;t,
ITO
ju van
G.
No. 8312.
;lsch
3R00D
r.e.
Nieuws* en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Zaterdag 29 September 1900.
39ste Jaargang.
Bulteolandsch Overzicht.
FEUILLETON.
Gouda.
elkr.
Uitsluitend voor de Abouné’s
van dit blad.
darbalsem
onderralf
..f"
IP
te weten is gekomen, wordt niet opgehelderd.
Waar is zijn
KMAN Zn
Telèfuon A o. 8>.,
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, tranco der
post J.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
It dit mid-
nd succes
in wrijving
Rheuma-
lh«d, pijn
X.
IS van 9 tot
jrmogenden.
andapparaten
t.
Oü DE
IMMER
VER
k:
rcAp
:k „Ankert1
n50c. defl.
daken. Te
Jloth, dé-
n Banders.
Jjttafrmn.
)ost f 1.60.
rland
;in 8 Amsterdam
lie Schutzenapotheke
sch, Ceaterre;ch
iti aal-Depót Sanders
gewonden,
Ie mij, dat
moorde-
||OI INHE (Olim
Telefoon No. S®
ADVERTENTIE1C worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere reg'el meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
ireld bekend en
ten middel tegen
iig-, Lever*
enz. Inwendig
wendig in bijna
net goed gevolg
•r|js per flacon
1.15.
noeskrach t
tal elke pijnlijke
erbodig. Met
ir ongeneesli |k
28 een byna Ü2
inet genezing en
ontstekingen enz.
ar bij
ERS Jz.
van echtheid
urk steeds voor
naam der Firma
>E
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
Tegen inwisseling van de Bon voor
komende op de vierde pagina van dit nummer,
kan men aan ons Bureau, tegen betaling van
35 cents, de prachtig uitgevoerde ATLAS
VAN NEDERLAND EN ZIJNE BEZIT
TINGEN, bevattende 30 Kaarten, bekomen.
Deze Atlas, bewerkt onder toezicht van
verschillende Hooiden van Scholen, is voor
zien van een register van plaatsnamen, die
op de kaartjes voorkomen, terwijl de afstanden
der hoofdplaatsen in kilometers zijn aan
gegeven.
By toezending van vijf en veertig
cents, wordt de Atlas franco per post toe
gezonden.
Wij maakten dezer dagen melding van het
opmerkelijk oordeel van „Het Laatste
Nieuws” over de Brusselsche Septemberfees
ten. Men zendt aan het Vaderland nu een
in het Nederlandsch en in het Fransch ge
steld strooibiljet, dat te Brussel is verspreid en
waarin gesproken wordt in gelijken geest
onder den titel „De omwenteling van 1830
is een Staatkundige misdaad”
De wet van 28 Aug. 1880, door gevoelens
van verbroedering en verzoening ingegeven,
heeft de Septemberfeesten afgeschaft.
Echter miskent de schepen van openbaar
onderwijs der stad Brussel, sedert een vijftal
jaren, den geest dier wet Immers, dat doet
hy door het inrichten der zoogenaamde bede
vaarten van de schooljeugd naar |het Marte
laarsplein. Deze zouden ten doel hebben bij
het jongere geslacht vaderlandliefde op te
wekken.
rZiehier evenwel wat de geschiedenis ons
leert over de vaderlandsliefde van de bewer
kers der omwenteling van 1830
„Toen de Belgische omwenteling uitbrak,
had zü geen nationaal karakterden eersten
dag was de oorlogskreet: „LeveFrankrijk!
De Fransche kleuren waren het vereenigings-
teeken.” (Whithe bl. 270.)
„De Fransche geheime genootschappen
hadden talrijke vertakkingen in België.”
(Nuyens, (bl. 6.)
Vele duizenden Eranschen bevonden zich
te Brussel. (Bosscha, bl. 604.) Zy pronkten
overal met de Fransche kokarde, zongen de
„Marseillaise” en de „Parisienne” en spra
ken geestdriftig over de toekomst van het
jonge Frankryk, waarvan de Ryn, volgens
hen, de natuurlijke grens was.” (White,
bl. 225.)
De meeste leiders der oproermakers waren
Franschen. Rogier was van Fransche afkomst,
de zanger Jenneval, drie Belgische bisschop
pen De Broglie, Pisanie de la Grande en
Francois-Joseph waren Franschen.
De Belgische drukpers was in handen der
Franschen. De voornaamste dag- en week
bladen hadden Franschmans voor hoofdop
stellers en dagelyks verschenen, zoo te Brus
sel als elders, talryke Fransche tyd- en schot
schriften. Het leger was aangevoerd door
Franschen. De staf telde 24 Fransche officie
ren, 4 Polen en 4 Belgen Nielton, Mellinet,
Pontécoulant, Buzen, Evain, Chapelié, Gha
zal waren Franschen.
