ra. «r telling. (TO, 1 Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken No. 8115. Donderdag 8 Februari 1900. 38sIe Jaargang. KEWISGEV1XG. 7ERVERIJ Hflifrniandscli Oui'Zicht J Azn., Az. Vroeg Verwelkt ,a?i 1900, TOONEBLISTEH EIMER tterdam. den Koning in Knevel? FEB FEllLLEIOX. kleinzielige aanvallen beleid therij wa- iKMAN Zn. bare lonkjes toe. (Warrit vtrvuJ^d.) A de Heer rouda. Telefoon Ao. M, De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 170. Afzonderlijke Nommers VT.JF CENTEN. gveu. oeM uur. rgzen. 10. u en .erven van >ben,al.oot alle Naar het Duitsoh ELS. SMITS, leten werk. Gonisiiii: conuOT ie Flesch usr inige middel m heelt. Als ig goed op is voldoende. .H. Coiffeurs itv. v. postw. B O C tj K dammer EVEë 'erk i itcai JENWEEK, dan Laarzen magazijn Ie Kleiwegsteeg. alle voorradig billende andere it stoom n van nz. worden naar da everfd. ►omd of geverfd de gezondheid De Burgemeester van Gouda brengt overeen komstig art 15 2e lid der Wet van 26 Mei 1870 (Staatsblad No 82) ter'algemeene kennis, dat ge durende dertig dagen van den ;en dezer maand tot en met den gen Maart a. s ter Secretarie dezer Gemeent ter inzage van belanghebbenden is nedergelegd de Staat aanwijzende de uitkomsten der meting en schatting van gebouwde of onge bouwde eigendommen, welke vernieuwing, wij ziging van grenzen oi eenige andere verandering hebben ondergaan, alsmede de uitkomsten en uit spraken bedoek! in de artt. 23, 40, 41 en 43 der bovengenoemde Wet Gouda, den 7 Februari 1900. De Burgemeester voornoemd, R. L. MARTENS 1 nam den knecht den blaker af, en klom de trap op. 1 Toen ik echter, op de teenen sluipend, de ver dieping waarop zich de kamer der Fran^aise be vond, had bereikt, werd opeens het mij zoo wel bekende, sierlijke schoeisel buiten de deur gezet. Ik bleef staan, hield den adem in, en de hand voor bet licht. Ik was besloten te doen alsot ik niets zag. Maar ik had mijne rekening buiten den waard gemaakt. Eensklaps werd de deur wijd geopend, en het Fransche spook stond in een allerliefst négligé voor mij. „Bonsoir, monsieur le candidat 1” hoorde ik haar fluisteren daarop volgde eene lange, half teedere, half verwijtende rede waaruit ik begreep, dat zij boos op me was neen, erger, ik had haar diep beleedigd, door haar steeds uit den weg te loopen. Dit kon ze niet langer verdragenzij moest weten waarom ik haar als een vijandin behandelde. Zij wist wel, dat zij in geene ver gelijking kon treden met Mademoiselle Louise, van wie ik zooveel had gehoudenzij was maar een eenvoudig Fransch meisje met geen andere qualités” dan haar goed hart en hare deugden. Maar daar ik zulk een chevaleresk" jong mensch was, jegens ieder ander steeds vriendelijk en voor komend, moest ik wel gelooven, dat zij iets ge daan had om zich mijne verachting op den hals te halen, en daarvoor zou ze gaarne boete doen, kon dit de koelheid, waarmee ik haar steeds be handelde, doen verdwijnen. Het schepsel zag mij hierbij met haar valsche, zwarte oogen zoo smeekend aan, dat ik, goede zbaar bn TERM Jz. 'jjs van echtheid it n kurk steeds voort den naam lor Firm* PVE De censuur laat weer geen telegrammen van de oorlogsvers1 aggovers in Natal door. Het ministerie van oorlog logenstraft intus- schen weer de beursgeruebten van het ont zet van Ladysmith. Het ministerie heeft bericht gekregen dat generaal Woodgate’s toestand hoogst zorgelijk is. der bad stilge taan bij de grieven van de Engelsche onderdanen in Transvaal was dit omdat zij o. a. door de regeering worden verdedigd. De Engelschen en Hollanders moesten aan de Kaap naast elkaar leven. Dat was de sleutel van den toestand. Balfour verklaarde dat het amendement geen aanval was op de regeering maar op Chamberlain, die gerust deze voortdurende aanvallen kon negeeren. Want gedurende De beraadslaging over het amendement van Fitzmaurice werd in het EngelscheLa- gerhuis voortgezet. Asquith geloofde, dat de regeering den oorlog noch in den zin bad gehad noch