nTEB.
:hbttb
10LER.
No. 7959.
Dinsdag 8 Augustus 1899.
IGAAR.
BINNENLAND-
ATER.
38ste Jaargang,
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
sterk en
27.
.GEZELSCHAP
is 1899,
los 1899,
tns 1899:
jert en
tellingen,
erking van
BOEKBINDER,
Q.
Bultenlandsch Overzicht.
FEUILLETON.
ANNIBAL DE VONDELING.
a
nijverheid.
Nommers VIJF CENTEN.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des inidd.
zochte.
lamheid.
'.hikte.
i gemonteerd.
i
CES.
gij veronderstelt door een list van
'INKLAN Zz.
AL
akbord”,
Nieuw!
■Uier.
schappij
voor alle
waarvan
Amsterdam.
I. VERHAGEN,
JT.
lig Drama in
fereelen.
r. BARENDSE.
IARST-Grader.
in 4 bedrijven
SER,
ULPIS.
ATSEN:
e Rang 1.—,
ng 0.40.
SN le Rang, 10
f aan het Zomer-
KEISER, Korte
de ook per stnk).
s geopend van
Markt.
rtelares.
;e GOUDA
ang 8 uur.
persoon.
l.lll IMIIL (IIIRIVL
Telefoon No. SS.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderljjke
ministers. De ambassadeurs hebben de Porte
den raad gegeven, zich inschikkelijk te be-
toonen.
-■tóa)
■Maar als men u zegt, dat de zaak die ons
hier voert uitermate bedenkelijk is, zoudt ge het
dan diet aan het oordeel van den commissaris
zelve overlaten om uit te maken of de zaken der-
genen die ons voor zijn inderdaad eerst behan
deld dienen te worden vroeg Raphael.
■Degenen die u voor zijn hebben nog veel be
langijker zaken dan gij met mogelijkheid hebben
kunt Wacht dus tot uwe beurt daar is En zoo
het de heeten niet voegt, dan moeten ze maar
heengaan en eens terugkomen of niet terugkomen,
al naar ze willen.”
Isidore Potard balde zijn vuist
Raphael werd bleek van drift. Gaarne had hij
zijne Verontwaardiging den vrijen teugel gelaten.
Maar een waarschuwende stem ried hem aan alle
onaangenaamheden met de politie te voorkomen.
En bevreesd zijnde dat Potard, die niet zulke
overwegende redenen had om ten koste van alles
zijn bedaardheid te bewaren, misschien zou uit
barsten, greep hij dezen bij den arm en fluisterde
hem in, dat Emilie er behoefte aan had, dat zij
zich inhouden en hunne bedaardheid behielden.
ter van financiën en openbare werken, De
Smet de Nayerbinnenlandsche zaken De
Trooz justitie Van den Heuvel; oorlog gene-.
raai Cousebanf' d’Alkemade buitenlandsche
zaken De Favereaulandbouw baron Van
den Bruggen; nijverheid, arbeid en spoor
wegen Liebart.
Zuid-Afrika,
De Engelsche kruiser Doris, het vlagge-
schip van het Zuid- en West-Afrikaansche
eskader, heeft voor de Delagoabaai het an
ker uitgeworpen.
Een broeder van Schreiner, den eersten
Kaapschen minister, vindt het onaangenaam,
dat men de Transvaalsche sympathieën van
z|jn broer den minister aan diens Duitsche
afkomst toeschrijft. Neen, zegt de onbekende
broeder in een open briefonze vader was
wel Duitscher maar hy is toch een vurig
Engelsch onderdaan geweest. Dat gaat best
samen, meent hij. De Duitsche afkomst van
den minister heeft er niets mee te maken:
het is verblinding van hem.
Protestantsch Staatsrecht. Naar aanleiding
van de gevoerde polemiek tusschen Dr. De
Visser en Mr. Hubrecht over de vraag of
Nederland is een Protestantsche Staat, heeft
V. in „Het Ned. Dgbl.” nog een viertal ar
tikelen aan deze zaak gewijd, onder het bo
vengenoemd opschrift en getracht uit de
redactie van vele artikelen onzer Grondwet
aan te toonen dat er inderdaad een specifiek
Protestantsch Staatsrecht is. Aan het slot
dier artikelen zegt hy thans:
„Onze conclusie is dat er een Protestantsch
staatsrecht is, dat zich byna op elk punt
scherp van het Roomsche staatsrecht onder
scheidt. Wie het verschil in de practyk
zien wil, vergelijke slechts het Nederland
vóór de Fransche revolutie met den Kerke-
lyken Staat, zooals het thans levende ge
slacht dien nog gekend heeft. Geen staat
is ook slechter bestuurd geweest. Daar was
geen vrijheid, geen orde, geen veiligheid voor
personen en goed, geen deelneming van het
volk aan de regeering, geen zorg voor on
derwijs of zedelijkheid en geen welvaart.
