tes
I
r.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Woensdag 10 Mei 1800.
BUWf
38ste Jaargang.
No. 7885.
iek.
Buitenlandse!! Overzicht
t
1
aar.
tt.
irow,
Cam.
o
k.
lijk
Z
S'
FEUILLETON.
AWIBAL BE VONDELING.
'i,
40.
g-scs:
KENNISGEVING.
Jdig-
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
CENTEN.
amaak.
Daily Chronicle” verneemt dat, hoe-
dat
ird.
plat,
klopi
per stuk.
n 10 halve
IMBOZEN,
jt gebrniks-
post wissel.
Vorige jaar
daarbuiten
;er. Vraag
boog rabat.
nXng
xto
M
GUIimiE lilt II I \T
Verspreide Berichten.
■•■IEYFUS
Gedenkschriften van een Gelukzoeker
OF
|7V<mf het Fransch.
uoorJW. NUTTERS.
relefoen Mo. Sf.
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers V IJ F
Aan het „Neue Wiener Tagblatt” wordt
uit Den Haag getelegrafeerd dat Zwitserland
op de vredes-conferentie de uitbreiding der
conventie van Genève zal voorstellen, en wel
in dien zin:
lo. dat de gewonden neutraal zullen worden
verklaard
2o. dat de vraag beslist zal worden of in
gevangenschap geraakte gewonden na hun
genezing als krijgsgevangenen moeten behan
deld worden of naar hun haardsteden zullen
worden teruggezonden
3o. dat de conventie op oorlogen ter zee
zal worden uitgebreid;
4o. dat beter dan thans de identiteit der
krijgsgevangenen, gesneuvelden en gewonden
zal worden vastgesteld;
5o. dat de kennis van de conventie van
Genève voor de soldaten verplicht zal wor
den gesteld;
6o. dat voor het afzoeken en het bescher-
een mooien slag,
landslievende zelfverloochening noodig gehad
heeft om in tegenwoordige omstandigheden
de leiding der buitenlandsche zaken op zich
te nemen. Steeds heeft hy gfta^tfleld in het
belang des vaderlands, dat ny net hoogst
stelt. Hij dankt de Kamer voor haar votum
van vertrouwen.
De woorden van Delcassé worden met
hartelyke en geestdriftige toejuichingen ont
vangen.
In een redevoering in de liberale City-
club heeft lord Rosebery duidelijk en onom
wonden zijn voornemen te kennen gegeven,
niet weder als leider der liberale party in
Engeland te willen optreden. De toespraak
van den man aan wien Gladstone de zorg
voor de liberale beginselen toevertrouwde,
heeft zeer veel opzien gewekt in Engeland.
Nadrukkelyk betoogde lord Rosebery daarin
de noodzakelijkheid van een hervorming der
liberale party. De oude geest van hetlibe-
ralisöie is in verval. Dat is niet alleen van
groot nadeel voor het land, maar ook voor
de Regeering. De geest van trotschheid op
het ryk, het opgeschroe.de patriotisme, dat
men Imperialisme noemt, en dat feitelyk
slechts Jingoïsme is, heeft beide partyen
aangegrepen en doortrekt alle onderdeden
van het Staatslichaam. Lord Rosebery meent,
dat de liberale party slechts nieuw leven
kan verkrygen, indien zy haar oudq begin
selen in overeenstemming weet te brengen
met den nieuwen geest. Op dit punt is Lord
Rosebery in volkomen tegenspraak met Sir
William Harcourt en John Morley, die van
het Imperialisme niets willen weten en het
oude liberalisme beginsel willen vrijhouden
van den nieuwen jingpïstischon geest.
i L
Kolonel Picquart heeft in de gevangenis
La Santé een memorandum, omvattende on
geveer 100 pagina’s, geschreven, dat hij voor
nemens is, aan de leden van do Kamer van
inbeschuldigingstelling te zenden, die de re
geling vari het rechtsgebied in zyn zaak moe
ten behandelen.
men der op het slagveld gewonden een spe
ciale veldgendarmerie zal worden opgericht;
7o. dal ter vermijding van besmetting de
ambulance op een behoorlijken afstand van
het slagveld zal worden opgericht
8o. dat de genootschappen van het Roode
Kruis officiéél zullen worden erkend en hun
personen en inrichtingen onschendbaar wor
den verklaard.
