)LEN, AAK. )M UIS. T Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 27. BulteulniHlsch Overzicht. SOOS, •H.L. gd. ootjes, ukjee, COKES. Si ZONEN, STIJN, louda. KENNISGEVING No. 7995. Dinsdag 19 September 1S99. 38ste Jaargang. AFKONDIGING. EN Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. nijverheid. jzochte. namheid. chikte. T geen vol- J9S) iF LATER 4GEL 622. s'KMAN &Zm. 'hc hapf/fj voor alle 1, waarvan 1 de artikelen 44, 45, voor zot "-1 u De prijs per drie post 1.70. Afzonderlijke Nomn^ers VIJF C E M T E N. 1 •- - .1 ••’T Eenige maanden nadat »het gevloekte huis” werd die toe- geneesheeren --oor- o cb jg Na schijnt generaal Otis toch weer terug geroepen te zullen worden van de Philip- pijnen. De New-Yorksche correspondent van de Globe ten minste seint, dat in de gewone wekelyksche bijeenkomst van het kabinet, Zaterdag door den minister van oorlog, den heer Rootj geadviseerd werd generaal Otis tydeljjk naar Washington te doen terng- zood&t zij het kiesrecht en alle burgerrechten onmiddelljjk kunnen krijgen. Nu kan ik u echter mededeelen, dat van alle vreemde onderdanen, die zich bereid hebben getoond die rechten te aanvaarden, de meesten Afri- kaanders, geen geboren Engelschen zijn, en de rest onderdanen van andere landen zijn. Dit toont, dat de Engelschen in Transvaal het kiesrecht niet verlangen. „Naar myn meening,” herhaalde presi dent Kroger, „is er geen enkele reden voor oorlog. Alles kon geregeld worden door ar bitrage.” telefoon No. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk met uitzondering Van Zon- en Feestdagen. njaanden is 1.25, franco per teerde Staten van Zuid-Holland, volgens hun bericht van den 12/16 September 1898, in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 18en September 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, R. L. MARTENS. De Secretaris, BROUWER. Heden begint te Parijs het groote jiroces, waarbp de Senaat als hooggerechtshof tunl het jong de la Gaité gezien d KOUSJE lat, gedurende ichtig UcM door hen betrokken was geworden, stand van zulk een aard, dat de o opname in een krankzinnigengesticht noodig deelden. De prins Horace di C. werd naar Bicétre ge bracht. Wat de prinses betreft, reeds eetanyaal hebben wij haar in ons verhaal ontmoet. Op den avond dat de meubelfabrikant zijn dochter haar het theatre de la Gaitó geleidde, waar Emilie de aandacht trok van den markies Hektor de Chateaudieu, zagen wij haar van uit de eerste Iqge rechts Ra phael (bespieden en hoorden haar een oordeel vellen over dea jonkman voor de ooren van den markies, die een oogenblik zulk eén treurige rol in Emilie Potard’s bestaan speelde* Haar blik was op den jonkman gevallen. Met haar gewone overijling was zij verliefd geraakt en voodde met haar hevigheid den dwazen harts tocht voor den haar ten eenen male onbekenden jonkman. Na dien avond in de schouwburg was zij huis- De BURGEMEESTER van Gouda, brengt bij deze ter kennis van de belanghebbenden, dat door den Heer Directeur der Directe Belastingen enzl te Rotterdam op den ijen September 1899 execu-l toir is verklaard Het Kohier No 2 van de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten over het belastingjaar 1899/1900. Dat voormeld Kohier ter invordering is gesteld in handen van den Heer Ontvanger, dat ieder die daarop voorkomt, verplicht is zijnen aanslag op den bij de Wet bepaalden voet te voldoen, en dat heden ingaat de termijn van Zes Weken binnen welke de reclames behooren te worden ingediend. Gouda, i8en September 1899. De Burgemeester voornoemd, R. L. MARTENS. G0IIMI1E (MANT. Telefoon No. A DVËHTENTIEN worden geplaatst van 1—5 regels A 50 Centen; iedere regel meer