:ao Meuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. IBÏ BE BERGEN. s Biiltenlaudscb Overzicht. FEUILLETON. ■<LS. ZEN, mders. 'anders jrkte geven. Emailleerde I, gwaarborgd ster” LN LOON. ipelltr. rwdt dit mid Mend BU00M to inwryviog hh Rhewna- kondhaii, pü® ’ondirboliim Vondirx&lf Woensdag 25 September 1901, 40ste Jaargang. J Inzending van Advertentiën tot 1 uur des miild. .■4 st 103. Williams in de ^Morning Leader” Verspreide Berichten RINKMAN &Zn van met '.50 en booger. ruime keuze prmftugjee o. ass Mr N«d«r- r*n>. IN eene fraaie Gasfitter. uwck „Inkort* i o. «a 50o.de 1 -U on Benders. Telefoon No. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per pöst 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. komen, omdat zyn bezoek speciaal het leger en de vloot gold. Parijs beeft Loubet bij zyn terugkomst al daar een ontzaglijke ovatie bereid. De czaar en de czarina zijn van de revue naar Kiel gespoord, waar hun dochtertjes ook waren, en samen zijn ze naar Petersburg voortgereisd. «U's 1 Telefoon No. S3 A DVEKTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. wereld bekend en offen middel tegen o u L e v e r- n, enz. Inwendig litwendig in bijna i met goed gevolg - Prijs per flacon f 1.15. geneeskrach t zestal elke pijnlijke overbodig. Met /oor ongeneeslijk langs een bijna 22 Brengt genezing en n, ontstekingen enz. F post f 1.60. jderland Rokin 8 Amsterdam ndie Schutaenapotheke ohitach, Oesterreich t Centrul-Dcpöt Sander i< Echte teiamen- pn in den num du wmrdigd irereldbe- )t* Stoll- President Roosevelt moet in den eersten kabinetsraad waarvan hij het voorzitterschap waarnam, een buitengemeen gunstigen indruk gemaakt hebben. Hy had op alle aanhan gige vraagstukken reeds zoo’n goeden -kijk, verzekert men, dat de ministers verbaasd waren over de vlugheid waarmede hij tot het hart der kwestie doordrong. De leden van het kabinet spraken, na afloop van de bijeen komst, opnieuw hun vertrouwen uit in den President, die zeker de voetstappen Van Mac Kinley zal drukken. Dit laatste wordt ook opgemaakt uit kleinigheden, zoo, dat Roose velt den particulieren secretaris van Mac Kinley, Cortelyou, als zyn eigen secretaris heeft overgenomen. In denzelfden trant luidt het verslag van een onderhoud, dat een correspondent der Daily Chronicle te Washington met een boe zemvriend van president Roosevelt zegt ge had te hebben, ten aanzien der houding van den nieuwen President tegenover Engeland en de Boeren. President Roosevelt’s houding tegenover Engeland, en zyn buitenlandsche politiek in het algemeen, zullen even waardig, betame- Ijjk en loyaal zyn als die van Mac Kinley.” Tot zoover de zegsman van de Daily Chronicle. Zal Roosevelt inderdaad een hou ding aannemen dien in Engeland en in een groot deel van Amerika zelf natuurlyk uit bundig geprezen zon worden, maar overigens in de wereld een diepe teleurstelling zou teweegbrengen? Het moet erkend worden, dat de eerste maatregelen van den nieuwen President, tegen alle verwachting in„ wei nig goeds voorspellen, maar het lykt ons nog te vroeg om te oordeelen. Voorshands hebben wy nog eenige hoop dat, in’t bijzon der wat betreft de verscheping van oorlogs behoeften uit de „neutrale” Amerikaansche havens naar Zuid-Afrika president Roosevelt een behoorlyker opvatting hebben zal van het begrip onzijdigheid, dan zyn voorganger. tik gekookt k voor da- «lepels ven >late) Alt geval van gebruiken, at» BZI. i.oi imh i: courant verhouding precies dezelfde zyn als daarvoor. Tennjinste voor zoover in ’t openbaar is ge bleken. Omtrent de langdurige gesprekken, door den czaar en Loubet me| elkaar en met de leidende staatslieden gehouden, is niets bekeyd, wat ’t besprokene betreft. Wel wordt algemeen gezegd dat de verhoudingen zeer hartelyk waren, zooals ook van den czaar werd opgemerkt dat hy ongedwongener en minder terughoudend was dan by het vorige bezoek. De( besprekingen van de feesten en toosten in de Europeesche pers vormen een jubel- koor voor den vrede, 't Is by allen de er kenning van de vreedzame beteekenis van