r
I
II
JVER
Nieuws- en Advertentieblad voor
I
Gouda en Omstreken.
Vrijdag 1 September 1809.
No. 7080.
38ste Jaargang.
Bultenlandscb Overzicht.
entsburgh,
i
.TCAP
ichat
LRING.
W’
INRICHTING
FEUILLETON.
êx
si-
4.
II
jj s
I 8
o
i bet Verslag
van
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
dubbele flesch
Verspreide Berichten.
S
igrijpt ge
Raphael,
3RINKMAM Zn.
Wordt vervolgd.)
Al maakt het geluk ongeduldig en al maakt
Verslag van
jenteraad van
gekomen stuk-
és op de Goud-
egte, Zalthommel.
nsterdam.
‘ge-
Czn., Rotterdam.
WAN Zn.,
gevers.
Goudsche Cou-
.25 per drie
g aan de Geestbrug
E OUDE
JAMMER
GOIIWIIE UHIUVI
i
brengen
te zeggen
.Zijt ge
Altijd’
•Dj
in dei
baar bij
TERS Jz.
ijs van echtheid is
i kurk «teods voor-
len naam der Firma
PPE
jffers derZelf-
he’me nitepat-
k
iu’s
t 27 afb. Pró.
i de verschrik-
ondeugd lydt
ite leenng, die
lizend van een
en by hetVer-
Neuinarkt 34,
an het bedrag,
i eiken boek-
lerde
>zon, water, licht,
handeling van se
in als gevolg van
igdige buitensporig-
bleekzueht, maag
Dging, ziekten der
r, rheumatismus,
iekten. Billijk pen-
g in speciale geval-
.nvrage gratis en
ertroffen
•s welbekend
IT-1LII1B,
Fabrieksmerk).
3, radicale en
van alle, zelfs
ikkige zenuw -
ontstaan door
sugdigen leeftyd
zwakte, Bleek
- Hoofdpyn
- Maagpijn
)n vermogen
enz. Uit—
Telefoon No. M
ADVE II TENTIEN worden geplaatst
1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
De zitting van den Krijgsraad te Rennes
werd gisteren te 6.40 geopend.
By het voorbijkomen van Dreyfus zyn er
heel weinig menschen.
Het publiek in de zaal is zeer talrijk.
Dreyfus luistert met groote aandacht naar
de verklaring van den heer Meyer, lid van
het Ingtitut, directeur van de Ecole des Chartes
die vertelt van zijn onderzoekingen welke
tot uitslag hadden dat het borderel vanEs-
terhazy is. Door middel van een vergroot
glas stelde deze getuige vast, dat hetorigi-
neele borderel van een zuiver loopende hand
is en geen spoor van aarzeling vertoont.
Meyer herinnert aan zijn vroegere verkla
ringen over dit onderwerp.
Molinier, leeraar aan de Ecole des Chartes
verklaart volkomen hetzelfde. Bij elk nieuw
onderzoek dat hij ondernam, werd hy wederom
overtuigd dat het borderel van Esterhazy is.
Op verzoek van verscheidene krygsraads-
leden gaat Molinier over tot het vergelijken
van eenige woorden van het borderel en het
schrift van Esterhazy; hij acht ze overeen
stemmend behoudens zeer kleine verschillen
’die, volgens hem, toe te schrijven zyn aan
het verschil in vorm van de woorden of let
ters die voorafgaan aan die (de vergeleken)
woerden of lettergrepen.
Mercier wijst op een gedeelte in de getui
genis van Molinier, waarin deze verklaart
dat hy een wijziging in het schrift van Es
terhazy heeft geconstateerd en hy vraagt
voorlezing van de getuigenis van Grenier,
die voor het Hof van Cassatie dezelfde wij
ziging heeft opgemerkt.
Labori vraagt of de expert ook een wijzi
ging in het schrift van Esterhazy heeft op
gemerkt.
Giry antwoordt ontkennend; hy zegt dat
in allen geval die wijziging dan niet groot
was. Maar zyn onderzoek op dit punt is
slechts oppervlakkig geweest.
Labori vraagt of Mercier zooeven wilde
zeggen dat het schrift van Esterhazy tot dat
van t)reyfus was genaderd of zich daarvan
had verwijderd P
Mercier antwoordt dat hy geen meening
heeft willen uitsprekenhy herinnert er aan
dat Bertillon constateerde dat het schrift
van Esterhazy tot dat van het borderel was
gaan naderen.
Labori merkt op, dat Mercier dan niet moet
steunen op de getuigenis van Grenier voor
het Hof van Cassatie, want die betoogt dat
het schrift van Esterhazy zich heeft verwij
derd van het borderel en van dat van Dreyfus.
