tie
^erij.
a
JSTEW,
len
ten.
S
aarvan
MeuivS’ en Advertentieblad voor Gouda en Qmstreken,
Donderdag 20 April 1899.
No. 7868.
38ste Jaargang.
1ST.
2
Buitenlandse!! Overzicht
o
tering.
IEUW!
)A.
:elijk
t
I
27
ANNIBAL DE VONDELING.
I I
t.
en
*5
g
5
SÏ
.Tïffi
1
ÜSTVMES.
•i
CENTEN.
Inzending van Advertentiën tot 1 uw des inidd.
i
bestaande groote industriëele vereenigingen
de pattoons willen
[AN tZOOlf.
noodig.
ik).
SN
it per stuk.
et
v
CD
3"
CD
Gedenkschriften van een Gelukzoeker
OF
Na*r het Fransch.
door W. NUTTERS.
■D
s
ST
taeerea
id komt
id, «ene
wereld
na eeue
tgevon-
t op d«
nnniKl
enuw
kregen
ons 1
van den
een
een volle verliet.
Deze oud-hoofdofficier, die zich ten minste
uit kieschheid het uniform moest herinneren
dat hy gedragen heeft, zet zich er toe zyn
“3^
Fl. 'I -
00 F
|Sc:
ogenomen, g
r 12 fless
12
12
flesch.
•n
Met de werkstaking in de Belgische kolen-
mijnen is het niet zoo vlot gegaan als de
leiders verwacht hadden, maar dat neemt
niet, weg dat de beweging zich langzamer
hand uitbreidt.
De mynwerkersvereeniging in het bassin
van Charleroi had besloten om op 1 Mei te
staken terwijl de nationale bond eene on-
middellyke staking heeft afgekondigd. Mis
schien is de partijdiscipline niet sterk genoeg
geweest om de arbeiders in Charleroi aan
stonds te doen buigen voor het besluit van
het nationale bondsbestuur, want gisteren
was. de staking nog zeer zwak.
Doch de werklieden waren wellicht wat
overrompeld door het plotselinge besluit om
aanstonds te staken: de „Indépendance” ver
wachtte ten minste dat spoedig de werksta
king algemeen zou zijn.
En „Het Handelsblad van Antwerpen,”
dat den stakers zeer vijandig gezind is, kan
niet ontkennen dat de staking zich uitbreidt.
Uit Luik werd gisteren aan dat blad geseind
dat de beslissing van den nationalen>myi^.
werkersbond nog niet genoeg bekend os
maar dat de toestand verergert. En zeer
opmerkelijk is nog deze mededeeling, die er
by geseind werd, dat de socialistische leiders
de stakers vermanen om geen aanslagen te
beproeven op de vrijheid van arbeid. Wie
werken wil, mag niet daarin verhinderd
worden.
In het eerste telegram aan genoemd blad
werd het cijfer van 3000 stakers vermeld
voor Luik en omstreken, het getal dat
ook door Reuter is geseind. Maar een vol
gend telegram spreekt reeds van 4200.
Men moet niet vergeten dat de staking op
een Maandag is uitgebroken en dat, naar
bedoelde correspondent verzekert, elk jaar
om dezen tijd een kleine staking plaats heeft.
Men noemt die „la grève aux pétös” de
patatenstaking r- „omdat”, zoo verklaart de
correspondent, „de arbeiders dan pataten in
hunne hofkens planten.”
Intusschen is het ook hier weer: D’een
zijn brood is d’ander zijn dood. InDuitsch-
land heerscht een opgewekte stemming onder
de kolenindnstrieelen, daar men natuurlijk
voordeelen verwacht voor de Duitsche mijnen.
Het loonsverschil, waarover de staking
loopt is nogal groot. De werklieden vragen
20 pCt. verhooging en de patroons willen
maar 5 pCt. geven.
Onder leiding van den invloedrijken Frhr.
von Stumm hebben zich in het Saargebied
en in het Zuidwesten van Duitschland reeds
loopen.
