‘hooi
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Maandag 31 Juli 1899.
No. 7952.
TER, -Gouda.
7EBVERIJ
listratie,
tal 49.
ir 1899.
Az.
ehat
RIMER
tterdam
den Rotting
ELFABRIfiK
RING.
Bultenlandsch Overzicht.
FEULLEIOiX
38ste Jaargang.
N LOHMAN,
reede Kamer.
derHaagsche
studie van
rmen
itierlj
INKMAN Zo.
ie Heeren:
d der Tweede
daar, Lid der
Fabrieken te
ige cursus
jaar.
eiding voor
iejarige (zie
imens (Leer-
le Gemeente-
rings-departe-
A de Heer
in en verven van
aben, alsook alle
ontwerp terugnemen of de Kamer ontbinden.
Met halve maatregelen kan het land nu niet
weer tevreden gesteld worden.
S. en Gymn.
iet «toornen van
sna.
worden naar de
geverfd.
oomd of geverfd
de gezondneid
Dit A'o. bestaat uit Twee Bladen.
EERSTE BLAD.
fers der Zelf-
e:jne nitspat-
L
i bovenstaand
lags enZater-
4 unr.
lingel 71 de
i.
GGUlkSCHE COURANT
Telefoon No. 8».
De Uitgave dezer Courant*geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
t 87.50
- 90—
- 110—
- 125—
- 145—
- 160—
- 155—
- 180.—
[JWIELEN op
keren, zegt bjj, dat generaal De Négrier zeer
onbewimpeld de regeering met een militairen
opstand gedreigd heeft, waarover hjj reeds
verscheidene zijner medeleden in den Hoogen
Baad van Oorlog gepolst had, mot name de
generaals Hervé (die Dêroulède bjj zjjn proces
verheerlijkte), Zurlinden, Chanoine en Du
chesne. In elk geval, zegt hjj, heerscht in de
hooge kringen des legers groote gisting. Men
beschouwt de genomen maatregelen als syste
matische opoffering van het leger. De heeren
Waldeck-Bousseau on G alliflet zullen dan ook
onverzwakt hun volle energie moeten toonen,
om dc baas te blijven en het burgerlijk opper
gezag over het leger te kunnen handhaven.
Gelukkig bobben ze in generaal Brugère, den
militdiren gouverneur van Parijs, een man,
die geheel aan hnn zijde moet staan.
De plaats, in den Hoogen Raad van Oorlog
opengevallen door het ontslag van de Négrier,
zal voorshands niet vervuld worden. Het be
hoeft niet, want de wet bepaalt alleen het
grootste aantal leden, waaruit de Raad be
staan mag.
ERS
t.
i’s
27 afb. Prjjs
de verachrik-
>n deugd lydt
B leenng, die
send van een
i bjj hetVer-
^euinarkt 34,
i het bedrag,
eiken boek-
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
In zeker Spaansch blad wordt gezegd, dat
er wel spoedig op het Iberische schiereiland
burgeroorlog zal ontstaan, waardoor een toe
stand van anarchie zal intreden, die Frank
rijk en Engeland met name een voorwendsel
geeft om tusschenbeide te komen. Wat John
Buil” dan begeert, is nog niet precies te
zeggen, doch de Republiek eischt Cataloniö,
waar onlangs die sepavatische betoogingen
plaats hadden, om haar zuidergrens tot naar
den Ebro te kunnen verleggen. Vandaar
het uitzenden van een machtig eskader naar
Barcelona, om eens poolshoogte te nemen.
’t Is best mogelyk, dat het zoo zal loopen,
maar pessimisten voorzien nog eer een uit
barsting in Frankrjjk, als de „generaals,"
met de soldaten achter zich, gaan „handelen”,
Een maatregel, als die tegenover generaal de
Negrier is door de derde Republiek nog nim
mer genomen. In het reusachtige leger van
Frankrjjk was tot vóór eenige dagen toe de
Négrier nummer twee. Generaal Jamont, de
opperbevelhebber, is de eerste, daarop volgde
de Négrier als oudste in rang der divisie-
generaals, als lid van den oppersten krijgs
raad. leger-inspecteur, aangewezen bevelheb
ber 'n oorlogstijd van het Oosterleger, d. w. z.
van omstreeks 150.000 man, die den eersten
schok met Duitschland zouden hebben te
weerstaan.