het bezoek, die den hoofdtoon vormt. Alleen in de Fransche pers klinken dis- sonrianten, voornamelijk uit den hoek van de nationalistische schreeuwers. Ze hebben ook al zoo lang op een kans gehoopt, maar telkeis bleek ’t ministerie gepantserd tegen hun aanvallen. Eindelijk echter kwam er een kwetsbare plek bloot. Waarom is de czaar niet naar Parijs gekomen Dat is de schuld van Waldeck-Rousseau, die op die manier de nationalisten heeft willen straffen! Te wapenHoor Paul Dérouléde van uit zyn ballingschap te keer gaan in de Drapeau „Alles wat my heeft getroffen, heeft nooit een enkele klacht over myn lippen doen ko men, gen enkele kreet, een enkel gemor. Maar het iVEtfaftkryk aeU dat die ellendelingen een slag in ’t gezicht geven in zijn hoofdstad. Franschen van Parijs, als gy heden niet in ontelbare massa’s aan den voet van den Leeuw van Belfort protesteert tegen zooveel ver drukking, tegen zooveel smaad, tegen zooveel beleediging, dan zal het niet my zelf zyn dien ik beklaag, maar u. Parys zou Parys niet meer zyn. Maar ik geloot in u. Gy zult Parys zyn. Vive la FranceVive 1’ Alsace Lorraine f Vive la République f”' Parys heeft zich echter niet Parys getoond. De met zooveel lawaai bijeengeroepen protest- samenkomst by den Leeuw van Belfort, was een groote mislukking. Er waren ter nau- wernood 300 personen. Toespraken werden niet gehouden. Toch hebben de nationalisten met hun ge schreeuw het zoover gebracht, dat zelfs de bedachtzame Temps melding maakt van ge ruchten van een ministerieele crisis over *t niet komen van den czaar naar Parys. Er wordt echter weinig waarde aan ’t gerucht gehecht. Nog zy gemeld dat de czaar na ’t revue- dejeuner den president van den Paryschen municipalen raad in audiëntie heeft ontvangen om diens hulde-betniging namens Parys te aanvaarden. De czaar zei o.a. dat het hem speet ditmaal niet te Parys te hebben kunnen Dat de toestand in Zuid-Afrika, ondanks de schijnbaar bemoedigende berichten die Kitchener nu weer eens zendt, om den indruk van ,de nederlagen der Engelschen wat te verzachten dat die toestand nog lang niet is, zooals die van een Engelsch standpunt zou moeten zyn, ziet zelfs de „Times” in „Noch door onderhandelingen, noch door proclamaties, kan de weerstand van de on- verzoenlyke overblijfsels der Boerenstryd- macht worden gebroken”, zegt het blad; „doch alleen door het uitzenden en onderhou den van een leger, dat tegenstand vruchte loos maken zal, een leger dat niet alleen door zyn numerike sterkte zal opwegen tegen het voordeel dat de vijand heeft van zyn bekend heid met het uitgebreide en moeilijke opera- tieterrein, maar dat tevens in elk opzicht be ter bewapend, beter uitgerust en beter geoe fend moet zyn dan de Boeren. „Men kanheusch niet zeggen, dat de Regeering alles deed wat zy doen kon, om in Kichener’s hand het meest afdoende wapen te plaatsen. Het langdurig uitstel voor het uitzenden van de tweede bezending Yeoman ry en hun volkomen fiasco toen zy in Afrika aankwamen toont reeds voldoende, dat zy niet haar uiterste krachten heeft ingespan nen”. Maar hoe kan zy dat doen, vraagt Charles Williams in de ^Morning Leader”„Het departement van oorlog zou graag Kitche ner meer mannetjes zenden, als het die njaar hadmaar zy heeft ze niet en kan zelfs de dooden en gewonden niet vervangen”. De Engelsche werving maakt fiascode „mannetjes” bedanken er voor zich in een roemloozen strijd te laten doodschieten, of gebruikt te worden als „brandstichters” en „vrouwenbeulen”. Zoo schildert Charles Williams den toe stand en wie nog mocht meenen dat hjj wat al te donkere kleuren gebruikt, leze nog eens het telegram uit Kaapstad. Pas heeft men ons verteld, dat de Britsche legerkorpsen in de Kaapkolonie worden aangevuld naarmate er meer Boeren uit de Republieken in de Kolonie vallen, maar aan de Mosselbaai moe ten reeds matrozen aan land worden gezet, om in de versterkingen dienst te doen.” Niet alleen bewijst dit dat de Britsche „le gerkorpsen,” die naar de behoefte worden aangevuld, tegenover de „enkele stroopende en trekkende