M,
aten.
UAL.
’.ING.
ering uit
aansporen
iïïeutvs- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
t
Donderdag 13 Juni 1901.
No. 8526.
40ste Jaargang.
Aan de Kiezers.
BultciitaiMlsch Overzicht.
FEUILLETON.
3
sent.
n groot
college
k. aan
en In
Kamer
NI a. s.
urfmarkt.
El.
eller.
33
Mr C- J. E. graaf v. Bylandt.
Eindelijk Saamgebracht.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
»t
a. d. Lek.
Voorzitter.
lil.
Voorzitter.
[NEMAN Zn
JFW/ vervolgd.)
ISTUUR.
irhuis heeft Chamberlain mee-
[ilner waarschijnlijk in Augus-
dt dit mid-
nd suocea
mwrjjrinf
Rheuma-
dheid, pijn
gx
Idol ver-
4 ook K-
Men lette
rk „Anker!*
nóOadefl
heken. Te
Dloth, Qê-
n Sanders.
.prtWtn.
frOUDSCHE COURANT
Telefoon 82
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
De bladen berstten berichten uit Kaapstad
meldende dat De Wet met duizend man een
stelling bezet in de Gattsrand-heuvela ten
zuiden van den Potchefstroom*spoorweg.
Ia een gevecht van 50 Znidafrikaansche
constabels met de commando's van Brand
en Hertzog in de nabyheid Petersberg wer
den elf constabels gedood of gewond. De
strjjd werd op zoo korten afstand gevoerd,
dat van de revolvers gebruik kon worden
gemaakt.
De Boeren bezetten Labuschagnes-nek by
Dordrecht.
Officieel wordt gemeld, dat de Boeren te
Jamestown 30,000 patronen en 75 geweren
buit maakten.
Kitchener seint uit Pretoria, dat comman
dant Van Rensburg en zijn commando zich
hebben overgegeven by Pietersburg. Reeds
zijn honderd gewapenden in het Engelsche
kamp gekomen, en anderen volgen dit voor
beeld.
Telefoon No.
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
JJn het Ls
gedeeld dat
tus haar Zuid-Afrika zou terugkeeren.
De Times-correspondent te Kaapstad be
weert, dat Jamestown bedoeld was als een
ftinderlaag voor Kruitzinger, wat echter
mislukte.
Laffan meldt, dat de Wet in de Gattsrand-
heuvels is, ten zuiden van den spoorweg van
Krugersdorp naar Potchefstroom.
Voorts meldt Laffan, dat de Boeren Labu-
schagnes-nek by Dordrecht bezet hebben.
De correspondent van de „Daily Mail”
seint dat Botha te Blauwbank, by Ermelo
ii. De la Rey rukt op om zich met hem te
veréenigen.
Aan de „Standard” wordt uit Durban ge
meld Er worden belangrijke mededeelingen
gewisseld tusschen de Boeren-leiders en Kit
chener. Aan den Nederlandschen consul zijn
door Kitchener faciliteiten verleend, om een
onderhoud te kunnen hebben met generaal
Tobias Smuts en den particulieren secretaris
van Botha, De Wet. De telegraaflijn is tot
beschikking gesteld om hun de gelegenheid
te geven vrijelijk te kunnen correspondeeren
met president Kruger.
De Boerenleiders thans te Standerton
wachten slechts op Kruger's antwoord op
hun telegrammen.
café met vrouwelijke bediening waren, anders kun
je er hier vandaag leelijk inloopen; méér zeg ik
niet.”