Wat Nederland aan de Fransche revolutie
dankt, is nagenoeg niets. Aan de Fransche
overheersching onder Napoleon I dankt het
zijne eenheid en dat is veel, maar al de
vrjjheden, waarop Nederland nu zoo trotsch
is, hebben óf reeds voor de Fransche revo
lutie bestaan, óf zyn eerst na de verdrijving
van Napoleon I ingevoerd. Het tydperkvan
de Bataafsche Republiek, toen de vrijheids
boom geplant werd, is geen tijdperk geweest
van vrijheid, maar van losbandigheid, geen
haar volle vertrouwen.”
■Voor zoover u bekend isdkt verandert.
Vader is doorgaans de laatste die met vrijerijtjes
van zeventienjarige dochters bekend wordt. Daar
mee zeg ik niet, dat hier uitzondering onmogelijk
is Gij spraakt straks uw vermoeden uit als
zou mejuffrouw uw dochter tegen haar wil ergens
opgehouden worden, Alvorens we dat punt in
zijn geheel beschouwen, wenschte ik uw gronden
te leeren kennen, waarop ge dat stegen haar wil"
bouwt.”
■Op haar rechtschapenheid, op haar reinheid
en oprechtheid."
„Op veronderstelde eigenschappen dus,’ zeide
de commissaris nadenkend, zulke gronden zijn
in een zaak als deze van weinig gewicht. Het is
mijn ervaring in honderden dergelijke gevallen."
■Als ik zoo vrij mag zyn, mijnheer," zeide
Raphael, dan wenschte ik op te merken, dat
uwe ervaring in dit geval van minder waarde is
dan de ervaring van mijnheer Potard
„Zoudt u denken, mijnheer vroeg de com
missaris ironisch
„Ik meen het te kunnen aantoonen. Het be
staan van negen-en-negentig dieven bewijst niets
tegen de eerlijkheid van een honderdste individu,
vreemd aan de negen-en negentig anderen.
„Enfin, wij zouden afdwalen,» zeide de com
missaris en zich tot Potard wendende vroeg hij
„En nu een punt waarvan afhangt of wij iets voor
u kunnen doenVerdenkt gij iemand van hetgeen
gij veronderstelt dat geschied is."
Wordt vervolgd.)
Deze week begint te Rennes het nieuwe
Dreyfus-proces, waarschijnlijk in een groote
zaal, zoodat de zitting van den krijgsraad
met recht openbaar zal kunnen heeten.
Heel de wereld zal in de volgende weken,1
want in zes dagen zal het proces wel niet
afloopen, het oog gevestigd houden op die
vrij doodsche, vervelende stad in Bretagne
met zyn vele en groote kazernes.
Ook Duitschland natuurlijk, en de Duitsche
regeering en haar gezant te Parijs, graaf
Münster, zullen wel bijzonder scherp luisteren*
wanneer de getuige generaal Mercier aan het
woord komt. Mercier moet nog steeds van
zins zyn te zeggen, dat hy de verzekering
van Dreyfus’ schuld heeft van graaf Münster
en zal wanneer deze, zooals hij vooruit ver
klaard moet hebben dat hij zal doen, dit ont
kent, aan de rechters de keus gelaten „een
Franschen generaal en eon vreemden diplo
maat.” Dat Mercier’s verzekering, al wilde
men haar gelooven, geen bewys is, kan na
tuurlijk dezen man zonder eenig begrip van
recht en procedure, niet vatten.
Dat blykt ook weer uit zyn laatste uiting.
Deze luidt aldus: Dreyfus zal zeker weer
veroordeeld worden, want in deze zaak is er
zonder twijfel een schuldige. Die schuldige,
dat ben ik of dat is hy. Daar ik het niet
ben, is hij het.” En dan volgt de verzeke
ring dat Mercier bewyzen zal, dat Dreyfus
een verrader is.
Is het niet belachelijk? Comély zegt het
nog al aardig in den „Figaro”: „Het is niet
bewezen, het is niet waarschijnlijk, het is
zeer twijfelachtig zelfs, dat de vrijspraak van
Dreyfus zou beteekenen, dat generaal Mercier
zijn land heeft verraden door de in het borde
rel genoemde stukken aan het buitenland te
leveren. Men beweert niet dat generaal
Mercier een verrader is als Dreyfus vrijge
sproken wordt, zal het niet noodig zyn den
oud-minister in de plaats van den veroor
deelde op het schandebankje te plaatsen.”
