g nes aat. 4LBÏÏ, ffcerder. Gouda. Dinsdag 18 April 1899. 38ste Jaargang. No. 7869. en itrages, m. 'agens. Ml Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Heeren. g BUW! 1. Bulienlandsch Overzicht. ieren, FE UI LLE1OM. IOPER8, ANNIBAL DE VONDELING. N, Bedrijfs- en andere Inkomsten. !nz. o Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. CENTEN. erd- ir week. NTEN MARK Verspreide Berichten. lijk Het Hongaarsche Huis van Afgevaardig- jv dubbele, flesch Bil 9 enz. enz. brieven vroegen een ander, die v; per stuk. Verder komt :wezen pleegzoon ER, te Klasse. (VRK bekend en itnemende •odig. Gedenkschriften van een Gelukzoeker OF Naar het Fransch. door W. NUTTERS. 49. Telefoon Xo- 85. De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is f 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers V IJ F 1.01 IN IIi: DU RAM BELASTING OP BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda, Gezien het besluit van den Heer Commissaris der Koningin in de Provincie Zuid-Holland, van den 7n April 1899, A No. 366, 3e Afd. (Prov. Blad No. X7). i*. Brengen ter algemeene kennis dat met de beschrijving voor de Belasting op Bedrijfs- en andere Inkomsten voor het dienst jaar 1899/1900, zal worden aangevarigen op Maandag 1 Mei 1899, en dat de beschrijvings biljetten ingevolge art. 13, 1, der Wet van den an October 1893 (Staatsblad No. 149) door of van wege de Ontvangers der Directe Belas tingen twintig dagen na de uitreiking zullen worden opgehaald. 2°. Herinneren de ingezetenen voorts aan den inhoud der volgende artikelen van bovenge noemde Wet Art. 15 S 2. Ieder, die optreedt als bestuurder of beheerend vennoot van eene hier te lande ge vestigde vennootschap, onderlinge verzekering- maatschappij, coöperatieve vereeniging, of van eene vereeniging of stichting die een bedrijf of beroep uitoefent, of als boekhouder eener hier te lande gevestigde reedery, is gehouden daarvan schriftelijk binnen ééne maand kennis te geven bij het bestuur der gemeente, waar hij woont. Art. 16. Hier te lande wonende beheerende vennooten van Nederlandsche vennootschappenen maatschappijen, als bedoeld in art. 6 2, en van de in art ib bedoelde commanditaire vennoot schappen op aandeelen, bestuurders van hier te lande gevestigde naamlooze vennootschappen, coö peratieve en andere vereenigingen en onderlinge verzekeringmaatschappijen, alsook boekhouders van hier te lande gevestigde reederijen mogen niet tot het doen van uitdeelingen of uitkeeringen, waar over volgens art. 5 Rj 1 en 2 en art 6 2 belas ting verschuldigd is, overgaan, alvorens daarvan aangifte gedaan en de over vroegere uitdeelingen of uitkeeringen verschuldigde belasting betaald te hebben. Bij liquidatie mogen de hier bedoelde uitdee lingen of uitkeeringen niet geschieden, alvorens de daarvoor verschuldigde belasting is voldaan. Art 45. Bestuurders van de ubij art. ib en bedoelde naamloote vennootschappen, coöperatieve vereenigingen, andere vereenigingen en stichtingen die een bedrijf of beroep uitoefenen, onderlinge verzekeringmaatschappijen en sociëteiten, als ook beheerende vennooten van hier te lande gevestigde commanditaire vennootschappen op aandeelen en boekhouders van hier te lande gevestigde reede rijen, zijn gehouden binnen veertien dagen na de vaststelling van balans of rekening een zoodanig uittreksel als noodig is tot toelichting der winst, uitkeeringen of uitdeelingen te doen toekomen aan den Voorzitter der Commissie van aanslag, be doeld bij art. 19 Jj ib of 2, die den aanmg moet regelen. Art. 47 §S 5 en 6. Hij, die daartoe gehouden, nalaat de verplichtingen na te komen, bedoeld bij etroflen— s wolbekend HT-11IX1B. Fabriekamerk). radicale en van alle, zelfs kkig«' xenuw ontstaan door ugdigtn leeftyd zwakte, Bleek Hoofd pjjn - Maagpijn »n vermogen enz Uit- De Nationale Bond van Belgische mijn werkers heeft besloten tegen heden (Maandag) in de vier steenkolen-districten van België de algemeene werkstaking af te kondigen. De