raphael
binnen.
Aan de schrijftafel zat een man, die bij het
onverwachte bezoek verrast ópkeek en een kreet
slaakte.
Dezen man geleek evenveel op den baron de
Maubert, ais op den woekeraar Van der.Grijp.
167)
«Mijnheer de baron is vertrokken, uitgegaan,
gaf de huisknecht die op hun schellen aan des
barons woning opende, ten antwoord.
«Zeer wel, dan zullen we geduld oefenen en
hem afwachten
«Maar, mijnheer de graaf.
«Ik zeg u, dat we uw meester zullen afwach
ten," viel de Salluces den huisknecht ongeduldig
iij de rede. «Ge kent ons, durf ik denken, en-ge
weet, dat we geen van beiden vreemdelingen zijn
voor den baron Wees zoo goed ons binnen te
laten."
De huisknecht, getrouw aan zijn orders, wilde
nog tegenwerpingen maken, en trachtte hen den
toegang te versperren, onderwijl hij onsamenhan
gende verontschuldigingen prevelde.
Maar de jonge graaf duwde hem met een heftige
beweging terzijde en tud, zonder acht te slaan
op den verbluften bediende, Raphaël ondersteu
nende, de antichambre binnen.
De bediende volgde hem.
«Heeren,* zeide hij, haperende en op verschrik
ten toon, «ik hoop, dat ge mijnheer den baron