i sr Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, -f# ft O" ft Maandag 29 Mei 1899. No. 7898. 38ste Jaargang* Bultenlandsch Overzicht. LT. 2 «V jbaar. - 8 Sb’ 'genomen. ■Bron, rdam. FEUILLETON. at. CENTEN. zitter de vergadering sluit. ’"*3 id d«r Hip. dinUon «I i en*. «u. e fabricatie bruiker v«n m; mie national Dit No. bestaat uit Twee Bladen. EERSTE BLAD. :ening oodo ers. >ordre«At. 3, Boiïoop. ewater. Waddinjtveeti. lodyraven. kerk a dJJuel. van llaOeveninaers. MHINHE COURANT allerlei jongen ■Ij' Telefoin Ko. M. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijA per drie maanden is f 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers V IJ F r 12 fles» 12 12 Beach. 5 Fl. I 5 Telefoon No. Mt ADVERTENTIEN worden geplaatst van 1—5 regels 50 Centen; iedere regel meer 19 Centen Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. nationaal-politieke eischen der Duitsche partijen doet vanzelf naar eenig verband zoeken tusschen deze twee feiten. Aan de New-York Herald wordt geseind, volgens officieele meedeeling van Dr. den voorzitter der Amerikaansche commissie voor de Philippynen de onderhan- delingen met -de Filipinos gesloten zyn en de afgezanten der Tegalen naar het hoofdkwar tier van Aguinaldo zyn teruggekeerd, zonder dat een bevredigend resultaat van de onder- handelingen verkregen is. De dokwerkers zouden hun voorbeeld volgen. Toen keizer Wilhelm Woensdag in de Thiergarten reed, werd do koeUier varfeen huurrijtuig van zyn bok geworpkn, doordien zijn paard op hol sloeg. De keizer, die’t onge luk zag, liet dadelijk zyn rijtuig stilhouden, begaf zich naar den man, informeerde naar diens toestand on verzocht hem opgave te willen doen van do materieele schade. Het eigenaardige van hot geval is, dat de keizer den gevallen koetsier oprichtte tegelijk met een redacteur van de Vorwfttts, die op zyn fiets kwam aanrijden. Naar de redactie van de Vorwlirts lakoniek mededeelt, is haar me dewerker, met wien Z. M. zich btf de hulp verlening aan don koetsier onderhield, „helaas reeds eenmaal wegens majesteitsbeleediging gestraft Mevrouw Engelen-Sewing, koninkl. hof- operazangeres te Hannover, zal van 3 tot 23 Juni hare medewerking verleenon als „Koningin van den Nacht” in Mozart’s „Zau- berflöte,” by de opvoeringen, welke van dit werk in Berlyn, in het Theater des Westens, zullen worden gegeven. Voorloopig is slechts een 10-malig optreden bepaald, doch het zal van mevr. Engelen afhangen, of zy zich voor meerdere avonden wil verbinden, om alsdan ook in „Traviata,” „Lustigen Weiber,” „Bar bier von Sevilla0 en andere werken op te treden. Naar de Temps mededeelt, was het rap port van den raadsheer Ballot-Beaupré Woensdagavond nog niet geheel gereed. Er ontbraken nog een dertigtal pagina’s maar de voltooide gedeelten ervan waren succes sievelijk aan den procureur-generaal Manau medegedeeld. Hetzelfde blad deelt mede, dat de zittin gen van het revisie-geding waarschijnlijk de heele volgende week in beslag zullen nemen. Anderhalve zitting zou noodig zyn voor de lezing van het rapport, evenveel voor het requisitoir en voor het pleidooi. Het Hof zou dan den Vrijdag en Zaterdag gebruiken om in raadkamer te beraadslagen en het arrest op te stellen, dat Zaterdag 3 Juni in het openbaar zou worden uitgesproken. De Kroonraad te Weenen gehouden onder het voorzitterschap van keizer Frans Joseph zelf en bijgewoond door de Oostenryksche en Hongaarsche ministers heeft niet tot een resultaat heeft geleid; de „Ausgleich” tus schen de beide groote deelen der aartsver- deelde monarchie is nog niet getroffen. En het gevolg zal wel zyn