,gt, w EVEB er kt LTCAP EURRÜZEN. ,N THEE. en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, EEN HEKENFOUT. INSMA, huizen [BROOD. ;elsch splanten oefende planten om gedurende hebben. ■nieuws- en Advertentieblad voer Kmid» Z1M BINNENLAND- No. 8468. Woensdag 3 April 1901. Bultcnlandsch Overzicht. VERVERIJ FEUILLETON. E1MEB otterdam. Az. e Koop ehat~" Se ll's j ZOMEN, 40ste Jaargang, 4. van Inzending vau Advertentiën tot 1 uur des midd. A cherij voerd. II. moedi Zn. - Goude (Wordt vervolgd). l SOUBA. rfsingel. ïweg D 29. den Koning )A de Heer en en verven van •oben, alsook alle i K.G. het stoom n van enz. worden naar de geverfd. E OUDE DAMMER DIGE n van en Bloemen. U. n twee naast {baar by TERS Jz. ■ij» van echtheid i i kurk «teodF voor don naam der Firm» PPE HERK te letten) VAN I worden afgele- le pakjes van vijl en een Ned. ons van Nommer er, an nevenstaand b Wet gedepo tvoering van ge- bevelende BIJL, EBAART Lz. De Oostenryksche Rijksraad is verleden Zaterdag op Paaschreces gegaan, na eene zittingsperiode van twee maanden. In dit tijdsverloop is de rccrutenwet tot stand ge komen en zijn de Delegatie en de Commissie voor de Quoten gekozen, verschillende wets ontwerpen aan de orde gesteld, waarvan eenige het tot de derde lezing gebracht heb ben. De afdeelingen hebben vlijtig gewerkt en in den Rijksraad zelf is het, nadat de regeering door schikken en toegeven een wapenstilstand met de Tsjechische obstruc- tionisten had gesloten, rustig toegegaan. Voor de naaste toekomst, na Paschen, wil men niet al te optimistisch zijn en houdt het voorkomen van nieuwe conflicten en het toe passen van het obstructionisme door de Tsjechen en van paragraaf 14 voor niet onmogeljjk. Telefoon No. 69 ADVEKTENTIEN worden geplaatst 1—5 regels 5 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Telefoon No. 82» De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. zette de armen in de zijde en keek de jonge dames strak aan «Goeie genuchten, daar kwinkeleeren ze ook nog I Eiken dag krimpen de verdiensten inin plaats van drie thaler in de week, is het nog maar vijf mark, en toch maken ze nog pingelepang. Nou, in Gods naam, engeltjes, zingt maar toe. Jong bloed heeft jongen moed dat is een oud, waar spreekwoord.” Giegelend en proestend van het lachen, stoof het drietal uiteen en in eene minuut zaten de freules weer over haar werkjes gebogen, terwijl Lisette met bezem en schrobber te keer ging, alsof zij de ontbrekende/ mark met dubbele rein heid inhalen moest. De Duitsche Keizer heeft by de ontvangst van het bureau van het Pruisische Hoerenhuis, dat hem geluk kwam wenschen dat „God hem tegen de kwajongensstreek te Bremen be schermd had”, o. a. geantwoord: „Alle gis singen die in de pers over myn stemming de ronde doen, berusten op volkomen onkunde en missen allen grond. Ik heb alles gelezen wat do kranten over myn vermeende stem ming hebben geschreven, maar niets is on juister dan dat m\jn gemoedstoestand geleden heeft onder het gebeurde te Bremen. Ik ben dezelfde als vroeger en niet in een droefgeestige stemming gekomen.” De Keizer nam vervolgens het stuk yzer dat hij te Bremen naar het hoofd had gekregen, van de tafel naast hem en zei„Ik ben in Gods hand en zal mij door zulke voorvallen, wat mij betreft, nooit laten afbrengen van den weg dien ik als den weg van myn plicht beschouw. Ik kom op mijn reizen met alle standen in aanraking en weet daarom zeer goed, hoe men onder het volk ovjr mij spreekt en denkt. Maar wie mocht gjooven dat ik mij door zulke gebeurtenissen vlees zon laten aanjagen, zal zich zeer vergissen. Alles blijft bij het oude.” Naar het Kleine Journal verneemt, heeft de Keizer bij zijn toespraak tot het bureau van het Heerenhuis geen