ips
■SCH,
Ijzen.
BERG.
WILSKRACHT.
huizen
Meu&S’ en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken»
Maandag 25 Maart 1901.
No. 8460.
39ste Jaargang.
Bulteiilaadsch Overzicht.
’EBVEBIJ
FEUILLETON.
■er
I
e Koop
Cle, Paris
md yrati» en
Az.
glijders
HM ER
terdam.
ien Koning
r.
73.
prr 5 Ons,
BERG,
3
SIJS
I DU
ierij
(Wordt vtnvotgd.)
n twee naast
ie ons geïllus-
t Zomeritei-
hebben, dit te
de Heer
en verven van
>en, alsook alle
werkelijke hulp
Dit No. bestaat uit Twee Bladen.
EERSTE BLAD.
svmj.
3.
E3B
rfsingel.
D 29.
ÉS
TEIT
iriefkaartnordt
gezonden door
bommel.
Zn. Gouda
en kan men ook niet verwachten, mot het
oog op den toestand, waarin het Engelsche
leger verkeert.
„De Standard” bericht uit Pretoria, dat
vierhonderd Boeren onder Pretorius en
Triohardt een goederentrein hebben aange
vallen tusschen Balmoral en Brugspruit. Op
den trein bevonden zich honderd Kaffers,
van welke de Boeren er in koelen bloede
vijl neerschoten. Heel natuurlpk. Het En-
gelscho geschut te Balmoral en te Brug
spruit schoot hevig, doch vruchteloos op de
terugtrekkende Boeren, die twee volgeladen
wagentjes met voorraad medevoerden. De
„Central News" meldt uit Pretoria, dat een
kleine afdeeling Boeren Zaterdagavond met
een pompom op het station Vereeniging aan
de Vaal schoot. Er zjjn Boerenkorpsen ge
zien benoorden Kroonstad, maar hot is on
bekend of zjj bij de Wet behooren.
Van bet sneuvelen van Philip Botha wordt
door de Engelschen veel ophel gemaakt.
De opperbevelhebber in het oosten van Trans
vaal heet,'zooals men zich herinnert, Louis
Doornberg, waar Philip Botha sneuvelde,
digt bjj Prieska, in het westen der Kaap
kolonie. Ook daar wordt dus nog gevochten,
al geven de Engelschen er nooit bericht
van.
Telefoon No.
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
1—5 pegels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending’ van Advertentiën tot 1 uur des midd.
t stoom n van
12.
vorden naar de
iverfd.
>md of geverfd
e gezond ceid
scherming tegen naturellen. Botha hechtte
veel waarde aan de vraag of Engeland de
wettel|k goedgekeurde schulden van de re
publieken, met inbegrip van de in den oorlog
gemaakte schulden, zou overnemen. Botha
scheen niet afkeerig van het voorstel om de
koloniale rebellen van kiesrecht te berooven.
Milner zendt dbn 3den Maart aan Cham
berlain de voorwaarden die Kitchener aan
de hand gedaan had. Kitchener had Botha
straffeloosheid voor de strijdende aangeboden,
behoudens ontneming van het kiesrecht aan
alle Engelsche onderdanen die aan Boeren
kant hadden gevochten.
Milner maakt bezwaar tegen straffeloos
heid voor koloniale rebellenimmers dit
zou eeh betreurenswaardige uitwerking heb
ben in de Kaap en Natal.
Den 6en kabelt Chamberlain aan Mil
ner, zeggende dat er een volledige over
gaaf moet plaats hebben van alle Boeren
en niet alleen van Botha. Chamberlain
stemt in met Milner ten aanzien van het
ongewenschte van straffeloosheid voor re
bellen.
Ch. zegtAlleen de burgers uit de ko
lonies (d. w. z. de republieken die krijgsge
vangenen zjjn, zullen naar Zuid-Afrika te
ruggezonden worden. De vreemdelingen
moeten naar hun eigen land terug. De re-
geering kan het recht op de afkondiging
vande krijgswet waar die noodig blijkt,
niet prijsgeven. Daarom machtigt zjj Milner
te zeggen„Het militaire bestuur zal ein
digen op het vroegst mogeljjke tijdstip”, in
plaats van Kitchener’s voorstel„De krijgs
wet zal dadelijk ophouden.” Chamberlain
acht Kitcheuer’s belofte om de wetteljjke
schulden van de republieken te betalen, zelfs
die welke gedurende de vijandelijkheden zjji»
aangegaan, als gevaarlijkhij stemde er
echter in toe een millioen beschikbaar te
stellen tot betaling van de aanspraken die
voor de rechtbank erkend worden. Ten aan
zien van de bescherming van de Boeren
tegen de Kaffers, zegt Ch. goed te vinden
dat de gekleurde bevolking in de positie
blijft, waarin zij voor den oorlog verkeerde.