Hl Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. geert. De beschuldigden, met don eigenlijk ontoerekenbare!! Paul Deroulède aan bet hoofd, zyn 22 in getaldaarbij komen nog Guérin en zyn elf haisgenooten, die zich met hom in „fort Chabrol” hebben opgesloten, tcrwjjl nog oenigen als Thtéband en Habert voortvluchtig zyn e» eenige anderen, die op vrije voeten zyn gelaten. In het Luxembourg, waar de Senaat ver gadert, en ook' de terechtzitting zal Mrorden gehouden, was men in de laatste dagen druk bezig met toebereidselen voor de ontvangst der gevangenen. De ruime boekeryzaal van den Senaat is daarvoor ingericht en voor het doel grootendeels ontruimd. Er zyn in het midden negen tjjdeljjkc cellen gebouwd, ge scheiden door holle wanden, wier tusschen- ruimte van 80 centimeters mot knrkgruis wordt opgevuld. Men zegt, dat de Regeering de bewijzen voor het complot in handen heeft. Al de ver schillende betoogingen van de laatste maan den blijken door de royalistische bonden voorbereid en goldel|jk ondersteund. Dat was het geval by de manifestatie op de Place de la Concorde, 26 October 1898, waarin de com missaris Leproust zwaar gewond wordende beruchte Jules Guérin een groote rol speel de ook by die van 12 December, toen by de Cherclie-Midi, een betooging gehouden werd tegen Picquart, daar in arrest. Na deze be tooging seinde André Byffet aan den Her tog van Orleans: Wy moeten opnieuw be ginnen. Hierna kwamen de demonstraties van 19 Februari tegen Loubet, tot President gekozenvan 23 Februari, don dag van Fan- re’s begrafenis en van 4 Juni, to Autcuil. Voor den samenhang van al deze beroerin gen met de royalistische beweging moet de Regeering do bewyzen in handen hebben. Vyf en veertig aangeklaagden in bet com plot van hoogverraad zyn buiten vervolging gesteld. Er blyven thans twee on twintig beschuldigden over. De Parysche Liberté hoeft de heer Lagasse geïnterviewd, die door Waldeck Rousseau was ontvangen. Lagasse zeide, dat het onder zoek betreffende het complot geen enkele verstandhouding heeft aan het licht gebracht tusschen de legerhoofden en de samenzweer ders. Geen enkele generaal is gecompro mitteerd. vat de meest onwaarschijnlijke rampen.” Dan zou ik wel eens in uw levensboek willen bladeren.” Dat zal niet gaan, mevrouw.” •Niet •Neen.” •En waarom niet, bid ik je •Mijn geschiedenis is een zoodanige als men alleen aan zijn biechtvader toevertrouwd wanneer men aan God gelooft en tot de Roomsche kerk behoort. En daar noch het een noch het ander bij mij het geval ia, moet ik mijn geschiedenis verzwijgen.” •Er schijnt wroeging uit uw woorden te spre ken Hebt ge misdaden op uw geweten •Neen mevrouw,” zeide de intendant met een vreemden glimlach. •Nu, ge zijt vrij om te spreken of te zwijgen over die geschiedenis. De voorwaarden waarop ik je in dienst heb genomen reppen geen woord omtrent een dergelijke verplichting. Als gij er op staat te zwijgen, zwijg dan.” •Ik hoop dat mevrouw mij mijn achterhoudend heid niet euvel zal duiden.” Wat raakt mij uw achterhoudendheid I” riep Olympia op een onbeschrijfelijken toon van hoog heid. «Spreken wij over wat anders. Ik ben volstrekt niet nieuwsgierig.” De intendant boog. •Gij hebt mijn verlangen omtrent mensch dat ik in het thé&tre heb, goed begrepen, niet waar?” •Uw verlangen, ja mevrouw.” (1M vtrvolgd.J Morley en Courtney voerden het woord op een openbare vergadering te Manchester, die bijeengeroepen was door de Transvaal* comité’s te Manchester en Liverpool. Dui zenden woonden de vergadering by. Een sterk schynende minderheid van jingo’s viel aanvankelijk telkens in de rede, ook door Engelsche volksliederen te zingen, maar kalmeerde naderhand, zoodat Morley betrek- kelyk