Bertillon vraagt het woord.
Gedenkschriften van een Gelukioeker
ANNIBAL DE° VONDELING.
Naar het Fransch.
door W. NUTTER.
heden aan den krijgsraad worden vertoond
door generaal Deloye. Hy verlangt een zit
ting met gesloten deuren.
Mr. Demange vraagt verlof voor de majoors
Hartmann en Duclos daarby tegenwoordig
te zyn.
Na beraadslaging staat de krijgsraad de
sluiting der deuren toe. Hartmann en Duclos
zullen tegenwoordig mogen zyn.
Zoo noodig zal op de geheime zitting een
apenbare volgen.
De zitting wordt te 11.15 gesloten. Bij de
ontruiming der zaal valt niets bijzonders voor.
De regen valt met stroomen neer, zoodat de
omtrek van het Lycée spoedig verlaten is.
Frankrijk.
Het gerucht heeft geloopen, dat Jules
Guérin er in geslaagd was, uit zyn „vesting”
in de Rue de Chabrol te ontkomen, dat h(j
naar Zwitserland was gevlucht, waar Roche
fort hem wacht. Maar Guérin zit nog goed
en wel in de val, waarin hy zich zelf heeft
opgesloten.
De commissaris van politie Goulier, die
by de anarchistische ongeregeldheden van
Zondag 20 dezer ernstig werd gewond, is
benoemd tot ridder van het Legioen van
Eer.
Lissajoux, de journalist, die aan de Eclair
Men seint uit Kaapstad van gisteren
Niettegenstaande de aanhoudende oorlogs-
geruchten, meent men dat het vooruitzicht
voor de vrede goed is. Men gelooft, dat tot
President Kruger verschillende mededoclingcn
in krasse termen gericht zyn, waarin ge
wezen wordt op de wenscheiykheid alles aan
te wenden om tot een vreedzame oplossing
te komen.
Schreiner zond oen telegram aan Steyn
waarin hy zeido
„Ik hoop zoor, dat de vrede bewaard
zal blijven on vertrouw dat gy daartoe uw
uiterste bost zult doen.
De Engelsche zaakgelastigde, sir Coayng-
ham Greeno, overhandigde gisteren aan den
staatssecretaris der Z.-A. Republiek, Reitz,
het antwoord van Chamberlain op de gewij
zigde voorttellen van Transvaal betreffende
de gemengde commissie. De Engelsche zaak
gelastigde had een conferentie van een uur
met den hoer Reitz.
Chamberlain’s telegram werd daarna over
wogen door de Regoering en den Uitvoeren
den Raad.
»Wat is er, vriend Raphael vroeg Isidore
Potard nieuwsgierig.
»Wat ziet ge er vroolijk uit,” riep Etnilie. »We
zyn dat niet meer gewoon’"
•Dat komt omdat ik eindelijk heb wat ik
moeat om gelukkig te zijn. Het duurde zoo lang
en daarom was ik uit mijn humeur den laatsten
tijd.”
»En wat is dat dan
•Ik heb de papierenik heb eindelijk de
uoodige stukken?’
Zijn stem beefde niet, toen hij dit zeide. Hieruit
valt op te maken dat hij zelf volkomen overtuigd
was van de geoorloofdheid van zijn misleiding.
•Zoo, eindelijk?’’ vroeg Potard. »Laat ze mij
dan eena zien.”
Op dit oogenblik gevoelde Raphael iets als een
neiging om terug te gaan. Deze neiging deed
hem lang veinzen te zoeken in de binnenzak van
zijn jas, ofschoon hij ze in de hand hield. Maar
eensklaps zich vermannende haalde hij ze te voor
schijn, legde ze voor Potard en zeide:
Telefoon No. £9.
De Uitgave dezer Courant geschiedt d age 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prys per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VU F CENTEN.
De president repliceert.
De zitting wordt geschorst.
Na de schorsing wordt de heer Picot ge
hoord, lid van het Institut de France die
door de verdediging is gedagvaard om ver
klaring af te leggen omtrent het onderhond
dat hy in Mei met een vreemden militairen
attaché had en waarby gesproken werd over
een stuk dat door Mercier in het dossier
werd gebracht.
Picot zegt dat hij een onderhoud had met
den Oostenrykschen militairen attaché.
De president verzoekt den getuige niet on
bescheiden te zyn. Carrière protesteert in
naam van de Regeering tegen de onbeschei
denheid van den getuige.