Milner zegt den 9den in zyn antwoord
aan Chamberlain, dat zoowel hij als Kitche
ner gekant zjjn tegen de (door Ch. voorge
stelde) invoeging van de woorden „door
leening” achter de clausule- betreffende het
overnemen van den schuldenlast, daar de
Boeren dan zouden vreezen dat zij in de
klauwen der regeering kwamen. Milner en
Kitchener waren daarom overeengekomen
de woorden weg te laten wegens de nadeelen
van verder uitstel.
ics vry van alle
hooging.
cnd.'tal N. B
liOUÜSfflE COURANT
Telefoon X* S»
De Oitgave decer Courant geschiedt dagelijks
diet uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
koloniebestuur de Engelsche bezetting zou
vervangen, namelijk een uitvoerend bewind
bijgestaan door een gekozen raadgevende
volksvertegenwoordiging; later zou hierop
de parlementaire regeeringsvorm volgen.
Botha scheen tevredengesteld, maar drong
aan op onmiddellijke invoering van den par
lementairen regeeringsvorm daarenboven
verlangde Botha voor de Boeren het recht,
een geweer te bezitten, om zich te kunnen
verdedigen tegen de Kaffers. Kitchener ant
woordde dat de Boeren daartoe vergunning
zouden krijgen, mits zjj verlof vroegen en
zich lieten inschrijven.
De parlementaire stukken toonen dat de
voorwaarden, welke door Botha verworpen
zijn, de volgende warenBjj overgave van
alle Boeren-strijdmachten zal Z. M.’s Re
geering straffeloosheid verleenen in Trans
vaal en de Oranjerivierkolonie, maar met
de Britsche onderdanen, die tot Natal en de
Kaapkolonie behooren, zal zjj handelen vol
gens de bizondere wetgeving die voor de
kolonies geldt in den tegenwoordigen oorlog.
De krijgsgevangenen op St. Helena, Ceylon
en elders zullen naar hun land worden te
ruggebracht. De militaire administratie zal
worden vervangen door een kroonkolonie-
regeering, terwijl tenslotte zelfregeering zal
worden toegestaan. De eigendommen der
kerken, publieke fondsen en weezenfondsen
zullen geëerbiedigd worden. De Engelsche
en Hollandsche talen zullen gelyke rechten
hebben. Z. M’s. regeering kan zich niet ver
antwoordelijk stellen voor de -schulden der
vroegere republikeinsche regeeringen, maar
is bereid een som toe te sjaan, die een
millioen sterling niet, te boven gaat, ter be
taling van eischen tot schadeloosstelling der
Boeren. Zjj wil voorts de landbouwers, wel
ke tijdens den oorlog schade hebben geleden,
door leeningen helpen. Geen oorlogsbelas-
ting zal aan de landbouwers worden opge
legd. De burgers, die om bescherming door
middel van vuurwapens vragen, zullen vuur
wapens mogen dragen met bizondere ver
gunning en na registratie. Een beperkt stem
recht zal worden verleend aan db kaffers,
wanneer een vertegenwoordigende regee
ringsvorm is ingesteld. De wetteljjke positie
der gekleurde personen zal geljjk zyn aan
die in de Kaapkolonie.
Uit de stukken bljjkt verder nog: Kitche
ner zegt in een verslag van het onderhond
op 28 Februari te Middelburg dat hij wei
gerde de kwestie van onafhankelijkheid aan
te roeren. Botha wenschte onmiddelljjk een
representieve regeering, maar scheen vol
daan met de voorgestelde bestuursregeling
van een kroonkolonie. Botha vroeg of de
Boeren geweren mochten houden als be-
hijGij kunt gaan en over hetgeen ik zeide nai
denken. Mjjne dochter weet niets van hetgeen ik
u heb voorgesteld. Ga nu; uwe tegenwoordigheid
is mij eene beleediging; zij prikkelt mijne woede.»
Zonder een woord geantwoord te hebben, bereik
te Egon met wankelende schreden de deur,verliet de
kamer en stond voor Magdalena, die haren
vader weder voor de eerste maal een bezoek wilde
brengen. Haar aanblik op dit oogenblik was aller
minst in staat om bedarend op hem te werken
Onderzoekend rustten hare mooie oogen op zijn
bleek gelaatzij nam hem bij de hand en voerde
hem naar hare eigen kamer. Lietdevol legde zij
hare handen op zijne schouders en sprak fluiste
rend i Egon, ik weet wat mijn vader van u ver
langd heeft; onze vriend, de brave Habicht,
beeft mij daarop bereid.”