De jonge bankier, die in de hier aangeduide
lokalen tegenwoordig zyn leergeld betaalde en zich
dus als een grijsaard in wereldkennis voorkwam,
keek opeens weer zoo groen en bedremnield als
men maar verlangen kon en het duurde een
poosje, eer hij zich weer in den au fond onschul
dig driesten toon der hem aangeborene banaliteit
kon vinden. Ze waren ondertusschen gezamenlijk
het park ingegaan en schreden nu langs een met
zwartachtig mos bedekten weg tusschen hooge
boomen en verwaarloosd struikgewas door naar
een open plek toe, die zich op eenigen afstand
vertoonde. «Hier hield het hooge oude hout op en
men zag uitgestrekte groene vlakten, waaruit zich
hier en daar prachtige boomgroepen als eilanden
verhieven en omhoog strekten. De edele vormen
der boomen, vóór anderhalve eeuw misschien door
een kundig tuinman in hun effect voorzien, brach
ten nu in vervulling wat hij gewenscht had, en
boden tegen het licht aetherische, naar den hori
zont toe in een nevelachtig wit overgaande blauw
des hemels een prachtig schouwspel
Het grasveld beneden was wel kluiterig, ruw
en verwaarloosd, maar het was toch altijd zachte
grond, die den stedeling aangenaam aandeed en
wiens plantenkleed onder den tred van den wan
delaar een krachtigen aardreuk van zich gaf. Links
op eenigen afstands had men iets dat op den met
riet begroeiden oever van groote watervlakten
geleek; eerst heel in de verte blonk de glinsteren
de spiegel zelve uit, voorzoover ze door het licht
zich kiest hij zou het ons, wij zijn er
zeker van, euvel duiden, indien we te
zijnen behoeve eeu beroep deden op de
gevoelens van dankbaarheid, die ons er
toe moeten leiden hem met overweldigende
meerderheid opnieuw 't eervol vervulde
mandaat op te dragen. Voor een man als
Graaf van Bylandt vraagt men geen steun,
geen gunst; men wijst slechts op een
rechtmatige aanspraak, men waardeert zijn
bereidwilligheid om de rust, die zijn po
sitie en fortuin hem in staat stellen na
langjarigen arbeid zich te vergunnen, ten
algemeenen bate op te offeren. Elk woord
meer, tot zijn aanbeveling gezegd, ware
overdaad.
Wij hebben hier niets bij te voegen
dan den wensch dat nadere overweging
alle liberalen zal doen besluiten met ons
hun stem uit te brenggn op:
aftredend lid.
De Fransche budget-commissie heeft Maan
dag 1.1. het rapport gehoord van den voorzit
ter der ondercommissie, Aimond, in zake de
inkomstenbelasting waarin voorgesteld wordt,
des hemels getroffen werd. Rechts in de nabijheid
echter stond het lage witte huis, een wonderlyk
gebouw, zoo iets van Italiaanschen villastijl, over
gebracht in het Berlijnsch burgerlijk-sentimenteele
van omstreeks het laatst der vorige eeuw, met
afschilterende kalk en atbrokkend daklofwerk:
aan zyn nog niet geheel onschoon verval zelf
een soort weemoedige» luister ontleenend
„DAt moet mooi zijn bij maneschijn,” fluistefdfi
een der meisjes, die het huis waarschijnlijk voor
het eerst zag, tot de andere, en de opmerking was
niet onjuist. Jammer dat ze, althans bij het man
nelijk deel van het gezelschap, in de aarde eener
ongeneeslijk profane stemming viel. „Meent u
volle maan of nieuwemaan vroeg een ter jonge
heerenfziet u, voor de dame dür zou ik, wat
verlichting betreft, bepaald allerlaatste kwartier
voorslaanik geloot dat ze er dan nog zoowat
mee door kan.”
Het voorwerp van dezen jeugdigen spot was
niemand anders dan het ééne, vrouwelijke lid van
het gastvrije paar zelf, juftrouw Rebetta Hippel,
een zeventigjarige oude juftrouw met glanzend
bruin valsch haar, die nu juist met haar ouden
broeder het huis uitkwam, om de gasten te ont
vangen. De twee, die samen een honderdvijftig
jaar telden, pasten zeker niet recht in het heldere
licht der voorjaarszon, die ze in hun zonderlinge
verweCrdheid il te onbarmhartig bescheen.
5o)
De koetsier bleef op den bok en liet het aan
zyn lading over, zoo goed als ze kon uit te stij
gen en zelve het hek open te makentoen alles
uitgestegen was, reed hij langzaam verder, waar
schijnlijk naar een zijwaarts gelegen aparte ingang
der bijgebouwen.
Daar stonden ze nu weer, lachten en schudden
zich eerst na den rit, als een troep bont gevogelte,
dat zich pluizend en vroolijk sjilpend de veeren
gladstrijkt Bij het uitstijgen had het juffrouw
Heidloff overigens niet ontbroken aan ridderlijk
dienstbetoon. De kadet had waarschijnlijk, met
de bezonnenheid, die den toekomstigen Pruissi-
schen officier wordt ingeprent, de zaak van te
voren overlegd en zich, na een stilzwijgende
monstering der aanwezige dames, de eenige die
in leeftijd zoo ongeveer op één lijn stond met een
kapiteinsvrouw,” als het waardigste voorwerp
zijner opmerkzaamheid uitgelezen. Genoeg, toeh
Louise haar smallen voet op de trede zette, stond
de kleine militaire figuur in de innemendste hou
ding beneden aan het portier en reikte haar bij
het atspringen zijn bekleed handje.
