NST< AïeMWS- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, IN DE BERGEN. No. 8614. Zaterdag 5 October 1901. Bultenlandsch Overzicht. FEL1LLE1OX. >27. A1MAJ 40ste Jaargang. en css Jk« var- irift vaa irtlMatr •t kraak- IkNRfM, lateatelt, PAARDENFOKKERIJ Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. r b**trij- Mc. In Verspreide Berichten. id dn r«p. dérattoa d® i en*. en*. •mm* ehbriMtle bruiker Tan m; aio national S, VIANEN, ALKMAAR, VEN, en alle VD, Dir. Schoonhoven. mIm* ram I» MMfid md te te- bic, ook ./0.60. /O.0O, GOlimiE COIRA XT. zwakte, slecht* revoigcn. J ikzucht, De Londenscbe correspondent van de „Manchester Guardian” deelt mede, dat er groot gebrek aan officieren in Zaid-Afrika begint te komen. Bij sommige cavaleriere gimenten zón nog slechts 2 of 3 kapiteins. Een der belangrijkste cavalerieregimenten heeft nog slechts 5 officieren. Het Ministerie van Oorlog is volkomen van dit bezwaar C, Aam- Maxana diensten. 1/0.50. lismiddel n, bet is litead ia OtaMTM ïtïS •wataU niwat itfavo»- rt»pü nasaal KS' 43) Zij zal binnen het uur vernemen dat er vol strekt geen bloed vergoten is, behalve dat van hem die zichzelven den dpod heeft aangedaan door zijn hemeltergende halsstarrigheidhet was een gods-oordeel dat hij over zichzelven heeft uit gesproken. Eerwaarde, u is te laat gekomen om den doode den laatsten troost te geven. Hij stierf zonder zich met zichzelven en zijn God te hebben verzoend. De priester strekte de armen ten hemel, en fluisterde Myner is de wraak! zoo spreekt de Heer. Ik wil vergeven I ACHTSTE HOOFDSTUK. Telefoon Ao. M». De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. doordrongen, maar ziet geen kans in Enge land of in Indiö officieren te krjjgen en Kit chener weigert „de onryjle producten van de drilscholen” aan te nemen. In denzelfden geest laat de correspondent van de „Frankf. Zeit.” te Kaapstad zich uit. Hy schrijft: De Engelschen verkeeren in een toestand van allertreurigste hulpeloos heid. De bladen vermelden voortdurend de bewegingen van de Boerencommando’s, de bevolking zelf, voor zoover ze loyaal is, en dit is nog vry sterk het geval verraadt de rondzwervende commando’s gedurig, maar nooit zyn Britsche troepen ter plaatse om de Boeren te grijpen. De Engelschen heb ben den spoorweg en de telegraaf in hun besit, zoodat een snelle concentratie van hun troepen gemakkelgk uit te voeren zou zijn. Hun onbekwaamheid is des te opval lender, nu sedert geruimen tyd generaal French, de bekwaamste van alle Britsche aanvoerders, in de kolonie is en de verde diging zelf regelt en bestuurt. Ook hebben de Engelschen geen gebrek aan paarden sedert ze alles wat de kolonie aan paarden bezit, hebben ingedreven. Maar met de sol daten is het ellendig gesteld; zezjjnboven- menschelijk overwerkt en ten gevolge van de gebrekkige militaire opleiding niet opge wassen tegen hun taak. En nog veel erger is het met de lagere officieren gesteld. Uit gebrek aan werkelyk opgeleide officieren zijn de plaatsen bezet door ten eenemale ontoereikende krachten, die dikwijls niet de geringste militaire kennis hebben. De krijgs wet geeft hun een onbeperkte macht, die meestal misbruikt wordt, zoodat door over moed en hardheid rebellen worden gekweekt. De provincialen van de Jezuïetenorde hebben een gezamenlijke verklaring uitge geven, waarin verdedigd wordt, waarom deze orde er niet toe over is gegaan, de b|j de wet op de concregaties voorgeschre ven bewilliging aan te vragen. De reden ligt, schrijven zjj, alleen in de strekking van de wet, die een uitzonderingswet is, en „ons aantast in onze meest essentieele rechten, die wij als vrije mannen, als burgers, als katholieken, als geestelijken hebben,” en die, „ons treffende, de onverjaarbare rechten der Kerk schendt”. Die wet is niet anders, dan een schrede vooruit in den oorlog, die tegen de Kerk gevoerd wordt. Door de bewilli ging aan te vragen, zon