n BINNENLAND- iten AÏöwws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. WILSKRACHT. 39ste Jaargang. Dinsdag 12 Maart 1901. No. 8449. Bullenlandscb Overzicht. f ZOON shten i wijn. te diensten, 1/0.50. ii»mt (n, L-... jitend in e FE11LLEJOX. -i’ - WlLKILMUtA." L van de warme igljjden «Hi ermede nreeds Gouda taatsen bevon- e spys- Idel te 'ert het rkt be- If «««I 4 ■an als pingen, enezen. sn Ter- tarmen. bloed- eetlust, •durend rachten rtering, ikkelde dalaga- bessen- kmerik. ddeelen- en 2.—- Bode- terdam, Fan de i swakts, slechts jevolgeu. •kzucht. igeb nik. tan te be- hée, ook •ƒ0.50. ƒ0.00, ïbeetrij- a etc. to kwalen e proef tetting, leviger wijzen van liefde «o verknochtheid welke Ik weder van de bevolking der Hoofdstad mocht ontvangen. „Dit bezoek zal steeds in dankbare herin nering bjj Mjj blijven. gen. Het zal zich Opnieuw samentrekken op een bepaald punt van samenkomst in het noorden, zooals het zich weer samengetrok ken had te Philippolia, na door kolonel Plumer verstrooid te zjjn. Men kan zich voorstellen hoe moeieljjk het is een dergelijk spook mach tig te worden. Kolonel Bethune heeft vandaag (6 Maart) een klein lager verrast. De, Boeren gingen bij het eerste pom-pom-schot aan den haal, maar lieten eenige karren mot mailen en proviand in handen van de Engelschen. De kolonne van Plumer is na kolonel Bethune door Fauresmith getrokken. j (.Olim IE 101 IU\T TatefemrN*. ADVERT EN TIEN worden geplaatst van 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. van den zoutprys, een monopolie dat in het belang van de volksgezondheid niet mag ont aarden in een dekkingspost van onver* wachtte tekorten. Indien, ,na de koele ontvangst die het pro gram van den heer Zanardelli te beurt viel, de Kamer zich ongeneigd toont om zyn her vormingsplannen te steunen, zal hy of zyn pa< ingenomen plaats weder moeten ontruimen of een beroep doen op het volk. Doch Zanar delli is te veel man van karakter, om niet tot, het uiterste zyn plannen te verdedigen. i Verspreide Berichten. Omtrent de vervolging van de Wet werd den 4den uit het hooldkwartier van kolonel Bethune geseind: De Wet is met 700 man door Fauresmith getrokken, gaande in Noor delijke richting langs den weg naar Koffl- fontein. Hy was slechts enkele uren voor op de.kolonnes van Bethune en Plumer, waar van de eerste van de Oranje-rivier, de laatste van Springfontein was vertrokken. Kolonel Bethune is op zjjn geforceerd en marsch op een kritiek oogenblik door den regen opge houden. De bewegingen vafa de Wet werden bedekt door een „guruyu v«n vwïkóüüöfB”, De vervoeging is buitengewoon warm ditmaal. Een gevangene verklaart dat het doel van het commando Petrusburg is. Met tusschen- poozen wordt gevochten onder geringe ver liezen, daar de vyand zich steeds buiten schot houdt. In een twee dagen later gedagteekend bericht uit Fauresmith ie de hoopvolle toon, uit het eerste bericht weer in moedeloosheid óvergeslagen Kolonel Bethune, zoo wordt gezegd, heeft de Wet nagezet tot adh de Ridwivier. Daar is het cemmando ouder gewoonte uiteenge- stov.en. Zoo ontsnapt het aan alle vervolgin- De onderhandelingen die tnsschen Kitche ner en Botha zouden gevoerd zyn, worden niteenloopend beoordeeld. De Times zwjjgt er over. Middelerwijl zijn de -geruchten uit Pretoria, over een wapenstilstand en een onderhond tnsschen Kitchener en Botha, nog niet bevestigd. Aan de .Times” wordt uit Pretoria geseind dat Kitchener de vorige week te Middelburg een samenkomst heeft gehad met Botha, maar dat de toen begon nen onderhandelingen geschorst zyn, in af wachting van nadere instructies van de En- gelsche regeering. De Daily Chronicle verklaart dat op de bijeenkomst van den 27sten Februari Botha aan Kitchener vroeg, welke voorwaarden deze den Boeren wilde stellen. Kitchener antwoorddeAlgemeens amnestie, behalve voor de Kapenaars, de Wet en Steyn. De