10, jimer Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Maandag 13 Februari 1900. No. 8118. Buitenlandsch Overzicht. 'ERVERIJ l IV 2210 Az. Vroeg Verwelkt 38ste Jaargang. >n Knevel? FFLTLLFI O A. ■J Azn.. it 103. Verspreide Berichten. lerij ou da. hooi s’KMANAZn de Heer en verren van jen, alsook alle tot 4 uur. 4 uur. Naar het Duitsch. dubbele fleecli «te, Z&ltbommel. tterdam je. Cm. Rotterdam. terdam den Koning 70. X). laat 8. GOIUSUIL COlRlfflT Telefoon So. M#.. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF ('ENTEN. ilk gokookt k toot da- TM dito) Ata jotM Tan gebruiken. ■teB.'I. t stoom n van iz. vorden naar de iverfd. >md of geverfd le gezondheid prcefbuqjee c. 0.35 or Neder. Telefoon %o. ADVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. ne Flesch HSff. enige middel ès heeft. Als ig goed op- ds voldoende. .H. Coiffeurs itv. v. postw. Volgens artikel 1 van dat ontwerp bepaalt de gemeenteraad wat haar officiëele taal is. Dit vond voorloopig geen tegenstand, maar wel artikel 2, dat bepaalt dat een gemeen teraad ook stukken moet aannemen in een andere landstaal dan haar officiëele. Daar wilden de Dnitschers natuurlijk niets van weten, en ondanks lang heen- en weergepraat werd men het niet eens. Ook artikel 4, be palende dat de gemeenteraadsleden overal beide landstalen mogen spreken, werd door de Duitschers hevig bestreden. Er is een subcommissie benoemd om over de geschil punten te beraadslagen. De beraadslagingen geschiedden in hoffelyken vorm, maar de inzichten liepen verbazend ver uiteen. De Duitschers in Sileziö zijn erg veront waardigd dat de Tsjech Engel, in de ope- ningsvergadering van de conferentie, gewag heeft gemaakt van Silezië. De Silezische bevolking, zeide een gemeenteraadslid van Troppau, zou niet gedoogen dat een buiten het land staande party zich met de zaken van het land bemoeide. irtroffen i welbekend IT-IUXIB, ?abri«kiin«rk). radicale en van alle, selfi kkigc xenuw- ontstaan door ugdigen leeftijd zwakte. Bleek, Hoofdpjjn - Maagpijn n vermogen mz. Uit- Voor de derde maal is de tocht van Buller naar Ladysmith naar de bedreigde stad ge stuit, wederom is hjj achter de Toegela te ruggeworpen, nadat de Boeren hem onge hinderd de rivier hadden laten oversteken. Omtrent de bijkomende omstandigheden van deze nieuwe Britsche nederlaag zijn nog geen berichten ontvangen, het departement van oorlog te Londen heeft zelfs de neder laag nog niet erkend, wat doet vreezen dat ze van zeer ernstigeij aard is. Doch dat is nog maar een bloot vermoeden. Dit staat vast, Buller kan gerust uitschei den met zjjn pogingen om Ladysmith te ont zetten. Hy komt er niet. Eerst heeft hij beproefd in het front door te breken (bij Colenso), daarover heeft hij heel wat critiek moeten hooren; vervolgens werd een om- trekking om de rechterflank der Boeren on dernomen, doch de stelling bleek te uitge strekt om haar om te trekken. Ten slotte poogde Buller zich tusschen twee Boeren stellingen in te dringen, doch hy heeft al heel spoedig moeten erkennen, dat dit laatste plan de minste kans van slagen bood. V De berichten van den oorlog in het Oosten van het land blijven uit, schoon alles er op wyst, dat in het Noorden der Kaap kolonie een poging wordt gedaan den toe gang naar den Vrijstaat te forceeren. Roberts schjjnt daar ook heengegaan te zyn met de vreemde militaire attachés. Van de Modderrivier goed nieuws. Gene raal Macdonald, die met de brigade Hoog landers het overschot van dit corps, een bat terij artillerie en een regiment laiisiers de Koedoesbergdrift bezet hield en zich reeds op den noordelykpn oever genesteld en er kopjes bezet had, beeft het tegen den aan val der Boeren niet kunnen houden en is naar het kamp te Modderrivier terug. De Regeering vraagt een aan vuil ingskre- diet van 13 millioen pond sterling (156 mil- lioen gulden) tot bestrijding van de kosten verbonden aan de oproeping van 