de orde hare rech ten, haar onafhankelijkheid, en haar waar- ffigheid opofferen. Kunaux. Te Havre dreigt een staking onder de zeelieden wegens inkrimping van personeel door een der stoomvaartmaatschappijen. De Parjjscjie prefect van politie Lépi- iie heeft een wedstrijd uitgeschreven voor speelgoed en zoogenaamde .articles de Pa ris” van vijf centimes tot drie francs, te gen Kerstmis en Nieuwjaar. Alleen nieuwig heden worden toegelaten en het doel is de Duitsche producten van de boulevards te verdrijven. De staking der trambeambten teCler- monbï'errand is alweer uit: de negen ont slagenen worden door de maatschappij weer aangenomen, doch overigens blijft alles bij ’t oude. te, Mar- »mmI« wtektaf- •JUtM- laarvaa «tVMTt- knn«<. wyw ujiiH aaa- MMTM troepeii gezonden naar de grenzen. Dit is alles. Ook de berichten over de banken in Ve nezuela worden door den consul tegenge sproken. De bronnen waaruit al deze verhalen voortkomen, zyn steeds van Amerikaansche oorsprong. Wy ontleenden reeds enkele malen berichten over verwikkelingen in Zuid-Ame rika aan de „New-York Herald". De consul schrijft die toe aan de zucht der Vereenigde Staten, om zich meester te maken van den Isthmus. Daartoe wil de groote Republiek oneenigheid zaaien tusschen de beide Zuid- Amerikaansche staten, ten einde in troebel- water te kunnen visschen. Doch op welk punt de beide Republieken ook gescheiden mogen zyn, op één punt zyn zy eenstemmigin hun haat tegen dy Ver eenigde Staten. De strijd in de bergen was ten einde, de laatste wanhopige tegenstand, dien Marco aan het hooid van ujn stam geboden had, was met zijn dood gebroken. Stephan Hersovac was niet de man die een reeds verloren zaak ten koste van zijn eigen ondergang zou doorzetten; hem ontbrak, behalve d: fierheid en onbuigzaamheid van ka rakter, ook de wilskracht van zijn voorganger. Hy was werkelijk op het fort en had de hem ge stelde voorwaarden aangenomen; en daarmede Tusschen Turkije en Frankryk blijft hst al- kon de opstand, voor zoover dit gebied betreft, ais geëindigd beschouwd worden. Er verliepen echter nog weken en maanden voordat de troepen weer naar hun land terug keerden, en het regiment van Gerald was een der laatste. Hij moest eenigen tijd vóór de insche ping in Cattaro blijven, maar den jongen officier werd een pijnlijke ontmoeting bespaard Overste Arlow en zijn dochter bevonden zich niet meer in de stad. De kommandant had gedurende den geheelen opstand in zijn moeitevolle en verantwoordelijke positie zooveel beleid en energie getoond, dat de erkenning zijner verdiensten niet uitbleet. Hij werd met behoorlijke bevordering van zijn post cptheven en hem werd het kommando opgedragen in een der Oostenryksche hoofdsteden. Het was reeds sedert lang zijn hartewensch geweest de ver afgelegen vesting in Dalmatië te verwisselen met een der garnizoensplaatsen van zijn land, en het was aan zijn persoonlijken invloed toe te schrijven dat het vertrek al heel spoedig na zijn benoeming plaats had. ‘De nieuwe kommandant betrok zijn standplaats te Cattaro vroeger dan hij werd verwacht, en dadelijk daarop verliet zijn voorganger de stad, zoodat deze reeds vertrokken was nog vóórdat Gerald’s regiment te Cattaro aankwam. De jonge officier had een moeilijken tijd achter den rug, een strijd van vele maanden met alles wat zich tegen zijn1*liefde verzette; hij had haar in den volsten zin des woords moeten bevechten, maar hij wist de rechten te handhaven welke hij in de ure des doodsgevaar had verkregen. tyd nog op den ouden voet van misverstand en eindelooze onderhandelingen. Had men een oogenblik verwacht, dat de zaak uit de wereld zou zyn, als de betaling der schuld- vordering-Lorando geregeld zou zyn, dan is men alweer teleurgesteld. In 1897 eischte Frankryk uit dien hoofde van de Porte een bedrag van 345-duizend Turksche ponden en het handhaafd dien eisch ook nn, terwyl de Porte beproeft daarop