verlangd bad; maar een geheel andere vraag was, of de regeering de beste stappen had gedaan om hem te vermijden. De afwezigheid van zulk een intentie was de eenige verklaring van den onvoorbereiden militairen toestand, waarin men thans ver keerde. Kruger had den oorlog kunnen af wenden. Indien ik, vervolgde spr., van mea ning was geweest dat achter de onderhan delingen die de Engelsche regeering voerde, de eindbedoeling stak om den weg te effenen voor de inlijving van Transvaal, zou ik ten spijt van den inval in Engelsch gebied en het verlies van Engelsche levens niet in staat zijn geweest om ook maar een halven stuiver toe te staan voor de voortzetting van den oorlog. Maar dat is niet de meening van de groote meerderheid van de Engelschen. Terwijl wjj de houding van de regeering en de onderhandelingen critiseeren en veroor- deelen, zyn parlement en volk bet eens over den plicht en de noodzakelijkheid om den oorlog voort te zetten. Men kan zeggen dat de oorlog ons opgedrongen is. in de Fashoda-quaestie geleden, tegen de Engelsche staatkunde van usurpatie te velde te trekken. Men poogt in Petersburg instem ming te vinden en zet daarom breedvoerig uiteen, hoe nadeelig het ook voor Rusland zal zjjn, wanneer Engeland meester is in Afrika, van de Kaap tot Kaïro, en daardoor in de gelegenheid de goudproductie te be- heerschen, Menelik te dwingen en den zeeweg naar Ipdië, en Oost-Azië te bestrijken. De Russische Regeering begon levendiger be lang te stellen in de gebeurtenissen aan de Kaap de Goede Hoop, «n onderhandelingen over het protest tegen het afstaan van Dela- goabaai werden aangoknoopt. Doch de „Frankf. Zeitung” kan beslist verklaren dat er geen speciale overeenkomst tusschen Frankrijk en Rusland is gesloten, betreffende de Delagoabaai. Rusland volgt de gebeurtenissen met belangstelling, maar zal, zoo het al voornemens is, zich bij het voorgenomen protest van Frankrijk aan te sluiten, zich wel niet laten overhalen om zich werkdadig te bemoeien met een zaak, die zoover buiten de Russische sfeer van actie ligt. Ten minste, dit gelooft men te Lissabon. Telefoon No. S9 A D VER TENTIEN worden geplaatst van 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. sul. werkelijk mijn contenunce verloor. Ik stamelde een paar Fransche frases, verze kerde haar van mijn buitengewone »estime” en zei haar, dat zij a«n een deplorable erreur labo reerde.” >Ik dank u voor die edele woorden.” sprak de yalsche slang, en vestigde zulk een doordringen den blik op mij, dat ik mijne oogèn, in het be wustzijn mijner huichelarij, neersloeg. •Als gij eens wist, monsieur Jean, hoe goed mij uwe sympathie, uw hartelijke toenadering doet Hier greep ze n ij onbeschaamd bij de hand. »O, als ge wist, hoe mij deze afhankelijk heid, /-geduld wordenjl vernedert Ik heb eene zoo schoone, gelukkige jeugd gehad Wie mij toen had gezegd, dat ik eens in een vreemd Duitsch huis-- En nu begon zij, met ongeloofelijke radheid van tóng, mij haren levensroman te vertellen. Daar ik echter, trots myn groenheid, koelbloedig genoeg bleef om haar verhaal meer voor verdich ting dkii VóOr waarheid te honden, en ik de hand, die nog steeds op mijnen arm rustte, met zacht geweld verwijderen wilde, riep zij opeens de terlanders te hulp en snikte hysterisch. „Gij windt u te veel op, mademoiselle,” zeide ik. Het is reeds laat, ga nu naar bed - morgen ab gij wilt J-” Ik wierp, dit zeggende, toevallig een blik in hare kamer, die er zeer wanordelijk uitzag Het bed was reeds opgeslagen, op de nachttafel stond een brandende kaars die het ledikant flauw ver lichtte. De conferentie die de moeilyke taak heeft, itt Oostenrijk een schikking tot stand te brengen tusschen Duitschers en Tsjechen, is eergisteren bijeengekomen. De minister-pre sident opende ze met een aanspraak, waarin Üy de noodzakelijkheid van verzoening, we gens den slechten oeconomischen toestand, in het licht stelde. De Jong-Tsjecli Engel verklaarde uit naam van de Jong-Tsjecben