Weinige Belgen van naam of invloed na
men aan het oproer deel. De omwenteling
van 1830 was dus vooral een Fransch werk.
Was het uit liefde voor de vrijheid der Bel-
vrouw gewis vervelen. Indien mijn toestand ook
onregelmatig was, bood hij mij ten minste menige
bekoring. Het was een nieuwe >verkeering” maar,
niet minder liefelijk, omdat zij wie hel gold, reeds
in naam mijne wettige vrouw was. En dan bij
hare buitengewone schoonheid, hare geestesgaven
te bewonderen, en te weten, dat ik op den dag
als zij mij hare liefde zoude schenken, een voor
treffelijke levensgezellin en gevoelvolle vriendin in
haar zoude vinden, hoe zou ik mijn geluk
kunnen beschrijven En toch was dit geluk met
twijfel en vrees vermengd Het moge zijn dat ik
te weinig zelfvertrouwen bezat, doch hoe meer ik
bemerkte hoe beminnenswaardig Pauline was, des
te meer vroeg ik mij zelven af, hoe ik durfde
verwachten dat zij mijne liefde zoude beantwoor
den. Het was waarik was rijk, maar ik hield
mij overtuigd dat rijkdom niet in staat was om
hare genegenheid te koopenbovendien verbeelde
zij zich, omdat ik haar niets had medegedeeld
betreffende de verspilling van haar vermogen,
dat zij even rijk was als ik. Ik zag met angst
het oogenblik tegemoet, waarop ik haar met ter
zijdestelling van het verleden, opnieuw zoude moe
ten vragen om mijne vrouw te worden. Van haar
antwoord zou immers mijn gansch toekomstig
leven afhangen. Geen wonder dus, dat ik besloot
de beslissing op te schorten tot ik er zeker van
zoude zijn, dat de uitslag gunstig voor mij zoude
wezen.
Aan den noodigen tijd en de gelegenheid om
mij daarvan te overtuigen ontbrak het mij geens
zins
Hordt vervolgd.}
Het laatste bedryf is nog niet ten einde. In
Engeland moge in verkiezings-redevoeringen
betoogd worden, dat de oorlog uit is.... in
Afrika moeten de 220,000 Engelschen, nog
voortdurend stryden tegen de Boeren, die
volstrekt nog niet van plan zyn om er het
byltje by neer te leggen. De Boerenhoofd
macht, zoo wordt uit Pretoria, het hoofd
kwartier van lord Roberts, gemeld, trekt
onder Schalk Burger en generaal Viljoen
samen ten oosten van Pietersburg.
Pietersburg ligt ten Noorden van Lyden-
burg; en het punt waar de Boeren zich sa
mentrekken en dus waarschjjnljjk gelegen in
het Zoutpangebergte, het deel van het land
dat als centraal reduit is in gereedheid ge
bracht. In dat onbegaanbare, rotsachtige
terrein, waar alleen een Boer den weg weet
te vinden, is zooals Afrikaanders ons verze
kerden jaren lang een groote voorraad pa
tronen, geweren, ammunitie voor bet ge
schut en levensmiddelen bijeengebracht, ver
borgen in verschillende plaatsen, die alleen
aan enkele leiders bekend zjjn.
In die woeste bergstreek sluiten zich thans
de overgebleven strijders voor de onafhan
kelijkheid van de Zuidafrikaansche Repu
bliek op daar zullen zy voor het laatst den
Engelschen het hoofd bieden. En van daar
uit zullen zy den kleinen oorlog voortzetten,
en Engeland dwingen een aanzienlijke troe
penmacht in de „geannexeerde provincies te
onderhouden.
station Krokodilrivier zag men letterlijk mor
gen gronds die bedekt waren met vernielde
kanon-ammunitie, wagens, lemoenen, dyna
miet, slaghoedjes en oorlogsvoorraden van al
len moge! ijken aard. Toen ik doorKomatipoort
ging zag ik, naast brandende voorraden, hon
derden tonnen ammunitie en alle soorten van
hulzen, buskruit en andere ontplofbare stof
fen, bommen met de lont er aan voor de
pompons en allerlei andere stukken totzes-
dpimskanonnen toe, gebroken geweren en
vernield geschut.
„De vyand had vele tenten laten staan.
De Boeren hadden groote hoeveelheden plunje
en bagage achtergelaten. Koffers, huisraad,
pioviand en kleeren slingerden in alle rich
tingen.