120,000 man extra, die ten gevolge van den oorlog onder de wapens moeten komen gedurende het loopende begrootingsjaar dat op 31 Maart eindigt en verder van andere hooge uitgaven voor militaire doeleinden. In het Lagerhuis vraagde de afgevaardigde Gibson Bowles der Regeering om inlichtingen omtrent de kennisgeving van sir Alfred Mil ner van 26 Januari, waarin wordt gezegd staatuit de telegrammen is reeds geble ken dat ook aan deze zyde de Boeren reeds alle maatregelen hebben genomen om krach tig weerstand te bieden. De Ryksdag heeft een aanvang gemaakt met de eerste lezing van de vlootwet. Gunstig staat het op ’t oogenblik niet voor de wet maar, zooals de afgevaardigde Bassermann opmerkte, by de eerste lezing laat zich nog niet veel zeggen oyer het lot van een wet. Vóór het ontwerp in den hnidigen vorm heb ben zich alleen de conservatieven en de natio- naal-liberalen verklaard. Die brengen te zamen slechts 124 van de 397 stemmen uit. Komen daarby nog een paar kleinere fracties dan brengt de wet het hoogstens tot 143 stemmen. Dus nog lang niet genoeg. De oppositie bestaat uit het centrum (106 stemmen), de sociaal-democraten (56), de vrij zinnige volkspartij (29) en vermoedeljjk ook de vrijzinnige vereeniging (12). En verder vele kleinere fracties zoools de Elzassers, de Wetten, de Polen, de Zuidduitsche volkspartij enz. die der regeering niet vriendelijk zyn gezind. De sociaal-democraten en de vrijzinnigen zullen volstrekt onverbiddellijk blijven. Maar met het centrum valt waarschijnlijk wel te praten. ^Hoezeer dr. Sch&dler, die bij onge steldheid van dr. Lieber voor het centrum spirit, het ontwerp in den tegen woordigen vorm ook gispte, hy verklaarde zich bereid tot onderzoek in de begrootingscommissie. Daar, in die commissie, zal dus de beslissing vallen, waarbij het voornamelijk zal gaan om de dekkings-quaestie en wellicht ook om de bekorting van den langen termijn van bewilliging. Overigens is zoowel uit de rede van minister Tirpitz deze sprak van een oor log waarbij het leger niet zou kunnen worden gebruikt als in de groote rede van den nationaal-liberalen afgevaardigde Bassermann waarin herinnerd werd aan de beslaglegging op Duitsche schepen, nog eens gebleken dat het ontwerp gericht is tegen Engeland. In de Boheomsche afdeeling van de Duitsch- Tsjechische verzoeningsconferentie deelde de ministerpresident eerst het vertoog van de leden van de Duitsche volkspartij tegen het invoeren van de tweede landstaal in Eger, Asch en omstreken, het Egerland. Daarna leidde by de regeling van het taalvraagstuk by de autonome lichamen in Bohemen in. Als grondslag diende het door den Keizer niet goedgekeurde wetsontwerp van den Boheemschen landdag, aangaande deze zaak. diplomatisch zwijgen in Toch twijfelde ik er niet aan, of ook hij van mijne nachtelijke ontmoeting geheel op de hoogte. Dat evenwel de vox poptih ten mijnen gunste sprak, merkte ik op onzen tocht aan het feit, dat ik meer dan eens voor een teug uit Krischan’s brapdewijnflesch moest bedanken. En toch was de reis zeer droevig, en met be nepen hart dacht ik er aan hoe zij, wie ik in mijne gedachten overal nareisde, denzelfden weg was gegaan, eene toekomst tegemoet, die ik mij met de donkerste kleuren afschilderde. Jawel, ik vergiste mij niet, daar stond het. Konstantin Speelberg, zoo las ik, is met zijn gunstig bekend dramatisch gezelschap, in St aangekomen waar hij van plan is gedurende de zes eerst volgende weken voorstellingen te geven, tot welker bijwoning de geëerde burgerij zoowel als de adel en het kunstminnend publiek uit den omtrek beleefd worden uitgenoodigd En ziet, de oude Adam was in mij herboren. Ik moest en zou mij met eigen oogen overtui gen, welk een leven de vrouw van dien man leidde, en of zij geen behoefte had aan een vriend, wiens vertrouwen zij zoo schandelijk had beschaamd Wordt vervolgd Inzending van Advertentiën tot 1 uur des