Picot verhaalt zyn onderhoud. De buiten-
landsche officier verbaasde zich over de incor
recte houding van Fransche officieren waar
dezen het woord van vreemde officieren
in twyfel trokken. „Myn indruk”, zegt
getuige, „tvas dat de persoon met wien ik
sprak er over dacht om ronduit de onschuld
van Dreyfus te verkondigen. (Langdurige
beweging.) Omtrent het borderel zeide de
vreemde officier dat van de daarin opge
noemde documenten slechts drie reöel wa
ren; de andere waren niets dan vulsel om
het dossier aan te dikken. Hy beschouwde
Esterhazy als oplichter en vertelde dat deze
in relatie was geweest met den agent A.
Deze had Esterhazy zyn bezoldiging ont
nomen, omdat hy slechts onbelangrijke in
lichtingen verschafte. Het was in dien tyd dat
Esterhazy aan het ministerie van oorlog
trachtte te komen en aan den agent A. een brief
schreef, bekend onder den naam van „het bor
derel”. Do agent A. schreef toen als antwoord
aan den auteur van het borderel een telegram
bekend onder den naam van „het petit
bleu” maar hy kwam op die eerste beweging
terug, verfrommelde het telegram en wierp
het weg. De getuige zegt dat niet hy het
petit bleu heeft opgeraapt.
Generaal Roget vraagt den heer Picot wat
hij denkt over don vreemden officier die,
nadat hy in den „Figaro” een klinkende
verloochening van Mercier had gepnbliceord,
nu genoodzaakt is te erkennen dat hy de
schryver is van een stuk waaavan hy het
vaderschap had afgewezen.
De getuige antwoordt dat hy slechts de
woorden heeft herhaald die tot hem zyn ge
sproken en dat hy dus de vraag van Roget
niet heeft te beantwoorden.
Demange vraagt óf Roget de vergissing van
den vreemden officier niet vergeeflyk acht, daar
men den naam van „rapport” had gegeven
aan een stuk dat niet het karakter droeg van
een rapport.
Roget antwoordt dat hy noch beschul-
De fabrikant las de stukken een voor een en
zeide ten laatste
•Morgen zullen wij er dan maar werk van ma
ken over veertien dagen de bruiloft, kinderen.
Geeft elkaar nu maar een kus, dat ik het zie -
ik heb nog niets van dien aard bemerkt, ofschoon
ik veronderstel, dat achter mijn rug van die
aardigheid druk genoeg gebruik gemaakt is ge
worden
Emilie bloosde dit was niet het geval ge
weest.
Maar thans sloeg Raphael zijn arm om haar
hals, en zag haar diep in de groote, onschuldige
oogen en gaf haar een kus, een hartstochtelijken
kus, en liet haar diep bewogen los, om haar weer
te omhelzen en in te fluisteren
•Eindelijk gaan wij gelukkig worden, lieve
wat zullen die veertien dagen, die dne honderd
zes en dertig uren me lang vallen.”
•Ons lang vallen behoort ge te zeggen,” fluis
terde het meisje. „Hebt ge dat zoo gauw uitge
rekend liet zij er op volgen met een allerliefsten
glimlach.
•Ik heb hier vlug rekenen geleerd,” zeide Ra
phael vroolijk in de overmaat van zijn geluk.
„Maar het was niet myn hoedanigheid van reke
nen die mij zoo spoedig deed vinden hoeveel uren
twee weken hebben Al had ik nooit cijfers ge
zien, dan had ik het even spoedig gevonden.”
En hij kuste haar nogmaals.
H 5 5
digti noch verdedigthy merkt alleen op dat
het vermelde gesprek plaats had In Mei, op
een tydstip toen de verslagen der enquête
voor het Hof van Cassatie reeds bekend
waren. Getuige zegt alleen tusschen beide
te komen om de Fransche officieren te ver
dedigen.
Generaal Deloye herinnert er aan dat hy
in het begin van 1899 werd belast met het
inlichten van het Hof van Cassatie omtrent
het nieuwe artillerie-materiaal. Hy zegt dat
het onmogelyk is dat in 1894 een officier
van den troep iets heeft kunnen mededeelen,
wat ook, over Ijet kanon van 120 cM. kort.
Hij herinnert zich niet nauwkeurig in welk
jaar het reglement op het kanon 120-kort
in den handel gebracht is. In allen ge
valle was er in 1894 geen enkel reglement
op dat kanon in den handel. De bijzonder
heden van de hydropncumatische rem kon
den op dat oogenblik slechts aan een klein
aantal officieren bekend zyn.
Thans wordt een lange reeks hoofdzakelyk
technische opmerkingen gewisseld tusschen
den getuige Deloye, de leden van don krijgs
raad en do verdedigers.