enkele maal het woord „aanslag” gebruikt, maar alleen van het „voorval” te Bremen gesproken. Daar entegen moet hij zich heftig hebben uitge laten naar „een heel anderen kant”. Volgehs deze aanwijzing, vermoedelijk tegen de kanaal- oppositie van de hoogconservatieve agrariërs. Aan het hoofd van het bureau was baron von Manteuffel, een nakomeling van den beruchten reactionairen minister van denzelf- den naam onder Friedrich Willem IV. Verscheiden politieke avondbladen passen nu de taktiek toe om de door den Keizer tegen het bureau van het Heerenhuis ge houden toespraak in een zooveel mogelijk verzwakten vorm weer te geven. Zij ver mijden daardoor de noodzakelijkheid van een bespreking. Daarentegen opent heden het hoofdblad van het Berljjnsche centrum, de Germania, die tot dusver uit party-overwe- gingen halsstarrig het stilzwijgen op de laatste redevoeringen van den Keizer had bewaard, den mond en merkt kort, maar veelzeggend opWanneer de Keizer wer kelijk alles las, wat de couranten in den laatsten tyd over hem hebben geschreven, dan zoude men dit met groote voldoening ervaren en tevens met den wensch begroeten, dat hy dit ook verder moge doen. Dan Den geheelen Zondag is het te Marseille rus tig gebleven. Slechts zevenhonderd man wer den op de verschillende werven en dokken aan het werk gelaten. In een ’s morgens gehouden vergadering werd het rapport der gedelegeerden naar Parijs gehoord, waarop door de 2000 aanwezigen tot voortzetting der staking werd besloten. De burgemeester van de stad Flaissières, dezelfde die niet door den minister-president ontvangen kou wor den, heeft aan een redacteur van den „Fi garo” medegedeeld, dat hij reeds sedert veer tien dagen zijn invloed had aangewend om de staking te doen eindigen. Hy meende dat het bewijs eener indrukwekkende solidariteit der werklieden was gegeven, doch dat er geen voldoende middelen waren om de proef door te zetten. Kerstmis stond voor de deur, het lieve, genade brengende, gelukzalige Kerstfeest. De sneeuw dwarrelde zacht en dicht door den schemerenden morgen. Ilse zat op de knieën bij de kachel en blies peinzend het vuur aan Opeens sprongen knetterend blauwachtige vonken van het stukje pijnhout naar het andere, sneeuwwitte rookvaan- tjes kronkelden naar boven en eene heldere vlam sloeg in de kunstig opgestapelde kolen. »Lekker, toe maar vuurtje, maak het maar gauw warm in de kamer, dan vinden pa en moe het hier zoo mooi, als zij opstaan-* 1.01 INIII' WIHIVL booten van de Ijjn Nippon-Joesen-Kaisja ge huurd, om op groote schaal oorlogsmateriaal aan te voeren. In alle tuighuizen heerscht groote bedrijvigheid. De Timos" verneemt uit Tokio, dat de gunstige uitkomst van de inschrijvingen voor de leening ten behoeve van een spoorweg van 8e-oel naar Foesan, die verscheiden malen rolteekend is in weerwil derschaarschte ran het geld, bowfjst dat do geestdrift onder het publiek gevaarlijke afmetingen zou kun nen aannemen, indien de regeering tot toe geven tegenover Rusland geneigd mocht zjjn. Verspreide Berichten. «Ho ho, dat is laster!’’ Ik mag ook zjjn snorrebaard niet lijden •Quaestie van smaakI!” Stefanie liet zich echter niet van de wijs bren gen en jubelde voort: Mijn Ferdinand- .Roderich --dat is nog eens een man Hij is nog geleerder dan onze kapelaan En slaat hij aan het dichten, dan moet jelui hooren Dan vliegt hij met zijn Roofje ver boven den (toren >Dat zou ik wel eer.s willen zien I” spotte Ilse maar Stefanie stond op, boog plechtig voor hare Frankbwk. Voor rekeuing van de registratie is in het openbaar verkocht het klooster van de „Dames de l’Assomption”. wegens weigering van betaling der verschuldigde belasting. Het door het klooster in beslag genomen terrein, bracht 