Liiroi kn aiiT.
V
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Gemeente-Gasverbruik,
he
is
Verkiezing van Leden-
Zaterdag 30 October 1900.
No. 83 <0.
39ste Jaargang,
KEXXISGIAIXG.
ERVERIJ
Buitenlandse!) Overzicht.
FELlbLEiO.\.
0 Mark
r??
Kz.
111 E It
'raam.
m Koning
Kleinhandel In sterken drank.
HIER van KOOPHANDEL en FABRIEKEN.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
rij
stoom n van
ten
LMAN Zn*
a
a
a
a
a
a
hoesten,
demings-
bewezen.
warme
ie velen s-
B.
5 cent
Telefoon au. S»
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco der
post 1.70.
Afzonderlijke Nommeri VIJF CENTEN.
Sell F
Hamburg.
gewaarborgde
i zeker
len.
'deel biedende
lechU 118.000
ftOUBSCHE COURANT
9RIGHEIO «On
behalve deger
uren houdt dlro<
raad vrijt me
eaen.
tute,
O JIX.
Guld. 8.50
Guld 1 75
Guld. 0.V0
ende klassen
rijzen worden
ngsplan voor
at, welk plan
ntvan&t onge-
3 gehad hob-
ingslijst.
iding van
en direkt en
de strengste
rden naar de
arid.
id of geverfn
gezondheid
de lieer
m verven van
n, alsook alle
De gemeentebegrooting voor het vol
gende jaar heeft bij het onderzoek in de
afdeelingen van den Raad over het ge-
0.000 Mark,
a 10,000 Mark
5,000 Mark
3, 00 Mark
2,000 Mark
1 500 Mark
1,000 Mark
300 Mark
2.0 Mark
200 Mark
1«9 Mark
11*0,148,115
I.
a78, 45, 21 M
)edraagt Mark
5,000 M, in
,ot 65,000 M-,
5e tot 75/100
rk en met de
>t 500.000 M
de officieel is
an den
Hofrad
)n
lenroudig per
ren r-mbours.
de aanvraag
or do spoedig
zoo spoedig
Telefoon No.
A DVEKTENTIEN worden geplaatst van
1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
de gasfabriek geene onvergolden diensten
van de gemeente en van hare ambtenaren
mag genieten, en dus eene som vast
stellen als vergoeding voor die diensten.
Gesteld al dat zulks mogelijk zal zijn, op
hoeveel per jaar moet dan bepaald worden
de steun die de gemeente met haar on
beperkt erediet verleent? Welke assurantie
premie mag zij nemen voor haar risioo,
een risico dat juist door de voorstanders
van betaalde straatverlichting nog voor
korten tijd zoo groot werd geacht? Wij
betwijfelen zeer of in billijkheid de ge
meente voor een en ander niet meer in
rekening zou mogen brengen dan hetgeen
het thans gratis verstrekte gas haar zou
kosten.”
Tegen deze redeneering is, dunkt ons,
niet veel in te brengen.
Voldeed men aan den wenscb der be
doelde raadsleden, dan zou daarvan alleen
een omslachtige administratie het gevolg
zijn, die onnoodigen arbeid en kosten zou
veroorzaken Volgens de berekening van
B. en W. gebruikt de gemeente 12500
aan gas wat is nu eenvoudiger dan die
som te beschouwen als een soort abonne
ment, waardoor vergoed wordt wat de ge
meente ten behoeve der gasverbruikers
doet?
Daarbij komt nog. zooals mede in het
bedoelde stuk van B. en W. betoogd
wordt, dat de gewone gasverbruikers wei
nig zouden profiteeren van het door enkele
raadsleden verdedigde stelsel. Misschien
prijsverlaging van een halven cent per
meter, die hoofdzakelijk ten goede zou
komen aan winkeliers en induetrieelen
maar dan rijst de vraag of het billijk is
dat kook- en motorgasverbruikers bevoor
deeld worden boven andere ingezetenen.
Alles bijeengenomen kom/ ons behoud
van den bestaanden toestand het meest
gewenscht voor, zoodat wij hopen dat de
leden, die in de afdeelingen het besproken
denkbeeld opperden, daarvan zullen afzien
of althans geen meerderheid vinden voor
hun stelsel.
Micheline, die meer getroffen was door zijne
wanhoop dan door zijne verwijtingen, kwam naar
hem toe en wischte zijn gelaat af met haar kan
ten zakdoek. Hare blanke hand kwam dicht bij
den mond van den jonkman en heftig drukte hij
er een kus op, die veel had’ van eene beet.
