;aar. M nd, .p.poncL pond. DM T I Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. IALEN, n Stoffeerder al I 108. MANS, is Dinsdag IS September 1899. 38ste Jaargang. No. 7989. 5» BuUeolandsch Overzicht. bele Buurt. arsnijdcn, 3N1ÏE, I it, "TBB SOOS, IKEN. pleréii, ■Jfiatfen, 4, GlHIH. FEUILLETON. ANNIBAL DE VONDELING. S. fs EN VIJF CENTEN. ci Oi toch gestaan. in'kman &zs- ed KOUME dat gedurende achtig UcM i voor toorteu I.IIUISUIIE COURANT o ^5 was welke richting te ontroering te toonen, aan. Het gerucht loopt, dat Dreyfus naar Corsica zal worden overgebracht. Labori deelde aan Dreyfus zyn veroor- deeling mede; schijnbaar zonder ontroering zeidé Dreyfus: „Troost mijn vrouw.” Men gelooft, dat Dreyfus zich in revisie zal voorzienzijn verdedigers hebben hem dit hangeraden. Mevrouw Dreyfus vernam het bericht met berusting en moed. Volgens de algemeene uitlegging van het vonnis te Rennes zal de tijd op het Duivelseiland en in andere gevangenissen doorgebracht in mindering worden gebracht van de nieuwe straf; en daar deze straf niet in gemeen- zjjn, meent do schrijver, dat de raad van revisie zou oordeelen over den uitleg door den krijgsraad gegeven aan het vonnis van het Hof van Cassatie. Laten wij dus aannemen, dat de zaak-Drey- fus in hooger beroep zal komen voor do Strafkamer van het Hof van Cassatie. In dat geval wordt verklaring van cassatie, bevattende de middelen daartoe, door den griffier van den krijgsraad met de proces stukken gezonden aan den minister van jus titie. Binnen 24 uur na de ontvangst dier stukken zendt de minister ze aan het Hof van Cassatie, dat binnen een maand na de ontvangst over de voorziening in cassatie moet recht doen. In zijn uitspraak kan het Hof het vonnis vernietigen met of zonder verwijzing naar een nieuwen krijgsraad. De meening, die in de Parfische pers over- heerschend is, is die van verbazing. Men acht het vonnis onverklaarbaar, door het aannemen van verzachtende omstandigheden; daardoor poogde men te schipperen tusscben de beide partijen, doch voldeed er niemand mede. Hoewel de orde overal gehandhaafd bleef zjjn de partyen vast besloten niet te ont wapenen. De bevrediging der gemoederen is vorder verwijderd dan ooit. De motie, Vrijdag door den Eersten Volks raad der Z.-A. Republiek aangenomen, luidt, uit het Engelsch vertaald, aldus„De Volks raad, overwegende dat er tusschen de twee regeeringen nog vriendschappelijke corres pondentie wordt gevoerddat het in groo- ten getale samentrekken van troepen op de grens een verderfelijke en onrustbarende uit werking heeft op de inwoners van dezen staat, on overwegende dat Transvaal in vrede en vriendschap met alle natiën leeft en in zoodanige vrede en vriendschap begeert te leven, betreurt dat samentrekken en spreekt als zijn meening uit, dat in geval van ge beurtenissen, die tot vijandschap tusschen de twee landen of tot oorlog leiden, de oorzaak niet bij de Republiek zou liggen. Wat hot ophouden van ammunitie aan de Delagoabaai betreft, vertrouwt do raad, dat de regeering naar gelang van omstandigheden zal han delen. De raad besluit verder, de kwestie van het samentrekken van troepen op de grens te laten rusten tot de regeering ver dere inlichtingen geeft, ofschoon de in lichtingen tot nog toe verkregen onbevre digend zijn. Met het oog op den uitslag, die van de hangende onderhandelingen verkregen kan worden, beperkt de raad zich tot de verklaring, dat hy de rechten en de onaf hankelijkheid der Republiek zal handhaven.” rteering lUMS, Inzending van Ad verten tiën tot 1 uur des midd. .9.) Raphael schudde het hoofd. Blijkbaar had hij niet begrepen. De jonge vrouw ging voort •Zflt ge ongesteld, mijnheer Toen bracht Raphael de hand aan zijn borst en mompelde «Hier is het hier is het daar is zij zijWaarom zie ik haar niet I” Hij