ongestoord kon eindigen. Een o vei* weldigende meerderheid van stemmen ver klaarde zich voor dè voorgestelde motie, welke erkent dat de kiesreebthervorming in Transvaal noodzakelyk is, maar erby ver klaart dat die hervorming bost te verwezen lijken door vreedzame middelen, met hand having van de onafhankelijkheid van de Zuid-Atrikaansche Republiek. Morley betoogde hoofdzakelyk dat de ro geering van de Znid-Afrikaansche Republiek de laatste voorstellen van Chamberlain be hoort aan te nemen. Zy mag haar voorstel van kiesrecht na vjjf jaar niet intrekken en moet het billijke Engelsche voorstel om de werking van de kieswet door een gemengde commissie te laten onderzoeken aannemen en duidelijk maken dat zy het kiesrecht na vyf jaar toestaat zonder belemmerende voor waarden die het feitelyk te niet zouden doen. Daarentegen bestreed Morley het Engelsch idee dat er een reden tot oorlog met de Republiek bestond. Een oorlog met de Boeren kon geen enkel van de ingewikkelde vraagstukken in Zuid-Afrika oplossen en zou het machtig Engelsch ryk geen roem aan brengen, in zyn stryd tegen het republiekje. Toejuichingen volgden. Courtney laakte vooral de manieren van Milner, dien hy als een verloren ziel be stempelde. H|j toonde een brief van Herbert Spencer, waarin de beroemde wijsgeer krach tig te velde trekt tegen de Boeren-vreterÜ hier. <1 X M 2 c* 4- 0» r— H o> cö zen. Met je elke-dag-begripjes van gepastheid en fatsoen keur je, ik ben er zeker van, mijn han delwijze af. Je begrijpt niets van my.” •En dat is eigenlijk ook geen wonder. Niemand verstaat een hart als het mijne. Wat denkt gij wel van het leven Dat het een afschuwelijke klucht is,” ant woordde de intendant bitter. •En waarom denkt gij wel dat wij leven •Om dood te gaan.” •Gij weet zeker hoe ik er over denk en wilt mij aangenaam zijn In uw hart beschouwt ge mij als een zottin. Maar wees er zeker van dat ik niet minder u, evenals de heele wereld, als een zot beschouw. Het is de waarheid, dat het leven een treurige klucht is. Maar er is iets, wat het leven belangwekkend maakt, het waarde geeft, éfenigszins tenminste, Dat iets zijn de hartstochten Zij houden het bloed vloeiende, brengen kleur op de wangen, doen het oog schitteren. Zich aan zijn hartstochten overgeven is leven, ze blindelings involgen is bestaan, weten dat men is. Zij zijn het eenige in ons wat waarde heeft Ik heb de hartstochten lief Ik bewonder ze in haar grilzieke, wispelturige kuren Ze maken mijn leven in mijn eigen oog belangrijk, de moeite van het te leven waardig. Maar, ik praat maar en gij begrijpt niets van mij. Gij zijt altijd somber hebt gij verdriet •Ta, mevrouw, ik heb veel geleden.” •In uw zaken? in uw gezondheid, in uwe ge negenheden •In alles te zamen Mijn leven is één lange roman. Iedere bladzijde van mijn levensboek be- De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Goupa doen te weten, dat door den Raad dier Gemeente in zijne vergadering van den 5en September 1898 is vastgèsteld de vol gende verordening: VERORDENING ter voldoening aan artikel 178 der gemeentewet. EENIG ARTIKEL. De verordeningen, tegen welker overtre ding straf is gedreigd en dié nog golden, zijn de volgende I 1. Verordening op de brandweer, vastge steld den len Maart 1889 en algekondigd den 25en Maart 1889, met dien verstande, dat in Artikel 71, laatste zinsnede, verval len de woorden: .en de artikelen 44, 45, 46, 47, 48, 50 én 55, voor zooveel de spuit gasten betreft." I I 2. Verordening tot wijziging der Verorde ning op de Brandweer, vastgesteld den 25en Maart 1892 en algekondigd den 26en April 1892; I 3. Verordening tot wjjzigiiig der Veror dening op de Brandweer, vastgesteld den 5en Februari 