benden” nog niet eenmaal de hulp der zee-soldaten kunnen ontberen, er blijkt ook uit, dat de „laatste poging” die de Boe ren nu in de Kaapkolonie wagen, niet is de laatste, omdat zy zyn nitgeput, maar om een reden, die men in Engeland nog maar altyd niet wil inzien in spijt van de verma ningen van Charles Williams en zooveel an deren, die het beter met hun land meenen dan de schreeuwers die roepen om meer sol daten en zelf er niet aan denken van huis te gaan. Fr ankrijk:. Op het congres der arbeidsbeurzen te Nizza, is de wenschelykheid uitgesproken hij tegelijkertijd den ingang der kloof en zijn lui tenant in het oog kon houden, want hij vreesde nog altijd den een ol anderen streek van Danira’s hekserij. Hij kon echter daar boven niets verstaan van hetgeen die twee samen spraken, want hun woorden werden door den hevigen wind over stemd maar hij kon hen tenminste beschouwen, en hjj bleef dus vast en onverschrokken op zijn post staan, bereid zich als man en soldaat tegen den naderenden vijand te verdedigen, en tegelijker tijd zijn luitenant ter hulp te komen met zijn ganschen voorraad christelijkheid, zoo deze soms in den rug door den boozen geest mocht aangevallen worden De brave kerel vreesde dood nog duivel. Gerald was op Danira toegetreden die nog steeds tegen den rotswand stond geleundzij week echter terug. Er lag een stomme, maar zoo besliste af wijzing in deze beweging, dat hij ’t niet waagde haar nog dichter te naderen. De redding, welke zij hem had toegezegd, scheen den afstand tusschen hen nog grooter te makenhjj voelde dat, en hij week terug, terwijl hij een verwijtenden blik op haar wierp. Danira zag dat niet, of wilde het niet zien, hoewel het maanlicht zoo helder mogelijk op bei der gelaat viel. Haastig, als wilde zij daarmede ieder teederder woord voorkomen, vroeg ze hem Waar bevinden zich uw mannen Op het fort. Wy keerden na den uitval dezen morgen daarheen wéér terug, tegelijk de kameraden die we ter hulp gesneld waren-, (JFordt vervolgd.) nog tot op den huldigen dag in zijne volle kracht. Ik kende reeds in mijn kinderjaren de Wila-bron en haar macht over den vrede. Later, toen ik ver van mijn geboortegrond leefde, kwam nu en dan nog de herinnering in mjjn geest op als een halt vergeten sage, welke alleen tot de sprookjeswereld behoorde. Sedert ik ben teruggekeerd, weet ik dat dit sprookje een reddende waarheid in zich bevat, De bron is geheiligd, meer nog dan de grond van welken tempel ook. Hier is zelfs de moordenaar, de verrader veilighier moet zelfs de bloedwraak wijken, die vreeselijke wet van onzen stam. Nog heeft niemand het gewaagd dezen vredeban te verstoren, en wanneer een van ons het beproef de hij ware gevloekt bij al zijn stamge- nooten En u denkt dat deze .vredeban zelfs den vreemdeling, den vijand zal beschermen Ja I Dit antwoord klonk met zooveel beslistheid, dat Gerald geen enkele tegenwerping meer maakte, hoewel hij nog twijfelde. Een raadsel meer in dit geheimzinnige land zei hij langzaam. Laten we afwachten welke op lossing zich voor ons zal voordoen. We zijn ver raderlijk in een hinderlaag gelokt, we staan ver moedelijk alleen tegenover een groote overmacht; in zulk geval is het toch zeker geen lafheid zich aan een dergelijke bescherming toe te vertrouwen. Hij keek om naar Jörg, die de zaak dadelijk van de practische zijde had opgevat en intusschen de gansche kloof nauwkeurig had onderzocht. Daar hy niets verdachts vond, was hij op een groot rotsblok geklauterd en had daar post gevat, waar 33) Moeten we hier naar beneden vroeg Jörg op wantrouwenden toon halfluid aan zijn luite nant. Die rots hangt voorover als een van onze rijpe druiventrossen. Ik denk dat ze ons op den kop zal vallen, zoodra wij er onder zijn In dit verwenschte Krivoscië is alles verraderlijk, zelfs de steenen. Die rots valt niet, zei Danira, die deze woorden gehoord had. Ze hangt daar zoo al vele eeuwen, en geen storm kan haar losrukken. Volg ons maar gerust. Zij was reeds naar beneden gegaan en Gerald volgde haar zonder zich te bezinnen. Zij gingen