zeide dit zonder haar aan te zien, en niet als antwoord op de gestelde vraag en als tót zichzelve. De jonge vrouw gaf den moed niet op maar ging voort »Wilt ge dat ik een rijtuig doe voorkomen om u huiswaarts te brengen?” »Ik weet niet waar zij is,” zeide Raphael, hoofd schuddend. >Komt ge van ver, mijnheer?” •Ik weet niet.” zeide Raphael met denzelfden botten lach. •Waar gaat ge heen, mijnheer Zeg het mij dan kan ik orders geven dat men u thuis brengt. Men is misschien thuis ongerust over u.” Dct straf van militaire detentie aan Drey fus opgelegd, staat gelyk met gewone ge vangenisstraf, doch heeft voor een officier niet èervol ontslag uit het leger tengevolge. Z|j gaat e<Ater niet gepaard met degradatie. Is dus het inzicht te Rennes hier boven ge meld ‘juist, dan zal Dreyfus op 15 October in vrjjheid worden gesteld, doch uit den militairen dienst zjjn ontslagen. Het is evenwel niet te verwachten, dat het door den krijgsraad van Rennes gewezen vonnis kracht van gewijsde zal krijgen. Zeer waarschijnlijk zal Dreyfus binnen den wette- Ijjken termjjn van tien dagen cassatie aan- teekenen tegen de uitspraak. Dan zjjn er twee gevallen mogeljjkde zaak komt in tweede instantie voor den raad van revisie, een militaire rechtbank, of wel voor het Hof van Cassatie. In de „Figaro” betoogt een rechtsgeleerde dat de zaak-Dreyfus moet komen voor het Hof van Cassatie. Ware het proces te Rennes, zegt deze schrijver, het gevolg geweest van een inbeschuldigingstelling een gewone aanklacht, dan zou geen twij fel mogelyk zjjn. De zaak kwam dan voor den raad van revisie die over de cassatie- middelen uitspraak doet en bij mogelijke vernietiging van het vonnis haar verwijst voor een anderen krijgsraad. Dit is hier echter niet het geval. Het pro- ces-Dreyfus is bij den krijgsraad van Rennes aanhangig gemaakt door een arrest van het Hof van Cassatie, dat als lastgever tegen over dien krijgsraad is opgetreden en dus het uitsluitend recht heeft om te beoordee- len hoe de gegeven opdracht is uitgevoerd. Het zou in strjjd met het begrip van recht hij met zichzelven in strijd kiezen. Eindelijk zeide hij •Ja, ik zal tot haar gaan, maar waar is zij? Ik weet niet waar ze woont en hoe is haar naam wie ben ik Wie zijn dat daar in de toppen der boomen wie wiegelen daar tusschen de takken Wie zweven daar langs de wolken Ik ken ze nietis zij daar Verbaasd en verschrikt hoorde de jonge vrouw deze onzinnige taal aan. De lach verdween voor een oogenblik van des jonkmans gelaat •Is het niet vreemd, mevrouw, dat men op den dag van zijn huwelijk den naam zijner vrouw niet weet, noch haar woning?” •De dag van uw huwelijk Hoe zijt ge van daag getrouwd •Ja, maar de baron de Maubert is gekomen, mevrouw, dezen morgen, toen ik trouwen ging. Hij was een der getuigen en nu ben ik hier. Waar is zij toch Ik zie haar nog altijd niet. Ik zou haar willen roepen, dan zou ze komen De jonkman zweeg gedurende een seconde en scheen na te denken, toen ging hij voort, op den zelfden klankloozen toon •Toch moet ik naar huis. Het is niet goed heen te gaan op het oogenblik van het feest, en ik ben al zoo lang, zoo lang weg geweest. Als ik niet dadelijk terugkeer zou zij immers denken dat ik haar niet meer liefheb I En dat zou al te gek zijn Ik haar niet meer liefhebben Hij legde de hand op zijn hart en zeide, droe- vig lachend: m|jne conclusies en eisch de toepassing van. de artikelen 76 en 267 van bet militair wet boek.” (Sensatie.) Met een stem, die schor is van vermoeienis, zegt Demange: „Gy zijt van uw oordeel rekenschap schul dig aan uw geweten en aap God. Dit is mijn laatste woord. Ik weet dat gij loyale en oprechte mannen zijt, nooit zult gij uw oordeel vestigen op mogelijkheden en vermoedens. Ik heb vertrouwen in u, omdat gij soldaten zijt”. Dreyfus zeide nog, met