af te dingen en door betaling van 210-dnizend ponden de aangelegenheid voor goed te be ëindigen. Er is zelfs gemeld geworden, dat de Porte de voorstellen der Fransche regee- ring zou aangenomen hebben, wat nu even wel onjuist blijkt te wezen. Men kan het over de zaak niet eens worden en de onder handelingen zjjn weder afgebroken. In den Franschen ministerraad zyn de meeningen aangaande de nu te volgen ge dragslijn zeer verdeeld. Eenige ministers willen aan de Porte nog nadere voorstellen doen, andere zyn voor een dadelijk optreden met machtsvertoon. Het schijnt, dat de voorstanders van het laatste de meerderheid vormen, want een eskader in de Middellandsche zee wordt in gereedheid gebracht om waarschijnlijk binnen kort naar Konstantinopel onder stoom te gaam Een der kleine Fransche bladen bevatte dezer dagen het bericht, dat de Sultan al sinds geruimen tyd in het geheim fondsen had bijeengegaard om een oorlogsschat te vormen, daar hy verwachtte, dat te avond of morgen er toch een conflict met een der Westersche mogendheden zou plaats vinden. Uit mededeelingen, door den consul van Venezuela gedaan, bjjjkt, dat de berichten over de verwikkelingen tusschen dien staat en Columbia in de Amerikaansche bladen, zoo al niet geheel bezijden de waarheid, dan toch zeer overdreven zijn. Venezuela wil geen oorlog voeren met Co lumbia, want Venezuela is een volkomen vredelievende Staat, zegt de consul. Er be staan wel verwikkelingen, maar die zjjn van zeer weinig beteekenis. In Columbia is een revolutie uitgebroken om de clericale Regeering te vervangen door een liberaal bewind. In Venezuela, niet by de Regeering maar by het volk, vinden die pogingen der Columbiscbe liberalen steun. Ten einde het invoeren van wapenen en het trekken van Venezuelanen over de grenzen van Columbia te beletten, heeft de Regeering te Bogota langs de grenzen troepen opge- stelden in antwoord daarop heeft de Re geering van Venezuela ook van haar zyde Hij had Danira teruggezien toen de troepen van de VVila-bron in het .dorp terugkeerden om daar, na een moeilijken marsch van verscheidene uren, een weinig rust te vinden. En hier wachtte hem nog een zware strijd, om namelijk het meisje tot zwijgen te bewegen; zij was vastbesloten haar stamgenooten te bekennen wat zij gedaan, wie hen verraden had. Hoewel vrede en verzoening in ’t verschiet waren, zou zij haar leven toch geen uur zeker geweest zijn na zulk een bekentenismaar de bloedige gebeurtenis welke Marco Obrevic het leven gekost had, sprak ook hier haar beslissend woord en boog den onverzettelijken wil van het jonge meisje En het was de geliefde die haar met de teederste woorden overtuigde dat. zoo hier door hare schuld geen bloed vergoten was, ook geen zoenoffer verebcht werd. Wel verhieven zich van alle zijden hinderpalen en beletselen tegen de mogelijkheid eener vereenigingde nog uiterlijk bestaande band tusschen Gerald'en zijn verloofde, de te verwachten tegenstand zijner moeder, de strijd met Stephan die het zeker niet leidehjk zou aanzien dat zijn zuster een vreemde volgdemaar dat vermocht niet den moed en de volharding van den jongen officier te vjpminderen, sedert Danira hem haar woord gegeven had de zijne te zullen worden. Het was dan ook met een zwaar hart dat hij haar achterliet in het huis van haar broer, dat voor het oogenblik haar eenige toevlucht was. In de vreesehjke verwarring onder Marco’s troep, nadat deze verklaard had ten koste van alles zijn wraak op Gerald von Steinach te zullen volvoeren, waren de laatste woorden waarmede deze Danira Düitsohland. De gedeeltelijke vernieuwing van de Ka mer Van Afgevaardigden van Saksen, onder de nieuwe kieswet (ter voorkoming van een sociahl-democratische meerderheid aangeno men) heeft geleid tot de uitwerping" van do vier laatste sociaal-democratische afgevaar digden, terwijl de liberalen ook ettelijke ze tels yerliezen. Het nieuwe lichaam