dat de conferentie alleen een beraadslagend, geen besluitend karakter haddat zy bereid waren om het terrein van den nationalen stryd te vernau wen, maar dat de eerste stap moest zjjn het invoeren van bet Tsjechisch als diensttaal in het onderling verkeer tusschen de bureau’s dat de conferentie alleen een gunstige uit komst kon hebben als ook in Silezië en andere kroonlanden met meer dan één taal de nationale eischen werden ingewilligd, en dat de duurzame regeling van de verwar ring in Oostenrijk alleen geschieden kon door afzonderlijke wetten in de verschillende lan den. De Duitschers verklaarden zich eveneens bereid tot verzoening, maar op voorwaarde dat er niet van de grondwet werd afgeweken. Gisteren begonnen de werkzaamheden. De Boheemsche afdeeling van de commissie Wordt voorgezeten door von Körber, de Moravische door von Spens-Booden. •5) Toen hij zag met welk eene toewijding en liefde ik zijne opvoeding ter harte nam, scheen hij zich verplicht te achten mij dit te vergoeden en koos daarom liever anderen dan mij tot mikpunt zijner kwajongensstreken. Zjjne vorderingen op den weg der wetenschap waren gering. Ik hoopte langzamerhand door geduld daarin verbetering aan te brengen Maar hiertoe werd me de tijd niet gegund. Den dag na de vlucht van juffrouw Louise, had mademoiselle Suzon de kamer beneden de mijne betrokken Ook woonde de Fran^aise sinds dien tijd onze lessen bijdoor allerlei coquetterieën trachtte zjj de voor haar zop vervelende les in een babbeluurtje te veranderen’. Ik beklaagde mij niet, ik wist, dat me dit niets zou hebben gebaat. Nog minder durfde ik hem vertellen, hoe dat listige schepsel het mij door haar liefheid lastig maakte. Zelfs aan tafel deed zij niets dan mij flatteeren, prees mijn «les geven” en wierp mij onmisken- Tn mijn onschuld hinderde mij dit voornamelijk, land móest vreezsn, was dat vreemde natiën en Trarisvaalsche staatslieden zouden kunnen denken zg van de stemmingen in bet Lagerhuis zouden kunnen profiteered Hy deed een beroep op de oppositie om geen stemming te laten houden die tengevolge zou kunnen hebben dat de oorlog gerekt werd en de verwikkelingen in Europa toenamen. Het amendement van Lord Fitzmaurice werd ten slotte in stemming gebracht en temidden van luide toejuichingen verworpen met 352 togen 189 stemmen. Uit Üssabon wordt aan de ^Frankf. Ztg.” geschreven, dat het bericht, dat Frankrijk en Rusland een verdrag hebben aangegaan, om te protesteeren tegen een Engelsche be zetting van Delagoabaai, in offlcieele kringen volstrekt geen verwondering heeft gewekt al gelooft men niet, dat het protest zou te beschouwen zyn als de voorlooper van een feitelyk verzet tegen de bezetting. Frankrijk heeft, door den oorlog in Trans vaal, den grooten eerbied voor Engeland geducht zien tanen. Voordat de oorlog uit brak zou Frankryk er niet aan gedacht heb ben zich te verzetten tegen Engeland’s plan nen op Delagoabaai, ondanks de groote be langen die Frankryk in Oost-Zuid-Afrika en op Madagascar beeft. In Frankryk was het een soort van politieke geloofsbelijdenis, dat de Fransche Regeering zich buiten de En gelsche staatkunde in Zuid-Afrika moest houden. Doch nu komt de oorlog in Transvaal, met de nederlagen der Engelsche wapenen; en als gevolg daarvan begint in Parys een geheel ander begrip omtrent Engeland’s macht in Zuid-Afrika te ontstaan. De Fran sche pers acht bet oogenblik gekomen, om, ook al uit wraak voor de moreele nederlaag Inzending van Advertentiën tot 1 uur des inidd. tot 4 uur. at 4 nnr. ar. zjjn bewind had voor bet eerst het Britsche rjjk in zyn geheel volledige, onvei deelde be wustheid getoond van wat het was en van zjjn lotsbestemming. Ten spijt van deze WftS Zjjll DUUm VOOT altoos verbonden met dit groote oogenblik in Britjmnië’s historie. De oppositie had het beleid van de regeering kunnen critiseeren zonder Seen votum van wantrouwen. Wat het sst vreezen, was dat vreemde natiën Maar het is een heel andere kwestie of