1897 en algekondigd den 27en Februari 1897; i 4. Verordening tot wjjzigiiig der Veror dening op de Brandweer, vastgcsteld den 21en Februari 1899 en algekondigd den 18en Maart 1899; 5. Verordening tot wijziging der Veror dening op de Brandweer vastgesteld den 9en Mei 1899 en algekondigd den 20en Mei 1899 6. Algemeene Politieverordening, vastge steld den len September 1896 en algekon- digd den 24en September 1896; 7. Verordening tot wijziging der Algemeene Politieverordening, vastgesteld ;den 19en Oc tober 1897 en algekondigd den 29en October 1897; 8. Verordening tot wijziging der Alge meene Politieverordening, vastgesteld den 18en Maart 1898 en algekondigd den 7en April 1898; 9. Verordening tot wijziging der Alge meene Politieverordening, vastgesteld den 21en Februari 1899 en algekondigd den 18en Maart 1899; 10. Verordening tot wijziging der Alge meene Politieverordening, vastgesteld den 20en Juni 1899 en algekondigd den 8éh Juli 11. Verordening regelende de bottwpolite, vastgesteld den 21en Februari'1899 en ai- gekondigd den 18en Maart 1899, met uit zondering van artikel 33. Zijnde deze Verordening aanj de Gedepn- FEUrL'LElinM. Gedenkschriften van een Gelukzoeker AOIBAL pE° VOHDEHHG. Naar het Fransch. DOOR w. nutterJ Nog steeds is de vraagZal er oorlog zyn tussclien Engeland en de Z. A. Republiek 1 President Kruger acht een oorlog onnoo- dig. In een interview zeide hy „Waarom moet er oorlog zyn tusschen En geland en Transvaal V Waarom kan geen ar bitrage plaats hebben, en de geschillen tus schen beide landen worden opgelost in vrede P” „Reeds lang heb ik gestreefd,” zeide hy verder, „den üitlanders dezelfde staatkundi ge rechten te geven als den burgers. Cham berlain zegt, dat ik mjjn beloften niet ge houden heb. Dat ontken ik. „Onder de Conventie hebben vreemdelin gen in Transvaal dezelfde handelsrechten als de burgers. Zij hadden echter niet dezelfde staatkundige rechten, doch ik wilde hun die geven. Ik wilde hen op denzelfden voet be handelen als de burgers, doch zy wilden er geen gebruik van maken. „Ik wilde het kiesrecht geven na zeven jaren. „Er zyn naar schatting meer dan 50,000 vreemdelingen, die hier langer dan zeven jaren gevestigd zyn, en die zyn ingeschreven waarts gekeerd. Oogenblikkelijk had ze haren intendant ontbo den, dezelfde die »het gevloekte huis” op baar naam had gekocht en had doen herstellen. De intendant was verschenen. •Mijnheer Martial,” zeide zij zonder omwegen, •ik ben verliefd.” De intendant boog •Niet op Uj” voegde zij er bij. »Ge begrijpt zeker wel dat ik u geen liefdesverklaring doe, nu ge al zoo lang in mijn dienst zijt. Wij geven ons dadelijk of nooit. Ik heb mij vanavond gegeven. Degene wien ik mijn hart heb afgestaan vermoed niets daarvan. Ik ken hem zelfs niet. Ik heb hem een oogenblik gezien en gadegeslagen Hij heeft mij waarschijnlijk niet eens gezien. Maar ik heb hem mijn hart toegezegd. Ik wil dat hij het zal aanvaarden. Gij moet hem met mij in kennis brengen.” De intendant merkte op dat het eenigszins moeilijk was iemand, die men niet kent, nooit gezien heeft, zelfs nooit van heeft gehoord, op te zoeken. •Kom mij niet voor den dag met moeilijkhe den. Ik geef u al den tijd. Ik sta u toe alles in het werk te stellen, niets te sparen, alles te doen, behalve niet slagen Ik zal geen mislukking vergeven. Ik zal u helpen zoeken, hem aanwijzen als ik hem weerzie, maar ik stel u verantwoorde lijk er voor dat hij gevonden worde Zij zweeg een oogenblik. De intendant gaf geen antwoord op deze vreemde order. •Ik kijk u aan, zoo ge ziet,” vervolgde Olym pia. »Ik zou wenachen in je hart te kunnen Ie-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1899 | | pagina 1