Thans is de Négrier een gewoon divisie-
generaal „ter beschikking” zonder emplooi,
evenals generaal Zurlinden. En stond hy
met zjjn opinie nu maar alleen! Maar hot
gerucht wil, dat de minister van oorlog ook
generaal Zurlinden ontzetten zal van zjjn lid
maatschap van den Hoogen Raad van oorlog
omdat hjj zich niet minder zonderling zou
uitgelaten hebben dan Négrier. Of dat ge
rucht waarheid bevat, staat te bezien, maar
men kan zich best voorstellen, dat Zurlinden,
wiens rol genoegzaam bekend is niet bjj
Négrier achtergebleven zal zjjn in nationale”
uitingen. In den oppersten raad van oorlog
hebben nog zitting: Hervé, Chanoine en
Duchesne, die zich allen hebben laten kennen
van een zyde, welke wel reden schjjnt to
geven tot ongezustheid.
Niemand kan ontkennen dat deze loop der
zaken de verbittering en tweespalt in Frank
rjjk bevordert, en de verzoening, nadat de
krjjgsraad te Rennes zal hebben gesproken,
er niet gemakkeljjker op wordt.
Volgens een berichtgever der Brusselsche
Petit bleu zjjn de feiten in de offleieuse be
richten opzetteljjk verzacht. Hjj kan verze-
tot afstand boschjes, waarom heen zich weder
laantjes slingerden, met schitterend witte kiezel
en schelpen bestrooidsparreboschjes en heester
gewassen, bloemperken, schitterende met alle kleu
ren rozen, geraniums, foxia’s, kamperfoelie,
die langs kunstrotsen opklom brachten het oog
in verrukking en streelden het orgaan van den
reuk.
Recht tegenover den muur door het deurtje
waarin men dezen tuin was binnengetreden zag
men een cirkelvormig naar het middelpunt zacht-
kens rijzend grasperk, dat een soort voorplein
vormde voor het huis dat wij weldra betreden
zullen
Dit cirkelvormig grasperk bevattte alles wat
men zich heerlijks en prachtigs kan voorstellen.
Het friwche groen van dit natuurlijk tapijt was
v#n afstand tot afstand op smaakvolle wijze afge-
wissdd door bloembedden, ronde, ovale, vierkante,
veelhoekige, ruitvormige, de meest zeldzame bloem
soorten bevattende, die of het oog streelden door
haar kleurenprftfht ot den neus door hare balse
mende geuren.
En tusschen deze bftrmperkjes beeldengroepen
van wit marmermannen ah vrouwen levensgroot,
groepsgewijze ineengewonden cd dooreengeslinf? 1
gerd, als bij een onheil omgekomen ongeluklbge» i
De schepper dezer l>eeldengroepen moest eSu
groot kunstenaar geweest zijn Dé hartstochten
die hij had willen weergeven, trilden c^hec koude
marmer, men voelde zich meeslepen door Me ra
zernij die dat ziellooze steen ademde; het was
alsof men de steenen ledematen zag sidderen door
de beroering van het vurige, ontstoken bloed, alsof
*55)
Te voet keerde hij naar de faubourg Saint-
Antoine terug.
HOOFDSTUK XXVI.
HET PAVILJOEN.
Na langer dan een uur gereden te hebben hield
de fiacre, die Emilie en de onbekende jonge dame
bevatte halt
,,Wij zijn er,” zeide deze laatste.
Zoodra het rijtuig stilhield, sprong de koetsier
van zjjn zitplaats en opende het portier, hetgeen
de beide meisjes als een teeken beschouwden om
uit te stappen.
De jonge dame stapte het eerst uit en reikte
Emilie de hand om haar te helpen.
Eenmaal buiten het rijtuig keek de doch
ter van den meubelfabrikant om zich heen. Het
kwam haar voor, dat zij ver buiten Parijs was,
alhoewel ze niet kon uitmaken waar ongeveer.
En ook was haar dit een punt van zeer weinig
belang. Zij was de onbekende gevolgd, op dier
voorstel haar bij haren vader te geleiden. „Wij
Telefoon No. Hl
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer
Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
zeide Chamberlain onder toejuichingen van
zjjn party, dat hy niet verkoos de hypothese
van een oorlog te aanvaarden. Maar indien
er oorlog uitbrak zou de rassenhaat zeker
niet daaruit voortvloeien, want rassenhaat
bestaat reeds in Zuid-Afrika. De minister
zeide voorts, dat in de Kaapkolonie de Hol
landers alle rechten hebben welke den En-
gelschen in Transvaal onthouden worden. De
Engelschen vormen in Zuid-Afrika inderdaad
de meerderheid, en het ware noodlottig hunne
techten en belangen te ignoreeren om de
Hollanders te believen. De minister ver
klaarde de toekomst hoopvol in te gaan,
want president Kruger moet thans weten,
dat het de Engelsche regeering nu meenens
is en dat het Engelsche volk er achter staat.
De regeering - - zeide hy is vast besloten
de rechten der Engelsche burgers te hand-
handhaven zonder de rechten der boeren uit
het oog te verliezen.