„In de rotsige bedding van een onstuimigen,
schuimenden stroom lagen nog grootere hoe
veelheden voorraden, schietvoorraad, gewe
ren, kanonnen en voedingsmiddelen.
De Frankfurter Zeitung spreekt van het
mislukken der Duitsche nota. Dienaangaande
kan verschil van meaning bestaan, want do
antwoorden der mogendheden zyn nog niet
voldoende bekend, maar heel gunstig ziet het
er voorfDuitschland niet uit. Oostenryk-Hon-
garye en Italië hebben onvoorwaardelyk toe
gestemd; Frankryk (zegt de Frankfurter)
stemt toe, maar heeft bezwaren ten aanzien
vita de uitlevering der schuldigen; Rusland
en Japan vallen Duitschland slechts bij voor
zooveel het onderzoek naar de schuldigen
betreft, terwyl Amerika het geheele voorstel
heeft verworpen. Engeland heeft nog niet
achriftelyk geantwoord, maar Lord Salisbury
moet in een gesprek met Hatzfeldt zoo goed
als geweigerd hebben. Duitschland kan dus
slechts rekenen op de hulp van twee met
haar verbonden staten, die beide slechts wei
nig troepen naar China gezonden hebben.
Daaruit behoeft intusschen n» te volgen
dat Duitschland werkeloos zal blyven. Inte
gendeel, de kans is groot dat nu Waldersee
in China aangekomen is, hy ook wat wil
doen. De maarschalk moet zich thans te
Takoe bevinden, waar hij met den nieuwetf
Duitschen gezant, dr. Mumm von Schwarzen-
stein, zal overleggen.
De Morning Post weet te vertellen dat
Duitschland nu dadelyk een ultimatum zal
richten tot de Chineesche regeering; met den
eisch, vyf hoofdschuldigen uit te leveren.
Wordt daaraan niet voldaan, dan zal het
China den oorlog verklaren, de forten by
Woesoeng bezetten en zich meester maken
van de provincie Kiang-soe, ten noorden van
den benedenloop der Jang-tse. Hoe de Mor
ning Post zooveel van Duitschland’s plannen
krankzinnig in de gevangenis; een ander is in
ketens geklonken en moet slaven-arbeid verrich
ten; alleen de derde is nog ongestraft.”
Vroeger of later zal ook zijn straf komen. Wie
is het
«Macari.”
Toen ik dezen naam noemde, huiverde zij en
zweeg. Op het oogenblik echter toen wij de wo
ning bereikten waar zij logeerden, zeide zij op
zachten, smeekenden toon«Zult ge mij naar
Italië, op zijn graf brengen
Ik beloofde het, vol vreugde over het verschijn
sel dat zij dit verzoek juist tot mij richtte. Zij
moest zich meer herinneren dan zij zelve durfde
te bekennen. «Ik wil daarheen gaan,” voegde zij
er bij, >en de plaats bezoeken, en dan zullen wij
nimmer weder over het verleden spreken.”
Wij stonden nu voor het tuinhek. Ik nam hare
hand in de mijne.
•Pauline,” sprak ik«tracht u mijner te herin
neren.” 1
Er kwam een zweem van den ouden verbaasden
blik in hare oogenzij streek haar andere hand
over haar voorhoofd, en trad zonder een woord
te antwoorden het huisje binnen
HOOFDSTUK XV.
Van lijden, tot verblijden.
Mijn verhaal spoedt ten einde, hoewel ik voor
mijn eigen genoegen het eene hoofdstuk na het
andere zou kunnen schrijven, om elk voorval van
de nu volgende maand in bizonderheden weer te
gevenmaar dit zou een elk, behalve mij en mijne
55)
Zij nam ze zonder aarzeling aan en hief haar
groote donkere oogen tot mij op. Wat kostte het
mij veel moeite om haar niet aan mijn hart te
drukken. «Pauline kent ge mij
Zij sloeg hare oogen neder. «Priscilla heeft
zeer dikwijls van u gesproken. Zij zeide mij, dat
gij mijn vriend zijt, en dat- ik tot gij terugkwaamt
tevreden moest wezen en niets mocht vragen.”
«Maar herinnert gij u mij niet? Ik verbeelde
mij dat gij mij nu gewis zoudt kennen
Zij zuchtte«Ik heb u in droomen, vreemd
soortige droomen gezien Terwijl zij dit zeide,
overtoog een hooge blos haar beeldschoon gelaat
«Zeg mij eens wat gij droomdet vroeg ik.
«Dat kan ik niet. Ik ben lang en zwaar ziek
geweest. Ik heb veel, alles wat met mij ge
beurd is vergeten
>Zal ik het u dan zeggen
«Thans niet, thans niet,” riep zij op smeeken
den toon: «wacht, en alles zal mij wel weder
voor den geest komen.”
