g
i I
u.1
I
Mewws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
1
Donderdag 11
No. 7885.
I
IEUW!
I
•A.
elijk
Buitenlandse!) Overzicht
z
I
I
erd.
tar.
;en.
Nleluilbe),
van
Itieteniciers.
am.
N,
g 49.
t.
NMMfr
FEUILLETON.
ANNIBAL DEVONDEHNG.
38ste Jaargang.
en Vrydag 12 Mei 1899.
I
Insending van Advertentiën tut 1 uur des midd.
[1
at.
M9
B
r wedt
IAN 4 Z«.
i
xfs
t per «tuk
Uithoofde van deo Hemelvaartsdag
verschijnt de GOODSCHE COURANT
morgen nlet.
loodig
k).
•rdrtehi
Bee1 cop.
eater.
^addtfuneeti.
xUgravtn.
erk a d.lJtul.
1
Gedenkschrltten van ecu Gelukioeker
Naur het Fransch.
door W. NUTTERS.
in hun brein
begeerte tot
t ae oogen^
Verspreide Berichten.
iIRBYFVS
Woensdag zal in de Salie dn Grand Grient,
in de me Cadet te Parus, een groote be
longing tot invrijheidstelling van Picquart
J~- 1-J
zame omwenteling ophanden, waardoor in
menging van Engeland overbodig heet. In
de laatste geheime zitting van den Volks
raad is er, zoo zegt men, een lang telegram
van dr. Leyds voorgelezen, dat tot een leven
dige discussie voerde.
Men seint uit Kaapstad aan de Daily
Mail, dat men zich aan de Kaap en in Natal
om Transvaal ongerust maakt. De Bonds-
partjj stelt voor een deputatie naar den
Kaapwhen eerste-minister te zenden om hem
te verzoeken, naar Pretoria te gaan ten
einde president Kruger over te halen de
noodige hervormingen in te voeren.
Felefwa No. M.
De Uitgave dezer Courant'geschiedt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nummers VIJF CENTEN.
Het Fransche Hof van Cassatie stelde den
29en Mei vast voor den aanvang der open
bare behandeling van de Dreyfus-revisie.
Men gelooft dat de debatten vier dagen in
beslag zullen nemen.
V
De hoop dat de Belgische werkstaking
van de mijnwerkers spoedig uit zou zyn, is
niet verwezenlijkt. Op het oogenblik dat de
ijver voor het werkstaken, die dezen keer
eigenlijk nergens groot was en bij het publiek
ook niet de minste aanwakkering vond, ge
heel en al dreigde te verflauwen, heeft de
Nationale Mjjnwerkersbond een manifest ver
spreid, onderteekend Maroille en Cavrot
(kamerleden), dat ten doel had dien ijver
weer op te wekken. De Indépendance komt
in een hoofdartikel met verontwaardiging
op tegen de scheeve voorstellingen van dat
manifest, dat zij eon laagheid en een onzin
nig stuk noemt. Zij toont dat aan, door bij
voorbeeld deze zinnen aan te halen
„In 1896* bedroeg de winst van alle steen
koolmijnen fr. 10.897,000; in 1897 steeg ze
tot fr. 19,556,750, dus een vermeerdering
met 70.3 percent, terwijl er bovendien nog
in 1897 tien schachten minder waren.
„De loonen stegen van fr. 110,740,000, in
1896, tot fr. 116,999,770, in 1897, een ver
meerdering dus van fr. 6,258,800, dat is
maar 5.35 percent.
„70.3 percent meer winst.
„5.35 percerft meer loon.”
De Indépendance zegt te recht dat men
heel anders moet rekenen, nl.
De winst is in 1897, vergeleken met de
winst van 1896, gestegen met fr. 8,659,750.
De loonen zijn gestegen met fr. 6,258,870,
dus het resultaat van de exploitatie is een ver
meerdering van fr. 8,659,750 4- fr. 6,258,870
fr. 14,918,620. Daarvan heeft het kapitaal
gekregen 58 percent, en de arbeiders 41 per
cent, dus wel een beetje anders dan de uit
vaardigen van het manifest betoogen.
Het is zeer te betreuren, zegt het blad,
dat de leiders op zoo’n manier meehuilen
met de wolven en de onwetenden aanmoedigen
door hun onjuiste voorstellingen te geven.