In het Hoogerhuis legden Lord Selborne,
ondersecretaris van koloniën, en Lord Kim
berley, leider der liberale lords, soortgelijke
verklaringen af als Chamberlain en Banner-
man in het Lagerhuis. Lord Kimberley ver
dedigde president Kruger, waarop Lord Sa
lisbury zeide, president Kruger niet geheel
te kunnen veroordeelen, want zyn uitlan-
dervolk was ongetwijfeld onbegeerlijk en
lastig, maar de minister blaamde president
Kruger, dat hy niet tydig concessies heeft
bewilligd. In plaats daarvan heeft do pre
sident de bevolking der Rebubliek in twee
tegen elkaar overstaande kampen verdeeld,
waarby de Hollanders bevoorrecht worden,
waartoe hun aantal hun geen recht geeft.
Vandaag wordt in de commissie van XV
de discussie over het kiesrecht in België
hervat en naar men hoopt, tot een eind
gebracht. Uit het verslag der zitting van
Woensdag blykt dat men in die vergaderin
gen niet veel verder komt. Het is een einde
loos gepraat zonder eigenlijk onderwerp
de partyen verwyten elkaar (Ulerlei intriges,
men beweert van anderen dat zy zich laten
leiden door hun persoonlijk belang enz.,
maar van besprekingen van een of ander
stelsel geen spoor. Vooral de heer Woeste
is Woensdag allerheftigst te keer gegaan.
Toch verwacht men, dat, wanneer het op
stemmen aankomt, de commissie zich zal ver
klaren voor de algeheele evenredige verte
genwoordiging. Geschiedt dit, dan is de
crisis er. Het kiesrechtontwerp is niet formeel
ingetrokken, maar de commissie van XV zou
trachten een nieuw te maken. Slaagt zij
daarin niet en dat is reeds zeker dan
moet de Regeering zich uitspreken en haar
zijn er,” had ze toen het rijtuig stilhield gezegd.
Ze was dus waar haar vader was. Aldus rede
neerde Emilie.
Ze waren op een weg, die tamelijk goed onder
houden werd. Links strekten zich zoover het oog
reiken kon, velden en weilanden uit. Achter haar
de torens van Parijs. Rechts een muur, vrij hoog
en zeer lang, die waarschijnlijk een tuin van den
openbaren weg afscheidde. Ter hoogte waar het
rijtuig stilgehouden had, was in deze muur een
deurtje. Aan de rechterzijde van dit deurtje de
knop van een schel.
De onbekende trad op dit deurtje toe en haalde
de schel tweemalen achtereen over. Na verloop
van enkele minuten werd het deurtje in den muur
geopend.
Door een handbeweging gaf de onbekende dame
Emlie te verstaan dat zij zich in den tuin moes
ten begeven. Zij volgde Emilie op den voet.
De dochter van Isidore Potard keek rondom
zich.
Nooit had zij iets gezien wat in vergelijking
kon treden met dezen tuin.
Alles wat kunst, in bondgenootschap met natuur,
vermag was hier ten toon gespreid. Het was hier
als de wondertuinen uit de Duizend-en-een-Nacht-
vertellingen.
Links en rechts scheen de tuin geen einde te
hebben, en blikte men in onafzienbare lanen die
voor het oog hoe langer hoe nauwer werden en
als in een punt eindigden Aan weerszijden dezer
lanen waren smallere laantjes, evenwijdig loopende
met de groote lanen. En aan weerskanten dezer
breede door smalle begeleide lanen van afstand
Tegen de verwachting verliep het Zuid-
Afrikaansch debat in het Engelsche Lager
huis gisteravond niet zeer levendig. De rede
waarmede Sir H. Campbell-Bannerman de
beraadslaging opende, werd nogal mak en
zwak gevonden, ofschoon dat misschien een
noodzakelyk gevolg was van zyn bestudeerde
gematigdheid, welke hy ook zyn partygenoo-
ten en tegenstanders in het parlement alsook
de pers uitnoodigde te betrachten by dezen
emstigen stand der zaken.
Dit beroep bleek echter weinig invloed te
hebben op Chamberlain, die weder een zyner
vinnige toespraken hield. Daarin verweet
hy Bannerman dat zyn opmerkingen en de
houding van zyne partygenooten en de libe
rale pers eerder berekend waren, de regee
ring tegen te werken dan om haar te helpen.
Wat betreft Bannerman’s verklaring, dat de
oppositie er niet op voorbereid was, de Trans-
vaalsche kwestie te behandelen, aangezien
de onderhandelingen nog niet afgeloopen zyn
en er ook geen volledige en nauwkeurige
inlichtingen over zyn, zeide Chamberlain, dat
de rede van den leider der oppositie ook
hierin niet gelukkig was, want het laatste
blauwboek ontvouwde het regeeringsbeleid
zoo volledig mogelyk.