Dit alles is hoogst gewenscht, want let
men er op hoe de grootc mogendheden, met
Rusland aan het hoofd, zich haasten om vóór
het bijeenkomen der conferentie hun oorlogs-
toefustingen uit te breiden, en hoe Enge
land Transvaal met een oorlog bedreigt, dan
ziet men dat men al heel bly mag zyn als
het congres het over de vermindering van
de ijselijkheden des oorlogs eens wordt.
In de Fransche Kamer verklaart Dupuy,
in antwoord op een interpellatie van Berry,
dat er geen oneenigheid bestaat in den boe
zem van het kabinet. De Freycinet heeft
zijn ontslag genomen uitsluitend wegens de
vyandige houding van de Kamer verleden
Vrydag. Dupuy verklaart Monestier tot
minister van openbare werken te hebben
gekozen ondanks diens stem tegen de gele-
gênheidswet, omdat Monestier een goed repu
blikein en een bekwaam man is en de be
doelde wet geen richtsnoer is van republi-
keinsche politiek.
Lasies schryft het ontslag van de Freycinet
toe aan een geschil tusschen dezen en Del
cassé over het getuigenis voor de strafkamer
van majoor Cuignet, waartegen Delcassé in
een beleedigende brief aan de Freycinet zou
hebben geprotesteerd, terwyl deze Cuignet
zou hebben gedekt.
Dupuy weigert rich op het terrein der
Dreyfus-zaak te laten meesleepen. Ten slotte
past Deschanel de censuur op Lasies toe
wegens beleedigende woorden tegen Dupuy
en Delcassé. Met een meerderheid van on
geveer 350 stemmen neemt de Kamer de
eenvoudige orde van den dag aan.
Aan het eind der vergadering komt Del
cassé binnen. Hy verklaart'dat Dupuy de
K volle waarheid gezegd heeft en weerspreekt
in krachtige bewoordingen de beweringen
van Lasies. Hy zegt, dat hy al zyn vader-
Franibijk.
Zaterdagmorgen is in de bureaux van den
Veiligheidsdienst te Parys een 31-jarige man
gearresteerd, die den chef, Cochefert, te
spreken vroeg en in zyn mouw een geopend
mes verborgen had. De man, die opgaf
Francois te heeten, schijnt krankzinnig te
zyn.
188)
j Al die bankpapieren, ik zag daar schatten voor
me, een bankiersfortuin, mijn haren rezen te berge.
Ik begon te huiveren. Ik deed een eed om die
te stelen. Ik kauwde op mijn tong. Ik beet op
mijn lippen. Voor zoo iets brandt men een stad
plat, of ipoordt men een dorp uit. Ik kreeg hart-
kloppitógen. Ik hoorde suizingen in mijn ooren.”
Hoe goed begrijp ik dat!- zeide Tourniquet
met oogen glinsterende van hebzucht
•Ik zag ze herh tellen, er scheen geen eind aan
te komen. Altijd maar door. En hij zat als het
ware vïhk voor het glas van mijn kijker. Ik werd
half dol. Ik wilde mijn hand door den kijker
heensteken om te grijpen, ik kreeg een zouten
smaak in mijn mond, geeuwhonger naar wat ik
voor mij zag.*
•En ge bleeft zitten?" 4
•Nee staan
•Maar ge bleeft toch op de plaats waar ge
waart Hoe dwaas!*
•Gij vergeet, dat ik het heele tafeltje waarvoor
hij zat zien kon.*
>Nu des te beter.*
Het Katholieke C.omitê ter verdediging
van het recht heeft een schrijven aan George
Duruy gezonden, dat aldus eindigt„Uw
cursus is geschorst, mynheer; dc militaire
tucht is met uw cursus geschorst. Maar zoo
uw leerlingen er eenige lessen by verliezen,
voor geheel Frankrijk zal de groote les van
eerlijkheid en vaderlandsliefde piet verloren
gaan, die gij haar gegeven hebt.”
Hetzelfde comité' heeft tegelijkertijd don
motie aangenomen, waarin opnieuw wordt
aangedrongen op de invrijheidstelling van
Picquart.