Britsche regeering zou bystand verleenen by den wederopbouw der hoeven en het weder van vee voorzien der boerenplaatsen. Botha scheen volkomen voldaan. De groote meer derheid zyner officieren aanvaardde deze voorwaarden. De Wet en Steyn weigerden elke voorwaarde, hoe ook genaamd, aan te nemen. Waarschijnlijk zal Botha zich Maandag formeel .overgeven en wel aan French. By de voortzetting van het wetsontwerp op het spel in de Belgische Kamer is art 2 tegen advies der Regeering is met 61 tegen 47 stemmen hersteld zoodat nu toch ook in besloten kringen spel en weddingschap straf baar zullen zijn. Vervolgens zyn aangenomen een nieuwe eerste alinca-voor art. 2, waarbij speelhuizen worden gèlykges^ld met open bare plaatsen, en de artikelen 8 en 4, hou dende strafbepalingen en de overige artike; len. Men had haast om gereed te komen. En ten slotte werd het wetsontwerp aangenomen met 81 tegen 15 stemmen en 10 onthoudin gen. Telefaaa No. 89 De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is f 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nomroers VIJF CENTEN. Het program van het kabinet-Zanardelli heeft in Italië naar het schijnt nogal een koele ontvangst genoten. En nu beeft Zanar delli nog wel aan de meerderheid der Kamer de concessie gedaan om in zyn program niet te spreken» van de progressieve inkomstenbe lasting, die de meerderheid der Kamer zoo zeer vreest en die Giolitti zoo gehaat ge maakt heeft by de bezittende middelklasse. Toch heeft Zanardelli niet geschroomd te doen zien, dat naar zyn overtuiging de ont lasting van den kleinen ipan, en de zwaardere belasting van de meer gegoeden, noodzakelijk ...R zyn in zyn program wyst hy op de noodzake- gordjjn van verkenners”,*, lykheid van de invoering van eenprogresieve ,u-successie-belasting van een stem^elbelasting, yoor bewerkt goud en zilver, en een belas ting op bqurs-affaires, ter vervanging van de vooral op den kleinen man zoo zwaar druk kende verteringsbelasting op graan, brood en macaroni. De broodbelasting heeft, zooals bekend is, in het noorden zoowel als in het zuiden van Italië reeds zoo vaak tot onlusten gevoerd, dat de afschaffing er van niet alleen een daad van sociale rechtvaardigheid, maar ook een maatregel in het belang van de openbare rust is. Voorts belooft de heer Zanardelli voorstellen te zullen doen tot vermindering De vrouw jan Gregorius bracht de kokende koffie binnen; ’t was volstrekt niet aan haar te bespeuren of zij 'door haren man omtrent den vreemdeling was ingelicht. Gregorius bediende zijn gast zijne vrouw had de kamer al weer verlaten. Egon’s eerste vraag was«Wanneer gaan wij den toren beklimmen •Zoodra mogelijk*; de postmeester keek eens naar de lucht en vervolgde ,De lucht is nu nog helder, doch het zal niet lang duren ol de hori zon zal met donkere wolken* bedekt zijn, die zich in zware sneeuwbuien zullen ontlasten.» w rNog meer sneeuw vroeg Egon. Eer hij ant woord kreeg, zag hij dat Gregorius luisterde paar den kant van den weg; zich ijlings tot-zijn gast keerende riep hij »Eene slede I zou het Habicht al wezen Hij repte zich de kamer uitp Egon trad naar het raam en zag eene groote slede, met voortreffelijke paarden bespannen, voor het huis stilstaan. Een man, dicht in een pels gehuld, wierp een knecht de teugels toe en be groette den postmeester. Na eenige oogenblikkqL gedurende welke op het voorplein een onderhoua’ had plaats gevonden en waarbij Egon zijn naam had hooren noemen, traden beide heeren de ka mer in. »De rentmeester Habicht,* sprak Gregorius bij het binnenkomen. Aan zijne diepe, eerbiedige buiging begreep Egon von Bernsdorf, dat Habicht reeds aangaande zijn persoon volkomen o[f de hoogte was. Ronduit erkende Egon dat hij het als een groot voorrecht beschouwde dat hy Gregorius en Ha- «7) Omdat hij mijn geblader is, genadige heer volgens onze wetten staat hij zoo hoog boven mij, dat ik geen oordeel over hem mag vellen. Bui- u tendien, gij zult hem zelf leeren kennendan kunt gij zelf oordeelen en ik zeg u wat noodig is Doch gij hebt thans rust noodig.ga nu te bed en slaap rustig tot morgenochtend. Egon stond op en volgde Wnder tegenspraak den welgemeenden raad.