Overigens bevatten Bannerman’s noch
Chamberlain’s redevoeringen werkelijk nieuwe
gezichtspunten. Bannerman prees Hofmeyr’s
en Schreiner’s diensten ten bate van den
vrede. Het vaderland, het geheele Britsche
ryk was beiden dank schuldig voor hunne
bemoeiingen. Bannerman vond de klachten
en grieven der uitlanders natuurlijk, maar
het verzet der Boerentegen een buitensporig
kiesrecht aan de uitlmms even natuurlijk.
De Boeren konden Jam^on’s inval niet licht
vergeten. Bovendien hadden de Boeren eenige
werkelijke concessiën bewilligd. Het verschil
daartusschen en Milner’s minimum eischen
verontschuldigde dreigementen noch gewa
pende inmenging.
Bannerman’s herinnering aan Jameson’s
inval gaf Chamberlain een welkome gelegen
heid om te herhalen, dat de inval van Ja
meson en de opstand van Johannesburg de
natuurlykejgevolgen waren van het wanbestuur
dat vooraf ging. De Jamesonisten voegde
Chamberlain er by hadden betere redenen
voof een opstand dan lieden die elders re
bellen gescholden worden. Tegenover Ban
nerman’s verklaring, dat een oorlog den
rassenhaat in Zuid-Afrika zou aanwakkeren,
Gedenkschriften van een Gelukzoeker
ANNIBAL DE° VONDELING
Naar het Fransch.
door W. NUTTER.
Verspreide Berichten.
Beluik.
De fabrieksarbeider Moens te Loth in
België had een hond, die sedert eenigen tyd
teekenen van dolheid begon te vertoonen.
Daar de eigenrtar zich hierover ongerust
maakte, trachtte hy het dier in zjjn slaap
te dooden, door het oen mes in de keel te
steken, doch het dier, dat niet onmiddelljjk
doodelyk getroffen was, maakte nog een
sprong naar de hand van den man en bracht
hem een onbeduidende wonde met zyn tanden
toe. Moens sloeg daarop geen acht en begaf
zich als gewoonl|jk den volgenden dag naAr
zyn werk. Eenige minuten, nadat lijj zjjn
boterhammen had opgegeten, die hy, naar
men zegt, met hetzelfde mos doorsneed, waar
mede de hond was gedood, gevoelde de man
hevige pjjnenhjj verliet de werkplaats om
in een nabyzjjnde herberg een glas bier te
gaan drinken, doch, terwyl hy dit deed, over
viel hem plotseling een waanzinnige woede.
Hjj stormde, als oen wild dier huilend, door
de straten, liep zyn huis in en wierp zich
op zyn kinderen, die hy met zjjn tanden ge
ducht in het gelaat toetakelde, een zelfs zoo,
dat het dood bleef. Zjjn vrouw had inmiddels
de politie gehaald. Het duurde evenwel ge-
ruimen tyd, voor men den ongelukkige, die
zich in een wilde vlucht over slooten en
weilanden trachtte te redden, gevangen had.
Duitschland.
De brand te Marienburg is Woensdag
middag geblnscbt, nadat hy zich uitgebreid
men de lippen zag trillen van begeerte, alsof men
den hijgenden adem hoorde van razenden, ster
vende onder ongehoord, alle palen te buiten gaand
genot, knarsetandende onder het smaken van on
beschrijfelijke genietingen. Er ging bekp/ing uit
van deze versteende hartstocht. Die ziellöoze
beelden ontstaken onreine vlammen Zij deden
de stem der zinnelijkheid zich klagend en vleiend,
maar onweerstaanbaar, hooren
•Waar zijn wij toch, mevrouw,” vroeg Emilie
Potard, verbaasd rondziende.
•Wij zijn bij dengene, van wien het lot uws
vaders afhangt,”
En wie is diegene, van wie mijns vaders lot
afhangt, mevrouw.
•Dat zult ge weldra weten.”
•Kan u het me niet dadelijk zeggen, mevrouw
Het komt me voor, dat het hier onmogelijk een
gevangenis zijn kan, een gevangenis voor misda
digers, of voor zulken die men verdenkt.”
•Ik kan het u niet zeggen. Ik heb geen vrijheid
dit te doen.”
•Maar is mijn vader in deze plaats?”
•Ongetwijfeld.”
•Zal ik hem weldra zien
•Ik denk van ja.”
•Laten wij ons dan haasten mevrouw. Het is
me hier te midden van deze pracht, zoo vreemd
:hten, 1 te moede. Ik wordt hier bang en zou wel willen
wegloopen.”
•Kom, kom, geen kinderachtigheid, mejuffrouw.
Weldra zult ge bij uw vader zijn.”
(Wordt wrvolid).
S
--