Juffrouw Heidloff zag opmerkzaam in het fris-
sche knapengezicht boven den stijven uniform
kraag en dankte vriendelijk. De klank hater
verder ons vertrouwen schenken wij kun
nen niet beter doen dan ons hun verkre
gen ervaring te nutte maken.
Wie zoo denkt, breekt zijn hoofd niet
met de urgentie der grondwetsherziening
en let niet op de fraaie toekomstmuziek
der sociaal-democraten veel molenge-
klepper maar geen voedzaam meel en
steunt het aftredend lid dat zijn stem ge
geven heeft aan al de goede en wezenlijk
liberale besluiten die de Kamer in over
eenstemming met de Regeering genomen
heeft. Dat is de aangewezen weg, dien
practische mannen hebben te volgen.
En de persoon dan van den candidaat
Hij spreekt zoo weinig en speelt niet een„
eerste viool in de Kamer. OchHet zijn
niet de mooipraters, die het meest ’s lands
belang bevorderen. Er wordt veel ge
werkt, waarvan het publiek niets hoort
of ziet. En dan de persoon van den can
didaat is niet de hoofdzaakmen behoort
in de eerste plaats te vragen naar de
richting die hij uit wil en de gedragslijn
die hij volgt in de politiek.
Niet dat wij niet durven voor den dag
komen met onzen candidaat, verre van
dien. Wij geven even het woord aan het
Vaderland, die dezer dagen óver ons ka
merlid sprak naar aanleiding van zijne
candidatuur in den Haag voor de Prov.
Staten.
Men leest daar: Graaf van Bylandt,
het kundig en werkzaam lid der Gedepu
teerde Staten verdient den steun, de sym
pathie, ’t vertrouwen van de kiezers in
de allereerste plaats en in de hoogste mate.
Hij, die, ondanks den veelom vattenden
werkkring in bedoeld college, nog tijd en
werkkracht vindt om als lid der Tweede
Kamer, evenals zijn verdienstelijke collega
Goekoop, de algemeene belangen met on
verdroten ijver te dienendie bij dat
alles, steeds en overal, waar de openbare
zaak, de humaniteit, het moreel welzijn
des volks en vooral dat van onze min
der bevoorrechte medeburgers zijn te
bevorderen, gereed is met zijn naam, zijn
invloed, zijn arbeid en zijn vermogen steun
te verleenen; hij, die door zijn minzaam
heid, hulpvaardigheid en onbezweken trouw
aan de liberale beginselen als een toon
beeld kan gelden van den edelman, die
slechts ’t noblesse oblige” tot richtsnoer
ietwat diep klinkende stem scheen een welluiden-
den indruk op het veelbelovende jongmensch te
makensnel waagde hij een blik naar het gelaat
zijner dame en nn vergat hij ook de grijsblauwe
oogen niet meer en, zonder daarvan overigens
voorshands iets te laten blijken, was hij van nu
aan bezield door een vurige begeerte naar nieuwe
ridderdiensten.
Een deel van het gezelschap had achteloos op
de houten brug gestaan, die op deze plaats over
de greppel die langs den straatweg liep gelegd
was, toen zich öen gekraak liet hooren, zoodat
de meisjes schreeuwend uit elkaar stoven Het
was verder niets, dan dat een der half vergane
planken aan het eind halverwege afgesplinterd was,
zoodat wie ddér stond een paar voet dieper in de
droge sloot terecht kwam. Maar het kleine avon
tuur was toch kenschetsend. „Net iets voor oom
Hippel!” heette het dan ook. Z/Hier is alles ver
molmd I Of hij de banken van verleden jaar nog
heeft Pas op, dan breken wij er een Neen,
dan ga ik liever heel niet zitten I” hoorde men
hier doorheen.” Ik stel voor, dat iedere heer zijn
dame op den schoot neemt, als wij dan vallen,
vallen ze zachter!” riep er een. Het was een bloed
verwant van een der hier vertegenwoordigde fa
milies, die in een groot bankiershuis werkzaam
was. Doch Flunk, die toevallig een bevreemden
blik van juffrouw Heidloff bij dit voorstel had op
gevangen, zag hem scherp aan en zeide zacht en
met een droge gedecideerdheid tot hem„hoor
eens, Kttnzel, op dién toon gaat het hier vandaag
niet; wees zoo goed daaraan te denken,” en dan
nóg zachter*doe nu niet alsof we in een nacht-
Nog is de kruitdamp niet opgetrokken
en kan men het slagveld niet over
zien, of de krijgsklaroenen geven het ver-
zamelsein voor het nieuwe treffen op a s.