mynwerkersvereeniging in het bekken van Charleroi had besloten daar de werk staking af te kondigen tegen 1 Mei a. s. De mijnwerkers vragen 20 percent loons- verhooging. De voornaamste Transvaalsche mijneige naren beantwoordden den brief van den staatssecretaris Reitz van 8 April in een schrijven geteekend door de heeren Rouliot, Pierce, Brakhan en Birkenruth. Deze keuren daarin eiken vorm van persagitatie af „welke er op berekend is groot nadeel te berok kenen aan de belangen van alle deelen der bevolking. Ten opzichte van de hangende qnaesties verklaren de schrijvers dat zy bereid zijn om den mijnindustrieelen echter aan te raden alle voorstellen aan te nemen die kunnen strekken tot het verkrijgen van een perma nent afdoende regeling. svte, Zaltbommel. 1 ster dam. Ozn., Rotterdam. art. 15 S 1 eerste lid en art. f5 S 2 eerste lid, wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 25.—. Gelijke straf wordt opgelegd ingeval van overtreding van art 45. Overtreding van art. 16 wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 400 Art. 34, ie lïd. Handelsreizigers, kramers en alle verdere personen, die hun bedrijf of beroep rondtrekkende uitoefenen voor zoover zij behooren tot de bedoelden bij art ia, h en k. zijn gehou den onverminderd hunne verplichtingen omschre ven bij artt. 12 en 14, zich ter plaatse binnen het Rijk, waar zij zich na het begin van het belas tingjaar het eerst bevinden, bij het Gemeentebe stuur schriftelijk aan te melden, met opgaaf van hun naam, hunne woonplaats en hun bedrijf of beroep. Ten blijke dat zij hieraan voldaan heb ben, ontvangen zij kosteloos een door of van wege het hoofd van het bestuur onderteekend bewijs, dat zij gehouden zijn mede te onderteekenen en op aanvraag aan ambtenaren der directe belastin gen te vertoonen. Art. 47 7. Personen die van een bewijs voorzien moeten zijn als bedoeld in art. 34 en die in gebreke blijven dit bewijs op aanvrage aan be voegde ambtenaren te vertoonen, worden gestraft met eene geldboete van ten hoogste f25. Geven zij ter bekoming van dat bewijs aau het bevoegd gezag een valschen naam, woonplaats, bedrijf of beroep op, of maken zij gebruik van het aan een ander afgegeven bewijs, dan worden zij gestraft met eene geldboete van ten hoogste Wordende eindelijk gewezen op de in art. 12. S 2, 2e lid, i* d,'aan de ingezetenen van het Rijk verleende bevoegdheid, om zich bij de aahstaande beschrijving de uitreiking van een beschrijvings- biljet B te verzekeren door vóór of op 15 Mei a s. het verzoek daartoe te richten tot den Ont vanger der Directe Belastingen over hunne woon plaats Gouda, den 17 April 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, BROUWER. R. L. MARTENS. nitKYFUft Do „Figaro” vulde Zaterdag een geheel bijvoegsel 24 kolommen druks met de reeds genoemde getuigenverklaringen voor de strafkamer. Enkele bijzonderheden daar uit luiden als volgt: De zoon van generaal Grenier, die begint met ta erkennen dat zyn vader steeds tVouw en toewijding van zijn ordannansoffleier Esterhazy heeft ontvangen, gaf omtrent het karakter van den majoor overigens weinig gunstige inlichtingen. Hy spreekt over zJijn „folie” die zich sterker openbaarde naarmate zyn borstkwaal vorderingen maakte, maar roemt zyn verstand en zyn aantrekkings- »Ja, bijzonder. Ge hebt ons, mij tenminste, zoo herhaaldelijk uiteengezet, welk gevaar er voor mij in die vervalschte papiertjes is gelegen, ge hebt ons zoo duidelijk de plaats afgemaaid waar heen het in uw macht was mij te doen transpor- teeren, dat ik voor die papiertjes in kwestie zoo bang ben als voor wat ook ,(Hier zijn ze «Aanvaard mijn, neen onzen oprechten dank, heer baron Raphael, deze wissel schijnt u toe te behooren. Pak aan, mijn vriend «En is er nog meer van uw orders, wenscht ge nog iets, heeren «Heer baron, ge zijt een groot man. Wij be wonderen uw geduld. We hebben nog geen spier van uw gelaat zien vertrekken. Ik heb er een oogenblik over gedacht, om dat