Intusschen heeft het manifest de uitwer
king gehad dat de werkstaking vrijwel op
dezelfde hoogte blijft.
instaat tot verschrikkelijke dingen
kwamen plannen op ter vernieling, 1
het aanrichten van onheil, vuur in
vlammen in het hart, koorts in de aderen
Op de boulevard d’Enfer dwaalde een jonkman
rond. Hij scheen voornemens Parijs te verlaten
want steeds verwijderde hij zich van de Cen
trums, steeds ging hij door, naar buiten, waar do
nacht tastloos was, waar de windvlagen ongestoord,
door niets weerstaan vrijelijk rondgierdcn over de
vlakte.
Deze jonge man scheen het bezwijken nabij.
Zijn pas was onzeker, wankelend.v Hij strompelde
voort, het hoofd voorover, rillende van koude,
klappertandende, de oogen half gesloten, als een
die doodelijk vermoeid is
Op zijn fijngevormd gelaat zetelde de wanhoop,
gevoellooze wanhoop
Zijn gewaad deed de uiterste graad van armoede,
van gebrek onderstellen.
De jas, dip hij droeg, verkleurd en aan flarden,
was tot aan de kin dicht geknoopt, of gespeld,
waar de knoopen ontbraken' En wat van die jas,
dia t<|t de knieën hing, het allerakeligste was, wat
het. faeest medelijden opwekte en deernis deed
gevoelen vóór dengene die ze droeg, dat was de
fijnheid der stol, de elegantie van de coupeblijk
baar had,, dezê ongelukkige betere dagen gekend,
nog niet zoo heel ver in net verleden.
Het was de burggraaf Raphael.
Vreeselijk was zijn toestand
(WertÜ verv^d.)
De kabinets-crisis in Italië is nog niet
geëindigd Generaal Pelloux heeft van den
koning de opdracht ontvangen een nieuw
ministerie te vormen. Hy heeft daarop met
verschillende Italiaansche Staatslieden be
sprekingen gehad, o. a. met Sidney Sonnino
en met den markies Visconti-Venosta. Maar
tot nog toe schjjnen die besprekingen nog
niet tot een resultaat te hebben geleid.
Generaal Pelloux ziet zeer goed in, dat zyn
nieuwe kabinet slechts voor eenigen tyd het
hoofd boven water kan houden, als hy de
oppositie-partyen en voornamelijk de groep-
Crispi daarin niet opneemt. De besprekingen
met Visconti-Venosta hebben voornamelijk de
Oost-Aziatische politiek gegoldenthans de
aanspraken in China opgeven zou Pelloux
noodlottig achten. Temeer daar Engeland
die aanspraken krachtig schijnt te willen
steunen. Hy wil daarom de oppositie over
halen de bezwaren daartegen te laten varen.
De afgetreden minister van buitenlandsche
zaken, admiraal Caneva?o, heeft aan een
berichtgever van de „Tribuna” eenige mede-
deelingen gedaan over de Sanmoenbaai. De
admiraal is voornemens, als lid van den
Senaat, in dit staatslichaam de mededeelingen
te doen, die het land moet weten, in het
belang der waarheid. De admiraal gelooft,
dat de Sanmoen-baai op vredelievende wyze
zal worden verkregen en dan zal Italië in
het beiit zyn van een concessie, waarvan
het voor zyn vloot en zyn handel groote
voordeelen zal kunnen trekken. Op het
oogenblik, zeide de de admiraal rust de zaak
doch zoodra de nieuwe Italiaansche gezant
te Peking is aangekomen, zal het nieuwe
kabinet moeten weten, op welke wyze het
de zaak weder aan de orde wil stellen.
Er worden in Engeland en Schotland bij
eenkomsten georganiseerd om de publieke
opinie tegen Transvaal te bewerken. Heden
zal er te Glasgow een vergadering gehouden
worden van Schotten om sympathie te be
tuigen met hun landgenooten in Transvaal
en vertrouwen in het beleid van Sir A.
Milner. Parlementsleden doen aan de be
weging mede.
Het gezantschap ker Zuid-Afrikaansche
Republiek spreekt het gerucKt tegen, als zou
de Engelsche regeertng aan de regeering
der Republiek een ultimatuihhebben gezonden.
Ook deelt het gezantschap aan Hava’s Agent
schap het adres, door 9000 uitlanders, in
protest tegen het bezwaarschrift van de
21,000, aan de regeering der Republiek ge
richt mede.
Volgens de Londensche telegrammen uit
Pretoria is er in Transvaal een groote vreed-
ter over de wereldstad.
Ieder huis /an de eindelooze rijen van huizen
was een vesting, vanwaar uit de vijanden van
koude, den kouden vijand bestreden, bestookten.