»’tls duivclsch aardig de Salluces moralist,
zedemeester, ziekenoppasser allerlei goede za
ken tegelijk bij de hand. Ik vrees, dat ik nog
voor iets groots geboren ben. Morgenochtend
word ik misschien wakker met een onweerstaan
bare begeerte tot straatprediker en het geestelijk
opbouwen van straatjongens. Overmorgen ben
ik, wie weet zendeling bij de Chineezen en een
dag ziet me mogelijk nog als geestelijk vader bij
de Hottentotten of bij een of ander nieuw ont
dekt menschenras. De zaken kunnen al aardig
keeren in de wereld.
rofeisor
it krank-
ihUnjen,
utenfela,
KÊ
en jongt
na aan-
noo vor-
Verspreide Berichten.
nilKVFVS
De Fransche bladen gaan voort met het
geven van beschouwingen en opmerkingen
over de zaak Dreyfus en wat daarmede
samenhangt, van de laatste Premiers-Paris
halen wy hieraan
Cornély in de FigaroAllen die tegen
Dreyfus getuigden hebben een persoonlek of
corporatief belang hem te belasten, 't zy om
zichzelf te verdedigen, ’t zy om hun chefs te
verdedigen. Die tegen hem getuigden daaren
tegen hebben veel te lyden en er zyn voor
beelden te over van menschen, die te weten
zyn gekomen wat het kost, te zeggen wat
men denkt.
Het is b.v". zeer zeker, dat luitenant kolonel
Picquart zyn heden en zyn toekomst heeft
opgeofferd vqpr ’t geen by de waarheid
meende te zyn. En het verbaast my, dat er
in dit edelmoedig en intelligente Frankryk,
zooveel personen weigeren dit toe te geven.
Q. de Beaurbpaire in de Echo de Paris
Wil men uit eenvoudige nieuwsgierigheid
weten, wat het eerste stuk van het pleidooi
van Meester Picquart inhoudt? Hy wacht
er zich wel voor, te spreken van zyn vriend
en medewerker, Leblois, van wien Guenée
heeft medegedeeld, dat hy het bureau
den chef van den inlichtingendienst met
leege portefeuille1 binnentrad en ’t met
uit,Manila, meldende dat hy besloten heeft
onverwyld naar Manila terug te trekken,
mef prysgeven van de door de Amerikanen
bezatte stellingen, en de verklaring van den
generaal dat een leger van honderdduizend
man noodig zou zyn om de Filippijnen tot
rust te brengen, op het Amerikaansche pu
bliek grooten indruk gemaakt. Te meer
omdat het bekend is dat men de Ameri
kaansche vrijwilligers slechts met moeite in
Manila kan houdenzy wenschen onverwijld
naar het vaderland terug te keeren, be-
tyetende dat hun diensttijd afgeloopen is,
zoadat het onwettig is om ze in Manila te
latön. Zy vinden steeds meer verdedigers
van hun beweringen in Amerika zelf. Petti-
grflhv, republikeinsch senator van Zuid-Dakota,
heejft in dien geest aan Mac Kinley geschre
ven, en zelfs de populistische gouverneur
van den grootendeels presidentieel gezinden
staat Ohio heeft een boodschap van gelyke
strekking aan het wetgevend lichaam van
dien staat gezonden.
tot een protest tegen den aanleg van het
Middelland-kanaal aaneengeslotem, omdat
daardoor de industrie in het Roergebied,
zeggen zy, zeer boven hen bevoorrecht wordt
en deze de Oostduitsche markten, met name
Berlyn, tegen buitengewoon lage vrachtta
rieven kan bereiken. De protesteerende
industriëelen van het Zuidwesten willen zich
met die in Opper-Silezië vereenigen tot be
strijding van het graven van het kanaal.
Voor het geval de Landdag desniettegen
staande zijn goedkeuring hecht aan het wets
ontwerp, willen zy ten minste aanmerkelijk
verlaagde spoorwegtarieven naar Berlyn,
Oost-Duitschland en Antwerpen afdwingen.
Terwyl de reeds talrijke kanaaltegenstan-
ders zoodoende een aanmerkelijke verster
king hebben gekregen, tracht de National*
Zeitung in den vorm van een correspondentie
uit West-Duitschland de vrienden van het
kanaal te steunen door te betoogen dat het
Dortmund-Eems-kanaal zonder dat verder
het Ryn-Elbe-kanaal gegraven wordt, dus
zonder aansluiting, enkel een torso is, waar
door het Rijnsch-Westfaalsche steenkoolge-
bied veel beter met de Hollandsche dan met
de Duitsche zeehavens verbonden wordt.
Emden kan niet eens met het gunstiger ge
legen Delfzijl concurreeren, veel minder met
Amsterdam of zelfs met Rotterdam.
Tegen de laatste steden zouden slechts
de havens van de Beneden-Weser en de
Beneden-Elbe, dus Bremen en Hamburg, een
voldoend tegenwicht kunnen vormen. Werd
het’ Middelland-kanaal niet gebouwd, dan
zouden dus eigenlijk slechts de beide groote
Hollandsche zeehavens, naar de voorstelling
van de National-Zeitung, het voornaamste
voordeel hebben.