heele bureau eens van zijn inhoud te ontdoen, want de vrees, dat ge met den inhoud daarvan nog verscheidene menschen het leven ondragelijk kunt maken. Maar we zullen het er voorloopig maar bij laten." «Wel, mijn kinderkens. ik zeg u dank voor deze betooning van billijkheid. Zoo ziet men, de menschen mogep veeleischend en ondankbaar zijn, in het eind zegeviert toch het eiken sterveling ingeschapen rechtvaardigheidsgevoel «Waarmee wij de eer hebben u te groeten, be nevens het genoegen u te verlaten, met den inni- gen wensch, dat gij nooit weer van uw leven u op onzen weg moogt bevinden, met het oog op het gevoel, dat gij zooeven opnoemdet. Toen de Landdag in 1886 zyn goedkeuring verleende aan het graven van het Dortmund Eemskanaal was nadrukkelyk op den voor grond gesteld dat dit kanaal slechts een deel van het groote kanaalnet zon wezen. Het initiatief tot het groote Middelland-kanaal was dus van den Landdag zelf uitgegaan. Sedert 1886 was het verkeer ontzaglijk toe genomen, en de minister van spoorwegen had reeds' verklaard dat het verkeer, vooral in de wöstelyke provinciën, mot de spoorwegen alléén op den duur niet baas zou kunnen blyveti. De tegenwerping dat men met het kanaal het buitenland bevoordeelde hield geen steekwant de natuurlijke poorten van invoer waren de groote rivieren, die men toch niet zon kunnen sluiten. Het kanaal kwam in de eerste plaats ten goede aan het ruilverkeer in het binnenland alleen te water konden goederen, die in massa ver voerd worden, goedkoop van het Oosten naar het Westen en omgekeerd gebracht worden. De landbouw zou de noodige meststoffen goedkooper dan tot dusver krygen. De staat liep met den aanleg van het kanaal geen groot risico, daar immers provincies en ge meenten den rentewaarborg voor de kosten van bedrijf en onderhoud op zich hadden genomen. Al was het wenschelyk dat het kanaal rendeerde, het zou nog geen dood wond zyn als het dit niet deed; de staat had immers ook een aantal buurtspoorwegen aangelegd, waarvan men van te voren wist, dat zjj nooit rente zouden opleveren. Aan de spoorwegontvangsten zou het kanaal geen afbreuk doen, want elke toeneming van het verkeer had ook een aanmerkelijke toene ming van de spoorwegontvangsten ten ge volge. De kanalisatie van Main en Rjjn hadden de spoorwegontvangsten evenmin verminderd. In 1886 had men het heele werk gewild en geen stuk ervan. De overtuiging vad 1886 was juist geweest. „Keert daartoe terug, besloot de minister, want de eerste liefde is altoos de beste”. Het is zeker een belangrijk teeken des tyds, dat de levering van een aantal loco motieven voor een spoorweg in Wales is gegund aan... een Amerikaanschen inschrijver. Deze concurrentie van Amerika in Europa zelf is nog heel wat sprekender dan het feit dat in het laatste verslag van lord Cromer over Egypte wordt gemeld, nl. dat by het maken van een brug over de Atbara aan Amerikanen heeft moeten gunnen omdat deze haar in 6 weken kant en klaar konden leveren, terwyl Engelsche fabrikanten 6 maanden vroegen. Telefoon Xo. ADVEIt TEN TIEN worden ge laatst van 1 5 regels 50 Centen; iedere regel meer i'1 Centen Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. den heeft de begrooting geheel afgehandeld en aangenomen. Gisteren diende minister Lukacs de middelenwet in. Hy betoogde dat de nieuwe beursbelasting niet overmatig hoog mocht zijn, opdat niet de geheele beurs handel, die toch al matig was, naar Weenen verhuisde. De minister sprak ook over de zooge naamde bepaling van Ischl betreffende het Vergelijk, die thans door Szell's formule is vervangen. In de schikking met de oppositie is het geval niet uitgesloten dat Oostenrijk het tol- en handelsverdrag op parlementaire wyze voor tien jaar kan sluiten. Mocht het Oostenryksche parlement het Vergelijk nie| kunnen aannemen, dan zou men het Vergelijk voor vier of vyf jaar sluiten. Het verlangen van de oppositie, dat de Hongaarsche regee- ring het recht zon hebben afzonderlijke ver- i dragen te sluiten mot het buitenland, had de regeering niet voor inwilliging vatbaar genoemd, omdat daartegen nagenoeg pnover- komelyke bezwaren bestonden als men het gemeenschappelijke douane-gebied wilde handhaven. 