Vrijdag.
Of er te veel van gevergd wordt in
deze dagen Wij gelooven he; niet. Het
kieareoht ie U gegeven, omdat genoeg be
langstelling bij U wordt ondersteld om
eens in de drie of vier jaar door Uw stem
te kennen te geven in welke richting gij
hut schip ran Staat gestuurd wilt zien.
Aan die roepetem gehoor te geven is
plicht. Anders laat gij bet veld over aan
volksmenners en raddraaiers, die er op
uit zijn hun eigen belang en dat van en
kele klassen te doen zegevieren boven het
algemeen belang. Wordt ge overstemd,
welnu dan hebt ge toch Uw plicht ge
daan en U zelf niets te verwijten. Klagen
over den gang van zaken helpt niethan
teer het wapen, dat de wet U in handen
geeft en blijf in geen geval van de stem-
bus weg.
Wij richten ons in de eerste plaat) tot
diegenen Uwer, die, wars van mooie Woor
den en van droombeelden die nog in
een ver verschiet liggen, gaarne daden
zien; die het liefst mannen aan het
- roer hebben, die met beleid en zeeman
schap en zooveel mogelijk de wenschon
der minderheid tegemoet komende, ons
zachtjes aan vooruitbrengen. Gaat dan
na, wat in het vierjarig tijdperk, dat ach
ter ons ligt, ondanks veel tegenwerking
is tot stand gebracht door de tegenwoor
dige regeering en gij zult met ons eens
zijn, dat het belang des lands medebrengt,
dat in dien geest worde voortgegaan.
Liefst met dezelfde mannen aan het be
wind dat geeft het minste oponthoud
maar in alle gevallen in dezelfde lijn
voortgaandemocht het zijn met een ster
ker liberale meerderheid, die te eerder in
staat zou zijn den tegenstand der weer
partij te breken. Leest de rede van mi
nister Borgesius, dezer dagen te Zutphen
gehouden en gij zult met ons zeggen
veel is reeds tot stand gebracht, veel is
voorbereid wat verdient aan de orde ge
steld te worden. Laat ons dezen mannen
V
In het interview, dat de correspondent
van .Freeman's Journal'' te Dublin beweert
gehad te hebben met den heer Fischer, die
met mevr. Botba naar Europa kwam, zjjn
enkele uitdrukkingen die, zoo de heer Fischer
ze niet heeft gebruikt, toch een zoo juiaten
kijk geven op den toestand in Zuid-Afrika,
dat ze wel eens herhaald mogen worden.
De heer Fischer zeide,De Boeren zullen
strjjden tot hnn laatste patroon verschoten
is. De oorlog zal eerst nit zjjn als de am
munitie op is."
Deze uiting is nogal in strijd met de be
wering, dat mevrouw Botha en de heer
Fischer naar Europa komen om Kroger tot
vredesluiten over te halen.
Sprekende over de menschen, die in Jo-
hannisburg behoorde niet tot de Engelschen
van het slag dat hij (Fischer, die gepromo
veerd is aan de Universiteit te Cambridge)
gewoon was in Engeland te ontmoeten. Het
was een slecht soort, bet uitschot van de
natiën, personen aan wie men geen staat
kundige rechten kon toevertrouwen. En de
Transvaalsche regeering wist ook heel goed
dat zfj niet voornemens waren zich daarmede
tevreden te stellen.
Hjj noemt dan ook de staatknnde van En
geland, die voor zulke avonturiers en voor
hunne vermeende grieven den oorlogsfakkel
wierp in Zuid-Afrika.een volkomen onjuiste
en daardaar noodlottige politiek.”
De correspondent van de
uui ie DittuwuatiA, uy juimciu
►e la Rey rukt op om zich met hem te
ligen.