- Den volgenden morgen stond hij tijdig op, kleed de zich en begat zich naar de huiskamer; het ontbijt stond klaar, doch er was niemand dan de beer des huizes, •Neem plaats, genadigs heer,* zeide deze, „mijne vrouw zal terstond de zoffie brengen en zich dan weder verwijderen; ik heb van den rentmeester Habicht mijn aanstaanden schoonzoon reeds een uur geleden bericht ontvangen, dat hij zoo spoedig mogelijk hier zal zijn •Weet hij dat ik hier ben •Hij weet niets bepaalds; ik heb hem gisteren alleen maar mijn vermoeden medegedeeld Ha bicht is een brave kerel, dien ik, nadat ik zijn karakter deugdelijk heb leeren kennen, gaarne mijn lief kind alsta. Hij is waard, dat' gij hem uw ver- trouwen schenkt, genadige beer De Apeldoornsche correspond, der „Dordt- sche Crt.” Bchryft als volgt: Nu is de Koningin reeds een maand ge trouwd; na dhg heerlijken huwelijksdag s(jn gure weken gevolgd, ’tl» hier buiten vjjf graden kouder dan in de stad on Februari is kil geweest. Het vorstelijk paar is niet kleumerig, 't is herhaaldeljjk vóórgekomen, dat de Majesteiten me in een open rijtuig voorbijreden, als ik, in mijn kraag gedoken rillende ran de kou, naar mjjn werk stapte. Soms reed de Koningin alleen door het dorp. We blijven hier altijd staan, als de Vorsten passeeren en buigen voor de Majesteiten de Prins is even vriéndelijk als zjjn gemalin: beiden groeten hnn onderdanen beleefd, Zijne Hoogheid noemt den hoed at of groet op militaire wjjze en de Koningin buigt aan vallig. Ze doen heuseb niet „minzaam", wat ook in het geheel niet zou voegen bjj hot ka- rakter der Hollanders. Of het hoogs Paar met gewiekte voeten op do prachtige Ijsbaan van den Loovjjver heeft gereden, wjj Apel- doorners hebben bet niet kunnen aanschouwen; als het slot onbewoond is, mogen de dorpe lingen het, ijsvermaak genieten op do Park- vijvers, maar als het Hof er in is blijven ■wjj verre. We zien het jonge Paar voel, de Koningin is altjjd bekoorlijk, ze kan heel effen kijken dan Ijjkt Hare Majesteit op Berthon's *mh- tige plaat, in Dordt zeker wel bekend'?''^ Maar ik zie toch' liever een lachje op het jonge gelaat, een zonnestraal, oen wonder straal. Gelukkige Prins, zjjn gezelschap too- vert dien stralenden lach op het aangezicht zijner vronw.' Af en toe duikt hier het gerucht op, dat de Koningin-Moedor oen landgoed wil keepen op de Voluwe. Dat zou heerlijk zjjn; we zjjn verknocht aan onze Vorstin, we eerbiedigen in haar het groot en edel voorgeslacht en zjjn onder de bekoring van haar reinheid en gratie,; in haar korte regeering heeft Wilhelmina een kloeke, sympathieke daad godaap, maar we moeten nog afwachten, wat de tjjd zal brengenvan den Prins weten we geen kwaad, we hopen heel veel goeds van hem, doch jegens Koningin Emma is ons gevoel warm en hartel|jk, we zjjn vervuld van innige dankbaarhoid voor do Moeder en de Begentes. Ik wou om een lief ding, dat de Koningin- aangaat mijns vaders superieur, doch hij is niet aan mij ondergeschikt. Tegenover het volk was deze bepaling noodzakeljjk en daarom heeft uw grootvader haar In zijn testament opgenomen." .Eene bepaling, die mjj hoogst welkom is en voor mij zeker van groot belang zal zijn," zeide Egon von Bernadorf terwijl hij den krachtigen man nogmaals de hand schudde. •Wjj wilden den toren beklimmen," Met die woorden mengde Gregorius zich in het gesprek •Dat treft goed,” antwoordde Habicht zijn aan staanden schoonvader op vriendelijken toon, en zonder zijn meisjegezien te hebben, maakte hij zich gereed mede te gaan. Op Egon’s Verlangen liepen zij vooruithij