beiden de rotspoort door en Jörg was dus wel verplicht zich bij hen aan te sluiten. Hij wierp nog een wantrouwenden blik naar bo ven, want hij was nu eenmaal gewoon alles en iedereen hier te lande als een persoonlijken vijand te beschouwen; de rotskruin toonde echter bij hooge uitzondering ditmaal geen lust op het hoofd van Jörg neer te stortenze bleef rustig in haar dreigenden toestand. De diepte was niet beduidend; na eenige mi nuten bereikten zij den bodem en stonden nu in een kloot, die zich naar boven wijd opende en waarvan de rotspoort den cenigen toegang vormde. De Koning van Pruisen heeft indertyd het was kort voor zyn jaarlyksche reis naar het Noorden den eersten burgemeester van Berlyn, Kirschner een audiëntie gewei gerd, door den laatste aangevraagd, teneinde Wilhelm II over te halen, op een reeds vroe ger genomen beslissing terug te komen. De quaestie liep over den aanleg van een tram, die volgens den Koning Unter den Linden zou hebben ontsierd. Na Wilhelms terugkomst heeft de heer Kirschner nogmaals een audiëntie aange vraagd om by den Koning van Pruisen de zienswijze van het Berlynsche gemeentebe stuur te verdedigen. Het verzoek van het stedelyk hoofd van Berlijn is door den Kei zer kortweg afgeslagenKoning Wilhelm heeft Kirschner voor de tweede maal niet willen ontvangen. De Keizer van Duitschland begaf zich gistermiddag te paard in de uniform van zyn Russisch grenadiers-regiment naar het grensplaatsje Wyschtyten, dat den 26en Augustus voor het grootste deel is afge brand. Tot de op het marktplein te hoop geloopen bevolking hield de Keizer een toe spraak, waarin hij zeide „Keizer Nicolaas, uw verheven landheer, mijn geliefde vriend, laat u door my zyn hartelijk medegevoelen uitspreken en zendt u door my vyf duizend roebel. Gy ziet hier uit hoe het oog van uw verheven landheer overal reikt, zelfs tot een grensstadje van zyn groot ry'k en hoe zyn goed warm hart klopt voor zyn onderdanen, zelfs voor de verst verwijderden. Geeft dus uiting aan uw dankbaarheid en aan de liefde voor uw Keizer en Vader door met my te roepen „Na sdorowje jewo welitschestwo gossu- darja imperatora Nikolai! Hoera!” Feitelyk is er by het bezoek van den Tzaar in Frankrijk niets nieuws gezegd, en blykt er uit de woorden met hun karakteristieke herhaling van het „amie et allieê” van de toespraken, indertijd op de „Pothau” gehou den, dat er in den toestand in al die jaren feitelyk geen verandering is gekomen, en dat na deze feesten de Europeesche politieke Hier ruischte ook de bergstroom, dien zij reeds van boven gezien hadden, zich voortkronkelend langs rotsen en kloven om in de verte eensklaps op onverklaarbare wijze te verdwijnen, Danira leunde een oogenblik tegen den rotswand en haalde diep adem. Was het door den snellen gang ofwel door de opgewondenheid, het meisje beefde over al haar loden en ze scheen werkelijk behoefte te hebben aan steun. We zijn er, zei ze fluisterend. Hier is u in veiligheid. Gerald, die intusschen de omgeving had opge nomen, schudde twijfelend het hoofd. Die zekerheid kan slechts zóólang duren, tot men ons toevluchtsoord ontdekt, en dat zal maar al te spoedig geschieden. Obrevic kent deze kloof evengoed als u, en zoodra hij het dorp doorzocht heeft, zal hij onmiddellijk ons spoor volgen. Zeker! maar vóór die rotspoort houdt hij halt. Het gebied der Wilabron zal hij niet be treden, want dan mou hy u de hand ter verzoening moeten reikenhier kan geen vijandige hand zich tegen u opheffen. Hoe woest en wraakzuchtig Marco ook moge zyn, hij zal ’t zelfs niet wagen met andere dan vredelievende bedoelingen deze plek te betreden. De jonge officier wierp nogmaals een vorschen- den blik door de kloof. Dus daarom heeft u ons hierheen gevoerd Maar wat is dan wel de geheimzinnige bescher ming welke aan deze plaats verbonden is? Ik weet het metSage, traditie, bijgeloof hebben waarschijnlijk voor ondenkbare tijden den vredesban gesticht, om het even hij bestaat ir«c on». UESim Ito^öT ook to-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1901 | | pagina 1