men de methode, den toon eïi het oordeel aan onzen kant moet goedkeuren. Het kan niet ontkend worden dat wy van 1895 af gebrek aan blik op de toekomst en inzicht hebben getoond. De regeering heeft niets gedaan om den argwaan aan den kant van de Boeren te verzachten, welke argwaan zulk een ernstige factor is geweest bij de behandeling van zaken. Wy gelooven dat geen Engelsch staatsman ooit het voornemen heeft gehad om de onafhankelijkheid van Transvaal te knotten, maar <iat was een reden te meer om geen voedsel te geven aan dien argwaan. Het doel waarop men moest aansturen was een duurzame rege ling, welke de koloniën beveiligde tegen het gevaar van een inval in de toekomst en beide rassen in Zuid-Afrika gelyke rechten ver zekerde. Het leidende beginsel moest niet zyn meerderheid maar gelijkheid. De re geling moest niet de overheersching van het eensbjas vervangen, door de overheersching van het andere. Ik zie den tjjd in bet ver schiet, besloot spr., waarin de Hollanders en Engelschen, vroegere veeten vergetende, naast elkander zullen leven en werken on der gelyke wetten, die geen sterveling kan ontbinden. Lloyd-George steunde eveneens het amen dement van Fitzmaurice, verklarende dat de beschuldiging als zou de Transvaalsche re geering dwingelandsch zyn ongegrond was. De groote grief van de Uitlanders tegen de Transvaal was dat zy geen wet wilde aan nemen, waarby bet deserteer en varf naturellen uit de mynen verboden werd. Stirling-Maxwell en Kenyon-Slaney, con servatieven, toekenden verzet aan tegen de indiening van het amendement. Campbell-Bannerman zag geen reden voor kleinmoedigheid of paniek. Daarom was de oppositie vry om kritiek te oefenen. De oppositie verlangde dat een politiek zou ge volgd worden die de beste verwachting zou geven dat het lyden van de soldaten niet vergeefsch was geweest en dat eendracht en vrede zouden voortkomen uit den stryd. Hy aanvaardde de voorwaarden voor een rege ling, die Asquith genoemd had. Hy stemde voor het amendement omdat het de dwalingen en fouten van het verleden veroordeelde, die, indien ze hernieuwd werden na den oorlog, noodlottig moeten zyn voor de harmonie en een goede regeering in Zuid-Afrika. Het debat aan de zyde van de oppositie besluitende, vroeg spr. op welke bewyzen de bewering aangaande een samen spanning onder de Afrikaanders berustte. Hy had geljjkelyk sympathie met Hollanders en Engelschen aan de Kaap. Indien hy infa- wiji ik vreesde in een verkeerd daglicht te ver schijnen bij mijn meester en de lieve barones Want voor oom Joachim was het geen geheim hoe ik over dat schepsel dacht De bardhes scheen echter in mijn deugd en eerbaarheid een onwan kelbaar vertrouwen te stellen en de baron deed alsof dit spel tusschen den onbeholpen gouverneur en de vriendin des huizes hem danig vermaakte. Dit duurde zoo eenige weken Reeds eenige malen was ’t gebeurd toevallig, zooals ik „argelooze groen", geloofde dat wan neer ik mij ’s avonds naar mijne kamer begaf, de Fran^aise juist haar nette schoentjes buiten de deur zette. Haar doel was natuurlijk, dat ik een gesprek met haar zou beginnen, maar steeds had ik hare pogingen tot een vertrouwelijke conversatie ver ijdeld, door haar kortaf „bonne nuit, mademoi selle,” te wnnschen Hoe geheel anders zou ik me gedragen hebben, indien ik de vroegere bewoonster hier in den nacht had mogen ontmoeten I Op zekeren avond duurde het spel grabuge, dat ik met de oude dame speelde langer dan gewoon lijk. Mademoiselle Suzon had, na eene overwinning op het schaakbord, met eene beleefde buiging voor de barones, de kamef verlatende baron liep met gefronste wenkbrauwen in de groote zaal op en neder en eindelijk, blij dat het spel uit was, wenschte ik mijn meester en mijn meesteres goeden nacht. De oude dame drukte mij hartelijk de hand, de baron knikte mij zwijgend maar, naar het mij voorkwam, ironisch lachend, goeden nacht. Ik

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1900 | | pagina 1