II' t gt, balsem”. E WIL. - BIKffl,” ^stelling. \o. 8114. i 38ste Jaargang jelsch Maart. E au Zn., TIENDEWEG. iïieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Woensdag 7 Februari |900. Bullciilandsch Overzicht. Vroeg Verwelkt LOT Cie Paris faand tjraUti en iiiari 1900, E TOONEJUSTffl PELS. IBHOOD, iken Knevel? i H.H. Coiffeurs a ontv. v. postw.j SN Azn.,, PALOTEN. rÉs FEU1LLE1O X. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. LRIJH K •Av LINKMAN A Zn. (Wordt vervolgd drijven. g acht uur. prjjzen. 2.10. 5100. -p 1 a a t. Jure. Naar het Duitsch fiOliDS'HE llll RI\T. K.G Telefoon 'o. Mf. De itgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per; drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN'. rancs vrij van alle rerhooging. »zcnd tal N. B. ééne Flesch eenige qjiddel iccès heeft. Als jzing goed |op- teeds voldoende. LM. Evenals de radicale Dnitschers in Oostenryk- Hongarye hebben ook de radicale Tsjechen geweigerd, aan de verzoeningsbijeenkomsten deel te nemen, daar hjj aïs eerste voor* waarde voor een schikking met de Dnitschers beschouwen: het herstel van het koninkrijk Bohemen. Ook in de Jong-Tsjechische par- tyvergadering bestreed de radicale vleugel het voorstel om vertegenwoordigers te zenden, maar vergeefs De vrij geringe kans op het welslagen van de pogingen tot verzoening wordt door het tyen eenigszinh verhoogd. met 2 Paarden. 1 Paajrd. n 1 J I, Paarden, Koeien, >t «4 Cent. adclykste en g& xtóel voor Heere» nderechoenwerk. l.M Müller t Co. Men lette goed •merk.— oeawwk, oalanteriee, .SvOmaun, Arnhe» lossing te overwegen. Maar twee dingen moeten er in elk geval in opgenoinen worden: het Engelsche grondgebied moet ontruimd en de twee Engelsche koloniën moeten verlost worden van de zorg, die noodzakelijkerwijs de nabuurschap van een machtigen militairen staat (want dat is Transvaal nu) oplevert. Onder deze voorwaarden zijn er velen die vinden, dat het grondgebied van de twee republieken verschoond kan blijven, op den grondslag natuurlijk van herstel van grieven voor alle deeien der bevolking.” Maar, de Economist herhaalt het, de tjjd voor deze kwestie is er nog niet, en de op positie zou wys doen haar vredelievende neigingen op het oogenblik nog niet op den voorgrond te stellen. toonde minachting voor den aard en de strijdkrachten van de Boeren. Mannen van het vak tellen het getal manschappen en kanonnen van de Boeren, maar de ministers hadden rekening moeten houden met de on tembare kracht van een vry volk dat voor zijn onafhankelijkheid strijd. Alen heeft gezegd dac de strooptocht van Jameson de regcering belette behoorlijke toe bereidselen te maken. De vloek van dien strooptocht, zei Harcourt, zweeft nog om ons heen en is de oorzaak van den oorlog. Wat het Zuid-Afrikaansch copiité betreft, men heeft beweerd dat het comité er een bepaalde bedoeling mee had, bet onderzoek niet voort te zetten. Dat had het niet. Als het comité zijn onderzoek had voortgezet, zou het ook tijdens de volgende zitting van het parlement hebben mbeten vergaderen, en de bewerkers van d^fi strooptocht zouden genoeg invloed hebben gehad om de herbe noeming ervan te verhinderen. Maar zoo lang niet de zaken onderzocht zijn en de laster en de leugens die er over in omloop zyn, tot zwijgen zyn gebracht, zal er arg waan bestaan dat de regeering medeplich tig is. By de hervatting van de beraadslaging laakt Harcourt ten scherpste het beleid van de regeering, maar verklaart dat Enge land, nu het dezen ongelukzaligen oorlog eenmaal begonnen is, hem uit moet vechten Jon oindo tac>. Chamberlain laakt den toon van Harcourt’s afkeurende woorden, onder omstandigheden die ongetwijfeld ernstig zyn, hoewel hjj niet gelooft dat het land in gevaar is. Er be staat bij de natie een alles overweldigend verlangen om alle krachten in te spannen om den oorlog tot een goed einde te bren gen. De houding van de natie is bewonde- renswaardig, maar