1.000.040 francs op. Ingevolge een nationalistische betooging is het te Lyon alweer tot wanordelijkheden gekomende republikeinen zetten een contra- manifestatie op touw en de politie stond mach teloos. Over de maand Maart is door de „Sou des Boers” te Parijs in het geheel voor het aanbevelenswaardige doel ontvangen en verzonden een bedrag van 1500 fr., terwyl er bovendien een groote voorraad kleeren, boeken, spelen, tabak, enz. enz., voor de Boerengevangenen, hun vrouwen en kinde ren, verzonden is. DuitIschland. Door de politie te Kiel is ontbonden de aldaar sinds vele jaren bestaande sociaal democratische „Bildungsverein” voor vrouwen en meisjes. De keizer schijnt weer een tikje op te monteren: hy gaat in de tweede helft dezer maand op de jacht en ondertusschen wordt uit Bremen bericht, dat het onderzoek tegen den epilepticus Weiland op een eind loopt, zoodat het gereshtshof te Leipzig wel on- iqiddelljjk na Paschen zyn taak kan aan vangen. betrokken mogendheden, waarin het standpunt van de Vereenigde Staten tegenover de Mandsjoerysche conventie wordt uiteen gezet. Het stuk begint met er op te wyzen, dat de noodzakelijkheid van het behoud der territo riale eenheid van China erkend is door alle mogendheden die thans deelnemen aan de onderhandelingen in China. „Het zou van de zyde van China zeer onverstandig en uiterst gevaarlijk zyn, eenige overeenkomst aan te gaan, of eenig voorstel te overwegen, waarvan een afstand van grondgebied of een financeele verplichting aan een enkele mogendheid het gevolg zou zyn. „De regeering der V. S. die er slechts naar streeft China te bewaren voor het aange- duide gevaar, en de uitgebreidste en voor- deeligste betrekkingen tusschen het Chinee- sche Ryk en de andere mogendheden te bevorderen, acht zich verplicht er op te wyzen dat het overwegen van oen afzon- deryke territoriale of financieels overeen komst, zonder dat alle aan de onderhande lingen deelnemende mogendheden daarvan kennis dragen en haar goedkeuren, niet be hoorlijk is, strydt met het vooropgestel.le doel en zelfs, van het standpunt van China zeer gevaarlijk wezen kan.” De ministerraad hield gister voormiddag zyne eerste vergadering met den nieuwbe- noemden minister van oorlog, luitenant-ge- neraal Kool. zoude hy van de stemming en voor alles ook van de ontstemming zyns volks gornak- kelyker en beter op de hoogte komen dan op zyn reizen. Er is nog steeds geen nieuws betreffende de onderteekening der Mandsjoerysche con ventie tusschen Rusland en China. Vry zeker schijnt het echter te zyn, dat de «conventie op 26 Maart, don uitersten termijn door Rus land voor de onderteekening gesteld, niet onderteekend was. Reuter meent, dat China, als een gevolg van de protesten der mogend heden, geen nieuwe onderhandelingen met Rusland zal aanknoopen, voordat de onder handelingen met de mogendheden te Peking zyn afgesloten. De Pester Lloyd bevat den tekst van de circulaire door de Regeering te Washington verzonden aan alle by de Chineesche quaestie Er zitten drie meisjes om ’t brandende vuur En zingen en keuv’len en spinnen En de eerste, die fzegt, zoo schoon als ibün schat Zal men geen tweede vinden I X Ik ben toch zoo blij, dat hij is een huzaar, Wat fonkelt zijn oog en hoe zwart is zijn haar b" En rijdt hij te paard, dan moet jelui zien, Dan is hij een koning en dan staat hij èr tien I Ja, ja ik heb altijd gezegd, ga ’k eens vrij’n, Dan moet het een soldaat en wel een ruiter zijn I Overmoedig drong Stefenie de zangster ter zijde en vervolgde met eene stem als ’n klok Toen lachte de tweede«Dat is wel waar, Maar daarom zal ik je nog niet benijden Want, ach, je mooie luit’nant, die vloekt me te veel. De „Times” verneemt uit Tokio, dat Japan een Vertoog