Tot dusver zyn, na een beraadslaging van
enkele dagen, de parlementaire kansen voor
het kanaal er niet op verbeterd.
Volgens de „Daily News” is men in Rus
sische regeeringskringen niet bijzonder in
genomen met de keus van sommige landen
wat hun afgevaardigden ter vredesconferen
tie aangaat Vooral de Duitsche gedelegeer
den schijnen geen personae gratae, en wan
neer wy onze lezers herinneren aan hetgeen
wy omtrent de beide Duitsche heeren baron
Von Stengel en professor Zorn hebben mede
gedeeld, zullen zy zich Ruslands ontevreden
heid over de tegenwoordigheid van twee
zulke anti-vredesmannen in het vredeshuis
in het Haagsche bosch kunnen begrypen.
Naar de .Times” uit New York verneemt,
hebben het telegram van generaal Lawton
I
De Salluces stond gereed (öp^Rft^géls woning
te verlaten en de zending^Mfc.Ky «b zich had
genomen ten uitvoer te stak een
sigaar aan en schonk zich öakrera-wijn
in, toen hij zich eensklaps den;®|SjM^-Acajou her
innerde
Hij nam een brandende kaars, verliet het ver
trek, waar de burggraaf in een ruststoel uitge
strekt lag, en begaf zich naar de kamer waar de
neger opgesloten was geworden.
Een vreemd gevoel bekroop den jongen graaf,
toen hij niets hoorde.
Het was dood stil De neger moest hem toch
hebben hooren naderen en verlangend zijn onge
makkelijke gevangenis te verlaten, en vreezende
vergeten te zullen worden, door een of ander ge
luid zijn aanwezigheid aangekondigd hebben.
Wordt vertirlgd)
17.0
Ik heb ook den moed niet, om dit huis, waarin
ik geen recht meer heb mij te begeven, voorbij
te gaan. Ik gevoel mij doodziek, doodelijk uit
geput.*
Welnu, dan gaan we binnen. Waarom ook
niet. Kom mee
Raphael, uitgeput van vermoeienis, van over
spanning, van bloedverlies, liet zich, eenmaal bin
nen, op een sofa neervallen.
Tot op dit oogenblik had de koortsachtige op
winding hem op de been gehouden thans was
die gemoedstoestand geweken, en liet hem uitge
put achter.
Het was hem, als begaf zijn bewustzijn hem.
Een vreemde duizeling beving hem. Tevergeefs
trachtte hij zich te verzetten.
Maar eindelijk gelukte het hem om op te staan,
maar hij wankelde en viel in de armen van zijn
vriend.
f Wat wilt ge toch houd u rustig, neem uw
gemak, ga slapen.*
»Neen, onmogelijk de hertogin. Zij moet
dadelijk alles weten.*
»En gij wilt in uw toestand u vervoegen aan
het hótel van den hertog Gij denkt er toch
zeker niet aan
»Maar, de hertogin, mijn vriend, help mijHoe
met Mathilde, hoe met de arme, afgemartelde en
onschuldige vrouw hoe met haar
»Dat heb ik u straks al gezegd.*
«O, maar dan duurt het mij zoolang, mij zoo
vreeselijk lang
«Ja, daar is weinig aan te doen. Als gij gaat,
dan duurt het nog een uur langer, eer zij alles
weet, dan wanneer ik over een uur vertrek.
Daarenboven stelt ge uw leven in gevaar.*
»Mijn leven O, Salluces, wat zal zij
doen al dien tijd
«Schreien, handen wringen, ongerust zijn, weet
ik het. Dat spreekt van zelf. Maar zij is gered,
heeft niets te vreezen, dat is het voornaamste
Hoe zoudt ge haar niet compromitteeren, door
een bezoek."
«Ge hebt gelijk, maar nochtans
«Stil, geen woord meer over dat. Gij begeeft
u te ruste. De rest zal ik wel schikken en in
orde brengen
«Als ik nadenk, wat ge dezen dag voor me
hebt gedaan, dan gevoel ik neiging om mij ge
heel aan u toe te vertrouwen."
«Daar zult ge dan zeer wijs aan doen. Wees
te duivel verstandig Ge zijt bleek als een doode,
kunt op uw beenen niet staan bijna voort,
naar bed, slapen.*
«Het is waar, ik lijd vreeselijk. Ik gevoel me
geheel machteloos.*
«Naar bed, vlug.* n
Telefoon Mo. 69
ADVERTENTIES worden geplaatst van
1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
1.01 IN II F. coivr
Telefoon No. 62.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Noimners V IJ F
chefs en kameraden van vroeger te belas
teren.