tiet draaide Egon voor de oogenin zijn hart
kampten allerlei aandoeningenin zijn binnenste
deed zich eene stem hoorenaie hem aan .Mag
dalena’s droevj ervaringen herinnerde. Hij kon
niet ontkennen dat haar blik in de laatste dagen
vaak vol liefde op ’Item geslagen, hem eene pijn
lijke zorg bereid had Koty mocht hjj haar eene
nieuwe smart veroorzaken t
Als door een toovfcrslag te voorschijf/gem-pefc"'
stond Angelica plotseling voor zijne oogér. Efi*
ander beeld was verbleekt. Zijn benauwde borst
hijgde naar adem. Hjj poogde zich zeljjn tfteestek
te worden, keek Magdalena diep ►ogen,
omhelsde haar als een broeder en sprak met tranen
in het oog Magdalena, gij verdient een hart,
dat u onverdeeld toebehoort; het mijne is sedert
lang niet meer vrij en bemint waar-
78)
Hij werkte veel, hield zijn dagboek bij voor zijn
verte vrienden, gevoelde zich thuis in zijn nieuwen
werkkring en genoot al het aangename, waarin
hij zich thans verheugen mocht, met vroolijk hart.
Zeef werd hij verrast toen hij op zekeren dag,
des morgens vroeg, eene officieele uitnoodiging
ontving van zijnen oom om hem te bezoeken. Na
overleg met den rentmeester werd die uitnoodi-
gjng, ook in officieele termen, aangenomen, doch
de tijd van het bezoek een uur later gesteld.
Niet sonder ontroering betrad Egon von Berns
dorf het verblijf van zijn oom; een knecht liet
hem binnen: hij stond voor den geweldige. Egon
vónd hem zeer veranderdzijn uitlicht boezemde
hem medelijden in. Met eene koele houding ont
ving de ruwe zieke den jongen manhij vroeg
hem een en ander, werd toen plotseling onrustig
en ongeduldig en zeide dat hij zich met Egon’s
tegenwoordigheid verzoend had, en dat het alleen
van hem zeïven afhing in nog nadere betrekking
van bloedverwantschap te treden.
Ontsteld keek Egon zijn oom in diens loerende
oogen. Die wóórden waren slechts voor ééne uit
legging vatbaar; Egon voelde zich verlegen, be
schaamd, en terwijl zijn oom die verlegenheid als
het aannemen van zijn voorstel beschouwde, zeide
Gisteren is het Engelsch blauwboek open
baar gemaakt over de vredesonderhande
lingen tusschen Kitchener en Botha.
Dën 22en Febrttari seindè Kitchener aan
Milner dat mevrouw Botha hem bjj haar
terugkomst een brief van haar man had ge
geven, waarin Botha Kitchener’s mondelinge
boodschap bé^itwoorddeKitchener’s bood
schap bevatte de mededeeling dat hy bereid
was, desverlangd met Botha overleg te ple
gen, mits de kwestie van onafhankelijkheid
der Boerenrepublieken niet ter conferentie
besproken werd. Mevrouw Botha verze
kerde Kitchener dat dit naar Botha’s mee-
ning van zelf sprak, hij had dit punt tegen
over de aanvoerders der Boeren uiteengezet.
Milner Zond dit telegram aan Chamberlain,
die den 23en terugseindeIk ben blijde dat
Botha onderhandelingen wil, en ik hoop dat
zyn begeerte oprecht is, dan zal hij ons vol
komen bereid vinden, hem tegemoet te ko
men op alle punten, individeele belangen
betreffende. Ons toekomstig beleid tegen
over de Boerenrepublieken hebben wjj reeds
uiteengezet. Milner seinde den 27en Febru
ari aan Chamberlain, dat de conferentie tus-
schen Kitchener en Botha den 28en te Mid
delburg zou plaats vinden.
Kitchener seinde den laten Maart aan
Brodrick: Ik heb een lang onderhoud ge
had met Botha. Botha leek goedgezind en
begeerig naar vrede. Hjj stelde vragen op
vele punten zeggende dat hy die aan de
Boerenregeering moest voorleggen. Mocht
de Boerenregeering die goedkeuren dan zou
Botha naar den O. V. 8. gaan ten einde
machtiging van de Vrystaatsche regeering
te vragen. Dan zouden de Boeren den oor
log eindigen en al hun wapens inleveren.
Botha reide verder dat de Boeren m staat
waren den oorlog nog eenigen tjjd voort te
zetten, maar Botha wist niet zeker of vrede
mogelyk zou wezen zonder onafhankelijkheid.
Botha deed een krachtige poging om onaf
hankelijkheid toegezegd te krijgen, maar
Kitchener weigerde discussie over dit punt,
verklarende dat dan een herhaling van den
oorlog mogelyk zou zjjn. Toen werd het on
derwerp losgelaten. Botha voerde tien pun
ten aan: in de eerste plaats het toekomstig
bewind van de republikeinen. Botha ver
langde bizonderheden die Chamberlain niet
geleverd Had. Kitchener zeide te gelooven
dat na het einde van den oorlog een kroon-
Verspreide Berichten.