inidd. Wie weet wat haar vro&e echtgenoot zich tegen haar zou durven veroorloven, als allen, voor wie hij zich nu nog eenigszins in acht neemt, heen gingen.” Ik begreep hem volkomen. Nadat wij elkaar hartelijk de hand hadden ge schud, riep hij mij terug. „Doe mij het genoegen, Johannes,” zeide hij, „over deze ellendige geschiedenis niet te spreken. Ik zou het zeer goed kunnen begrijpen, als gij haar aan de groote klok hingt, want gij alleen zijt ten slotte de dupe der historie. Intusschen, denk er aan, dat de eerlijke hajs, aan wien gij dit alles te danken hebt, denzelfden naam draagt als onze Louise, om van mij niet te spreken. Als gij haar ooit mocht ontmoeten, groet haar dan hartelijk van oom Joachim, en zeg haar, dat zjj eens gauw moet schrijven Nu, God zij met u beste jongen. Houd altijd het hoofd om hoog, dan ziet gij de zon, maan en sterren, en niet dat vervloekte wormengebroed, dat op de vuile aarde rondkruipt.” Hij omhelsde mij recht hartelijk en keerde zich daarna om en ging haastig aan het werk. ’s Namiddags zat ik op denzelfden kalverwagen waarop ik mijnen intocht had gehouden. roemde Seydelman, naar het uiterlijk zoowel als door menig gebaar, aan een anderen tooneelspeler, dien ik grondhartig haatte, wijl door zjjn toedoen het gesternte mijner liefde voor eeuwig was on dergegaan De huichelarij, waarvan ik de bittere vruchten had geproefd, hadden mij voor goed den edelen drank vergald, die in den wijnberg des Heeren wast, zoodat ik in een soort van eigenzinnige verbittering in de schijnwereld leefde, die door de tooneellampen wordt verlicht. Daar, o noodlot I werd opeens mijne liefdevolle verzorgster ziek, en eenige dagen later bracht ik haar naar hare laatste rustplaats. Zij had van een kleine lijfrente geleefd, en hare geheele nalatenschap bestond in eenige oude meu belen. Ik zelf bezat nagenoeg niet veel. Een paar privaatlessen hielpen mij uit den bit- tersten nood. Maar ik vond het geraden naar iets vasters om te zien. Toen daarom ergens op een landgoed, nabjj de Pommersche grens, een gouverneur werd gevraagd, voor twee knapen van zeven en acht jaar, nam ik een kloek besluit, leende van een bevrienden acteur reisgeld, en haastte mij om naar ik hoopte mijn toekomstigen patroon op te zoeken. De eigenaar van het riddergoed was een flink, inderdaad aristocratisch, dat wil zeggen, edel ge zind monsch, van middelbaren leeftijd, Toen ik hem over mijnen toestand had inge licht, en over de oorzaak van mijn kort verblijf bij den baron juist zooveel had gezegd, dat de wereldwijze man mijn onschuld erkende, zonder de volle waarheid te gissen, werden we het eens Mijne goede, oude tante ontving, ofschoon wel ?en weinig verbaasd, met liefde en goedheid den neef, dien zij in hare vérbeeiding reeds als een kerklicht had zien schijnen Natuurlijk kende zij de geschiedenis niet van de mij heimelijk verteerende liefde. Van den kring mijner vroegere kennissen hield ik mij verre. FZelts was ik naar het uiterlijk zóo veranderd, dat twee mijner beste vrienden mij voorbij liepen, zonder in den kort geschoren, langen man met stroohoed en licht reiscostuum den vroegeren lang- harigen apostel met de christusscheiding en den zwarten rok te herkennen. Het me door den baron ais ,smartmoney over gemaakte geld, dat ik voor mijn levensonderhoud niet noodig had, daar mijne goede tante mij als een verloren zoon «spijsde en drenkte”, gebruikte ik weldra om eiken avond naar de c o m e d i e te gaan. Onder de spelers herinnerde mij een, de be- d« Echte b tesamen- $en in den num des wereldbe- Stoll- dat de Britsche Regeerin^ geen enkele ver beurdverklaring na het uitbreken van den oorlog van eigendommen op het grondgebied der republieken gelegen, als geldig zal er kennen. Minister Chamberlain antwoordde dat de Britsche Regeering redenen had om te on derstellen dat de Regeeringen der Republie ken voornemens waren van eigendommen