zy heeft getoond dat zy van allen verwacht dat zij eendrachtig zul len samenwerken. De oorlog tusschen de Zuid-Afrikaansche Republiek en Engeland is grootendeels te wyten aan de verschillen tusschen de beschaving van de Boeren en de Engelschen. Dat de oorlogstoebereidselen van de regee ring niet voldoende waren, geljjk men zegt, komt doordat de regeering altjjd gehoopt heeft dat de vrede bewaard zou bljjven. Zjj was besloten niets te doen om dien in ge vaar te brengen. Niemand kon de regeering bet verwjjt doen dat zjj den oorlog gewenscht had. De moeilijkheid waarin de trouwe Neder- landécbe bevolking in de Kaapkolonie ver keerde, moet niet licht worden geteld. Hun trouw was meer dan gewone onderdanen trouw, wegens de banden die ze verbinden behoort, tegen welken men in onzen kring de dwaaste veroordeelen koestert?” De duivel hale dien kerel, dacht ik, maar ik zweeg wijselijk, aangezien men het vuur slechts aanwakkert door er in te blazen En nu is de vlam weder opgeslagen van onder de asch Ik had hem aangehoord met de wanhoop in het hart. Op den nu ingeslagen weg kon zij niet keeren, haar trots nog daargelaten. Een vreeselijke jaloe zie op den gelukkige, die de voor mij eeuwig onbereikbare bruid als zijne vrouw naar huis mocht voeren, ontbrandde in mijn binnenste. En toen ik bedacht, dat ik haar geholpen had door mijn orgelconcert hare vlucht een tijdlang ver borgen te houden, werd het me zoo erbarmelijk te moede, dat ik eensklaps in snikken uitbarstte, de jammerklacht van méér wellicht dan van beiee- digde ijdelheid en doodelijk gewonde liefde die ik voor haar gevoelde. Daar voelde ik de hand van oom Joachim zwaar op mijnen schouder „Het hoofd omhoog, vriend, en niet klagen,” sprak hij. „Wat wij niet kunnen veranderen, moe ten wij zijn loop laten. Laat ons echter niet ver geten dat iemand als zij, welke domme streken zij ook uithale, overal en altjjd zich zelve zal blij ven. Zij kan even als Diana een oogenblik het rechte spoor verliezen, maar zij vindt het weer, daarvan ben ik overtuigd. En moet zij al een harde leerschool doorloopen, het leergeld is aan haar niet verloren De eenigen die het bard te verantwoorden hebben en deze duivelsche geschie- denir niet te boven komen, dat zijn wij ik Verapreide Berich ten. Frankrijk. Dreyfus is, op eenige lichte aanvallen van koorts na, die steeds zwakker worden, ge heel hersteld. Hjj gebruikt nu gewoon voedsel en besteedt zyn tyd aan de opvoeding van zijn kinderen, behalve 4 uren per dag, welke gewijd zjjn aan zijn correspondentie. 16 Febr. a.s. zal mevrouw Faure een lijkdienst laten celebreeren in de Madelei- ne-kerk te Parijs, ter herdenking van den sterfdag van haar echtgenoot, Félix Fanre, president der Republiek. In 7 departementen is een onderzoek geopend naar de gelden, waarover de As- somptionnisten beschikken. De Aurore is veroordeeld tot het betaUn van 500 francs boete wegens publicatie van een artikel, waarin de dood van den Israë- litischen milicien Bernard werd geweten aan de mishandelingen van een kwartier meester. Ook de schryver van het artikel is tot een even hooge boete veroordeeld. *4) Paart eens oom, zei ze, wat ik daar zoo even ontvangen heb en zij reikte mij het epistel over. Wij hadden geen geheimen voor elkaar. Het schrijven behelsde eene liefdesverklaring van onzen vis-i-vis, in optima forma en het slot was een huwelijksaanzoek in alle eer en deugd. Nom d’un nom I Dat was me toch al te kras Ik liet haar de keus, of ik wilde dien brutalen vlegel mondeling voor haar antwoorden, of zij moest zonder afscheid van hem te nemen onver wijld vertrekken Zij bedacht zich en gaf aan het laatste de voorkeur. Onderweg zei ze tot mij«Oom, ik ben toch nog overijld te werk gegaan Hij zal me altijd voor een dom, hoogmoedig schepsel houden. Ik zelve had hem moeten antwoorden.7’ En wat hadt ge hem willen zeggen?" «Dat ik mij door zijn aanzoek vereerd gevoelde, maar