gezonden heeft tot de regeering te Petersburg, tegen de Mantsjoersche con ventie. De uitslag is onbekend, maar de openbare meening in Japan verzet zich krach tig tegen toegeven aan Rugland. Het Japan- sche kabinet is wel vredelievend en voor zichtig, maar toch onder den indruk van de nationale geestdrift, welke zeker niet in toom zou te houden zyn indien de regeering niet genoeg op haar stuk bleef staan. De correspondent der „Daily Mail” te Jokohama heeft met verscheiden-aanzienlijke Japansche staatkundigen gesproken. Burg graaf Aoki was vóór een oorlog met Rusland óók. graaf Okoema. Laatstgenoemde zeide dat è^n oorlog tegen Rusland een stryd tegen de vyamten van den wereldvrede en de alge- meene beschaving zou zyn. Prins Konoeje, voorzitter vmn de Eerste Kamer zou het van Japan’s zijdje een zelfmoord achten, indien het Rusland de vrye hand liet in Mantsjoerye; Japan moes! zich verzetten tegen de onder drukking van China, desnoods alleen. De tegenwoordige toestand wordt in Japan zoo hachelyk geoordeeld als nog ’t geval geweest i« sedert den oorlog met China. Voortdurend worden groote bezending wapens, schietvoorraad en kolen uit Europa inge- »e regeering heeft ook de stoom- I oudst/ zuster en zei: «*Ju spreekt de derde!” 1 Ejla schudde afwerend het hoofd en trad naar de/vensterbank. Als bij toeval streek haar hand o/er een lindetwijgje, dat zij intertyd van haar, pfievelingslinde gebroken en sedert zorgvuldig op- gekweekt had. In die drie jaren was het maar I weinig gegroeid, maar toch ook niet verdord, en dit voldeed aan Ella’s bescheiden eischen. »Nu Mag ik je verzoeken, mijn genadigste >Och, houd op, Stefanie, je weet immers wel, dat de derde niet persoonlijk optreedt, maar dat de dichter iets van haar vertelt.” Ilse wipte weer op de kruk, speeldi een dol preludium en zong De derde zegt niets en spint maar voort Zij is vlijlig en stil als een bijtje, Zij is ook nog jong en weet van geen min, En wacht nog bedaard haar partijtje, De draad loopt vast, en wat is dat Zij bukt zich een weinig, en daar zie ik wat: Een briefje van rosepapier Steekt onder haar halsdoek hier Wat kan toch de schijn bedriegen, Wat de anderen vertellen heel luid, Dat komt er bij haar niet uit, Zij laat haar geheim niet vliegen. Plagend knipoogde de vrooiijke zangster hare ernstige zuster toe, maar Ella boog zich al dieper over de lindeblaadjesdaar gin§ echter de deur open; een kolossale bezem zwaaide naar binnen, twee emmers water werden luid neergezet en Li settes mutsplooien kwamen over den drempel. Zij 5) »Als wij maar een klein kapitaaltje hadden zuchtte het aanstaande officiersvrouwtje«ik vind het zoo pijnlijk, niets mee ten huwelijk te bren gen van zichzelf, en voornamelijk Ella, want die is het eerst aan de beurt en Een ijskoude hand werd op haar mond gelegd. >8til, stil, mijn lieveling,” fluisterde Ella met een hartverscheurend lachje op de bleeke lippen, «dat is ondenkbaar, want ik blijf bij pa en moe, of ik word liefdezuster. Het huwelijk deugt niet voor iedereen Naderikend staarde Ilse in het ernstige, zwaar moedige gezicht harer oudste zuster. •Wonderlijk, Ella, als ik je niet dag en nacht bij me gehad had, zou ik er op zweren, dat je eene ongelukkige liefde hadtHahaha, wat wordt tij ineens vuurrood I Haast, alsof ik haar op een misdaad betrapt Kad. Nu, nu, wij eischen geen biecht, hoor, want anders dan een romanheld van drqkmjrt kan het je niet aangedaan hebben. Komt, kinairen,<laten we eens een deuntje zingenMijn gerftofcd is zoo vol van ons toekomstig geluk, dat ik het even moet uitbazuinen I” Dit zeggende, vloog zij op het pianokrukje en sloeg met beide handen de toetsen aan:

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1901 | | pagina 1