Daarna, door deze daad vervoerd, stond hij op met
oogen, die van uitdrukking veranderd waren, en
vatte het meisje in zijne armen Micheline sprak
geen woord. Zij keek Pieter koel en vastbesloten
aan en boog zich achterover om de aanraking van
zijne gretige lippen te vermijden. Die blik was
voldoende De armen, die haar omknelden, lieten
^0SldCn ^Cter’ een StaP acbterwaarts doende, sta-
Vergeef mij, gij ziet, dat ik mijn verstand
verlies.
Toen streek hij met zijn hand over zijn voorhoofd,
alsof hij eene booze gedachte wilde verjagen
Het is dus onherroepelijk Gij bemint hem
Genoeg om u zooveel leed te veroorzaken,
genoeg om aan niemand, behalve hem, toe te be-
hooren.
Pieter dacht een oogenblik na, nam een besluit
en sprak:
Welaan dan, gij zijt vrij, ik geef u uw woord
terug.
Micheline stiet een kreet van blijdschap uit, die
haar gewezen verlooide deed verbleeken. Het speet
haar, dat zij hare vreugde niet beter had weten te
verbergenzij naderde Pieter.
Zeg, dat gij mij vergeelt
Ik vergeef u
Gij schreit nog
Ja, ik beween mijn verloren geluk. Ik meende,
dat het beste middel om bemind te worden was,
dat men verdiende dit te worden. Ik heb mij ver
gist, ik zal moedig mijnj dwaling boeten. Veront
schuldig mijne zwakheid en geloof, dat gij nooit
oprechter en trouwer vriend zult hebben dan mij.
Micheline reikte hem de hand en stak meteen
glimlach haar voorhoofd uit ngar de lippen van den
jonkman. Deze drukte er langzaam een broeder
lijken kus op, die het heete spoor van den even
te voren geroofden uitwischte.
Op hetzelfde oogenblik weerklonk in huis eene
heldere stem, die uit de serre kwam en den naam
van Pieter noemde Micheline trilde
Het is moeder, zei ze. Zij zoekt naar u. Ik
verlaat u. Vaarwel, en wees nog duizendmaal ge
dankt uit het diepst mijner ziel.
En met lichten tred verdween Micheline achter
een dicht boschje van bloeiende seringen.
Pieter richtte werktuiglijk zijne schreden naar
het huis Hij beklom de vijf marmeren trappen
der stoep en ging in het salon. Toen hij de deur
weder dichtdeed, verscheen mevrouw Desvarennes,
die van haar rit naar het Louvre terstond was
teruggekeerd, toen zij er Delarue niet meer aantrof.
Een enkele blik, op haar uitverkoren zoon ge
heel tot geen bijzonder belangrijke opmer
kingen aanleiding gegeven. Trouwens
groote plannen of nieuwe zaken komen
er niet in voor, zoodat de raadsleden zich
konden bepalen tot het controleeren van
het gewone bestuur en het te berde
brengen van de opmerkingen, waartoe het
jaarlijksch overzicht der gemeentehuis
houding a!s vanzelf de stof levert. Met
zórg zijn de verschillende posten nagegaan
en van de zijde van B en W met nauw
gezetheid overwogen en beantwoord.
Het belangrijkst komt ons voor dc ge
dachtewisseling over de gasfabriek, waarop
wij nogmaals de byzondere aandacht onzer
lezers willen vestigen.
In een der afdeelingen was de meer
derheid van oordeel dat de straatverlich
ting, ook die voor de gemeente-gebouwen,
voortaan door de Gemeente zelf moest wor-
deh betaald. Tegen dit denkbeeld zijn B. en
W in hun antwoord met kracht opge
komen Dit gedeelte van het Verslag is
vroeger reeds in zijn geheel in ons blad
opgenomen. Toch kan het zijn nut hebben
nog eens in hoofdzaak het klemmend be
toog van B. en W. te herhalen.
„Zij, die de positie der gemeente tegen
over de gemeente-gasfabriek wederom wil
len doen zijn die van gewoon gasverbruiker,
zien over het hoofd dat de gasfabriek niet
zou zijn geworden, wat zij is, zonder den
steun van het erediet der gemeente. Men
vergelijke slechts den toestand van vóór
de overneming in 1887 met dien van nu.