onder voogdij van een oom sta, die nimmer zijne toestemming zal willen geven.” „Potz-tausend,” riep ik, >dat was even goed als een liefdesverklaring.” »En indien dit zoo ware hernam zij. #Ligt er soms iets vernede rends in, een man te beminnen, die tot een stand DU ups s die ons geïllus het Winternet- 1 hebben, dit te maakte hij niet zelden scherpe zinspelingen op verdwaalde schapen en verlorene zielen Ik gevoelde mij nu in den kring waarin ik mij bewoog, met den dag onbehagelijker. Het pijnlijkste was nog, dat ik spijt de belofte, mijn afgod bij onze laatste ontmoeting gegeven, toch aan haar begon te twijfelen Ook werd ik geenszins verzoend, neen, veeleer nog dieper gekwetst, toen ik veertien dagen later eene gedrukte kennisgeving ontving van haar huwelijk met zden heer Constantijn Speelberg, tooneeldirecteur. Onder het lezen dezer woorden voelde ik hoe de dwaze hoop op haar berouw over dien eenen ongelukkigen stap steeds in mijn hart had geleefd de hoop, dat zij uit het vuile bodemiooze moeras zou terugkeeren, rein als een zwaan, die slechts de wieken behoeft uit te slaan, om zich van slib te reinigen Ik wist dat zij aan oom Joachim en aan hare tante lange brieven had geschreven, waarin tij waarschijnlijk hare handelwijze zocht te rechtvaar digen, maar ik waagde het niet er naar te vragen. Ik had er een flauw voorgevoel van, dat ik dingen zou te "eten komen, die pleitten in haar voordeel Maar niemand sprak er mij over, en zoo bleef ik in het duister rondtasten Eerst veel later is mij hierover het juiste licht opgegaan Wat mijn kweekeling aangaat verwilderd ah hij was, hij had toch een flauw besef van ’tgeen recht ol onrecht was bewaard. aan de Engelschen zoowel als aan de Boeren. Maar de positie van de trouwe Engelsche onderdanen moet men ook niet uit het oog verliezen. De oorlog, zegt Chamberlain, is eerljjk, noodaakelyk en rechtvaardig. Het indienen van het amendement is te belreurent omdat het twyfel wekt aan de eendracht onder de natie. Het is voorbarig, nu over de voor waarden van een schikking te spreken, maar de regeering is het in hoofdzaak met Grey eens in zooverre, dat zy zal weten te zorgen dat er geen tweede Majoeba komt. (Toejui chingen.) Nooit meer zullen de Boeren een citadel oprichten in het hart van Zuid-Alrika, een citadel van welke haat en nayver tus schen de rassen uitgaat. Nooit zullen zy meer in staat zyn, Engelands oppermacht in ge vaar te brengen, en Engelschen te behan delen alsof ze tot een lager staand ras be hoorden. De natie heeft sinds dien tegenspoeden on dervonden. Elk van die tegenspoeden is het sejn geweest voor nieuwe vaderlands lievende aanbiedingen, die schitterend spon taan waren. De trouw van de koloniën is geen geringe vergoeding geweest voor de ellende van den oorlog. Engeland is de ko loniën dankbaarheid schuldig voor den zede- lyken’ en stoffelyken steun, dien zy het niet zouden hebben verleend in een zaak die niet De Engelsche „Economist” kkurt het af, dat het parlement zooveel praat op een oogenblik dat het nergens toe dient De liberale leiders hebben toch gezegd, dat de oorlog met alle kracht moet voortgezet worden, en welk nut heeft een motie van wantrouwen als er geen ministerie klaar staat om de regeering over te nemen? En iedereen weet, zegt de Economist, dat de liberalen zoo’n regeering niet zouden kunnen vormen. De oppositie verknoeit dus tyd. De ministers zyn echter nog scherper te laken. Uit hun redevoeringen zou men opmaken, dat zy den ernst van den toestand niet inzien en voorts dat zy elkanders meening over den staat van zaken en de verschillende vraagstukken, die aan de orde zyn, niet kennen. Lord Salisbury b.v. zeide, dat de regeering niet voldoende over de wapeningen der Boeren ingeliclit kon zyn, omdat haar geheim fonds te klein is, en Lord Lansdowne dat zy er alles van wist. En zoo meer. „Het is”, zoo zegt de Economist ten slotte „nog niet de tyd om van