Na dan nog eens ten overvloede herinnerd
te hebben wat de misdaad is van generaal
Mercier, een misdaad heelemaal onafhankelijk
van den uitslag van het proces te Rennes, zegt
Comély dat de formule „hy of „ik” te voor-
deelig is voor generaal Mercier, zij moet
luiden: „Of Dreyfus schuldig is of niet, ik
ben het in elk geval.”
Het nieuwe ministerie staat als volgt in
'de „Moniteur Beige”. Het ministerie van
spoorwegen is voorloopig verbonden met het
ministerie van nijverheid en arbeid.
Benoemd zyntot minister-president, minis-
Gedenkschriften van een Gelukzoeker
OF
Naar het Fransch,
door W. NUTTER.
De offleieuse Norddeutsche bevat een lang
artikel over de resultaten van de Haagsche
vredesconferentie, waarin gezegd wordt i
Wie de resultaten in hun geheel beschouwt
moet erkennen dat reeds de uitbreiding van
de conventie van Genève tot den zeeoorlog
en de gedetailleerde vaststelling van de oor
logswezen en -gebruiken op zichzelf een
belangrijken vooruitgang van de beschaving
beteekenen, welke de conferentie een eer
volle plaats in de geschiedenis verzekert.
Ook de conventie betreffende arbitrage zal
by verstandige en gematigde toepassing in
vele gevallen goed kunnen stichten, al zal
haar toepassing ook in den regel falen by
kwestiën, die voor volkeren- groote levens
vragen zyn. Het zal overigens een belangrijke
taak zyn voor de regeeringen om toe te zien
dat de nieuwe bepalingen over bemiddeling
en arbitrage niet door averechtsche toepas
sing juist de gevaren veroorzaken, die zy
bestrijden willen. De besluiten van de Haag
sche conferentie tot het beperken en het
humaner maken van den oorlog zyn een
kostbare erfenis van de ten einde toepende
eeuw aan de volgende, een erfenis die den
edelen schepper van het denkbeeld van de
conferentie, keizer Nikolaas, tot blyvenden
roem zal strekken.
Het wordt steeds erger in Oostenrijk met
de protestbeweging tegen de afkondiging van
het Vergelijk en van de verhoogde belastingen
op grond van het beruchte art. 14. De Ge
meenteraad van Innsbrück nam met alge-
meene stemmen en zonder debat een scherpe
motie aan tegen de afkondiging van het
Vergelijk en tegen de suikerbelasting. De
afkondiging wordt als een openlijke schen
ding van de grondwet gebrandmerkt. Te
Gablong in Bohemen hadden omvangrijke
straatbetoogingen plaats, nadat een protest-
vergadering door de politie was opgeheven.
De gendarmen dreven hêt vólk met de ba
jonet en kolfslagen uiteen, waarby vele men-
schen werden gewond. De districtshoofdman
heeft verzamelingen op straat verboden. Ook
te Reichenberg zyn straatbetoogingen door
de gendarmerie uiteengedreven. Vele betoo-
gers zyn in hechtenis genomen. De Weener
Gemeenteraad heeft in buitengewone zitting
En vast besloten den klerk met geen enkel woord
meer te verwaardigen vielen zij neer op de bank,
ten gerieve van wachtenden op het bureau achter
de balie geplaatst.
Eindelijk, na verloop van een halt uur was het
Isidore en, zijn boekhouder vergund voor den com
missaris te verschijnen.
Deze magistraatspersoon scheen bijzonder ge
haast en had het voorkomen alsot het onderhoud,
dat nog beginnen moest, hem reeds veel te lang
duurde. Het was nog betrekkelijk een jong
mensch, ongeveer dertig k vijf en dertig jaren,
met een vroolijker voorkomen dan men bij hem,
acht gevende op zijn keuze van beroep, zou ver
ondersteld hebben.
■Ik heb u zeer weinig tijd toe te staan, heeren,
en verzoek u dus u een weinig te haasten en
vooral bij de zaak te blijven die u hier voert.”
■Mijnheer de commissaris,” zeide Potard, »ik
kom mijn beklag indienen over
■Ho wat, heeren, gelieve mij te zeggen wie ge
zijt.”
Potard noemde zijn naam, woonplaats, beroep,
ouderdom etc.