Waren die droomen, waarvan zij sprak, slechts
de worstelingen van haar terugkeerend geheugen
Deed die schitterende ring aan haren vinger haar
vaag veronderstellen, wat er was voorgevallen?
Ja, ik wilde wachten en hopen I
Lord Roberts geeft een nauwkeurige op
gaaf van hetgeen generaal Pole Carew by
Komatipoort gevonden heeft.
Het waren een „Long Tom” en een Creusot,
beide beschadigd, terwyl vermoed werd, dat
er nóg een beschadigd kanon daar moest
zyn. Verder driehonderd geweren en dertig
kisten met ammunitie voor kleinere wapens,
veertig projectielen voor de „Long Tom” en
130 kisten met andere kogels. Een tandrad-
machine werd voorts aangetroffen, die den
Engelschen zeer nuttig zou zyn tusschen
Waterval-Boven en Waterval-Onder.
Hamilton was nog gelukkiger. Hy vond
aan de Krokodilrivier niet minder dan 13
kanonnen, maar de meeste vernield, helaas,
en daaronder waren enkele door de Engel
schen vroeger verloren stukken. Tevens werd
er ook een groote hoeveelheid overblijfselen
van wagens gevonden en waarschynlyk van
nog enkele kanonnen.
Zelfs Kitchener bericht dat aan het Mal-
clane Station, aan de Selati-lyn, een opeen-
hooping van rollend materieel was, en dat,
aangezien de brug over de Krokodilrivier
van déze lyn onbeschadigd was, er geen
moeilijkheid bestond om den voorraad weg
te voeren.
De waarde van de locomotieven, die de
Engelschen te Baberton hebben gevonden,
wordt op wel 500,000 pond sterling geschat.
Geven we tenslotte een. brok uit het te
legram van den „Daily Telegraph” corres
pondent. De man woonde den intocht der
Engelschen in Komati-poort by.
„Geen schot, seint hy, werd gevuurd en
men zag onderweg geen enkelen Boer.
Overal zag men echter teekenen van ’svy-
ands vernielzucht; bruggen waren gedyn.a-
miteerd, pakhuizen, gebouwen en woningen
geplunderd en verbrand, evenals al de eigen
dommen van den spoorweg. Al de voorname
stations waren rookende puinhoopen, o. a.
Kaapmuiden, Hectorspruit en Komatipoort.
By de laatste plaats waren de Boeren over
een ontzaglijke uitgestrektheid aan het ver
nielen en verwoesten geweest. Honderden
wagons en rijtuigen zyn verbrand met alle
mogelyke voorraden, kleederen, schietvoor
raad, voer, mondkost, suiker, koffie, rjjst,
meel en schrijfgerei. Duizenden tonnen ston
den nog in vlam.
„Generaal Pole Carew heeft zich meester
gemaakt van honderden locomotieven. De
geheele Selati-spoor staat gewoonweg volge
propt met rollend materieel.
„Op myn-'weg van Baberton zag ik te
Hectorspruit enkele gebarsten kanonnen en
vernielde pakhuizen van de Boeren. By het
Wij wandelden tezamen terug, terwijl Priscilla
ons op eenigen afstaöd volgde Pauline scheen
mijn gezelschap zeer natuurlijk te vinden. Als
het pad steil of hobbelig werd, reikte zij mij hare
handen toe, alsof ik haar rechtmatige steun was.
Toch sprak zij gedurende langen tijd geen woord.
«Waar zijt gij van daan gekomen vroeg zij
ten laatste.
«Van een lange, lange reis, wel duizenden mij
len ver.”
«Jaals ik uw gelaat zag, waart gij altijd op
reis. Vondt gij wat gij zocht vroeg zij opge
wonden.
«Ja; ik vond de waarheid. Ik weet thans
alles
«Zeg mij waar hij is”
«Waar wje is.”
«Anthony, mijn eenig geliefde broeder, de
knaap dien zij gedood hebben. Waar is zijn
graf?”
«Naast dat zijner moeder.”
«God dank. Nu zal ik in staat zijn daar voor
hem te bidden.” Zij sprak, hoewel opgt
zeer verstandig; maar het bevreemdde
zij niet om gerechtigheid vroeg voor de
naars.
«Verlangt gij dat hij op zijn moordenaars ge
wroken worde?”
«Wraak Welk nut kan die hebben Hij zal
mij er niet door worden teruggegeven. Het is
reeds lang geleden Wanneer, weet ik nietmaar
thans schijnt het mij vele jaren geleden te zijn,
God zal hem zeker reeds gewroken hebben.”
«Dat heeft Hij, en in groote mate. Eén stierf