dat graaf Thun zal aftreden. Dat de Oostenryksche ministers heengaan en niet de Hongaarsche vindt zyn grond daarin dat Koloman Szell er in geslaagd is het Hongaarsche parlementaire voertuig, dat baron Banffy zoo netjes in het moeras had gereden, weer in het rechte spoor te brengen. De Hongaarsche ministers hebben ten minste een parlement achter zich, waar mede te werken valt; de Oostenryksche re- geeren nog altyd krachtens de beruchte 14 van de Grondwet zeker geen aanbeveling. Intusschen, wanneer graaf Thun heen gaat moet hy vervangen worden. En wie zal, niet bereid gevonden worden een tyd- lang minister te spelen, maar in staat zyn de zaken in Oostenrijk weer op gang te brengen? Daarvoor moet de opvolger van graaf Thun eerst de parlementaire crisis, die de oorzaak is van de moeilijkheden over den „Ausgleich”, oplossen en om dit gedaan te krijgen zullen de taalverordeningen moe ten worden gewijzigd, thans zeker, nu de Duitsche partijen door hun vereeniging nog sterker staan, dan te voren. Dat de tegen woordige crisis ontstaan is, zoo spoedig na de openbaarmaking van de gezamenlijke Gedenkschriften van een Gelnkioeker ANNIBAL DE° VONDELING. Naar het Fransch. door W. NUTTERS. John Morley hield eene rede te Lydney in Glostershire. Hij noemde de bewering alsof Home Rule in 1886 de scheuring in de liberale partij verwekte een grove dwa ling, want andere partygeschillen waren voorafgegaan. Spreker was geenszins een tegenstander van een gezond imperialistae, maar het ongezonde imperialisme, dat zyn uiting vindt in het slachten van inboorlingen ten einde hun land te vermeesteren, gepaard met schanddaden gelijk de ontwijding van des mahdi’s graf te Omdoerman, zoodanig imperialisme noemde Morley zelfvernederend en zelfontzenuwend. De Transvaalsche kwestie behandelende, veroordeelde Morley den laatdunkenden en bloeddorstigen onzin van sommige Engelsche invloedrijke organen in verband met een ul timatum en een oorlog met de Boeren. Spre ker had goede hoop op Sir A. Milner’s en president Kruger’s ontmoeting, maar zal de conferentie slagen dan zyn wederzydsche concessiën noodig. Het Britsche volk zou Sir A. Milner’s houding naderhand veroor- deelen, wanneer het blijkt dat hij naar Bloem fontein ging met den last om alles van een- zydig Engelsch standpunt te behandelen en niet af te wykcn van eigenmachtig vastge stelde voorwaarden en van een willekeurige Engelsche lezing van de stukken zonder een andere lezing toe te laten. Eindelijk sprak Morley hoopvol over de vredesconferentie met eenige vleiende woor den over Nederland als grondlegger van de t hedendaagsche volksvrijheden in Europa. In de Italiaansche Kamer voert Crispi het woord over een persoonlijk feit. Hy zegt dat hy in 1882 geen plan had om Massaua te nemen. Wat betreft de nederlaag van het Italiaansche leger bij Adoea en elders, zegt hy dat generaal Baratierie niet gewacht heeft op de versterkingen die men hem zond. „En toen overkwam hem wat u be kend is.” Heftige uitroepen en geschreeuw begroeten die woorden, zoodat de voorzitter de vergadering moet schorsen. Na de her opening gaat Crispi voort en verklaart dat zyn kabinet niet verantwoordelijk is voor het gedrag van Baratierie. De socialist Ferri zegt dat de Italiaansche soldaten in Afrika blijken van moed gaven, maar een generaal nam de vlucht. De voor zitter verzoekt den spreker die woorden in te trekken. Ferri, weigert, waarop de voor- Belqié. By het afsteken van vuurwerk te Krui- pendaerde iïabjj Roulers, is een zak met kruit ontploft, waardoor twee jongens doo- delyk, vier andere zwaar gewond werden. Spanje. De beroemde