van Britsche en andere vreemde onderda nen op haar gebied zulke zware lasten te heffen, dat ze onmogelyk opgebraebt konden worden en wel met de bedoeling deze eigen dommen verbeurd te verklaren. De Britsche Regeering kon niet toelaten dat aan het eind van den oorlog verbeurdverklaringen plaats grepen, hetzy deze geschiedden krach tens een besluit van den Uitvoerenden Raad, hetzy onder de vlag van een wet die de gerechtshoven zou machtigen dergelyke verbeurdverklaringen te doen. Uit den tekst van sir Alfred Milner’s kennisgeving blykt dat ze geen betrekking heeft op transacties tusschen personen. Een Rentercorrespondent heeft dr. Leyds gesproken na zyn terugkeer te Brussel. De gezant machtigde hem beslist het bericht tegen te spreken dat door de Londensche bladen werd gebracht over de tusschenkomst der Mogendheden in geval de Britsche troe pen de beide republieken zouden binnen dringen. Zonder vooralsnog de huid van den beer te willen verkoopen en te vroeg victorie te roepen, meent dr. Leyds toch dat de toestand voor de Boeren uitstekend is en gelooft hy niet dat de Engelschen Ladysmith zullen bereiken. „Tydens myn verbiyf in Duitschland,” ver volgde de gezant, „heb ik verschillende ten- dentieuse berichten in de bladen gelezen die uit Brussel waren gedagteekend om ze ge loofwaardiger te maken. Dat zyn verzinsels deze berichten zyn noch van my, noch van het gezantschap afkomstig. Het plan dat men my toeschryft om naar Petersburg te gaan, bestaat niet. Voor het oogenblik is van zulk een reis zelfs geen sprake.” Dr. Leyds is overtuigd dat de oorlog nog langen tyd zal duren, maar de Boeren zul len ten slotte overwinnen. Er zal geen ge brek aan wapens en schietvoorraad komen. De Boeren zyn thans met het Mauser-ge- weer gewapend en mocht, wat de gezant niet eens verwacht, de munitie voor dit wapen opraken, dan hebben de Boeren nog hun Henry-Martini-geweren, waarvoor een onuit- puttelyke schietvoorraad voorhanden is. De heer Leyds vreest in het minst niet voor een poging tot een inval in den Vry- Krischan nam een zeer acht, was we zouden het maar eens voor een halt jaaf probeeren. Ik had deze gouverneurs plaats aangenomen, tonder de bijgedachteeenmaal naar de pastorie van het nabijgelegen dorp te zullen verhuizen. Voor het herdersambt gevoelde ik voorshands geenerlei roeping. Doch daarbij kwam nog, dat ik, nog pas op het riddergoed geïnstalleerd, door een onverwachte herinnering aan »mijn verloren schoone”, pijnlijk werd aangegrepen. Op een morgen toch dat de jongens een opstel maakten en ik de courant even vluchtig inzag, bleven mijne oogen met schrik op een naam ge vestigd die met groote letters tusschen den kleinen druk der advertenties zeer de aandacht trok KONSTANTIN SPEELBERG. Frankrijk. In het departement Ariège zyn 5 Span jaarden in een sneeuwstorm omgekomen. De Italiaansche grensbeambten hebben 400 pelgrims uit Marseille, die naar Rome wilden reizen, teruggewezen, omdat zy in den laatsten tyd niet ingeënt waren. Het beet, dat de paters Assomptionnisten besloten hebben, zich te Antwerpen te ves tigen en met dat doel aldaar reeds een ge bouw gekocht hebben, waar ook hun blad La Croix gedrukt zal worden. Het gebouw moet 360.000 francs kosten. Behalve de bom, die in een venster van Cassagnac’s huis gevonden js, heeft de politie een dergelyke helsche machine ontdekt in een urinoir naby de Halles. Een streng on derzoek is geopend. By een ontploffing van een stoomketel in een fabriek te Auxerre zyn 9 arbeiders zwaar gewondvan 4 anderen is de toe stand hopeloos. De aartsbisschop van Alix, Gouthe Sou- lard, een der prelaten, die door de regee ring gestraft zyn met inhouding van hun bezoldiging, verklaart in La Croix: „De veikrachter van de wetten van dit land is Waldeck Ronssean, doordat hy myn tiac- tement steelt, dat een schuld is, welke ber-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1900 | | pagina 1