Fm.VKMJK
Nu Déroulède zich niet beroemd heeft
kunnen maken door een duel, terwjjl hjj
dóórzicht genoeg heeft om te weten, dat
het met blageeren en intrigeeren op den
duur toch niet gaat, heeft hjj te Bordighe-
ra, op Italiaanschen bodem, nabjj Nizza,
maar weder eens een redevoering afgosto-
ken. „Het plebesciet, dat is je ware
riep Dérouléde hartstochteljjk uit. Van de
royalisten moet hjj al even weinig hebben
als van de parlementaristensteunend op
de grondbeginselen van 1789, zal hjj strij
den tegen een regeering, welke een Drey-
fuszaak en eon Panama-zaak heeft voortge
bracht.
De hoofdredacteur der Figaro, de heer
De Rodays, verkeert in uiterst gunstigen
staat, hoewel |de kogel uit het pistool van
zyn tegenstander, nog immer in zjjn djj zit.
Belgie.
Koning Leopold is, nauweljjks te Brussel
teruggekeerd uit het zuiden over Parijs,
leelyk door influenza aangetast, doch hoewel
hjj eergisternamiddag de automobielen-ten-
toonstelling te Brussel niet heeft kunnen be
zoeken en dr. Thiriar ten paleize ontboden
huwelijk tegen het einde van Mei of het begin
van Juni bepaald was en dat hij niets vuriger
wenschte dan dat zijn eenige vriend, die hem zoo
goed als een broeder was, daarbij tegenwoordig
zou zijn. >Gij moet daarop rekenen, Egon,* schreef
de Graaf, want zonder u is bij ons geen vroolijk
familiefeest denkbaar Den brief dichtvouwend
sprak hij»Dat kunnen wy nu nog niet beslissen.
Magdalena I”
Sinds dien tijd waren vele weken voorbij ge
gaan door den dood des gebieders was het werk
schier verdrievoudigdhet eerst werd beraadslaagd
over den bouw van nieuwe fabrieken en hospitalen
en werden de plannen daarvoor vastgesteld. Alle
contracten moesten vernieuwd worden, alle bepa
lingen herzien. Met inspanning was Egon bezig,
maar ook met hooge ingenomenheid. Magdalena,
zijne lieve zuster, had zioh na haars vaders dood
nog vaster aan hem aangesloten. Zij, die tot nu
toe zijn vrienden waren geweest, wilden thans
als zijne onderhoorigen zich op een afstand houden;
doch dat kwam niet met zijne bedoeling overeen,
zoodat hij daarvan niets wilde hooren, ’t Was
verstandig gezien. Niets weerhield hem thans zijne
goederen te verlatenhij liet alles in de beste
handen achter Magdalena werd aanvankelijk aan
de zorg der familie Habicht toevertrouwd en maak
te zich daar gereed tot de reis naar de residentie,
die zij in gezelschap Van Egon en eene dame
van leeftijd zou aanvaarden.
Eigenljjk oorlogsnieuws ia er niet veel,
schijnlijk hopeloos I*
Hartstochteljjk omklemden hare armen den jon
gen manmet trillende stem sprak zij uit den
grond haars harten»Heb dank, Egon, voor uw
vertrouwen. Laat mij u bekennen dat gij mij
zeer lief zijt, dat ik u hoogacht, maar dat mijne
ziel toch nog meer vervuld is fhet het beeld mijns
ongelukkigen broeders dan met u Niet gedwon
gen, niet tot mijna smart, en toch liever niet was
ik de uwe geworden. Laten wij als broeder en
zuster elkander trouw zijn, Egon!«
Hun verbond een zeldzaam I was voor
het leven gesloten.
Weinige uren later trof een doodsbericht allon
die in het het huis des gebieders verblijf hielden.
Hun heer en meester was na een overvloedigen
maaltijd, na het overdadig genot vanzwaren wijn,
dood op zijn bed gevonden. Egon en Magdalena
waren den Almachtige dankbaar dat zij nog geen
onderhoud met hem hadden gehad en hun ver
zet tegen zijn wil in geen enkel opzicht aan dit
onverwachte voorval schuld had, In deze som
bere dagen was het antwoord op Egon’s brief
van Graaf Waldemar eene ware verkwikking voor
beiden. In den brief werd ook Magdalena’s naam
genoemd en de wensch te kennen gegeven dat
men haar, welke Egon toen alleen nog maar uit
,de verhalen van den rentmeester kende, ook alji
- gast op den Felsenburg zou mogen begroeten, om
er onder justina’s liefdevolle toewijding eene pooze
vergoeding voor veel leed te vinden. Verder schreef
Graat Waldemar dat Hermann in de residentie
was en eene prachtige betrekking had gekregen,
die hij weldra hoopte te aanvaarden; dat zijn