republikeinscho staatsman Emilio Castelar, is gisteren, na een ziekte van eenige dagen, te San Pet|jo de Pinatar naby Murcia, overleden. Hij ham deel aan de revolutie van 1866 en werd zelfs ter dood veroordeeld'. In 1868 keerde hy uit balling schap in Spanje terug en werd achtereen volgens minister van buitenlandsche zaken,' minister-president en hoofd van'het uitvoe rend bewind van de Spaansche republiek in 1873. In de Cortes werd hy telkens her kozen. Te Tarragona is een belasting-oproertje nitgebrokonde belastingkantoren werden in brand gestoken, doch de militairen her stelden spoedig de orde. Het gevaar voor sprinkhanen in Spanje is zoo groot, dat de regeering een premie van 10 cent heeft uitgeloofd voor elke kilogram bijeenverzamelde sprinkhanen. In de straten Verspreide Berichten. IIREYFUS Hoewel erkennende, dat de verdediger mr. Momard gezegd heeft het stilzwijgen, te willen bewaren, meldt do „Anrore”, dat ook hy verzekert beslist verwijzing van Dreyfus naar den ^krygsraad te zullen vra gen. Uit naam van de echtgcnoote zal de verdediger verzoeken, dat op die wijze ein delijk het woord gegeven worde aan het slachtoffer. Een „Figaro”-artikeltje over het rapport van Ballot-Beaupré en de vermoedelijke conclusie besluit aldusHoe dan ook, geen courant waagt het meer te zeggen, dat Beaupré tegen de revisie is. Volgens de Matin zal het proces Henry- Relnach voor het assisenhof van de Seine waarschynlyk den 29en Juni beginnen. Men hoopt dat Labori, die goed vooruitgaat, dan voldoende hersteld zal zyn om ook te ver schijnen. De prefect van politie heeft tegen Maandag in en om het Paleis van Justitie zeer strenge maatregelen getroffen. Frankrijk. Eenige redacteurs van de Antijuif, die uit de gevangenis te Algiers waren ontslagen vierden doze gebeurtenis in een koffiehuis te Mustapha. In een café aan de overzijde der straat bevond zich de directeur der Parole fran^aise, een blad, dat den artisemieten vijandig gezipd is, met eenige vrienden. De ontslagen journalisten begonnen te schreeu wen Weg met de JodenWeg met de Pa role franqaiseen wierpen met steenen. Een botsing ontstond, wadraan de politie en de gendarmes een einde maakten, door drie der belhamels te arresteeren. Duitschlaïd. De matrozen op de in de haven van Stet tin liggende schepen hebben het werk ge staakt, wegens een geschil over het loon. Mathilda. Maar, terwijl hij zijn geest inspande opjdc nieuwsgierigheid van Carillon te ontgaan en zijn vragen te ontduiken, werd hij wederom geheel vervuld met sombere gedachten. Een gevoel van naamloos wee vervulde hem. Zijn ziel werd ver scheurd van smart. Ongeluk en onheil en ellende zag hij voor zich, het verleden, zijn herinnerin gen, verpletterend op zijn gemoed drukkende, de den hem het sterven als een aangename uitkomst beschouwen. En hij gruwde van zichzelf. Hier zat hij, in gezelschap van het laagste gemeen van Parijs, van lieden die leefden van diefstal en roof, bereid tot elke denkbare laag heid die met eenige kans van slagen te bedrijven ware, hij was een der hunnen, hun ondergeschikte, hun mindere. En in zijn hart gloeide liefde, machtig om bergen' te verzetten, en hij was de mindere, de bediende van een Jean-Paul, bijge naamd Carillon Want nog steeds had hij Mathilda lief. Zij was dood, zij was begraven, hij was bij haar graf geweest toen hij uit het hospitaal ontslagen was geworden, en zijn hart had getrild bij haar laatste rustplaats. Een vHttjte lust om de aarde, waarin zij lag, op te krab had hem aangegrepen. Een onweerstaanbare begeerte om haar op dat oogen- blik te zien, half vergaan, onkenbaar, een,afschu