een vreedzame oplossing te spreken, ofschoon het de plicht van onze openbare personen is om zorgvul dig de beate voorwaarden voor zulk een op meen mij zelven. Want gij, Johannes, zijt nog jong, gij hebt nog een lang leven voor u en zijt een vroom christen. Ik echter ben een oud man, wien men zijn eenig ooilam heeft ontnomen hel en duivel, wat zal me dat een hondenleven worden 1* En na een oogenblik vervolgde hij; Vergeet mij, Weiszbrod ik kan niet meer - ik heb nog niets te dojn. Blijf maar rustig hier, tot uwe oogen weer droog zijn. Voor mij is deze oude barak toch bedorven, nu we er nooit meer gezellige knffieuurtjes zullen doorbrengen. Met deze woorden ging hij de deur uit, een jachtgeweer over den schouder, en door Diana gevolgd die erg droefgeestig de ooren liet hangen. II Van den tijd die nu volgde, valt niet veel te zeggen. Voor het uiterlijke ging alles zijn gewonen gang De leegte, door de vlucht van het onwaar dige familielid veroorzaakt, scheen door niemand, uitgezonderd oom Joachim en mij te worden ge voeld haar naam werd nooit genoemd Sedert de vlucht der stiftsdame scheen de heer des huizes het met de geestelijke tucht nog stren ger o£. te nemen. De tafelgebeden groeiden niet zelden tot kleine zedepreeken aan, en ’s zondagsmiddags leidde hij persoonlijk eene godsdienstoefening, waarbij hij zooveel theologischen onzin uitkraamde, dat ik mij geweld moest aandoen, om mijn ouden lust tot disputeeren te bedwingen, In zijne toespraken Telefoon No. £2 A DVERTENTIEN worden geplaatst van 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Thans heet het weder dat Bullejr geen nieuwen aanval op de Boeren heeft onder nomen. Reuter’s bureau verneemt dat het minis terie van oorlog geen bevestiging heeft van het gerucht dat Buller opnieuw de Toegela overgetrokken zjja zyn om Ladysmith te ontzetten. Integendeel, alles wyst er tegen woordig op, dat het rustig is aan het front, en in den eersten t(jd worden geen troepen bewegingen verwacht. Wat het berjeht be treft, dat men te Ladysmith Buller’s ka nonnen heeft booten schieten, denkt men dat het betrekking heeft op schietoefeningen mét pas door Buller ontvangen baiteryen De correspondent der „N. R. Ct.” seint hieromtrent Het bericht dat Buller opnieuw de Toe- gela overgetrokken is, komt uit een ver dachte Durbansche bron. Het geheele En gelsche leger zou Vrydag begonnen zyn, de Wagendrift en een paar andere driften ten westen daarvan over te trekken, om later op te rukken naar Acton Homes, daarby den Spioenkop links omtrekkend. De naïeve berichtgever voegt er by dat Buller’s troe pen gisteravond te Ladysmith verwacht werden. Intusschen seinde de correspondent van de „Standard” in Spearmanskamp Vrij dagavond, dat alles rustig was, zoo4^M*t voorbehoud van den deskuudfge van de „Times”, die het bericht uit Durban voor barig achtte, alleszins gerechtvaardigd lykt. In het Engelsch Lagerhuis wordt de be raadslaging over het amendement van Lord Fitzmaurico hervat. Harcourt zegt dat het amendement een aansporing is aan de re geering om de natie rekenschap te geven van haar handelingen, en een aanklacht tegen het beleid dat zij gevolgd heeft met den oorlog te beginnen. De ministers hebben gezegd dat pas na het ultimatum van de Boeren een legerkorps is uitgezonden, maar dat ultima tum was een antwoord op het oproepen van de reserve. De staatkunde van de regeering is volslagen veranderd tusschen 1881 en 1895. Om de verandering te rechtvaardigen moest een oorlog begonnen worden. Onder het voorwendsel dat zy suzereiniteit bezat matigde de Engelsche regeering zich het recht aan, de Zuid-Afrikaansche Republiek voorschriften te geven aangaande haar bin- nenlandsche aangelegenheden. Of die staat kunde goed of slecht was, het was een oor logzuchtige staatkunde. De geheele manier waarop de onderhandelingeA zyn gevoerd,

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1900 | | pagina 1