had moeite hen te volgens de trap in-dan toren werd al steiler en steiler, de koude was er nijpend en bemooielijkte het. klimmen. Eindelijk had men het hoogste punt bereikt. Het kostte reel moeite de des nachts vastgevroren deur, die toegang gat tot da tinne, open te krijgenEgon poogde daarbij behulpzaam te rijn, doch moest, zijn geringe krach- ten bij .die der mannen vergelijkende, verlegen erkennen hoe zwak hij was. Eindelijs wu net doel bereikt. Bij den eersten oppervlakkigen blik over de omgeving riep Egon verschrikt t „Mijn De heldere, doorschijnende lucht nuMte het mogelijk dat men van hier uit een bijzonder ruim vergezicht had; bergen achter bergen Hoewel met sneeuw bedekt, kon men toch zien dat ver- scljeidenen met hoog geboomte begroeid waren. 0.00. Frankrijk De gemeenteraad van Parfls moest gisteren zyn bureau nieuw samenstellen. De president, tot dusver onder het nationa listische régime, was Grèbauval, bad zich, ontstemd over de vriendelijke houding der meerderheid tegenover de regeering niet meer candidaat’gesteld, of liever hem was te verstaan gegeven, dat hy maar liever niet opnieuw moest candideeren en zoo werd dait tot president gekozen de indertijd wegens zyn anti-repnblikeinsche propa ganda disciplinair gestrafte ieeraar aan een gymnasium Dansset, die ook president is van de „Lique de la patrie--. terwijl de radicalen en de sociaal-democraten 35 stem men uitbrachten op hun candidaat Labus- soniére. By de verkiezing van vice-voorzitter wer den uitgebracht op den nationalist Dnval Arnould 3tj stemmen, den nationalist Gastor Mery 36 stemmen eg evenveel op den radi caal Opportun. De voorzitter proclameerde Duval Arnould en Opportun fals oudste in jaren) tot vice-voorziiters. Ten slotte verklaart de prefect der Seine dat, als er reclames zijn, deze voor do be voogde commissie zullen gebracht worden. Zaterdagavond ontving de Burgemeester van Amsterdam van Het Loo het volgende telegram „Het is My eene behoefte U nogmaals te verzoeken Mijnen oprechten en warmen dank aan de bevolking \an Amsterdam over te brengen voor de zoo hartelijke ontvangst die My en den Prins der Nederlanden is ten deel gevallen. ,Ik ban "diep getroffen door de vele be- bicht bij zijne komst had ontmoet; hij beleed zijne volslagen onkunde omtrent alles wat van hem geéischt zou worden en verzocht hen vriendelijk en dringend hem met raad en daad bij te staan. Habicht was een forsch man met een bijsonder gunstig, innemend uiterlijk; zijne Hjpnen-gestalte maakte indruk op ieder, die hem zag Zijn voor komen wekte vertrouwen. Het hooge, gewelfde voorhoofd getuigde van een helder verstand; zijn blauwe oogen spraken van openhartigheid, dege lijkheid en. braafheid Q|p Egon’s gelaat stond den indruk te lezen, dien Habicht op hem maaktewoorden gevend aan hetgeen er in zijn geestomging, zeide hij. dralendGij" zijt nog jong, mijnheer Habicht, en de hooge betrekking, die gij t Dank ik uwdh grootvader, genadige heer. Hier* - en hij overhandigda Egon een blad papier «hebt gij de rij uwer voorvaderen en die van mijne voorgangers I Reeds meer dan twee honderd jaren heeft mijde familie de groote eer genoten dat de zoon den vader, de laatste als rentmeester en de soort als diens eerste ondergeschikte, opvolgde. Bij mij en mijnen vader is pas sedert korten tijd eene verandering gekomen. Voor deze betrekking is iemand noodig met eene krachtige gezondheid, want hij moet in staat zijn bij elke weersgesteld heid des daags en des nachts, woeste ver afgele gen streken te bezoeken. De gezondheidstoestand van mijn geachten vader was reeds in zijne jeugd niet byaonder sterk en niet geschikt om hem ver moeienissen te doen doorstaan; daarom werd ik op last van onzen gestorven heer voor het ambt van rentmeester opgeleid en ben nu wat het werk X-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1901 | | pagina 1