welijke massa, was in hem 'gevaren. Woede had zich van hemg^ester gemaakt. (Wordt vervolgd.) •Klaar, oude heer!" Heelemaal.” •Niets vergeten?” •Natuurlijk niet.” •Dan kunnen we opstappen, als we hier terug komen, dan zijn we rijk!" •AJs we hier terugkomen, dan zal ik me ge wroken hebben 1” riep Raphael. De drie personen verwijderden zich. HOOFDSTUK VIII. DE INBRAAK. Carillon, père Tourpiquet en Raphael begaven zich door rue Basse en langs Chateau d’Eau naar rue Bondy. Achter de gebouwen van het Ambigu-theater was een oude fiacre gestationneerd, met twee op het oog tamelijk krachtige paarden bespannen De koetsier in zijn dikken langen jas, die zijn geheele lichaam met uitzondering van zijn gelaat bedekte, gewikkeld, zat op den bok, strak tusschen de ooren van zijn paard door voor zich uit te turen. Enkel uit de bij geregelde tusschenpoozen uit zijn mond ontsnappende rookwolkjes kon men afleiden dat hij niet dood was of sliep, maar zat te kijken en te waken. •Kun je een vrachtje hebben schreeuwde Carillon stilstaande. •Wat voor een vrachtje vroeg de koetsier, zijn pijp uit de mond nemende en het hoofd een weinig omdraaiende. •Dit vrachtje dat je hier voor je ziet ons drieën hier." •En waarheen •O, het is voor den heelen dag, dit we je noo dig hebben." En hij wisselde met den koetsier een veelbe- teekenden 'blik, in antwoord op een vragenden van den voerman in de richting van Raphael ge worpen. Vervolgens begonnen Carillon en de koetsier in de bij de Parijsche misdadigers in gebruik zijnde zoogenaamde dieventaal te converseeren waarvan Raphael niets kon verstaan en waarvan hij niets verlangde te begrijpen. •Kom, jongens, stappen jelui maar vast in, ik kom wel bij je.” Tourniquet ging het eerst het rijtuig in, zette het valies neer en drukte zijn hoofd in zijn hoek en sloot de oogen. Raphael nam naast hem in den anderen hoek plaats. Toen Carillon vervol- gens ook verscheen, zette de fiacre zich in be weging. Onder het rijden trachtte Carillon op manieren, en langs allerhande wegen den t burggraaf aan het praten te krijgen over zijn ver houding tegenover den baron de Maubert, en orer den oorsprong van zijn doqdelijken haat jegens dezen man Hij deed vele rechtstreeksclie en be dekte vragen, zocht op zeer slimme wijze het ver haal van ’sjongelings wedervaren gedurende den laatsten tijd uit te lokken, doch ijdel. Zijn nieuwsgierigheid werd niet bevredigd Raphael hield zich gesloten, en droeg zorg dat geen enkel woord, zjjne geheimen betreffende, over zijn lippen kwam Hij zou liever hebben willen sterven dan voor zulke ooren spreken van zoi) Raphael antwoordde niet. Carillon hervatte, op geheel anderen toon: •Gooi nu maar gauw je vodden uit en trek dit aan.” En hij wierp den jongeling een jas, broek en vest toe, die ineen gerold en met een touw om wonden mede uit den gereedschapszak te voor schijn waren gekomen. Raphael gehoorzaamde ©ogenblikkelijk; binnen vijf minuten was hij gereed •Zie je, het past je, alsof het je aangemeten is. Het is wel niet van de allerfijnste stof, waaraan je per ongeluk gewend bent geraakt, maar 't is toch een duivelsch kranig pak, ’t staat je meer dan mooi. Je houdt toch wel van zwart Intusschen hield père Tourniquet zich onledig met het rangschikken en uitzoeken en onderzoe ken der bij hun onderneming benoodigde gereed schappen. De touwladder, het dievenlantaarntje, verschillende instrumenten en eenige wapens schikte hij in een valies, dat hij vervolgens sloot en over den schouder wierp, met een vragenden blik op Carillon. “C

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1899 | | pagina 1