een stem die hij met geweld tot vastheid dwong„Ik zal een zeer eenvoudige zaak zeggen, waarvan ik* zeker ben. Ik verklaar voor mijn land, voor het leger, voor u, dat ik onschuldig ben. Mijn eenig doel is de eer te redden mijner kin deren, en van den naam di^en ik draag. Ik heb gedurende vqt jaren /e meest verschrik kelijke martelingen doorstaan, maar ik ben er van overtuigd, dat ikl het doel zal berei ken, dank aan uwe loyaliteit en uwe recht vaardigheid.” (Langdurigè beweging.) De president verklaart dd debatten gesloten. De krijgsraad begeeft zich te B1/* uur in raadkamer, om te beraadslagen. Dreyfus, wiens houding \portdurend kalm is, wordt weggeleid, tot na het uitspreken van het vonnis, dat buiten zijn tegenwoor digheid moet plaats hebben. Tijdens do schorsing van de zitting werden ej eenige gesprekken gevoerd in de zaal en op de aangrenzende binnenplaats van het Lyceum. De gesprekken, hoe levendig ook, zjjn echter hoffeyk en geven tot geen inci denten aanleiding. Nadat de krijgsraad anderhalf uur had beraadslaagd, wordt de zitting heropend. Onder de diepste stilte leest kolonel Jouaust het vonnis voor, waarbij met vijf tegen twee stemmen Dreyfus schuldig wordt verklaard aan verraad, en onder aanneming van ver zachtende omstandigheden, veroordeeld wordt tot tien jaren militaire detentie. Het publiek is verplet, en hoort met diepe stilte de uitspraak aan. Na het uitspreken van het vonnis werd het Lyceum volkomen ontruimd. Alle deuren werden gesloten. Gendarmes en artillerie- sojfiaten ontruimden de geheele Rue Tonner, waarin slechts soldaten mochten blijven. Slechts enkele begunstigden waren tegen woordig by de mededeeling van het vonnis aan kapitein Dreyfus. Zij hoorden het com mando: „Op schouder’t geweer” en „Presen teert ’t geweer”, welke bevelen het voorlezen van het vonnis aan den veroordeelde vooraf gingen. Het vonnis werd op de plaats van het Lyceum voorgelezen, voor de daar aan wezige troepen. Dreyfus hoorde de voorlezing volkomen onbeweeglijk en zonder de minste Voor de derde maal gaf de ongelukkige jonk man ten antwoord •Ik weet niet 1” Hij sprak kalm, duidelijk verstaanbaar. Er was geen heftigheid in den toon zijner stem, ofschoon deze doordrong tot in het diepst der ziel. De spreekster had hem eerst krankzinnig ge dacht, maar liet dit vermoeden varen. Beschon ken was de jonkman daar voor haar evenmin. Hij is ziek,** mompelde zij. »Hij ijlt, «wist ik maar waar hij wooht.” En nogmaals herhaalde zij hare vragen, in ha ren ijver om hem van dienst te zijn. •Waar is uw woning, mijnheer? antwoord mij toch. Misschien wacht moeder u thuis en is on gerust waar ge blijft.” Raphael zweeg. •Of uw zuster.” Raphael schudde het hogfd en liet het op de borst zinken. •Of uw vrouw vervolgde de spreekster, haar geduld niet verliezende. Deze woorden vonden weerklank in de ziel van den ongelukkige. Als door een electrischen schok getroffen sprong hij overeind, zoo schielijk, met zooveel drift, dat de jonge vrouw verschrikt achteruit stoof. •Mijn vrouw riep Raphael, »ja, ge hebt ge lijk, mijn vrouwzij wacht mij. Wat men haar ook zeggen zal, zij wacht toch want wij hebben elkaar zeer lief. Ik ga tot haar Ik zal haar op zoeken en vinden.” Hij deed eenige stappen en bleef toen stilstaan. Hij keek om zich heen, naar alle kanten, alsof De laatste zitting van den krijgsraad te Rennes ving Zaterdag om 7 u. 35 aan. Dreyfus uiteriyk kalm, komt met zyn gewonen auto- matischen gang binnen. Hij lijkt zeer verzwakt en vermoeid. Demange en Labori drukt hij met warmte de hand. Demange begint de hervatting van zijn pleidooi met de opmerking dat niemand hier aanwezig, de stukken kent die in het borderel zijn opgenoemd. Daarna gaat hy over tot de technische discussie van het borderel, bespreekt het woord voor woord en toont aan