En vervoerd over al die pogingen, verbitterd
over zijn inpopulariteit, waarde hij rond de win
tervorst, wraakgierig, hunkerende naar vernieling.
Zijn getrouwe onderdaan, de noordenwind,
huilde hoog in de lucht, en gierde door de stra
ten, wierp lawinen »an sneeuw omhoog, joeg de
dantende vlokken op hoeken van straten tot heu
velen op, of blies ze de voorbijgangers in het
blauwe aangezicht, dat ze bedwelmd en verblind
wankelend stilhielden en zich omkeerden om adem
te scheppen en gierde rond huilend'als een ondier,
schoorsteenen en torens schuddende.
werd het sneeuwkleed, dat de reu-
-dikker.
In de hoofdstraten en op de boulevards reden
de rijtuigen langzaam, het geluid der wielen ging
door de sneeuwlaag verloren. De paarden droegen
bellen. Het was een vreemd gezicht, op drukke
punten van verkeer, die lange rijen van achter
elkaar volgende rijtuigen, zich langzaam voortbe
wegende, allen rinkelende in de maat van het op
en neergaan der pooten van de paardenwit be
sneeuwd, met in elkaar gedoken, met een witte
laag bepoeierde gedaanten op den bok.
Overal waar de paarden hoeken om te slaan
hadden, gleden zij uit en overal waar de paar
den uitgleden vloekten de koetsiers en lachten
''de voorbijgangers, wat de koetsiers nog meer
verbitterde en nog harder, of liever sneller deed
vloeken.
worden gehouden.
De Fransche minister-president Dupuy
loochent formeel ooit met Esterhuzy en nuf.
Cabanes betrekkingen te hebben aangeknoopt
door bemiddeling van Laguerre. Hy verklaart
dat de Fransche telegraaf-administrate geen
telegram van 2 Mei jl. van Esterhazy aan
mr. Cabanes ontvangen heeft en dat dit dus
niet, Koals Cabanes beweert, onderschept is
kunnen worden.
De „Matin” bevat een interview met Va
lentine E., de vroegere maitresse van Lemer-
cier-Picard. Zy vertelde, dat Picard zich
onder allerlei namen verborg, omdat machtige
lieden, van de hoogen, z|jn dood wilden.
Picard was van goede familie, maar door
verkwisting arm geworden. Door de geheime
afdeeling van het ministerie van binnenlandsche
zaken werd hy met zendingen naar België,
Nederland en Rusland belast.
Op den dag van Lemercier-Picard’s dood
bevond zy zieb met hem in het Hötel de la
Manche in de rue de Sèvres tot drie uur, en
om vier uur werd hy dood gevonden. Hun
onderhoud werd plotseling gestoord door een
bezoek. Valentine verborg zich. Zy hoorde-
een gedeelte van het gesprek. De bezoeker
dreigde Picard in het verderf te zullen storten,
„als je over ons spreekt voor den rechter
Er volgden toen hooge woorden en een gevecht.
Picard kreunde, en antwoordde„Ik zal
zeggen, dat ik de vervalschingen begaan heb.
Vergiffenis! Laat me los! Ik heb gesproken,
omdat myn chefs het me bevolen hadden.”
De bezoeker antwoordde: „Door jouw schuld
zitten wjj er nu leelyk in. Ik bad je laatst
moeten dooden.” Daarop begon de bezoeker
En steeds loeide de storm, en wierp zich als
razend in de straten, deed de vensterruiten rinke
len, de stevige huizen schudden, de bouwvallige
wankelen, doofde de lantarens uit, rukte dakpan
nen los en verpletterde ze op de met sneeuw be
dekte steenen der straten, huilde als een mensch
getroffen werd, en huilde met meer woede als dat
niet het geval was
Uit de restaurants en de cafó’s klonken overal
gedruisch van vroolijkheiduit de kroegen en
herbergen van minderen rang weergalmden onzin
nige dronkemansliederen, gemengd met onstuimige
lachbuien, onaangenaam voor het gehoor, stuitend,
de lach zonder vroolijkheid.
Slechts weinig wandelaars bewogen zich voort
langs de straten. Alles zocht gezelligheid. Aan
den haard schikte men zich nauwer bij elkaar en
drukte elkaar de hand en zag elkaar in de oogen,
dankbaar dat men niet alleen was, niet alleen te
midden der natuur in haar razernij, en men ze
gende de liefde en de vriendschap, en elke nei
ging, die de menschen elkaar doet opzoeken en
wie een vriend verloren had. betreurde dat; en
wie een liefderijk hart leed had aangedaan, ge
voelde een onbeschrijfelijke wroeging en was bereid
alles te doen om zijn vergrijp tegen het edelste
in den mensch te herstellen. Teederheid kwam
in de harten der zachtmoedigen onderwiji de ele
menten hun vernielenden krijg voerden.