zal on geveer zestig conservatieven tellen tegen zeventien liberalen een resultaat, dat ve len doet vreezen voor reactionaire maatre gelen, zoodat een nationaal-liberaal reeds verklaard heeft, dat de wet gemaakt was tot uitwerping der sociaal-democraten en dat men dus nu maar weer tot een vrijzinniger systeem moest terugkeeren van yerraad beschuldigd had niet gehoord, of althans niet begrepen geworden behalve door Stephan, en deze had het verstandiger geoordeeld te zwijgen. Hij wilde een daad vergeten welke hij toch niet meer het recht had te straffen, nu hij zichzelf aan den vijand had onderworpen. Marco Obrevic zou met ijzeren consequentie zelfs de geliefde, zijn vrouw hebben opgeofferd na zulk een ontdekking, doch Stephan had in dat opzicht een geheel ander karakter. Hij wilde zijn zuster niet zien vallen door de handen zijner stamgenooten, en hij wist dat zij verloren was. zoo zij zelfs maar onder verdenking van verraad stond. Hij gaf zich den schijn te gelooven wat men hem en zijn geleiders op het fort mededeelde, om Danira tegen de wraak harer stamgenooten te beschermen. Men vertelde hem dat die afdeeling, zonder eenig vermoeden omtrent het lot van Ge raid, alleen was uitgerukt om den vijand te zoe ken, leiens aanwezigheid in die richting werd ver ondersteld, en men was ten hoogste verrast toen men den jongen officier op dien weg vond. Met deze verklaring vergenoegden zich de zonen der bergen, die niet gewoon waren lang na te deuken over iets dat toch niet meer te herroepen was. Dat vermeende toeval kwam hun zelfs voor de bevestiging te zijn van het oordeel dat over hun aanvoerder was uitgesproken, omdat hy ’t gewaagd had een heilige overlevering des volks te schendén. Er werd geen enkele verdenking tegen Danira geopperdeerst in het scheidens -uur ver nam Stephan uit haar eigen mond wat voor hem geen geheim meer was. Wordt vervolgd.) Telefoon Ufo. At ADVERTENTIES worden geplaatst van 15 regels A 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda; doen te weten, dat de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid heeft bepaald dat de ge wone rijkskeuringen van tot dekking bestemde hengsten van ten minste z1/» jaar oUt' 'n bet najaar van 1901 voor Zuid-Holland gehouden zullen worden te Deiden op 28 October Dordrecht >29 Rotterdam >30 Heenvliet «31 Dirksland 1 November. Daarbij wordt de aandacht van belanghebben den gevestigd op den inhoud van art. 5 van het Koninklijk besluit van 14 Augustus 1901 (Staats blad No. 204), ter uitvoering van de artt. 8, xi, 13, 19 en 21 van de wet op de Paardenfokkerij 1901, luidende als volgt: »De eigenaar of houder, die een hengst ter keuring wenscht aan te bieden, is verplicht daarvan ten minste 3 weken vóór de keuring vrachtvrij eene schriftelijke en onderteekende aangifte te zen den aan den Secretaris der betrokken provinciale regelingscommissie met opgave van a. Naam en woonplaats van den eigenaar en houder b. Naam, ouderdom, ras, kleur en bijzondere kenteekenen van den hengst, benevens, indien deze in een stamboek is ingeschreven, stamboek en stam boeknummer c. Zoo mogelijk afstamming van den hengst zoowel van vaders- als van moederszijde en naam en woonplaats van den fokker. Een hengst, na bovenvermelden termijn aange geven, wordt van de keuring uitgesloten tenzij de Commissie geen bezwaar tot toelating heeft en de eigenaar of houder vóór den dag der keuring eene som van 10.00 bij voor noemden Secretaris stort” Inschrijvingsbiljetten voor de keuringen zullen op vrachtvrije, schriftelijke en onderteekende aan vragen aan eigenaren en houders van hengsten door den Secretaris der provinciale regelings commissie, den heer J. H. van der Torren te Gouda, verstrekt worden. Gouda, den 3en October 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, R. L. MARTENS. De Secretaris. BROUWER.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1901 | | pagina 1