Een der bijzitters vraagt of het voorloopig
reglement op het kanon 120-kort inlichtingen
bevatte over de hydropneumatische rem, of
het dezelfde mededoelingen bevatte als het
definitieve schiethandboekjeP
Deloye antwoordt dat er geen groot ver
schil was en deze inlichtingen waren het, die
zyn geleverd. Met een aannemelijk voorwend
sel kon een officier van don generalen staf
zich het schiethandbook wol verschaffen.
Dreyfus zegt, dat hy niet van plan is do
termen van hot borderel to bespreken, noch
hypothesen te maken. Hy herhaalt alles wat
hy in 1889 on 1890 te Bourges over het
kanon 120-kort is te weten gekomen. Mercier
heeft er aan herinnerd, dat hij als inspecteur-
generaal in 1890 te Bourges is geweest. Hij
moet zich dan ook de voordracht herinneren,
die hy hield voor alle officieren van de
pyrotechnische school en van de giotory ovor
de hydropneumatische rem. Men gaf daar
van toen de gewone schets, die voorkomt
in het leerboek voor Saint-Cyr. Ziedaar al
wat ik wist van de hydropneumatische rem.
Ik heb het kanon 120-kort tweemaal gezien,
ik heb het nooit zien manoeuvreeren of af
schieten. Nooit hebben de stagiaires schiet-
cursussen bygewoond. Do kartetsen heb ik
maar onvoldoende bestudeerd.
Zitting met gesloten deuren.
Carrière deelt mede, dat op bevel van do
regeering de derde directie van de artillerie
in een dossier heeft bijeengebracht de docu
menten, waarvan de verdediging de overleg
ging gevraagd heeft. Deze stukken zullen
het het wachten tot een der moeilijkste zaken,
toch gaat de tijd door en wat geen einde schijnt
te zullen nemen, doet het ten slotte toch.
De veertien dagen waren bijna verstreken. Men
was aan den vooravond van de groote gebeurtenis.
Nóg enkele uren
Het trouw-kostuum van het jonge meisje was
reeds gereed. Ze had het al aangepast en het
was met algemeene stemmen goedgekeurd. Het
stond haar zoo goed I Raphaels liefde nam nog
toe, terwijl hij haar bezig zag, en haar kinderlijke
beorijvigheid en vroolijkneid zag.
Het was ongeveer vijf uren in den middag van
den dag voor haar huwelijk.
Een der werklieden kwam Raphael berichten
dat er iemand was die hem wenschte te spreken,
en zich niet noemen wilde.
•Laat hem dan maar hier komen.”
•Dit is wat ik hem al heb voorgesteld, maar
hij wilde liever niet binnengaan. Hij vraagt of
u even bij hem wilt komen, hij heeft u iets be
langrijks te zeggen, moest ik maar zeggen,” zeide hij.
Raphael kreeg een onaangename gewaarwording.
•Kent ge dien persoon niet
•Ik ken hem met. Het is een gebocheld man
neke nooit gezien.”
Raphael wist genoeg. Dit kon niet anders dan
een boodschapper van den baron de Maubert
zijnhij herinnerde zich dat hij tijdens zijn be
zoek aan de woning in Rue de l’homme armé
op den trap een gebochelde had ontmoet.
Ik kom,” zeide hij tot den werkman.
En hij ging
De man die hem wachtte wu inderdaad die
gene dien Raphael had verwacht, de man waar
mee hij op de donkere trappen van des barons
woning eenige woorden had gewisseld tijdens zijn
bezoek.
De komst van dezen man joeg Raphael schrik
aan. Hij begon te beven. Een onaangenaam
gevoel van nakend onheil bekroop hem.
•Gij wenschtet mij te spreken vroeg Raphael
den gebochelde.
•U, ja, als ge tenminste mijnheer Louis Du-
bourg zijt.”
•Die ben ik.”
•Ik wist wel dat ge dat zijt. Ik kom van
iemand die u kent. Begrijpt ge
Neen," antwoordde Raphael, die het echter
zeer wel begreep.
„Ik kom dan van Jacques Aubry,” ging de
gebochelde ❖oort.
„En wat is het dat ge mij te zeggen hebt,”
vroeg Raphael ongeduldig.
„Niets.”
„Niets?”
„Neen."
„Wat doet ge dan hier P”
„Ik kom u van Jacques Aubry dezen brief
i Ziet ge nu wel, mijnheer, dat ik niets
1 had en toch niet voor niets kwam.”
ge altijd zoo op de letter.”
jd”
„Dart moet ge min of meer onuitstaanbaar zijn
„in .omgang”
„Dat, is iets waaraan ik mij in ’t minst niet
iets laat gelegen liggen.”
M
M
O fc