De generaals deBoisdeffre en Gonse, zijn
gelyken in graad, niemand spaart hy. Hy
daalt af tot het peil van Trarieux, om de
wet der verdachtmaking in ’t Fransche leger
in te voeren. Alleen onder allen moet hy
geloofd worden. En als hy te zynen
gunste een enkele militaire getuige öproept
is het de oud-luitonant-kolonel Cordier, een
déclassé zooals hy, geschrapt uit de rangen
van het leger, zooals hij’
Clemenceau in de „Aurore”: Het is door
offtciëele documenten bewezen, op last van
minister Delcassé medegedeeld, dat sedert
Nov. 1897 de regeering ingelicht werd, dat
de vervalschingen van Henry vervalschingen
waren.
Wy moeten weten waarom men den ver-
valscher niet heeft opgezocht en waarom
Billot en de Boisdeffre, hoewel gewaarschuwd,
tweemaal gebruik van deze vervalschingen
hebben gemaakt, om de gezworenen van de
Seine te bedriegen, daarna de Kamer en
eindelijk geheel Frankryk door de aanplak
biljetten. Het gebruik van vervalschingen
is by de wet strafbaar gesteld. De vraag is
te weten of er een wet voor de Boisdeffije
en Billot bestaat.”
Jaurès in de „Petite Républicque”Als het
valsch getuigenis van een Franschman de
veroordeeling van een onschuldige tengevolge
heeft, vloek dan over dozen Franschman als
het eerlyk getuigenis van een vreemdeling
een onschuldige helpt bevrijden, dan onzen
dank aan dien vreemdeling. Maar ik schaam
my zelfs voor dat woord vreemdeling; in
het naspeuren van het ware zyn alle op
rechte geesten van ’t zelfde vaderland, dat
der waarheid.
De „Siècle”: En du Paty? De schuld van
hem, Esterhazy, en mdll. Pays is thans door
de enquête van 't Hof van Cassatie aange
toond. Waarop wacht dan de procureur van
de republiek B’euilloley P Waarop wacht de
procurenr-generaal Bertrand, om een nieuwe
instructie tegen dit trio te openen.
Picquart verklaart verder, volgens de
publicatie van den Figaro”, boe hy, by het
verschijnen van het artikel in den „Éclair”, -
een onderzoek instelde waaruit bleek dat
het artikel geschreven was door een officier
van den generalen staf. Hy verhaalt voorts
dat hy een onderhoud had met generaal
Gonse, waarin deze, sprekende over de zaak-
Esterhazy, hem zeide: „Als gij niets zegt,
zal niemand iets te weten komen.” Picquart
antwoordde: „Wat gy daar zegt, is afsdhu-
welyk. Zulk een geheim zal ik niet medc-
nemen in myn graf”.
«Slapen, mijn vriend Slapen na al wat er
vandaag is gebeurd e
«Slapen of wakker liggen of droomen, doet er
niet toe naar bed."
«Als ge goed en wel in rust zijt, dan ga ik
heen en mijn boodschap doen Schrijf maar op
een stukje papierAlles in orde. Dat zal u
niet te veel vermoeien, en de hertogin heeft ge
noeg aan die drie woorden om gerustgesteld te
zijn."
«Hoeveel tijd zoudt ge noodig hebben voor uw
boodsohap.*
«Dat weet ik niet precies, maar ik beloof u,
u bij mijn terugkomst te wekken en verslag te
doen van mijn zending
«Gij belooft me dat
«Op mijn woord
«Dan haast ik mij, uw raad op te volgen, en
zal trachten in mijn ruststoel wat te slapen. Ik
hoop, dat het me goed zal doen, deze rust. Mor
gen sta ik voor een heel ander leven laat ik
er niet aan denken ik zou krankzinnig worden."
«Haast u nu maar hier, drink dit eerst,
’t zal je goed doen
De Salluces schonk eea glas madera-wijn in,
en bood het zijn vriend aan.
Eenmaal zich neergelegd hebbende, was hij bin
nen enkele minuten ingeslapen.
De Salluces beschouwde hem aandachtig, schudde
het hoofd en mompelde:
«Het is toch gemakkelijker iets goeds te doen
dan iets kwaads. Ook stemt het pleizieriger, naar
me voorkomt.»
Hij begon zacht het vertrek op en neer te
3
CD
s