De gemeente heeft met volledig succes
geëxploiteerd, geen verliezen geledendat
neemt niet weg dat zij wel degelijk risico
heeft gehad, door het bedrijf groote ver
antwoordelijkheid heeft gedragen en nog
draagt.
Daarbij komt dat de gasfabriek niet als
afzonderlijke inrichting kan worden be
schouwd, dat zij te innig is verbonden
met den geheelen gemeentelijken dienst.
Verschillende ambtenaren der gemeente
moeten een gedeelte van hnn tijd wijden,
diensten bewijzen aan de gasfabriek Het
gaat niet aan te bepalen welk deel hunner
bezoldiging door de gasfabriek zou moeten
worden betaald. Een deel der overige
uitgaven van de gemeente wordt veroor
zaakt door of hangt samen met hare gasfa
briek hoe groot dat deel is, valt moeilijk
In een buitengewone uitgave van de Reichs-
Anzeiger wordt gemeld dat prins Hohenloho
op zijn verzoek ontslag is verleend, onder
gij verantwoordelijk voor hetgeen er gebeurt en ik
geef er uw de schuld van, hoort gij O, ik weet,
wat gij mij zeggen zult. Gij wildet lauweren als
huwelijksgift aan Micheline brengen Dat is maar
gekheid I Wanneer men als nummer twee de
polytechnische school verlaten heeft, en met eene
toekomst voor zich als gij, is het niet noodig dat
men woestijnen doortrekt om een jong meisje to
bekoren. Men begint met haar te trouwen en de
beroemdheid komt later, te gelijk met de kinderen
En het was wel noodig ook u zooveel moeite te
geven I Of zijn wij dan van zoo groote atkomst
Gewezen bakkers. Schatrijk, dat is zoo, maar dat
neemt niet weg, dat de arme Desvarennes met de
broodmand geloopen heeft en ik geld teruggaf, als
men een broodje van een stuiver kwam koopen.
Maar gij hebt voor dolenden ridder willen spelen
en intusschen is een mooie jongenHeeft Mi
cheline u den naam van dat heertje genoemd
Ik bevond mij bij mijne aankomst vlak te
genover hem. Hij was bij haar in den tuin. Men
heeft ons aan elkander voorgesteld.
Dat is zeer voornaam, zeide mevrouw Desva
rennes met ironie. O, het is een snaak, die niet
spoedig verlegen is en bjj de hartstochtelijkste aan
doeningen mag er geen plooi van zijn das in de
war raken Gij weet, dat hij prins is? Dat is
nog al vleiend voor dc firma Desvarennes I Wij
zullen zijn wapenschild op onze fabrieksmerken zet
ten. Kom, het is een bejager van de huwelijksgift.
Hij heeft bij zich zelven gezegdDe bakkerin heelt
daalders, de dochter is hef. En hij doet een goede
partij.
(Wordt vervolgd.)
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
GOUDA,
brengen ingevolge art. 5 der Wet van 28 Aug.
1881 (Staatsblad No. 97) ter openbare kennis
dat bij hen is ingekomen een verzoekschrift van
den navolgenden persoon waarbij VERGUNNING
wordt gevraagd om in de bij zijn naam ver
melde localiteit sterken drank in het klein te mogen
verkoopen, als
Naam van den Aanduiding der
Verzoekerlocaliteit
F. J. M. Kennen. Molen werf B No. 31.
Gouda, den 18 October 1900.
Burgemeester en Wethouders voorpoemd,
R. L. MARTENS.
De Secretaris,
BROUWER
VOOR DE
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Gouda doen te weten, dat de Verkiezing van
Vier Leden van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken aldaar, ter voorziening in de vacaturen
ontstaan door de aftreding van de Heeren
H. JAGER, j. M. NOOTHOVEN vanGOOR,
A. van VEEN en J. W. SCHOUTEN, zal plaats
hebben ten Raadhuize op Dinsdag den 2oen No
vember 1900.
De inlevering der stembriefjes door de kiesge
rechtigden zal aanvangen des namiddags ten half
twee ure en voortduren tot des namiddags ten
vier ure, na welk tijdstip geene stembiljeten meer
zullen worden aangenomen dan die van de in de
zaal tegenwoordig? kiezers, zullende onmiddellijk
daarna met de opening der biljetten worden aan
gevangen.
Aan ieder kiesgerechtigde zal acht dagen vóór
den dag der verkiezing een stembiljet worden toe
gezonden. Den kiezer die zijn stembriefje verlo
ren of er geen ontvangen heeft, wordt gelegenheid
verschaft om er aan het stembureau een te be
komen.