dat de be schuldigers met geen enkel bewijs zjjn ge komen, maar slechts met onderstellingen van wat mogelyk zou kunnen zyn. Dat nu is niet voldoende voor het geweten van de rechters. Met veel warmte bestrijdt Demange de onderstelling dat Dreyfus de medeplichtige zou zfjn van Weill en Esterhazy. De be schuldigde heeft hem nooit gekend. Dus is de veronderstelling veel waarschijnlijker dat Weill en Henry Esterhazy onbewust hebben ingelicht. Na de schorsing bestrijd mr. Demange de opvatting dat Esterhazy een strooman zou zijn. Hy geeft een kort overzicht van de inmenging van Picquart en spreekt vervol gens over de granaat Robin. Aan het slot van zyn pleidooi zegt hy „Al heeft de verdediging misschien niet het volle licht kunnen geven, zy heeft in elk geval aangetoond de geheele afwezigheid van bewijzen en de twijfel die daarvan het nood zakelijk gevolg is, moet ten goede komen aan den beschuldigde die geen enkele beweeg reden had om zyn land te verraden en die op het Duivelseiland de wreedste kwellingen heeft moeten doorstaan. De verdediger doet dan een beroep op alle Franschen om zich aaneen te sluiten uit liefde voor het recht en uit liefde voor het leger. Mr. Labori ziet van het woord af. De regeeringscommissaris Carrière wenscht nog te repliceeren, waarop de zitting tot drie uur wordt geschorst. Na de hervatting zegt majoor Carrière in zyn repliek, dat hij niet wil treden in een debat,, dat toch reeds zoo doorwerkt en zoo lang is. „Weegt het belang van de belde categoriën van getuigenissen, voor en tegen, en oordeelt dan in de onafhankelijkheid van uw karakter, met uwe flinkheid als soldaten. Het bewijs is overal”, zegt Carrière. „Frankrijk verwacht met spannining uw oordeel. Ik volhard by Gedenkschriften van een Gelukzoeker OF Naar het Nransch. doos W. NUTTER. Telefoon No. 8S, De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers TT geen vol- Telefoon No. SS ADVERTENTIES worden geplaatst van 1—5 regels 4 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Grqote letters worden berekend naar plaatsruimte^ o 3 JS 44 •En God en ik zeil weten evenwel hoe lief ik haar heb Opnieuw was er een oogenblik van stilzwijgen, waarna Raphael vervolgde •Ik moet naar huis, want Jacques Aubry zou kunnen komen om zijn geld en ik moet wel daar zijn om hem te kunnen voldoen, want als ik er niet was, dan dan Raphael zweeg, een uitdrukking van doodelij- ken angst kwam op zijn gelaat en zeide duidelijk dat een vreeselijke gedachte bij hem was opgeko men, die hem met schrik en ontzetting vervulde. De jonge vrouw, niet wetende wat te doen of te zeggen, stond medelijdend naar hem te luiste ren. Thans twijfelde zij er niet meer aan dat deze jonkman zijn verstand verloren had. Zijn vreemde woorden, zijn houding, de starre wezen- looze blik zijner oogen, alles verried krankzinnig heid. Zij werd bang, maar toch scheen er niet het minste gevaar, want de jonkman verroerde zich nauwelijks, ook niet wanneer hij sprak. Er Was geen razernij in zijn oog, geen woede in zijn stem. Maar misschien zou hij onverwacht op springen en verscheuren wat onder zijn bereik was Zij deinsde achteruit en gebood de kinderen in huis te gaan. Eindelijk stond de krankzinnige op, langzaam en afgemeten. Weer zag hy naar alle richtingen, als was hij onzeker welken weg te kiezen. Ten laatste stak hij de jonge vrouw de hand toe en zeide •Goeden morgen, mevrouw, het spijt me dat ik heen moet gaan, maar ik moet, ik moet. Maar ik wilde vooraf een dienst van u vragen.” (Wordt vervolgd) schappelijke opsluiting is ondergaan, telt zy dubbel. Het practische resultaat van dever- oordeeling zou dus zyn, dat Dreyfus den 15en October a. s. in vrijheid zal worden gestald. Maar de moreele schande blyft

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1899 | | pagina 1