De oud-minister Cavaignac heeft, by de
feesten ter herdenking van de bevryding van
Orleans door .Joanne d’Arc, te Romilly een
rede gehouden waarin hy veel ovpr de
Dreyfus-zaak gesproken heeft. Hy zeide o. m.,
sprekende over het bezoek van /Trarienx bij
den Italiaanschen gezant Tomielli
„Van dat ongehoorde bezoek terugkeerende,
een gesprek waarin het verraad dat Frankrijk
getroffen heeft, oen onderwerp van vriend
schappelijke ontboezemingen was geworden,
hebben dezelfde mannen die het woord falsaris
zonder onderscheid toepasseu op alle officieren
van den Franschen generalcn staf, ons als
een evangelic-woord, dat men noch betwijfelt
noch onderzoekt, de duistere en tegenstrijdige
verklaringen willen voorleggen van den yeem-
deling. En dezelfde mannen die eiken dag
de witte pluimen van de Fransche generaals
door het slyk halen, welke somtijds op hot
slagveld, zoowel in de ure van het succes
als in do ure van'de nederlaag, met hqt
bloed van eenige goede Franschen besproeid
zyn; diezelfdepnannon.die de witte pluimen
van de generaals door het slyk halen, hebben
de vermetelheid gehad om als een teuken
waarom alle Franschen zich hebben te
scharen, die \ndcre witte pluim op te steken
die waait boven de borduursels en de drog
redenen van do buitenlandsche diplomatie.”
De „Figaro” die dat „verbazingwekkende
pathos” aan Havas ontleent, voegt er by dat
Cavaignac ook' gezegd hooft dat, dank zy
hem „de bestraffing der schuldigen niet met
onzekere en zwakke hand geschied is”, en
ook hut syndicaat is, zoo waar, niet vergeten.
Aan het station, by zfin komst te Romilly
is Cavaignac toogejuicht, maar ook uitge
floten.
En die is
Waarom komt ge met zulk een zaak bij een
vreemde Waarom niet zoekt ge een vriend op
waarmee ge al eerder hebt gewerkt
•Gij hebt een goed inzicht in zaken. Ik stem
toe. het lijkt vreemd. Maar, ik zal u die omstan
digheid ophelderen.»
Daarmee zoudt ge In ij een groot genoegen
doen, vriend Carillon
Het spreekt van zelf, dat ik er de voorkeur
aan zou gegeyen hebben een oud vriend, waarmee
ik al eerder gewerkt heb, in den arm te nemen.
Maar onze goede procureur des koningsheeft juist
een kolossale opruiming gehouden
Hoe dat?’’
1 »O, als ik er aan denk, dan spuw ik vuur.
Gisteren is een heele bende dieven of een heele
dievenbende opgepakt, meldden de kranten van
daag. En ofschoon de kranten doorgaans liegen
en zij liever liegen dan dc waarheid zeggen, had
den ze het vandaag precies op het rechte eind.
Al mijn kameraden, de beste tenminste, waren
opgepakt, Rossigna!, Pas-de-Loup, Faille-de-Fer,
RMllias allemaal in de doos. De anderen
hi™en zich verscholen, waren gevlucht, of durf
den niets aan En. om op u te komen, ik kende
u bij reputatie, gij heht *en goeden naam onder
ons
K .Waarlijk?”
>Ik heb met Fil-en-Quatre gewerkt, heb ik je
Uimmers gezegd. Het is dus, zoo ge ziet, vrij een-
I voudig. Maar, vertrouwt ge de zaak niet, n’en
I parlons plus, spreken we er niet meer van.
I (Wordt vervolgd.)
«fö C
«2 CS
n. l e
r» g.
nomen, g
Telefoon No.
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer
Centen Groote letters worden berekend
naar' plaatsruimte.
2 flesa
each.
De „Daily Chronicle” verneemt dat, hoe
wel de telegrammen van Chaïnberlain aan
de Transvaal geen ultimatum of bedreiging
bevatten, die telegrammen niettemin intran
sigent zyn van toon en van aard. Er is
een besliste aanwijzing dat de Regeering
voornemens is om de Transvaal tot een
schikking te noodzaken en dat zy daarby
zelfs eenige kans op oorlog wil loopon.
Aan de „Moming-Post” wordt van gister
uit Johannesburg geseind dat volgens het al--
gemeene oordeel een crisis op handen is. De
gezinnen van sommige voorname personen
maken zich gereed om de plaats te verlaten.
Alle Boeren zyn gewaarschuwd om zich gereed
te houden voor ernstige gebeurtenissen.
De Uitvoerende Raad te Pretoria heeft
zich gisteren met buitenlandsche zaken bezig
gehouden, ’s Middags vergaderden op ver
zoek van den President de beide Volksraden
met gesloten deurende leden van den Uit
voerenden Raad waren aanwezig.