Gouda, den 170 October 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
R. L. MARTENS.
De Secretaris,
BROUWER.
onder cijfers te brengen. Wij zien daarom
in het feit dat de gasfabriek, als vergoe
ding voor het door de gemeente te dragen
risico en voor het aandeel in de algemeene
uitgaven, aan hare eigenares, de gemeente,
het voor de straatverlichting en den open
baren dienst benoodigde gas om niet levert,
het omgekeerde van eene onbillijkheid,
niet anders dan eene billijke vergelding
voor moreele en daadwerkelijke diénsten,
zonder welke de particuliere gasverbruikers
buiten eenfgeu twijfel een hoogeren prijs
voor het gas zoudèn moeten betalen.”
Het komt ons voor, dat de zienswijze
van het dagelijksch bestuur de juiste is.
Met de exploitatie van gasfabrieken, trams,
telefoons enz. begeeft eene gemeente zich
eenigermate op het terrein der particuliere
nijverheid, natuurlijk niet om met de in
gezetenen te concurrenten maar om zaken
tot stand te brengen en te beheeren, die
voordeeliger en veiliger zijn in handen der
gemeenschap dan in die van bijzondere
personen. Niemand zal b. v. ontkennen,
dat wij, wat het gas betreft, in veel beter
conditie zijn gekomen sedert de gemeente
eigenares is geworden van de fabriek De
gemeente optredende als gasfabrikant heeft
als ieder ondernemer dan ook recht op
eenig deel van de winst die verkregen
wordt boven de som die voor jaarlijksche
aflossing en rente noodig is, want de ver
beterde toestand is het gevolg van bet
erediet en den moreelen steun der gemeente
en van den arbeid en de zorg door allerlei
ambtenaren en takken van dienst daaraan
besteed. Een gewoon industrieel moet
een behoorlijke overwinst maken om te
kunnen bestaan. Voor een gemeente is dat
natuurlijk niet noodig, omdat gasexploi
tatie geen steeds rijker vloeiende bron van
inkomsten voor haar mag worden. Maar
eenig voordeel voor de aan de fabriek be
wezen diensten mag de gemeente zeker
hebben. En het lijkt ons, dat vrij ge
bruik van gas voor den dienst der ge
meente geen buitensporige vergoeding is.
Terecht zegt bet college van B. en W.
dan ook in het antwoord dat wanneer de
gemeente voor haar gas moest betalen,
deze daartegenover dan ook een som zou
moeten ontvangen in ruil voor bewezen
diensten.
Tevens zou men moeten besluiten, dat
r
worpen, vermeerderde haar angst. Eene zelfde
opwelling dreef hen naar elkander toe, de patroon
opende hare armen en Pieter drukte haar vast
aan zijn hart.
Zoodra de eerste ontroering voorbij was, vroeg
mevrouw Desvarennes
Wie heeft u bij uwe aankomst ontvangen
Micheline
Dat vreesde ik 1 Wat zeide zij
Alles.
In deze weinige volzinnen gaven deze krachtige
geesten eene juiste beschrijving van het gebeurde
Mevrouw Desvarennes bleef een oogenblik zwijgen,
werd daarna plotseling verteederd en zei, als wilde
zij het verraad van hare dochter verontschuldigen
Laat mij u nogmaals omhelzen, arme jongen.
Gij hebt verdriet, niet waar Ik ben geheel van
streek. Sedert tien jaren koester ik het denkbeeld,
dat gij met Micheline zoudt trouwen. Gij zijt een
man van groote verdienste en daarbij hebt gij geene
bloedverwanten. Gij zqudt mij mijne dochter niet
ontnemen, integendeel, ik geloof dat gij een weinig
van mij houdt. Gij zoudt gaarne bij mij willen
wonen. Door dit huwelijk tot stand te brengen,
had ik een lang gekoesterden wensch vervuld. Ik
zou geen schoonzoon krijgen, maar nog een kind
aannemen.
Gij kunt er van verzekerd zijn, zeide Pieter
treurig, dat het van mij niet atgehangen heeft om
dit plan te doen doorgaan.
Hoor eens, mijn jongen, dat is een andere
zaak, sprak mevrouw Desvarennes, wier stem twee
toonen hooger rees. Op dit punt beginnen wij van
elkander te verschillen. Naar mijne meening zijt