■En nu uw beklag,” zeide de commissaris. //Is
die mijnheer uw getuige dan dien ik ook den
naam en andere bijzonderheden van hem te weten.”
■Deze heer is mijn boekhouder,” antwoordde
Potard, «zijn naam is Louis Dubourg Hij is
inderdaad getuige van mij eigenlijk is hij
degene die klaagt.”
■En wat is uw beklag
■Mijn kind wordt vermist, naar wij veronder
stellen door een list van huis gelokt en nu tegen
Telefoon No. 99
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Verspreide Berichten.
IMtEYFUS
Het proces te Rennes wordt heden och
tend om 7 uur geopend. Het is mogelyk,
dat er, als de krijgsraad het noodig oordeelt,
ook ’s middags zitting wordt gehouden. De
warmte zal, nu dan toch besloten is in de
groote zaal van het lyceum te zitten, mindor
hinderlijk zyn.
De geheime dossiers zyn te Rennes aan
gekomen, het militaire onder de hoede van
generaal Chamoin en een adjudant, het di
plomatieke onder de hoede van Paléologue.
De Liberté meldt, dat de ongesteldheid
van du Paty de Clam verergert en dat zyn
vrienden zich ongerust maken. Is het wer
kelijk zoo of bevangt den „duivelschen be
werker”, zooals een blad schrijft, de vrees
om Dreyfus in het gelaat te zien?
Turkije.
De Sultan heeft een commissie benoemd
om de houding van Turkye aangaande de
bijzondere overeenkomsten met Griekenland
te bepalen. Die commissie bestaat uit drie
haar wil hier of daar opgehouden
■Uw kind Uw dochter zeker
■Ja, mijnheer^ mijn dochter, juist mijn doch
ter het schijnt dat
■Hier schijnt niets terzake, alsjeblieft. Uw
dochter wordt vermist
■Ja.”
■Is, naar -
huis gelokt zeidet ge dat niet.”
■Dat zeide ik mynheer.”
■Gij veronderstelt het gij zijt
„er niet
heel zeker van dat begrijp ik. Die list
zal wel niet zoo bijzonder ingewikkeld zijn ge
weest. Wij kennen de jonge dochters zoo een
weinig. En op zulke gronden veronderstelt ge
wegvoering door list?”
Potard verhaalde zijn wedervaren van dien mor
gen, en tevens de omstandigheden van Emilie’s
vfcrtrek uit de ouderlijke woning, onder welk
verhaal hij meer dan eens door den ietwat onge-
duldigen magistraatpersoon tot meerdere kortheid
aangemaand moest worden of tenminste aange
maand werd.
■Er is in dat geval wel het een en ander, dat
misschien grond zou kunnen geven aan uw ver
onderstelling, doch, met de meeite voorzichtigheid.
Hoe oud is mejuffrouw uwe dochter
■Zeventien jaar
I »Een gevaarlijke leeftijd de leeftijd van
het avontuurlijke. Heeft zij, minnaars.”
■Minnaars, mijnheer?”
■Nu ja, een beminde, iemand daar zij omgang
mee heeft, of omgang mee wenschte."
■Voor zoover mij bekend is niet. En ik heb
de jjrotestmotie aangenomen. Een aanvul-
linpamendement, waarin de onderdrukking
vari do critiek op Regeeringsdaden door ont
bindingen van vergaderingen en inbeslagne
mingen van kranten wordt afgekeurd, werd
verworpen. Te Eger in Bohemen toog men
na het ontbinden van de protestvergadering
de straat op onder het zingen van de Wacht
am*Rhein en het Bismarcklied.
Donderdagmiddag hebben, tengevolge van
de principieele besluiten van de hoofdcom-
misiies der twee partyen, ter zake van de
schikking betreffende de uitsluiting der werk
lieden, drie gemachtigden van elke party een
bijeenkomst gehouden om te spreken over
de kleine wijzigingen welke de werklieden
nog wenschten gemaakt te zien in het voor
stel. Voor de patroons traden op de directeur
Ludvig Christensen, de architect Thomsen
en de kleermaker Hftslund; voor de werk
lieden de afgevaardigden J. Jensen en Lyngsie
en de metselaar N. Rasmussen. Maar men
kon niet tot een overeenkomst geraken. De
gemachtigden der patroons wilden van geen
wijziging weten; wel zouden zy de vraag
punten aanhangig maken by het hoofdbestuur
van de patroonsvereeniging. Eerst heden
zullen de vakvereenigingen kunnen beslissen.
Vermoedelyk zullen de patroons eerst nog
een algemeene vergadering beleggen om over
de loorgestelde wijzigingen te beraadslagen.