168) Na mijn dood zal de inventaris van mjjn be zittingen opgemaakt worden, de brieven worden gevonden, de zaak wordt ruchtbaar, wereldkundig, de naam der familie de Latour is op straat ge worpen en wordt door het slijk gesleurd.* «Geef u geen verdere moeite, zeide de Sallu- ces, wij hebben dit geval voorzien. En wij hebben meer gedaan dan voorzien, wij hebben er in voor zien wij hebben een middel om te beletten dat de zaak een dusdanig einde neme.* «Waarlijk «Het is gelijk ik de eer en het genoegen had u mee te deelen.* «En welk is dat middel, bid ik u vroeg de baron spottend. «Het is zeer eenvoudig. Ingeval gij blijft vol harden in uwe weigering, ik wil dat maar eens zoo veronderstellen, zullen wij beginnen met u neer te schieten, u te dooden, evenals de burg- graaf zoo straks uw hond gedaan heeft, welk beest .beter was als gij ónmogelijk hem een bede te ontzeggen, en hoeveel te minder nog een bede op zulk een aandoenlij- ken toon gedaan Maar, ik vind het ondankbaar, dat hij van mijn goedheid misbruik maakt. Hier zijn ze hier zijn ze En hij reikte Raphael de portefeuille toe, die hem in de Operazaal door den zakkenroller af handig gemaakt was. Met de gretigheid van een roofvogel greep de jongeling de portefeuille aan. «Tel na of ze er allfn zijn,» zeide de graaf de' Salluces. Allen, ja, allen,’ riep de jongeling uit, terwijl zijn gelaat straalde van een 'blijdschap, die hij zich geen moeite gaf te bedwingen. «Dan is het goed, gaf de Salluces ten antwoord, stappen wij dan van deze zaak, die ons reeds zoo lang bezig houdt, af en gaan we tot iets anders over Hebben de jongelui wel bijgeval mij een ver zoek te doen? «parbleu, heer baron, hoe is het mogelijk, dat ge daar nog aan twijfelt. Dat moest u zoo dui delijk zijn als de dag.* >Wat wilt ge dan nog meer «Natuurlijk de vervalschte papieren, die gij den burggraaf en mij zoo slim hebt afgetroggeld, die gij ons verleid hebt te maken, om ons er mee in uw macht te krijgen. Wij zouden» wat gaarne willen, dat ge ons die papieren afstond Die we u slechts in het belang van die valsche wissels betreffen ons meer Minister Miquel heeft het wetsontwerp betreffende den aanleg van bet Ryn-Weser- Elbekanaal in het Pruisische Huis van Af gevaardigden op gelukkige wyze verdedigd. «Dat ga ik u verklaren Het is onze bedoeling en onzen wensch niet zoozeer om die brieven in ons bezit te hebben, dan wel om de zekerheid dat ze zijn vernietigd, onschadelijk gemaakt. En door dit huis in brand te steken komt het ons voor, dat we ons volkomen zekerheid verschaffen.* «Maar zoo iets kost veel tijdhet geluid van uw schot zal «Wij zeggen u vriendelijk dank voor uw wenk, heer baron we hadden ons inderdaad nog niet zoo bepaald met dat punt van de zaak bezigge houden. Maar wij erkennen ten volle de gegrond heid van uw bezwaar. U met een mes of met een of ander zwaar voorwerp af te maken, is veel verkieselijker. En ik wil nog een kleinigheid onder uw aandacht brengen. Het zal voor u in het graf een schrale troost zijn te weten, dat onze onderneming totaal is mislukt. Want weet wel de brieven of uw leven Al het andere is voor ons van minder belang. Als we u laten leven, dan zijn we toch in uw macht en is Mathilda toch verloren. We willen tenminste de voldoening ons gewroken te hebben zij het ten koste van wat ook.* De baron lachte niet meer, hij verzonk in ge dachten. «Maar, niettemin, ik....* «Genoeg, genoeg, mijnheer riep Raphael, «de brieven, ja of neen.* «Wel,* zeide de baron, „mijn geweten verbiedt me, u met een moord te beladen. kext mijn oude liefde voor miin en weer boven. Ach ik kan mijn heven zoon letterlijk niets weigeicen Hij heeft mijn hart. Het is mij

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1899 | | pagina 1