Maar de harten, waarin de hartstocht gewoon
was den schepter oppermachtig te zwaaien, ge
voelden zich meegesleept door de woede van den
storm en doof de duisternis en kregen lust te
deelen in de razernij der natuur; gevoelden zich
188)
Het staat aan u mijn voorstel om mij behulp
zaam te zijn aan te nemen of niet. Laat maar
hooren, ja of neen
Tourniquet scheen te aarzelen en wendde zich
om voorlichting tot zijn oppersten raadgever
de brandewijnflesch. Na deze een weinig geraad- £n gedurig
pleegd te hebben, zeide hijzenstad dekte.
»Het is ja, ik stem toe, ik neem het aan de
hand er op
»A la bonne heure, riep Carillon, ik zie dat
ge een kerel zijt, en dat Fil-en-Quatre me niets»
te veel heeft gezegd."
En hij drukte de hand van zijn bondgenoot op
krachtige wijze.
»En nu,- nu de zaak l>eklonken is, laat ons nu
eens kijken hoe ze het best aan te pakken is.”
HOOFDSTUK III.
DE BARRIERS D’ENFER.
Het is avond.
Een wit laken lag over Parijs uitgespreid.
De tyranieke wintermonarch zwaaide zyn schep-
I.HIIkSIIIL 101 Hi\T.
ih een vreemde taal te sproken. Picard ant
woordde in het Fransch„Ik sal het eerste
stuk dadelyk schrijvenhot andere is in een
paar uur klaar. U weet wol wie my de val-
scho stukken besteld heeft.”
Toen de bezoeker weg was vond Valentino
Picard bleek en ontdaan, de sporen van ge
weld aan den hals. Hjj zeide„Ze willen me
dooden, de ellendelingen.” Hy zond daarop
Valentine weg. En door do bladen vernam
zy zyn dood. Valentine is overtuigd, dat de
bezoeker teruggekomen is om Picard te dooden.
De Italiaansche Tribuna bevat een aantal
mededeelingen, verband houdende met de
Dreyfus-zaak. Het blad verklaart stellig,
dat hot telegram van Panizzardi, over welks
tekst Palêologue en generaal Chamoin voor
hut Hof van cassatie hot oneens waren, echt
is en dat du tekst van hot ministerie van
buitenlandsche zaken te Parjjs gelijkluidend
is. aan die van het Italiaansche ministerie
van oorlog. Graaf Tornielli heeft dien tekst
(zooals Trarieux en Palêologue ook verklaard
hebben) later aan de Fransche regeering ter
hand gesteld met het antwoord van generaal
Maradli, waaruit blijkt dat de Italiaansche
regeering nooit op eenigerlei wys tot Dreyfus
in betrekking heeft gestaan.
Het volgende is belangrykor„Het bor
derel, zegt do Tribuna, ^verd door Esterhazy
aan den concierge van de Duitsche ambas
sade uigegevenduze stelde het, niet ver
scheurd, aan Henry ter hand. Al de in het
borderel genoemde stukken, eveneens door
Esterhazy op het doorschijnende papier ge
schreven, kwamen den volgenden dag in
handen van Hchwartzkoppen, maar het bor
derel ontving deze nooit.
Het petit-blou, inderdaad aan Esterhazy
geadresseerd, was door Schwartzkoppen aan
iemand gedicteerd, „wiens naam binnenkort
bekend zal wordenmen zal dan verrassin
gen ondervinden, waarvan men zich nu nog
geen voorstelling kan maken.”
Frankrijk.
Ollivier, de redacteur der Lanterne, op
wiens leven in den vorigen zomer door de
echtgerioote van den afgevaardigde Paulmier
met een revolver een aanslag werd gedaan, is
nog steeds lijdende aan de by' die gelegenheid
bekomen verwondingen. Een Engelschen le
vensverzekeringmaatschappij, b(j wie Ollivier
verzekerd was, is nu een proces om schade
vergoeding begonnen tegen mevrouw Paui-
mier, omdat zy de oorzaak is geweest, dat
Ollivier’s kansen om dood te gaan, grooter
zijn, dan toen hy in volle gezondheid door
de maatschappij verzekerd werd.
Telrfo.a SI».
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer
U> Centen Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.