In het Lagerhuis zegt Chamberlain, d»t
de dyqamiet-concessio in stryd is met artikel
14 van de Londensche Conventie van 1884
met de Zuid-Afrikaansche Republiek.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
HINDER KUNNEN VEROORZAKEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
GOUDA j
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet
Brengen ter algemeene kennis, dat op de Se
cretarie ter visie is gelegd een verzoek met bijlagen
van M. Dekker om vergunning tot het oprichten
eener suikerballenbakkerij in het perceel gelegen
aan den Raam Wijk O No 25, Kadastraal bekend
Sectie D No. 1699
Dat op Dinsdag 23 Mei 1899, ^es namiddags
ten i’/« ure, op het Raadhuis gelegenheid is om
bezwaren tegen de gevraagde vergunning in te
brengen en dat gedurende «drie dagen* vóór dien
dag op de Secretarie dér Gemeente van de ter
zake ingekomen schrifturen kan worden kennis
genomen.
Gouda, den 9 Mei 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
R. L. MARTENS.
De Secretaris,
BROUWER
•Ja, om te blijven waar ik was. Want ik zag
naast het koffertje twee revolvers-liggen Maar
laat me verder gaan. Toen hij alles geteld bad,
deed hij alles weer in zijn koffer en zette die op
den grond, zonder op te staan. Toen kwam de
wensch bij mij op om in een of ander beest dat
door den grond heen kon kruipen veranderd te
worden. Dan ware ik plat op den grond gevallen,
had mijn hoofd in de modder gestoken, twee voet
diep onder de oppervlakte, was doorgekropen tot
onder het tafeltje tot met mijn hoofd tegen de
vloer van de kamer Dan had ik een gat in die
vloer gekrabbeld, of gebeten of gestoken, of ik
had de fundamenten van elkaar gerukt, oat het
huis in elkaar zou zijn getuimeld, al had ik ge
weten dat het mij verpletteren zou. Sterven voor
een koffer met bankpapier is de heerlijkste dood
Begraven te zijn onder geld zou een engel doen
schuimbekken van afgunst. Maar, ik was geen
beest en ik kroop dus niet den grond in, maar
bleef kijken.
Eindelijk stond de baron op Hij had wel een
kwartier met het hoofd op de tafel gelegen, zeker
om de plaats te kussen, waar al dat geld gelegen
had. Maar, eindelijk stond hij dan op, bukte zich,
en verdween in het donker waar ik met mijn
kijker niet kon doordringen. Toen verscheen hij
te gauw weer aan het venster om den tijd te
hebben gehad naar den zolder te gaan. Hij be
waart het, dacht ik, in die kamer Verder zag ik,
dat hy. een sleutel voor zich op tafel legde, waar
mee zijn vingers onbewust speelden.
Verder heb ik niets meer gezien, wat de moeite
van ’t vertellen waard is.
Nu vraag if u„ -père Tourniquet, begrijpt ge
waarom ik u heb opgezocht
•Ja en neen.’
•Hoe nu, ja en neen,* zeide Carillon, tduide-
lijker spreken, ouwe jongen.*
•Het is duidelijk
•Laat dan hooren
•Gij zijt in de gelegenheid
een prachtigen slag te doen
•Dat is waar.-
•Een zooals niet alle dagen voorkomt, een zeld-
zamen slag.*
•Ik stem het toe
Daarbij hebt ge de ontdekking geheel alleen
gedaan, geheel alleen.*
•Ge hebt gelijk.»
•De slag is, behalve eenig, 'daarenboven vol
strekt niet moeilijk uit te voeren.»
•Zoo komt ’t mij ook voor.»
•Ik zie dus de zaak goed in, daar ge mij alles
toestemt
•Heel goed.<
•Kijk dan eens hier. Is het niet veel voordee-
liger iets wa't makkelijk is geheel alleen te doen,
Jan er zonder noodzaak anderen in te mengen
•Waar duivel wilt ge heen
•Gij zijt alleen bij machte om dien enormen
slag te doen waarom komt ge dan bij mij
en vertelt mij alles En dat is nog allemaal be-
8 Er zijn twee mannen die den koffer verdedigen
twee dus noodig om aan te vallen, zult ge
kunnen antwoorden. Maar ik heb een vraag van
meer gewicht.
8